NL8302691A - Inrichting voor het afvoeren van water van vloeren van gebouwen. - Google Patents

Inrichting voor het afvoeren van water van vloeren van gebouwen. Download PDF

Info

Publication number
NL8302691A
NL8302691A NL8302691A NL8302691A NL8302691A NL 8302691 A NL8302691 A NL 8302691A NL 8302691 A NL8302691 A NL 8302691A NL 8302691 A NL8302691 A NL 8302691A NL 8302691 A NL8302691 A NL 8302691A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
floor
water inlet
nut
inlet body
water
Prior art date
Application number
NL8302691A
Other languages
English (en)
Other versions
NL191739B (nl
NL191739C (nl
Original Assignee
Vahlbrauk Lorowerk
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vahlbrauk Lorowerk filed Critical Vahlbrauk Lorowerk
Publication of NL8302691A publication Critical patent/NL8302691A/nl
Publication of NL191739B publication Critical patent/NL191739B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL191739C publication Critical patent/NL191739C/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
    • E04D13/04Roof drainage; Drainage fittings in flat roofs, balconies or the like
    • E04D13/0404Drainage on the roof surface
    • E04D13/0409Drainage outlets, e.g. gullies
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
    • E04D13/04Roof drainage; Drainage fittings in flat roofs, balconies or the like
    • E04D13/0404Drainage on the roof surface
    • E04D13/0409Drainage outlets, e.g. gullies
    • E04D2013/0436Drainage outlets, e.g. gullies with sealing means

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Supports For Pipes And Cables (AREA)
  • Roof Covering Using Slabs Or Stiff Sheets (AREA)
  • Sink And Installation For Waste Water (AREA)

