NL8302547A - Kleminrichting. - Google Patents
Kleminrichting. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8302547A NL8302547A NL8302547A NL8302547A NL8302547A NL 8302547 A NL8302547 A NL 8302547A NL 8302547 A NL8302547 A NL 8302547A NL 8302547 A NL8302547 A NL 8302547A NL 8302547 A NL8302547 A NL 8302547A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- bore
- fastener
- conical
- frusto
- recesses
- Prior art date
Links
Classifications
-
- H—ELECTRICITY
- H02—GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
- H02G—INSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
- H02G3/00—Installations of electric cables or lines or protective tubing therefor in or on buildings, equivalent structures or vehicles
- H02G3/30—Installations of cables or lines on walls, floors or ceilings
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L3/00—Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets
- F16L3/02—Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets partly surrounding the pipes, cables or protective tubing
- F16L3/04—Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets partly surrounding the pipes, cables or protective tubing and pressing it against a wall or other support
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Clamps And Clips (AREA)
- Installation Of Indoor Wiring (AREA)
- Processing Of Stones Or Stones Resemblance Materials (AREA)
- Joining Of Building Structures In Genera (AREA)
- Supports For Pipes And Cables (AREA)
Description
« «*·
L
« : VO 4991
Kleminrichting.
De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een inrichting voor het door klemmen vastzetten van een draad of kabel aan een werkoppervlak.
Kleminrichtingen van deze algemene soort zijn bekend en worden 5 met verschillende maten om doelmatigheid gebruikt. De verschillende verbeteringen, waaruit de uitvinding bestaat, zijn het gevolg van pogingen om moeilijkheden op te heffen, ondervonden door de bekende inrichting volgens het Amerikaanse octrooischrift 4.127.250. Ook omvat de stand van de techniek het leiden van kabels door krammen, voorzien 10 van een samendrukbaar brugmateriaal.
Behalve de in het genoemde Amerikaanse octrooischrift geopenbaarde inrichting, zijn er geen bekende draadlei-inrichtingen, die met vele verschillende draagoppervlakken met inbegrip van beton kunnen worden gebruikt. De bijzondere moeilijkheden bij het bevestigen van 15 een lei-inrichting aan beton zijn verschillend van die, welke worden ondervonden bij het bevestigen aan oppervlakken, die minder constructieve eenheid hebben. De inrichting volgens het meergenoemde Amerikaanse octrooischrift voldoet aan de algemene moeilijkheid van een algemene inrichting door het verschaffen van een blok van een zeer duurzaam 20 kunststofmateriaal met een uitsparing, die over een oppervlak loopt voor het opnemen en vastklemmen van een draad, en een paar geharde stalen pennen, waarop met een hamer kan worden geslagen en die in het draagoppervlak, bijvoorbeeld beton, kunnen worden gedreven.
Het stel moeilijkheden, dat is toe te schrijven aan de bekende 25 inrichtingen bevat: (1) het blok van kunststof wordt dikwijls gebroken als gevolg van het uitoefenen van te veel energie daarop door het gereedschap, gebruikt voor het drijven van de pennen, (2) het blok kan slechts een draad met een enkele afmeting leiden, 30 (3) het blok breekt wanneer een pen in beton is gedreven, en de tweede pen bij het indrijven aan in hoofdzaak ondoordringbaar aggregaatstuk ontmoet en dit tracht te vermijden, (4) het blok is niet in een vlak liggend met het draagoppervlak gezet als gevolg van afsplinteren van het beton wanneer de pen begint 35 door te dringen, welke moeilijkheid wordt verergerd door het naar beneden uitpersen van het blok van kunststof door de pen, 8302547 -2- (5) het blok beschadigt het draagoppervlak, wanneer het oppervlak een minder constructieve eenheid heeft als gevolg van de grote slagkracht, nodig voor het door het blok drijven van de pennen.
De uitvinding voldoet aan alle voomoemde moeilijkheden, zoals 5 hierna wordt besproken.
De onderhavige lei-inrichting verschaft met voordeel: (1) een slag-absorberende ring, die bij een slag wordt verbrijzeld voor het absorberen van de overmaat energie van het gereedschap, gebruikt voor het indrijven van de pen, 10 (2) een aantal uitsparingen voor het leiden van draden en kabels met verschillende afmetingen en gedaanten, (3) een voorziening om het de punt van de pen mogelijk te maken een in hoofdzaak ondoordringbaar voorwerp, bijvoorbeeld een aggregaat-stuk in beton, te vermijden, 15 (4) een cilindrisch-kegelvormige boring, die in het afgeknot kegel vormige gedeelte een andere ingesloten hoek heeft dan die van het afgeknot kegelvormige gedeelte van de pen om het de kunststof, die zich direct in lijn bevindt met het einde van de cilindrisch-kegelvormige boring mogelijk maakt naar boven te worden uitgeperst 20 om de pen heen, wanneer deze wordt ingedreven voor het zodoende verschaffen van een verdichting van het gebied van het draagopper-vlak, waar de pen doordringt, (5) het voordrijven van de pennen in het blok, waarbij de pennen in de voorgedreven toestand worden vastgehouden voor het zodoende kunnen 25 bevestigen van dezelfde lei-inrichting aan draagoppervlakken, die een minder constructieve eenheid hebben, bijvoorbeeld pleisterwerk of gips, door een slag met minder kracht dan nodig voor het drijven van de pennen door het blok en in het dr aagoppervlak.
