NL8303197A

NL8303197A - Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een samengesteld stuk zeep, het aldus samengestelde stuk zeep, en uit zeep bestaande materiaalelementen.

Info

Publication number: NL8303197A
Application number: NL8303197A
Authority: NL
Original assignee: Johannes Theodorus Maria Van V
Priority date: 1983-09-15
Filing date: 1983-09-15
Publication date: 1985-04-01
Also published as: EP0141444A1; ZA847149B; ES535932A0; ES8602929A1; JPS60248800A; AU3293284A

Description

* * \ \ 'k \ P hP/EA/Viist-1 WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET VERVAARDIGEN VAN EEN SAMENGESTELD STUK ZEEP, HET ALDUS SAMENGESTELDE STUK ZEEP, EN UIT ZEEP BESTAANDE MATERIAALELEMENTEN.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een samengesteld stuk zeep, waarbij verschillend gekleurde materiaaldelen worden samengebracht.

Een dergelijke werkwijze is bekend uit de Neder-5 landse octrooiaanvrage 78.10659. Bij deze bekende werkwijze wordt het gevormde, uitgeharde tweede materiaaldeel in een zeepvorm geplaatst, waarin vervolgens het eerste materiaaldeel wordt gegoten. Het gerede stuk zeep krijgt daarbij een zodanig opbouw, dat aan het bovenvlak en het ondervlak van 10 het ongebruikte stuk zeep een afbeelding van het tweede materiaaldeel zichtbaar is.

In de praktijk blijkt deze bekende werkwijze voor het vervaardigen van een samengesteld stuk zeep niet te voldoen, omdat bij het in de zeepvorm gieten van het eerste ma-15 teriaaldeel, dit voor het verkrijgen van de voor het gieten noodzakelijke lage viscositeit, dermate hoog is, dat delen van het gevormde, uitgeharde tweede materiaaldeel oplossen, en daardoor een deel van de vorm daarvan die in feite de aantrekkelijkheid van het samengestelde stuk zeep bepaalt, ver-20 loren gaat.

De uitvinding beoogt een werkwijze van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarmee het mogelijk is een samengesteld stuk zeep te vervaardigen, waarbij de bovengenoemde nadelen worden vermeden, en de aantrekkelijkheid van 25 het samengestelde stuk zeep behouden blijft. Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt, doordat in een te vormen eerste materiaaldeel zodanig een gevormd, uitgehard tweede materiaaldeel wordt gebracht, dat bij het vormen van het eerste materiaaldeel het tweede materiaaldeel alzijdig door het 30 eerste materiaaldeel wordt ingesloten.

Uit onderzoek is gebleken, dat het van essentieel belang is dat het tweede materiaaldeel bij het vormen van het q «' v ·' i y / - 2 - eerste materiaaldeel, waarbij de uiteindelijke omtreksvorm van het samengestelde stuk zeep wordt bepaald, volledig is ingesloten door het plastische, en daardoor vervormbare eerste materiaaldeel, zodat voorkomen wordt, dat bij het vormen, 5 door het zogenaamd stempelen, het gevormde, uitgeharde tweede materiaaldeel in kontakt komt met stempelvormen, hetgeen een gehele of volledige verbrijzeling van het uitgeharde tweede materiaaldeel tot gevolg zou hebben.

Indien het te vormen eerste materiaaldeel met een 10 buisvormige holte wordt geproduceerd, en het gevormde, uitgeharde tweede materiaaldeel in deze holte wordt aangebracht, behoeft deze holte niet in een aparte arbeidsgang te worden aangebracht, waardoor een vereenvoudiging van de werkwijze optreedt.

15 Doordat bij het door bijvoorbeeld stempelen vormen van het eerste materiaaldeel het materiaaldeel moet vloeien tot in door een tot het tweede materiaaldeel behorend reliëf vrijgelaten ruimte, verdient het voorkeur dat de positie van de holte in het eerste materiaaldeel wordt ingesteld in af-20 hankelijkheid van een vorm en/of het te vervaardigen stuk zeep.

Het eerste materiaaldeel moet een zodanige temperatuur hebben, dat enerzijds de plasticiteit voldoende is om het tweede materiaal volledig in te sluiten en eventuele 25 ruimten tussen een daarop aangebracht reliëf te vullen en anderzijds een temperatuur hebben, dat bij het kontakt met het tweede materiaaldeel dit materiaaldeel niet ten dele oplost. Bovendien moet de temperatuur van het tweede materiaaldeel zodanig zijn, dat tijdens het vervaardigen van het sa-30 mengestelde stuk zeep het tweede materiaaldeel in hoofdzaak niet vervormd. Dit kan worden bereikt indien bij het vormen van het eerste materiaaldeel het temperatuurverschil tussen het eerste en het daarin opgenomen tweede materiaaldeel in hoofdzaak ongeveer gelijk is aan 20-60eC.