Description

<+ * % \ \ * . Reg. Nr. 119 365 ^£y/m.S -1-
Inrichting voor het afvoeren van water van vloeren van gebouwen
De uitvinding betreft een inrichting voor het afvoeren van water van vloeren van gebouwen, in het bijzonder van balkons en terrassen, voorzien van een door de vloeren van een gebouw in een onder de vloer aangebrachte valpijp gevoerd buisvormig water-5 invoerlichaam, dat in een boven de van water vrij te maken vloer lopend buisgedeèlte over zijn omtrek verdeelde water- intreeope-ningen bezit en onder de waterinvoeropeningen voorzien is van een op de van water vrij te maken vloer gelegen flens.
Dergelijke inrichtingen zijn bekend (Duits gebruiksmodel 10 1933805) . De flens dient hierbij het intreden vein het water in de water- invoeropeningen te vergemakkelijken en de afdichting ten opzichte van de van later vrij te maken vloer te bewerkstelligen. Bij deze bekende inrichtingen is de opliggende flens voorzien van doorboringen of ook bouten voor het opnemen van bevesti-15 gingsmiddelen, waarmee de flens bevestigd wordt aan de vloer van het gebouw. Ook is het bekend voor het bevestigen van het water-" invoerlichaam boven de flens door de vloer van het gebouw lopende stangen te gebruiken, die aan de onderzijde van de vloer met behulp van moeren en met tussenplaatsing van een drukverdelingsplaat 20 worden bevestigd.
Deze bekende inrichtingen hebben het nadeel dat de genoemde bevestigingsmiddelen een doordringen van afdichtingen alsook het gebruik van pluggen of een doorboren van de vloer nodig maken, hetgeen enerzijds de afdichtingswerking beïnvloedt en anderzijds 25 vanwege de extra werkzaamheden aan de vloer naar verhouding grote montagekosten met zich meebrengt. De gebruikte bevestigingsmiddelen en in het bijzonder de stangen met een drukverdelingsplaat zijn als extra corrosie-gevoelige constructie-elementen aan te merken en brengen het in het afvoersysteem optredend lawaai direkt 30 over in de vloer van het gebouw. Een aanpassing van de inrichting ‘aan de verschillende vloerdikten is in het bijzonder bij het toe- 8302691
« V
4 -2- passen van de genoemde stangen zeer kostbaar.
Voorts is een inrichting gelijk aan het reeds genoemd type bekend (Duits gebruiksmodel 1943793), waarbij evenwel boven de op de van water vrij te maken vloer gelegen flens een afzonderlijk te gebruiken invoerkorf aanwezig is'. Het daar gebruikt 5 water- invoerlichaam van kunststof bezit op een onderste, uit i de vloer van het gebouw uitstekend gedeelte op een versterkt ringvormig gedeelte uitwendige schroefdraad, waarop een moer geschroefd kan worden en met tussenplaatsing van een ringschijf vastgetrokken kan worden tegen de onderzijde van de vloer van het 10 gebouw. Bij dit bekend water- invoerlichaam zijn weliswaar de volgende nadelen, namelijk de flens en de door de vloer gaande bevestigingsmiddelen weggenomen. De bekende inrichting bezit evenwel het belangrijke nadeel dat voor het aansluiten van de op het water- invoerlichaam volgende valpijp geen passenden middelen 15 aanwezig zijn en zodoende voor het aansluiten van de valpijp extra en zodoende kostbare bevestigings- en afdichtmiddelen aanwezig moeten zijn, hetgeen behalve de verhoogde constructieve kosten aanzienlijke montagekosten voor het aansluiten van de valpijp met zich meebrengt. Bovendien is het nodig de dan nood- : 20 zakelijke aansluitmiddelen bovendien zo uit te voeren dat de moer, die het water- invoerlichaam aanzienlijk in diameter vergroot, vastgegrepen wordt door deze aansluitmiddelen. Deze nadelen zijn bij demontage op een bouwplaats van bijzondere betekenis, omdat een dergelijke montage vaak door ongeoefende krachten 25 moet worden uitgevoerd en een dergelijke kostbare en omslachtige vorm van de andere aansluitmiddelen voor de valpijp juist voor ongeoefende krachten aanzienlijk veel tijd met zich meebrengt en een ongestoorde, duurzame en zodoende veilige verbinding in gevaar brengt.
