NL8302974A - Reeks verpakkingszakken. - Google Patents

Description

IF" * - * Λ r 1 *

Reeks verpakkingszakken.

De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een reeks verpakkingszakken aan een drager, welke zakken bij gebruik opeenvolgend worden voortbewogen naar een laadstation. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een reeks met een strook verbonden, dak-15 pansgewijze liggende zakken, welke reeks wordt toegevoerd aan een lader.

Op het gebied van het verpakken van voortbrengselen, zoals voedingsmiddelen, is het bekend de produkten in kunststof zakken te laden, en de zakopeningen dan af te dichten. Het is ook bekend het 20 afdichten uit te voeren in een vacuüm kamer, waar de restatmosfeer in de zak kan worden verwijderd, en de verpakking in vacuüm omstandigheden kan worden afgedicht ten einde achteruitgang van het voedingsmiddel in de afgedichte zak te voorkomen.

Het is bekend voortbrengselen te laden in verpakkingszakken, 25 gemaakt van buigzaam, met warmte krimpbaar foelie materiaal, door het aan een zaklader leveren van zakken in de vorm van een doorlopende ketting met gescheiden zakken, losmaakbaar gedragen door met plakmiddel beklede draagstroken. Te verpakken voortbrengselen worden op een laadstation geplaatst, gewoonlijk door toevoer op een transportband tot in 30 een geleiding, waaruit de voortbrengselen in de voorste zak van de ketting worden geladen na het openen van de zak door bij voorbeeld een opblaas luchtstraal. De zaklader ontvangt de zakken in een dakpansge- i» wijze ligging, waarna het de zaak is van de bediener of een of ander middel voor het voortbewegen van de voortbrengselen om de bovenste ge-35 laden zak te verwijderen vanuit de ketting met dakpansgewijs liggende ï*: Τ’ Λ ,-ν « / sj t: a / 4 V ^ 2 zakken voordat de volgende zak kan worden opgeblazen en geladen. Het in een dakpansgewijze ligging in een met stroken verbonden ketting leveren van de zakken verschaft aanzienlijke voordelen boven het een voor een aan de laaduitrusting leveren van de zakken.

5 De uitvinding beoogt een verpakkingsstelsel te verschaffen, dat sneller en economischer kan worden bedreven voor het laden van voortbrengselen in zakken, die aan een laadstation worden toegevoerd in de vorm van een reeks zakken. Dit stelsel is eveneens bestemd om het verpakken voor wat betreft de stappen van het onder vacuüm plaatsen af-? 10 dichten te kunnen versnellen.

De Amerikaanse octrooischriften 3.161.3457 en 3.331.182 openbaren werkwijzen en inrichtingen voor het laden van zakken, en tonen het gebruik van een ketting met zakken in dakpansgewijze ligging, gedragen door een doorlopend draagdeel, zodat de dakpansgewijs liggende 15 zakken aankomen op een laadstation, waar de bovenste zak pneumatisch wordt opgeblazen en wordt voorzien van een daarin geplaatst voortbrengsel, waarna de zak vanaf het langwerpige draagdeel wordt verwijderd en afgeleverd, klaar voor het vervolgens voortbewegen naar een station voor het sluiten van zakken.

20 Van algemeen belang is het bekende blijkens de ter inzage geleg de Britse octrooi-aanvrage 2.078.654 A, gericht op een verpakkingswerk-wijze, waarbij gebruik wordt gemaakt van een ketting met langs de zijden afgedichte verpakkingszakken, waarvan de monden zijdelings ten opzichte van de zakkenketting zijn gericht. Een aantal zakken wordt in een 25 lading· geladen en de zakken worden verv olgens per lading gesloten.

Van algemeen belang is het bekende blijkens de Amerikaanse octrooischriften 3.587.843, 3.587.844 en 3.587.845, gericht op een ketting met dakpansgewijze liggende zakken, die met elkaar zijn verbonden en in een uitvoeringsvorm worden gedragen door twee langwerpige 30 strookstrengen.

Van algemeen belang is het bekende blijkens het Amerikaanse octrooischrifte 3.507.090, gericht op een inrichting voor het vullen van een reeks lange zakken met open einden, dakpansgewijs bevestigd aan een strook, waarbij elke zak over het open einde van de volgende 35 zak heen ligt.