35 Indien het wenselijk is om bij een eerste gebruik van een samengesteld stuk zeep overeenkomstig de uitvinding, een afbeelding van het ingesloten, tweede materiaaldeel zichtbaar is, verdient het voorkeur, dat na het vormen van 6303137 Λ * - 3 - het eerste materiaaldeel ten minste daarvan een zodanig deel wordt verwijderd, dat in het gerede stuk zeep het tweede materiaaldeel van buitenaf zichtbaar is.

Aangezien het wenselijk kan zijn om op het tweede 5 materiaaldeel verschillende, samengestelde tekens en/of teksten te gebruiken, verdient het voorkeur dat het tweede materiaaldeel wordt samengesteld door een aantal materiaalelemen-ten met ten minste in één richting tegen een onderlinge verplaatsing borgende vormen, te koppelen.

10 De uitvinding betreft en verschaft tevens een in richting voor het vervaardigen van een uit verschillende gekleurde materiaaldelen samengesteld stuk zeep en wordt gekenmerkt door middelen voor het aanbrengen van een gevormd, uitgehard tweede materiaaldeel in een te vormen eerste materi-15 aaldeel.

Indien gebruik wordt gemaakt van een door een het eerste materiaaldeel producerende, en daarin een buisvormige holte vrijlatende extrusie-eenheid, waarbij bij voorkeur de extrusie-eenheid is voorzien van positioneermiddelen voor het 20 binnen het te vormen eerste materiaaldeel positioneren van de holte, kan worden afgezien van additionele middelen voor het in het uit het eerste materiaaldeel bestaande plastische zeepmassa aanbrengen van holten.

Aangezien bij de inrichting overeenkomstig de uit-25 vinding gebruik wordt gemaakt van een gevormd, uitgehard tweede materiaaldeel, kan de inrichting overeenkomstig de uitvinding voorts gekenmerkt worden door een eenheid, bestemd voor het uitharden van het gevormde tweede materiaaldeel.

Voorts heeft de uitvinding betrekking op uit zeep 30 bestaande materiaalelementen die gekenmerkt worden door in ten minste één richting tegen een onderlinge verplaatsing borgende, in elkaar grijpende vormen. Zodoende wordt bij het gebruik van een samengesteld tweede materiaaldeel voorkomen, dat tijdens het door stempelen vormen van het eerste materi-35 aaldeel en de daarbij optredende stromen van het eerste plastische materiaaldeel, de onderlinge oriëntatie van de materi-aalelementen en daarmee de herkenning van het totale tweede materiaaldeel verandert.

83 G 3 1 ·? 7 '« * - 4 -

Tenslotte heeft de uitvinding betrekking op een overeenkomstig de uitvinding samengesteld stuk zeep.

Genoemde en andere kenmerken zullen aan de hand van een aantal niet-limitatieve, bij wijze van voorbeeld gegeven 5 uitvoeringsvoorbeelden worden verduidelijkt, onder verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen, waarin:

Fig. 1 een produktielijn voor het vervaardigen van een samengesteld stuk zeep overeenkomstig de uitvinding toont; 10 Fig. 2 op grotere schaal detail II uit fig. 1 van middelen overeenkomstig de uitvinding voor het aanbrengen van een gevormd, uitgehard tweede materiaaldeel in een te vormen eerste materiaal toont;

Fig. 3 een doorsnede van detail III uit fig. 1 15 toont;

Fig. 4 een inrichting voor het vervaardigen van het tweede materiaaldeel toont;

Fig. 5 detail V uit fig. 4 toont;

Fig. 6 de onderlinge oriëntatie van het eerste en 20 tweede materiaaldeel voorafgaande aan het vervaardigen van het stuk zeep toont;

Fig. 7 een variant van detail VII uit fig. 6 toont;

Fig. 8 het vormen van een samengesteld stuk zeep uit de in fig. 7 getoonde materiaaldelen toont; 25 Fig. 9 middelen voor het verwijderen van ten minste een deel van het gevormde eerste materiaaldeel toont; en

Fig. 10 in aanzicht het gerede produkt uit fig. 9 toont.