30 De uitvinding beoogt een inrichting van het voorgenoemd type te verschaffen, waarbij enerzijds de genoemde nadelen van extra bevestigingsmiddelen voor de opliggende flens van het water-ihivoerlichaam vermeden worden en tegelijkertijd eenaansluiting van 8302691 * * -3- de hierop volgende valpijp met passende en eenvoudig gevormde alsook eenvoudig en veilig ook door ongeoefende krachten te monteren middelen mogelijk wordt, zodat met weinige eenvoudige en gemakkelijk te handteren middelen een zeker duurzaam en veilig 5 inbrengen van de inrichting in de vloeren van een gebouw verkregen kan worden. ,
Dit wordt overeenkomstig de uitvinding hierdoor bereikt, •doordat het water- invoerlichaam tenminste op zijn onderste, uit de vloer uitstekend gedeelte voorzien is van uitwendige schroef-10 draad en op dit schroefdraadgedeelte een moer geschroefd kan worden en met zijn aanlegvlak vastgetrokken kan worden tegen de * onderzijde van de vloer van het gebouw, en dat de moer is uitge voerd als de bestanddeel van de aansluitmiddelen van een insteek-mof van een te sluiten valpijp, die het onderste schroef draadge-15 deelte van hét water- invoerlichaam opneemt. Ten aanzien van de bevestiging wordt bereikt dat het water- invoerlichaam met inbegrip van zijn boven de van water vrij te maken vloer lopend buis-gedeelte met de water- intree-openingen alleen in de aanwezige i opening van de vloer van het gebouw ingebracht behoeft te worden 20 totdat zijn flens ligt op het bovenvlak van de vloer. Hierna kan de aldus gevormde inrichting direkt met behulp van de moer op eenvoudige wijze vastgetrokken worden tegen de onderzijde van de vloer van het gebouw, doordat de moer zelf vastgetrokken wordt tegen de onderzijde van de vloer. Wanneer de bovenzijde van de 25 vloer van het gebouw reeds een passend afdichtvlak bezit, wordt hierbij elk doordringen en zodoende een beschadiging van deze afdichting vermeden. Door de moer uit te voeren als bestanddeel van de aansluitmiddelen, zoals hiervoor genoemd, wordt voorts in een direkte aanpassing aan het water- invoerlichaam een direkte aan-30 sluiting van een valpijp op het water- invoerlichaam mogelijk en wel door passende middelen, namelijk juist door de moer, zodat zowel de vorm van de totale inrichting alsook de montage hiervan in belangrijk mate vereenvoudigd wordt en zodoende een duurzame en veilige fabricage van de totale inrichting op de bouwplaats 8302691 t' -4- verwezenlijkt kan worden. De lengte van het schroefdraadgedeelte van het water- invoerlichaam kan voor de grootte van de te verwachte vloerdikte bemeten en bij elk toepassingsgeval alleen ingekort worden op een maat zodanig, dat het opschroeven van de moer en tegelijktertijd de gewenste aansluiting op de verder lopende 5 valpijp mogelijk wordt. De uitwendige schroefdraad van het onderste schroefdraadgedeelte van het water- invoerlichaam kan op passende wijze in of opgebracht worden, in het bijzonder als een grove schroefdraad en ook in de vorm van schroefvormige uitsteeksels van het buisvormige water- invoerlichaam.
10 Volgens een uitvoersvorm van de uitvinding is de moer uit gevoerd als een dopmoer en deze dopmoer grijpt achter een groef van de insteekmof van de valpijp, die het onderste schroefdraad-gedeelte van het water- invoerlichaam opneemt. De valpijp behoeft alleen ten aanzien van de groef voorbewerkt te worden. Hierna 15' kan de dopmoer op de valpijp en de insteekmof hiervan geschoven worden en vervolgens vastgeschroefd worden aan het onderste schroefdraadgedeelte van water- invoerlichaam, waarna tegelijkertijd het gehele water- invoerlichaam aan en in de vloer van het gebouw veilig en afgedicht wordt vastgehouden en de valpijp even-20 zo is afgedicht en veilig verbonden is met deze inrichting. Hierbij kan de dopmoer tweedelig uit een bovenste ringvormig schroefdraadgedeelte met het aanligvlak en een onderste ringvormig vast-houdgedeelte, dat grijpt achter de groef, bestaan, en aldus zijn dan beide ringvormige gedeelten onderling verbonden.