Het is een doel van de uitvinding de bovengenoemde voordelen 30 te verschaffen in een bijzondere gedaante van het blok.
Het is een verder doel, dat de inrichting doelmatig en economisch kan worden vervaardigd en toch een produkt is, dat doeltreffend werkt.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, 35 waarin: 8302547 _ ' > -3- fig. 1 een ruimtelijk aanzicht is van de leikleminrichting met een bijbehorende, uit twee gelijke delen samengestelde kabel, fig. 2 een ruimtelijk aanzicht is, gedeeltelijk in doorsnede, waarbij een naar beneden zich uitstrekkend orgaan is weergegeven 5 voor het vermijden van aggregaat, en een bijbehorende, enkelvoudige, grotere kabel, fig. 3 een ruimtelijk aanzicht is van een rechthoekige uitvoeringsvorm van de kleminrichting, fig. 4 een doorsnede is, waarbij het verband is weergegeven 10 van de punt van de pen met betrekking tot de bodem van de cilindrisch-kegelvormige boring, fig. 5 een doorsnede is van naar beneden zich uitstrekkende organen voor het vermijden van aggregaat ten opzichte van een uitsparing voor het opnemen van een kabel, 15 fig. 6 een eindaanzicht is van de inrichting, waarbij de onder linge standen zijn weergegeven van de boringen, de organen voor het vermijden van aggregaat, breekbare ringen en uitsparingen, fig. 7 een zij-aanzicht is van de uitvoeringsvorm volgens fig.
3, waarbij de pennen ten opzichte van het blok zijn voorgedreven, en 20 fig. 8 een bovenaanzicht is van een gedeelte van de inrichting, waarbij een uit segmenten bestaand, ringvormig aangebracht, slagabsor-berend orgaan is weergegeven.
Onder verwijzing naar de tekening en meer in het bijzonder naar de fig. 1 en 3 is te zien, dat de draadleikleminrichting 10 in begin-25 sel bestaat uit een blokdeel 12, voorzien van een paar daarin gevormde boringen 14. Het blok 12 heeft een bovenste oppervlak 22 en een onderste oppervlak 24. Een pen 16, voorzien van een cilindrisch gedeelte 17, dat in afmeting complementair is ten opzichte van het cilindrische gedeelte 15 van elke bijbehorende boring 14, is in lijn geplaatst met 30 en gedeeltelijk opgenomen in elke boring 14. De pennen 16 kunnen vooraf zodanig worden geplaatst, dat de puntige einden 18 zijn opgenomen in elke bijbehorende boring 14, en de eindgedeelten 20, waarop met een gebruikelijk gereedschap kan worden geslagen, zich boven het bovenste oppervlak van het blok uitstrekken. Als een andere mogelijkheid voor 35 de rechte pennen (zoals het duidelijkst te zien in fig. 5), kunnen de pennen zijn uitgevoerd als een deel van een U-vormige kram (zoals 8302547 -4- weergegeven in fig. 3). Het blok bevat in dwarsrichting zich uitstrekkende uitsparingen 26, 28 voor het daarin opnemen van een kabel of draad. De uitsparingen zijn bij voorkeur geplaatst tussen de boringen om redenen, die uit de volgende gedetailleerde beschrijving duidelijk 5 worden. Het blok, zoals weergegeven in fig. 1 en 2, is bijzonder goed geschikt voor het leiden van kabels met verschillende afmetingen of gedaanten, waarbij de in fig. 3 afgeheelde lei-inrichting geschikt is voor het leiden van een enkele kabel met een bepaalde afmeting. Hierbij is het duidelijk, dat het rechthoekige blok een soortgelijke uit-10 voering van uitsparingen 26, 28 daarin kan hebben, en omgekeerd.
. De uitsparingen 26, 28 strekken zich dwars over de gehele breedte van het blok 12 uit, en hebben bij voorkeur vernauwde openingen, zoals het duidelijkst te zien aan de hand van de uitsteeksels 30 in fig. 5, om te helpen bij het vooraf aanbrengen van de kleminrichting 15 aan een kabel voorafgaande aan het monteren van de lei-inrichting aan een draagoppervlak. Elke uitsparing bevat in het ideale geval een orgaan 32 voor spanningsontlasting om te helpen bij het plaatsen van de kabel ten opzichte van het draagoppervlak 34 door het tegengaan van een beweging van de kabel volgens de lengtehartlijn daarvan.