^ Λ Λ λ ? O -V . ^ J / 4 «»

/ , V

3

Van algemeen belang is het bekende blijkens het Amerikaanse octrooischrift 2.653.752, gericht op een inrichting voor het opeenvolgend in een rechtop staande stand toevoeren van zakken aan en het vullen daarvan uit een vulmechanisme, waarbij de zakken in een ketting 5 met elkaar zijn verbonden door twee of meer stroken, die dienen als de middelen voor het voortbewegen van de zakken.

De uitvinding heeft betrekking op een aantal zakken aan een drager, welke zakken in beginsel als een enkele zak kunnen worden gehanteerd bij het vervolgens verschaffen aan een zaklader voor het zodoen-10 de vermenigvuldigen van de opbrengst van de lader. Dit voordeel in hanteren is ook verwezenlijkt in het daarop volgend onder vacuüm plaat-_ sen en afdichten voor het verder verbeteren van de produktiviteit.

Dienovereenkomstig is een reeks verpakkingszakken verschaft, bestaande uit een aantal eenheden met een aantal zakken, welke eenheden 15 elk bestaan uit een te scheiden ketting met langs de zijden afgedichte zakken, en opeenvolgens zijn aangebracht en losmaakbaar bevestigd aan een drager.

De eenheden met een aantal zakken zijn bij voorkeur in lengterichting dakpansgewijs liggend op een draagstrook,’ waarbij de zakken 20 door perforatielijnen kunnen worden gescheiden.

Ook is een werkwijze verschaft voor het verpakken, bestaande uit het verschaffen van een reeks eenheden met een aantal zakken, welke eenheden elk een te scheiden ketting met langs de zijden af gedichte zakken bevatten, en opeenvolgend zijn aangebracht en losmaakbaar be-25 vestigd aan een drager, het toevoeren van de reeks eenheden met een aantal zakken aan een laadstation, en het wanneer elke eenheid op het laadstation wordt verschaft, opblazen van de zakken, het met produkt laden van de zakken en het naar een station voor het sluiten van de zakken voortbewegen van elke eenheid.

30 De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 een gebruikelijke reeks langs de zijden afgedichte zakken met perforaties toont, de fig. 2A, B de eenheden met een aantal zakken tonen, respec-35 tievelijk voorzien van twee en drie samenstellende zakken, ^ - *\ ·*» ƒ 4

v V

O

> fig. 3A een gedeelte toont van een reeks eenheden met een aantal zakken, achter elkaar aangebracht aan langwerpige strengen met een draagstrook, fig. 3B een gedeelte toont van een reeks eenheden met een aantal 5 zakken, welke eenheden in lengterichting dakpansgewijs liggen op een draagstrook, fig. 4A een gedeelte toont van een reeks eenheden met een aantal zakken, achter elkaar aangebracht aan een dwarsdraagstrook, en fig. 4B een gedeelte toont van een reeks eenheden met een aantal 10 zakken, dakpansgewijs liggend dwars op een draagstrook.

Meer in het bijzonder verwijzende naar de tekening, is in fig. 1 een gebruikelijke reeks 10 met geperforeerde, langs de zijden afgedichte kunststof zakken weergegeven, bij voorbeeld met een onbepaalde lengte en gemaakt van polyetheen. Zakken in de reeks, zoals de zakken 11 en 15 12, zijn gescheiden door een perforatielijn 17, aan weerszijden waarvan zich een zijdelingse afdichting 14 en 15 bevindt. De zak 11 bij voorbeeld wordt bepaald door de zijdelingse afdichtingen 13 en 14, een vouwlijn 18 en een opening 16 met een verlengde lip. Een dergelijke reeks zakken kan door gebruikelijke technieken zijn gemaakt, bij voor-20 beeld door het eerst extruderen van een kunststof buis, het dan samenklappen van de buis tot een plat liggende gedaante, eventueel na oriëntatie, het doorsnijden volgens een vouwlijn voor het vormen van een opening met een verlengde lip en het herhaaldelijk vormen van dwarsafdichtingen, zoals door het impuls lassen, en perforatielijnen 25 op onderling regelmatige afstanden langs de samengeklapte buis voor het produceren van een reeks langs de zijden afgedichte zakken, welke zakken zijdelings open zijn en worden gescheiden door perforatielijnen. een dergelijke reeks langs de zijden afgedichte zakken is het uitgangsmateriaal voor toepassing van de onderhavige werkwijze en inrichting.