25 Een andere voor vele toepassingsgevallen doelmatige uit voeringsvorm kan hierin bestaan dat het bovenste gedeelte van een insteekmof van de valpijp, die het onderste schroefdraadgedeelte van het water- invoerlichaam opneemt, is uitgevoerd als de moer die geschroefd kan worden op het schroefdraadgedeelte van 30 het water- invoerlichaam. Zodoende kan het boveneind of een bovenste gedeelte van de valpijp zelf zijn uitgevoerd als een moer en gebruikt worden· om de inrichting aan en in de vloer van het gebouw vast te zetten. Hierdoor wordt een vereenvoudiging qua constructie alsook qua montage van. de totale valpijp verkregen.
8302691 * -% -5-
De uitwendige schroefdraad van het schroefdraadgedeelte van het water- invoerlichaam kan op de reeds beschreven wijze zelf voorzien worden van schroefdraad. Het is evenwel mogelijk om het schroefdraadgedeelte door een bijzonder constructiedeel, in het bijzonder een van uitwendige schroefdraad voorzien kunststof 5 lichaam uit te voeren. Doelmatig is het bij een andere uitvoering van de uitvinding de uitwendige schroefdraad van het schroefdraadgedeelte van het water- invoerlichaam uit te voeren als een op het water- invoerlichaamgedeelte aangebracht kunststoflichaam, dat op het gladde buiseind van het water- invoerlichaam vastge-10 hecht of ook opgekrompen of op soortgelijke wijze bevestigd wordt.
Voor praktisch alle mogelijke toepassingsgevallen is het van bijzonder voordeel wanneer overeenkomstig een andere uitvoering van de uitvinding de flens op zijn naar de vloer van het gebouw gerichte opligvlak en het aanligvlak van de moer telkens 15 een rondgaande uitsparing voor het opnemen van een afdichtings-ring bezittten. Zo kan de flens, die in de regel uit een plaat is gevormd, voorzien worden van een aan de buitenzijde gelegen naar beneden schuinlopende kant op de buitenrand can zo de uitsparing voor de afdichtingsring te vormen. De moer verkrijgt op zijn aan-20 ligvlak een doorsnedevorm van de uitsparing, die dient voor de vorm van de afdichting en het zeker aandrukken van deze afdichtingsring. Na het vasttrekken van de moer ligt het water- invoerlichaam gecentreerd in de doorboring van de vloer van het gebouw en is met zekerheid beschermd tegen het binnendringen van 25 vocht en in het bijzonder van aggresieve stoffen uit de atmosfeer in de doorvoerspleet. Bovendien is op deze wijze door het tussenplaatsen van de afdichtingsring, die doelmatig als O-ringen zijn uitgevoerd, de geluidsoverdracht van afvoergeluiden in elk bouwlichaam tot een minimum verminderd. Een ander voordeel van deze 30 onderhavige oplossing wordt verkregen doordat de tussen het water-invoerlichaam en de doorboring van de vloer ontstane luchtspleet een koude brug voorkomt, die aanzienlijke energie- technische betekenis heeft doordat een temperatuurverschil tussen de media voerende waterleiding en bijvoorbeeld een betonnen vloer onder 8302691 -6- balkons of terrassen wordt verhinderd. De ingesloten lucht verlaagt 'de warmte-uitwisseling tot een minimum.
Een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding wordt hierna aan de hand. van de beschrijving en tekening verduidelijkt.
5 De tekening toont een zij-aanzicht voor de helft in door snede van een in een vloer van een g^ouw geplaatste inrichting voor het wegnemen van het water overeenkomstig de uitvinding.
De linker helft van de in de tekening weergegeven inrichting is in langsdoorsnede weergegeven.