Fig. 1 toont een inrichting 1 volgens de uitvinding 30 voor het vervaardigen van een stuk zeep 2 dat is samengesteld uit verschillend gekleurde materiaaldelen 3, 4. De inrichting omvat in de bewerkingsrichting achtereenvolgens een extrusie-eenheid 5, een snij-inrichting 6, een stempelinrichting 7 en een eenheid 8, waarin het vervaardigde, samengestelde stuk 35 zeep wordt uitgehard, verpakt en/of opgeslagen. De inrichting 1 overeenkomstig de uitvinding wordt gekenmerkt door middelen 9 voor het aanbrengen van het gevormde, uitgeharde tweede materiaaldeel 4 in een in de stempelinrichting 7 te vormen 83 0 31 57 - 5 - eerste materiaaldeel 3. De middelen 9 overeenkomstig de uitvinding zullen meer in detail hieronder aan de hand van fig.

2 nader worden beschreven.

Aan de extrusie-eenheid 5 wordt via een trechter 10 5 het eerste materiaaldeel 3 samenstellende bestanddelen 11 toegevoerd, waarbij de trechter 10 uitmondt in een mengkamer 12. In de mengkamer 12 is een extrusieworm 13 draaibaar aangebracht, die de bestanddelen 11 innig mengt en langs een stationair wormdeel 14 dat aan zijn benedenstroomse einde 15 10 een doorn 16 draagt, door een uitwisselbaar mondstuk 17 heen tot op een transportinrichting 18 brengt. Van een aldus gevormde materiaalstreng 19 wordt met behulp van de snij-in-richting 6 te vormen eerste materiaaldelen 3 afgesneden. De snij-inrichting 6 omvat messen 20 die met een translatiesnel-15 heid die overeenkomt met die van de materiaalstreng 19 in een richting naar de transportinrichting toe worden bewogen en zodoende de verschillende eerste materiaaldelen 3 van de streng 19 afsnijden. Via een overdrachtswals 21 komen de te vormen eerste materiaaldelen 3 via een transportband 22 in 20 een goot 23 die de te vormen eerste materiaaldelen 3 brengt tot op een positioneerband 24. Op de positioneerband 24 komt het te vormen eerste materiaaldeel 3 aan te liggen tegen een aanslag 25 die behoort tot de middelen 9 overeenkomstig de uitvinding.

25 Een eenheid 26 is bestemd voor het uitharden en het eventueel opslaan van gevormde tweede materiaaldelen 4. De eenheid 26 kan bijvoorbeeld deel uit maken van een niet-ge-toond ketelhuis. Vanuit de eenheid 26 wordt via een transportband 27 en een toevoertrechter 28 het tweede materiaal-30 deel 4 tot in de middelen 9 overeenkomstig de uitvinding gevoerd.

Nadat met behulp van de middelen 9 in het te vormen eerste materiaaldeel 3 het gevormde, uitgeharde tweede materiaaldeel 3 is aangebracht, wordt door het verplaatsen van de 35schuif 29 een opening vrijgegeven, waar doorheen het te vormen eerste materiaaldeel 3, met daarin het tweede materiaaldeel 4 tot in de stempelinrichting 7 gebracht.

De stempelinrichting 7 omvat een stationair vormdeel 31 en een ten opzichte van dit vormdeel 31 beweegbaar 87 Γ"13 7 m - 6 - vormdeel 3 2. Na het tussen de beide vormdelen 31 en 32 vormen van het eerste materiaaldeel 3, waarbij het eerste materiaal-deel 3 het tweede materiaaldeel 4 dat erin is opgenomen, alzijdig insluit, wordt het samengestelde stuk zeep 2 met be-5 hulp van een draaibare arm 33 via een transportband 34 getransporteerd tot in de eenheid 8.

Pig. 2 toont meer in detail de middelen 9 voor het aanbrengen van het gevormde, uitgeharde tweede materiaaldeel 4 in het te vormen eerste materiaaldeel 3. Via een in een 10 stationair huis 35 aangebrachte opening 36 komt het tweede materiaaldeel 4 in een verschuifbaar in het huis 35 opgenomen goot 37, die vervolgens naar het tot op de transportband 24 aangevoerde materiaaldeel 3 wordt gebracht, waarbij een vlak 38 waarop het materiaaldeel 4 rust in hoofdzaak in hetzelfde 15 vlak ligt als een vlak 39 van de holte 40 die is aangebracht in het materiaaldeel 3. Vervolgens wordt met behulp van een in de goot 37 verschuifbaar aangebrachte schuif 41, het materiaaldeel 4 tot in de holte 40 gebracht. Aangezien de schuif 41 is voorzien van een aanslag 42 die aanslaat tegen het ma-20 teriaaldeel 3, kan het materiaaldeel 4 op een vooraf bepaalde plaats in de holte 40 worden aangebracht.