30 In het algemeen is voorzien, dat samenstellende zakken in de toevoerreeks kunnen worden gescheiden, dat wil zeggen dat een zak ge-r-makkelijk van een naburige zak kan worden gescheiden door het trekken langs een vooraf bepaalde zwaktelijn. Bij voorkeur zijn dergelijke zwaktelijnen, perforatielijnen, zoals hiervoor besproken. Een andere 35 manier bevat bij voorbeeld kerflijnen met of zonder het volledig door- . — Λ λ r .-*/4 > 5 gekerfd zijn van een zijde van de reeks.

In de fig. 2A en 2B zijn uitvoeringsvoorbeelden weergegeven van eenheden met een aantal zakken voor bepaalde doeleinden. In fig. 2A is een uit twee zakken bestaande eenheid 25 weergegeven, voorzien van 5 samenstellende zakken 26 en 27, die samen zijn gescheiden van een ketting met geperforeerde, langs de zijden afgedichte zakken bij afzonderlijke perforatielijnen 34 en 35. De zak 26 bij voorbeeld, heeft, zoals hiervoor besproken, de opening 28 met een verlengde lip, een vouw 29 en zijdelingse afdichtingen 30 en 33. Bij de verbinding tussen de twee 10 zakken, waaruit de eenheid bestaat, liggen de zijdelingse afdichtingen 30 en 31 aan weerszijden van een perforatiel*ijn 32. De perforatielijn 32 echter is gedeeltelijk gescheiden, zoals aangegeven tussen de punten A en B. Gedeeltelijke scheiding tussen zakken in een enkele eenheid met een aantal zakken is bij voorkeur symmetrisch met betrekking tot de 15 lengte van de zakken, zoals weergegeven. Naar keuze kan de gedeeltelijke scheiding asymmetrisch zijn, zelfs in zodanige mate, dat de gedeeltelijke scheiding begint bij een rand van de eenheid met een aantal zakken. Bij het weergegeven voorbeeld worden de zakken 26 en 27 dus bij elkaar gehouden door perforatiesegmenten 36 en 37 voor het verenigen van de 20 eenheid met een aantal zakken. In fig. 2B is een uit drie zakken bestaande eenheid 45 weergegeven, voorzien van de samenstellende zakken 46, 47 en 48. Afzonderlijke zakken in de eenheid 45 zijn gedeeltelijk gescheiden langs hun bijbehorende perforatielijnen, zoals aangegeven door segmenten A, B, zoals besproken in samenhang met fig. 2A. Eenheden met een 25 willekeurig aantal zakken kunnen worden gemaakt.

De zakken worden bij voorkeur gebruikt door het in lengterichting dakpansgewijs aanbrengen aan een draagstrook, zodat een reeks van dergelijke aan een strook aangebrachte eenheden met een aantal zakken kan worden toegevoerd aan een gebruikelijke lader met het voordeel, dat een 30 eenheid met een aantal zakken in beginsel als een enkele zak kan worden gehanteerd tijdens het laden, het onder vacuüm plaatsen en het afdichten, voor het zodoende overeenkomstig vermenigvuldigen van de opbrengst van het verpakken. Naar keuze kan het afdichten het afsnijden bevatten van overmaat materiaal buiten de buitenste afdichtingen van elke eenheid.

35 Volgende op het afdichten van de geladen zakken, kunnen de afzonderlijke v7 - “74 L* 6 Γ zakken in een eenheid gemakkelijk worden gescheiden als gevolg van de reeds aanwezige gedeeltelijke scheiding langs de perforatielijnen, die de zakken in een eenheid met een aantal zakken begrenzen. Samenstellende zakken kunnen gemakkelijk van de bijbehorende andere zakken worden ge-5 scheiden op elk willekeurig moment naar wens na het verpakken, bij voorbeeld direkt na het onder vacuüm plaatsen en afdichten of tijdens het verkopen door de detailhandelaar of later door de eindgebruiker.

In de figuren 3A-4B zijn verschillende uitvoeringen weergegeven.