10 · Een in het algemeen met 1 aangegeven buisvormig water- in- voerlichaam bezit, allereerst een in diameter vergroot bovenste buitengedeelte 2, dat boven de van water vrij te maken vloer 3 van het gebouw loopt. Op dit buitengedeelte 2 sluit een in diameter kleiner buisgedeelte 4 aan. Dit buisgedeelte 4 is op zijn 15 nog boven de vloer 3 van het gebouw lopend gedeelte voorzien van over de omtrek verdeelde water-intree-openingen 5. Onder deze water-intree-openingen 5 is het buisgedeelte 4 voorzien van een rondgaande flens 6, die op de bovenzijde van de vloer 3 van het • gebouw ligt. De flens 6 is zoals in het bijzonder· de linker helft 20 van de tekening aangeeft op zijn buitenrand naar onder afgebogen en vormt aldus een ringvormige uitsparing 7 voor het opnemen van een afdichtingsring 8 in de vorm van een O-ring. De diameter van deze O-ring 8 wordt doelmatig ongeveer 25% groter gekozen dan de ringvormige spleet, die verkregen wordt door de uitsparing 7 25 tussen de onderzijde van de flens 6 en de bovenzijde van de vloer 3 van het gebouw.
Het buisgedeelte 4 is naar beneden verlengd en loopt dcor de in de vloer 3 van het gebouw gevormde doorboring 9 naar de onderzijde van de vloer, waar deze over een gewenste maat uitsteekt, en 30 vervolgens in de mof 10 van een verder lopende valpijp 11.
Het water- invoerlichaam 1 is op zijn buisgedeelte 4 op het uit de vloer van het gebouw uitstekend onderste gedeelte 12 hiervan voorzien van' uitwendige schroefdraad 13, die hier gevormd wordt door schroefvormige uitsteeksels van het buisgedeelte 4, 8302691 -7- * resp. 12.
Op deze uitwendige schroefdraad 13 is een moer 14 geschroefd. Deze moer kan met zijn aanligvlak 15 vastgetrokken worden tegen de onderzijde van de vloer 3 van het gebouw.
5 Het aanligvlak 15 van de moer 14 bezit een rondgaande of ringvormige uitsparing 16, waarin een afdichtingsring 17, in het uitvoeringsvoorbeeld eveneens een O-ring, wordt vastgehouden.
De doorsnedevorm van de uitsparing 16 is zo gekozen, dat de afdichtingsring met zekerheid wordt vastgehouden en vastgedrukt 10 wordt tegen de onderzijde van de vloer 3 van het gebouw. De moer 14 is bij het uitvoeringsvoorbeeld uitgevoerd als een dopmoer. Hiertoe is deze in het uitvoeringsvoorbeeld horizontaal in tweeën gedeeld in een bovenste ringvormig schroefdraadgedeelte 14a met het aanligvlak 15 en onderste ringvormig vasthoudgedeelte 15 14b, dat grijpt achter een groef 18 van de mof 10 van de valpijp 11. De beide ringvormige gedeelten 14a en 14b zijn onderling tot een moer 14 verbonden. In andere toepassingsgevallen kan doelmatig de gehele moer 14 als een geheel als dopmoer zijn uitgevoerd, die dan bij de dienovereenkomstige voorfabricage draai-20 baar verbonden wordt met de mof 10 van de valpijp 11. Ook is mogelijk de mof van de valpijp zelf als moer voor de uitwendige schroefdraad 13 van het water- invoerlichaam 1 uit te voeren op dezelfde wijze als de in de tekening weergegeven totale uitvoering, waarbij deze uitvoering als een geheel alsook door een 25 dienovereenkomstige aanvorming van kunststofelementen kan plaatsvinden. Evenzo kan ook de uitwendige schroefdraad 13 van het buisgedeelte 4 van het water- invoerlichaam 1 zijn uitgevoerd als een op het water- invoerlichaamgedeelte aangebracht kunststof-lichaam, bijvoorbeeld als bus vastgehecht of opgekrompen zijn of 30 op passende wijze het onderste gedeelte van het water- invoerlichaam 1 vormen.
De lengte van het van uitwendige schroefdraad 13 voorzien buisgedeelte 12- kan in overeenstemming met de telkens te ver-•wachten toepassingsgevallen, namelijk de telkens te verwachten 8302691 * -8- vloerdikten gekozen worden om dan door eenvoudig inkorten het water- invoerlichaam 1,.respectievelijk het buisgedeelte 4 met zijn schroefdraadgedeelte 12 aan de dikte van de vloer aan te pas-' sen.
5 Het water- invoerlichaam 1 met zijn flens 6 en zijn buis gedeelte 4-alsook de moer 14 kunnen bestaan uit een geschikt metaal of ook uit een met kunststof bekleed metaal, maar kunnen ook volledige uit kunststof bestaan, zoals voor elk toepassingsgeval als doelmatig of noodzakelijk wordt beschouwd. De in de tekening 10 weergegeven valpijp 11 kan een overgangsgedeelte zijn of ook de totale aansluitende valpijplengte.
8302691