Aangezien het wenselijk is om de holte 40 in afhankelijkheid van een vorm 43, 44 van het te vervaardigen stuk zeep 2 in te stellen, omvat de extrusie-eenheid 5 waarmee een 25 buisvormige holte 40 wordt vrijgelaten in de materiaalstreng 19, positioneermiddelen 45 voor het binnen het te vormen eerste materiaaldeel 3 positioneren van de holte 40. De positioneermiddelen 45 omvatten stelpennen 46 en stelplaten 47 die aan het einde 15 van het wormdeel 14 rond de doorn 16 kunnen 30 worden aangebracht. Door het aan weerskanten van de doorn variëren van het aantal stelplaten 47 kan de plaats van de holte 40 in de materiaalstreng 19 en daarmee in de materiaal-delen 3 worden gevarieerd en ingesteld. Het mondstuk 17 is losmaakbaar bevestigd aan de extrusie-eenheid 5 met behulp 35 van bevestigingsmiddelen 48, zodat ook door variatie in mondstukken 17 ook de uitwendige vorm van elk materiaaldeel 3 kan worden aangepast aan de uiteindelijke vorm van het gerede, samengestelde stuk zeep 2.

8303197

+ T

«-*

Pig. 4 toont in detail een stempelinrichting 30 voor het vormen van het tweede materiaaldeel 4 dat bijvoorbeeld de vorm 43 heeft (fig. 6). Het vormdeel 48 heeft een van openingen 50 voorzien inzetstuk 49, waarin met een grond-5 plaat 51 verbonden stoters 52 zijn geleid. De grondplaat 51 wordt door veren 53 in de richting van aanslagen 54 gedrongen. De stoters 52 hebben een oriëntatie die in hoofdzaak overeenkomt met de oriëntatie van de lettering 55 van de vorm 43. Bij het verwijderen van het vormdeel 48 overeenkom-10 stig de pijl 57 stoot een aan de grondplaat 51 bevestigde pen 58 tegen een aanslag 59. Zodoende blijven de stoters 52 tegen de lettering 55 'drukken, terwijl uit de vormdeel 48 in bovenwaartse richting wordt verplaatst totdat een voldoende grote ruimte tussen het vormdeel 48 en het materiaaldeel 4 15 aanwezig is en adhesiekrachten geen invloed meer uit kunnen oefenen.

Fig. 5 toont meer in detail de stoters 52. Doordat de stoters aan hun vrije eind 59 zijn voorzien van een deel 60 met een groter oppervlak is het mogelijk om de^stoters 52 20 elk afzonderlijk te leiden in een opening 50, terwijl nagenoeg volledig kontakt wordt gemaakt met de lettering 55 op de vorm 43.

Fig. 6 toont de onderlinge oriëntatie van de vormdelen 31 en 32 van de stempelinrichting 7 ten opzichte van 25 het te vormen eerste materiaaldeel 3 met de holte 40 en het uitgeharde, gevormde tweede materiaaldeel 4 met in dit geval bijvoorbeeld de lettering 55. In dit geval moet bijvoorbeeld de lettering 55 gericht zijn in de richting van het vormdeel 32 omdat daarin een uitwendig leesbaar merk of patroon 61 is 30 vrijgelaten.

Fig. 7 toont het materiaaldeel 3 en een ander tweede materiaaldeel 4 dat in dit geval is samengesteld uit verschillende materiaalelementen 62 en 63. De materiaalelementen hebben onderling zodanig korresponderende vormen 64, bijvoor-35 beeld zwaluwstaartverbindingen, vaar- en moerverbindingen, en dergelijke, waardoor in ten minste één richting de materiaalelementen 62 en 63 zijn geborgd tegen een onderlinge verplaatsing, zodat de lettering 55 die is aangebracht op de materiaalelementen 62 altijd in de gewenste onderlinge samen- 8 7 Λ " Λ “7 ·:' ·· .* · --J / ▼ <* - 8 - haag behouden blijft.

Pig. 8 laat duidelijk zien dat ook bij het gebruik van verschillende materiaalelementen 62 en 63 voor het tweede materiaaldeel 4, dit materiaaldeel 4 bij het vormen tussen de 5 vormdelen 31 en 32 volledig door het eerste materiaaldeel 3 wordt ingesloten en daardoor in het gerede stuk zeep 2 van buitenaf niet leesbaar is..

Fig. 9 toont middelen 65 voor het verwijderen van een deel 66 van het gevormde eerste materiaaldeel 3. De mid-10 delen 65 bestaan bijvoorbeeld uit een mes 67 dat wordt verwarmd met een verwarmingsspiraal 68. Eventueel is het mogelijk om volgens de streeplijn uit fig. 9 een ander deel 66’ te verwijderen, zodat aan beide zijde van de zeep van buitenaf het tweede materiaaldeel 4 zichtbaar is. Het verkregen 15 produkt wordt in perspektief getoond in fig. 10.