I fig. 3A is een deel weergegeven van een reeks 50 met eenheden met 10 een aantal zakken aan een draagstrook. De eenheden 51a en 51b, bij voorbeeld bestaande uit twee zakken, zijn in lengterichting achter elkaar aangebracht aan draagstroken 52a, 52b, dat wil zeggen dat de draagstrook zich in lengterichting van de eenheden met een aantal zakken uitstrekt. Bij gebruik wordt de reeks toegevoerd aan een gebruikelijke lader, zo-15 dat elke eenheid met een aantal zakken in beginsel als een bekende enkelvoudige zak wordt verschaft, en dan na het laden wordt verwijderd van de draagstrook en verder geleid naar een sluitstation. In het algemeen is een willekeurig aantal draagstroken voorzien, zoals nodig kan zijn voor een bepaalde toepassing, waarbij echter voor gebruikelijke 20 toepassingen twee tot vijf draagstroken de voorkeur verdienen en twee stroken in het bijzonder. In fig. 3B is een deel van een reeks 60 met een aantal zakken weergegeven, welke zakken 61a, b, c dakpansgewijs liggen op in lengterichting zich uitstrekkende draagstroken 62a, b, waarbij de voorste eenheid met een aantal zakken de bovenste eenheid is. 25 In fig. 4A is een deel van een reeks 70 met eenheden met een aantal zakken weergegeven, welke zakken zijdelings zijn aangebracht aan stroken, dat wil zeggen dat bij voorbeeld de eenheden 71a, 71b achter elkaar en verwijderbaar zijn bevestigd aan draagstroken 72a, b, die zich in breedterichting van de zakken uitstrekken. Het met produkt 30 laden van de zakken wordt dwars op de toevoerrichting vooruit van de draagstrook uitgevoerd. In fig. 4B is een deel van een reeks 80 met dakpansgewijs op een zijdelingse draagstrook liggende zakken weergegeven. Bij wijze van voorbeeld liggen de eenheden 81a, b, dakpansgewijs op draagstroken 82a, b met de voorste eenheid 81a als bovenste.

35 Het is duidelijk, dat veranderingen en verbeteringen kunnen worden aangebracht zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

- . ^

Claims (16)

1. Reeks verpakkingszakken, gekenmerkt door een aantal eenheden met een aantal zakken elk, welke eenheden een te scheiden ketting met langs de zijden afgedichte zakken bevatten en achter elkaar zijn aange- 5 bracht en losmaakbaar bevestigd aan een drager.

2. Reeks volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de drager zich in lengterichting met betrekking tot de zakken uitstrekt.

3. Reeks volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de drager zich in dwarsrichting ten opzichte van de zakken uitstrekt.

4. Reeks volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de eenheden dakpansgewijs zijn aangebracht aan de drager, waarbij de voorste eenheid bovenop ligt.

5. Reeks volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de drager een strook is, waarbij de zakken door perforatielijnen kunnen worden ge- 15 scheiden.

6. Reeks volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de perforatielijnen tussen samenstellende zakken van elke eenheid, gedeeltelijk zijn gescheiden.

7. Reeks volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de mate van 20 gedeeltelijke scheiding van de perforatielijnen binnen de breedte van de zakken is.

8. Reeks volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de mate van gedeeltelijke scheiding van de perforatielijnen begint bij een rand van de zakken.

9. Reeks volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het aantal draagstroken in het bereik is van twee tot vijf.

10. Reeks volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het aantal draagstroken twee is.

11. Reeks verpakkingszakken, gekenmerkt door een aantal eenheden 30 met een aantal zakken elk, welke eenheden elk een geperforeerde ketting met langs de zijden afgedichte zakken bevatten en in lengterichting dakpansgewijs zijn aangebracht en losmaakbaar bevestigd aan een draag-strook, waarbij de perforaties tussen de zakken van een eenheid, gedeeltelijk zijn gescheiden.

12. Werkwijze voor het verpakken, gekenmerkt door het verschaffen 'V z % n van een reeks eenheden met een aantal zakken elk, welke eenheden elk een te scheiden ketting met langs de zijden afgedichte zakken bevatten, en achter elkaar zijn aangebracht en losmaakbaar bevestigd aan een drager, het toevoeren van de reeks aan een laadstation, het wanneer de 5 eenheid op het laadstation is aangekomen, herhaaldelijk opblazen van de zakken, met produkt laden van de zakken en het naar een station voor het sluiten van zakken voortbewegen van de eenheid.

13. Werkwijze volgens conclusie 12, gekenmerkt door het als een eenheid onder vacuüm plaatsen en afdichten van elke geladen eenheid.

14. Werkwijze volgens conclusie 13, gekenmerkt door het scheiden van de zakken van elke geladen en afgedichte eenheid.

15. Reeks verpakkingszakken in hoofdzaak zoals in de beschrijving beschreven en in de tekening weergegeven.

16. Werkwijze in hoofdzaak zoals in de beschrijving beschreven 15 en in de tekening weergegeven. ' - ? • So ' - i