Claims (6)

1. Inrichting voor het verwijderen van water van vloeren van gebouwen, in het bijzonder van balkons en terrassen, voorzien van een door de vloer van het gebouw in een onder de vloer van het gebouw aangebrachte valpijp lopend buisvormig water- invoer- 5 lichaam, dat in een boven de van water vrij te maken vloer lopend buisgedeelte over zijn omtrek verdeelde waterintree-openingen bezit en onder de waterintree-openingen voorzien is van een op de van water vrij te maken vloer gelegen flens, met het kenmerk,, dat het water- invoerlichaam(l) tenminste op zijn onderste uit de 10 vloer van een gebouw uitstekend gedeelte (4,12) voorzien is van uitwendige schroefdraad(13) en op deze schroefdraad(13) een moer (14) geschroefd kan worden en met zijn aanligvlak (15) vastgetrokken kan worden tegen de onderzijde van de vloer (3) van het gebouw, en dat de moer is uitgevoerd als bestanddeel van aansluit- 15 middelen van een insteekmof(10) van een aansluitende valpijp (11), die het onderste schroefdraadgedeelte (12) van het water- invoer-lichaam (1) opneemt.
2. Inrichting, van conclusie 1 met het kenmerk, dat de moer (14) is uitgevoerd als een dopmoer en dat deze dopmoer grijpt 20 achter een groef (18) van de insteekmof (10) van de valpijp (11), die het onderste schroefdraadgedeelte (12) van het water- invoer-lichaam (1) opneemt.
3. Inrichting van conclusie 1 en 2 met het kenmerk, dat de dopmoer (14) in tweeën gedeeld bestaat uit een bovenste ringvor- 25 mig schroefdraadgedeelte (14a) met het aanligvlak (15) en een onderste ringvormig vasthoudgedeelte (14b), dat grijp achter de groef (18), en dat de beide ringvormige gedeelten (14a, 14b) onderling zijn verbonden.
4. Inrichting van conclusie 1 met het kenmerk, dat het 30 bovenste gedeelte van een insteekmof van de valpijp, die het onderste schroefdraadgedeelte (12) van het water- invoerlichaam (1) opneemt, is uitgevoerd als de moer, die geschroefd kan worden op het schroefdraadgedeelte van het water- invoerlichaam. 8302691 -10-
5. Inrichting volgens één der conclusies 1 tot 4 met het kenmerk, dat de uitwendige schroefdraad (13) van het schroefdraad-gedeelte (12) van het water- invoerlichaam (1) gevormd wordt een . op het water- invoerlichaamgedeelte aangebracht kunststoflichaam. 5
6. Inrichting volgens één der conclusies 1 tot 5 met het kenmerk, dat de flens (6) op zijn naar de vloer van het gebouw gericht oplegvlak en het aanligvlak (15) van de moer (14, ,14a) telkens een rondgaande uitsparing (7,16) voor het opnemen van een afdichtingsring (8,17) bezitten. 8302691
NL8302691A 1982-09-10 1983-07-28 Inrichting voor het afvoeren van water van vloeren van bouwwerken. NL191739C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3233563 1982-09-10
DE19823233563 DE3233563C2 (de) 1982-09-10 1982-09-10 Einrichtung zur Entwässerung von Gebäudedecken