Zoals reeds is opgemerkt, verdient het aanbeveling dat bij het vormen van het eerste materiaaldeel 3 het temperatuurverschil tussen het eerste en het daarin opgenomen tweede materiaaldeel in hoofdzaak ongeveer gelijk is aan 20 20-60*C, zodat een eventuele vervloeiing van het tweede materiaaldeel wordt voorkomen, terwijl toch het eerste materiaaldeel 3 een voldoende plasticiteit bezit om het tweede materiaaldeel 4 volledig in te sluiten.

Bijvoorbeeld kan het eerste materiaaldeel de kleur 25 wit hebben en het tweede materiaaldeel 4 een daarmee contrasterende kleur, bijvoorbeeld groen. Door het gebruik van materiaalelementen 62 en 63 is het eveneens mogelijk om voor het materiaaldeel 4 verschillende kleuren te gebruiken.

8 o C 1 0 7

Claims

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een samengesteld stuk zeep (2), waarbij verschillend gekleurde materi-aaldelen (3, 4) worden samengebracht, met het kenmerk, dat in een te vormen eerste materiaaldeel (3) zodanig een 5 gevormd, uitgehard tweede materiaaldeel (4) wordt gebracht, dat bij het vormen van het eerste materiaaldeel (3) het tweede materiaaldeel (4) alzijdig door het eerste materiaaldeel (3) wordt ingesloten.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het k e n - 10. e r k, dat het te vormen eerste materiaaldeel (3) met een buisvormige holte (40) wordt geproduceerd, en dat het gevormde, uitgeharde tweede materiaaldeel (4) in deze holte (40) wordt aangebracht.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het ken- 15. e r k, dat de positie van de holte (40) in het eerste materiaaldeel (3) wordt ingesteld in afhankelijkheid van een vorm (43,44) en/of het te vervaardigen stuk zeep (2).

4. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bij het vormen van het 20 eerste materiaaldeel (3) het temperatuurverschil tussen het eerste en het daarin opgenomen tweede materiaaldeel (3 en 4) in hoofdzaak ongeveer gelijk is aan 20-60°C.

5. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat na het vormen van het eerste 25 materiaaldeel (3), ten minste daarvan een zodanig deel (66) wordt verwijderd, dat in het gerede stuk zeep (22) het tweede materiaaldeel (4) van buitenaf zichtbaar is.

6. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het tweede materiaaldeel 30 (4)wordt samengesteld door een aantal materiaalelementen (62, 63. met ten minste in één richting tegen een onderlinge verplaatsing borgende vormen (64), te koppelen.

7. Inrichting (1) voor het vervaardigen van een uit verschillend gekleurde materiaaldelen (3, 4) samengesteld 35 stuk zeep (2) volgens één van de conclusies 1-6, gekenmerkt door middelen (9) voor het aanbrengen van een ge-Q 7 ": 7 · -1 7 O v *_ -j i xJ J " * «. <·. - 10 - vormd, uitgehard tweede materiaaldeel (4) in een te vormen eerste materiaaldeel (3).

8. Inrichting (1) volgens conclusie 7, gekenmerkt door een het eerste materiaaldeel (3) producerende, 5 en daarin een buisvormige holte (40) vrijlatende extrusie-eenneid (5).

9. Inrichting (1) volgens conclusie 8, met het k e n m e r k, dat de extrusie-eenheid (5) is voorzien van positioneermiddelen (45) voor het binnen het te vormen eerste 10 materiaaldeel (3) positioneren van de holte (40).

10. Inrichting (1) volgens conclusie 7-9, gekenmerkt door middelen (65) voor het ten minste verwijderen van een deel (66) van het gevormde eerste materiaaldeel (3).

11. Inrichting (1) volgens conclusie 7-10, g e - 15 kenmerkt door een eenheid (26) voor het uit verschillende materiaalelementen (62, 63) samenstellen van het tweede materiaaldeel (4).

12. Inrichting (1) volgens conclusie 7-10, gekenmerkt door een eenheid (26), bestemd voor het uit- 20 harden van het gevormde tweede materiaaldeel (4).

13. Uit zeep (2) bestaande materiaalelementen (62, 63),gekenmerkt door in ten minste één richting tegen een onderlinge verplaatsing borgende, in elkaar grijpende vormen ( 64). 25

14. Samengesteld stuk zeep (2), vervaardigd volgens één van de conclusies 1-11. o ' 7 " i *7 O -J v \> J Ó J