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8302691A true NL8302691A (nl) 1984-04-02
NL191739B NL191739B (nl) 1996-01-02
NL191739C NL191739C (nl) 1996-05-03

Family

ID=6172877

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8302691A NL191739C (nl) 1982-09-10 1983-07-28 Inrichting voor het afvoeren van water van vloeren van bouwwerken.

Country Status (3)

Country Link
DE (1) DE3233563C2 (nl)
FR (1) FR2532975B1 (nl)
NL (1) NL191739C (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3436828C1 (de) * 1984-10-06 1986-03-20 Karl Heinz 3353 Bad Gandersheim Vahlbrauk Falleitung für die Wasserabfuhr von Gebäudedecken
EP0549535A1 (fr) * 1991-12-23 1993-06-30 Jean-Pierre Schaller Dispositif pour assurer l'écoulement de l'eau de surface d'une dalle
DK172804B1 (da) * 1992-08-07 1999-07-26 Bluecher Johannes Skibild Afløbsindsats til montering i eksisterende afløbsskåle
DE29805928U1 (de) * 1998-04-01 1999-08-05 Klöber, Johannes, 58256 Ennepetal Regenwassersammler, insbesondere für Flachdächer
DE10017890B4 (de) * 2000-04-11 2004-04-15 Maria Spiliotopoulou Entwässerungssystem für Balkone
DE20105046U1 (de) 2001-03-22 2001-06-28 Gebr. Möck GmbH & Co. KG, 72072 Tübingen Wasserablaufleitung für übereinander angeordnete Gebäudedecken
DE20301990U1 (de) 2003-02-08 2003-05-22 Schoch, Uwe, 77709 Wolfach Regenfallrohr
DE102015101172A1 (de) * 2015-01-28 2016-07-28 Max Bögl Stiftung & Co. Kg Betonplatte mit einem Entwässerungssystem

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1828601A (en) * 1929-03-18 1931-10-20 Richard T Frye Floor drain
FR1143849A (fr) * 1956-02-25 1957-10-04 Perfectionnements apportés aux systèmes d'obturation, notamment pour vidanges d'appareils sanitaires, ménagers ou analogues
DE1609125A1 (de) * 1966-04-19 1970-03-26 Lamprecht Alape Ablaufarmatur fuer Wasch- oder Spuelbecken
DE1944793U (de) * 1966-07-12 1966-08-18 Haushofer Hartplast K G Kunststoff-dacheinlauf.
DE2237439C3 (de) * 1972-07-29 1975-02-27 Braas & Co Gmbh, 6000 Frankfurt Flachdacheinlauf aus Kunststoff

Also Published As

Publication number Publication date
DE3233563C2 (de) 1985-03-07
NL191739B (nl) 1996-01-02
FR2532975A1 (fr) 1984-03-16
NL191739C (nl) 1996-05-03
FR2532975B1 (fr) 1988-12-02
DE3233563A1 (de) 1984-03-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4397437A (en) Beam clamp
NL8302691A (nl) Inrichting voor het afvoeren van water van vloeren van gebouwen.
US3402946A (en) Threadless pipe connection system
NO984652D0 (no) Anordning for drenering av regnvann fra takflaten pÕ en bygning
US4793580A (en) Wireway suspension system with braced support leg construction
KR100988489B1 (ko) 풀림방지용 너트캡
GB2354014A (en) Drainage system comprising pipework and a rainwater outlet capable of inducing syphonic flow
US309975A (en) Cement-pipe connection
EP0913619A1 (en) Connecting structure between a profiled main pipe and a branch pipe
US6149107A (en) Pipe fitting support bracket
US6061974A (en) Rodent barrier
US20160195212A1 (en) Obstructive Tap and Sleeve
CN219773230U (zh) 一种建筑外墙板排水结构
KR200162764Y1 (ko) 관이음구
KR850000329Y1 (ko) 파이프(pipe)의 연결장치
KR20170084656A (ko) 부식 방지 구조의 캡슐형 볼트
KR200176117Y1 (ko) 우수통
JPS6231569Y2 (nl)
KR200320814Y1 (ko) 케이블보호용 홈과 안전발판이 구비된 전주
CN2276216Y (zh) 电工金属管接头
KR940006798Y1 (ko) 관이음쇠의 관 고정구조
JPH0351463Y2 (nl)
KR960005424Y1 (ko) 배수관의 연결용 어셈블리
JPH0246833B2 (ja) Jushiseikantsugite
US2269202A (en) Vent lift

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
SNR Assignments of patents or rights arising from examined patent applications

Owner name: LORO-HOLDING K.H. VAHLBRAUK GMBH & CO. KG;LOROMEIJ

TNT Modifications of names of proprietors of patents or applicants of examined patent applications

Owner name: LOROMEIJ GOOR B.V.;LOROWERK K.H. VAHLBRAUK GMBH PR

V4 Lapsed because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20030728