20 . Zoals het duidelijkst te zien in de fig. 1, 2 en 3, bevat de lei-inrichting een ringvormige, te breken, slagabsorberende ring 36, aangebracht op het bovenste oppervlak 22 van het blok 12 en naar boven vandaar uitstekende. De 'slagabsorberende uitsteeksels 36 zijn geplaatst rond het open einde van elke boring 14 en zijn in een vorm uit 25 één stuk gevormd met het blokdeel 12. Elk slagabsorberend orgaan 36 kan bij een zware slag worden gebroken en de overmaat kracht, die een gebruikelijk gereedschap kan hebben wanneer het wordt gebruikt voor het indrijven van de pennen, in hoofdzaak kan absorberen. Voorzien is, dat de slagabsorberende uitsteeksels 36 vele verschillende vormen 30 kunnen hebben met inbegrip van een doorlopende ring (zoals weergegeven bij 36 in de fig. 1-3) een uit segmenten bestaande ring 37 (weergegeven in fig. 8), alsmede uitsteeksels in de vorm van doordrukkingen, etc.
Thans verwijzende naar de fig. 1, 2 en 6 is een aantal gedaan-35 ten en afmetingen weergegeven van in dwarsrichting zich uitstrekkende uitsparingen 26, 28 in het blokdeel 12, waardoor de keuze mogelijk is 8302547 * -5- van draden met verschillende afmetingen voor het leiden ten opzichte van een draagoppervlak 34. In fig. 1 is te zien, dat er evenwijdige dwarsuitsparingen 26 zijn, die in het bijzonder zijn ingericht voor het leiden van een uit twee gelijke delen samengestelde kabel 38 of 5 als andere mogelijkheid een paar naast elkaar liggende enkelvoudige kabels, waarbij, zoals te zien in fig. 2, er een enkele uitsparing 28 is voor het leiden van een enkele coaxiale kabel 40. De weergegeven uitsparing 28 is in hoofdzaak loodrecht op het evenwijdige paar in dwarsrichting geplaatste uitsparingen 26. Hoewel de snijhoek van de 10 uitsparingen 26, 28 veranderlijk kan zijn, is het kritisch dat de uitsparingen 26, 28 zijn geplaatst tussen het paar boringen 14. Aan de hand van fig. 6 is te zien, dat de evenwijdige dwarsuitsparingen 26 met elkaar in verbinding zijn voor het opnemen van de uit twee ge-' lijke delen samengestelde kabel 38. Evenwijdig met, maar op afstand 15 van de uitsparingen 28 is een kleinere dwarsuitsparing 42 aanwezig voor een veel kleinere kabel of draad. Hieruit moet het zonder meer duidelijk zijn, dat de uitsparingen naar behoefte voor het opnemen van een bepaalde draad of kabel een willekeurige afmeting of gedaante kunnen hebben. Oerwijzende naar fig. 5, kunnen de uitsparingen naar 20 keuze naar binnengerichte verlengingen 30 bevatten voor aangrijping en vasthouding van de draad ten opzichte van het blokdeel.
Thans verwijzende naar fig. 4 is te zien, dat elk der pennen 16 een cilindrisch-kegelvormige gedaante heeft, waarbij het puntige einde 18 afgeknot kegelvormig is, en elk afgeknot kegelvormig gedeelte 25 18 van elke cilindrisch-kegelvormige pen 16 een ingesloten hoek I
heeft, die ongeveer 45° is en bij voorkeur in het bereik van 40-50°. Elke boring 40 in het blokdeel 12 heeft ook een cilindrisch-kegelvormige gedaante, maar heeft een afgeknot kegelvormig gedeelte 44 met een ingesloten hoek, die aanzienlijk groter is dan die van het 30 afgeknot kegelvormige gedeelte 18 van de pen 16. In het algemeen is de ingesloten hoek van het afgeknot kegelvormige gedeelte van de boring in de orde van 60°. Het voordeel van een dergelijke uitvoering is, dat wanneer het onderste oppervlak van het blokdeel 12 in één vlak is geplaatst met een draagoppervlak 34, bijvoorbeeld beton, en 35 op de pen 16 wordt geslagen om deze door het einde van de cilindrisch-kegelvormige boring 14 te drijven tot in het draagoppervlak 34, het 8302547 Λ —6— duidelijk is, dat het materiaal, waarvan het blokdeel 12 is gevormd, samenwerkt met de punt 18 voor het vormen van een positieve verdichting van het oppervlak 34 in het gebied 35, waarin de penpunt 18 doordringt. Wanneer de ingesloten hoek van de penpunt 18 kleiner is dan 5 die van het afgeknot kegelvormige gedeelte 44 van de cilindrisch-kegelvormige boring 14, vindt het eerste verdichten van het draag-oppervlak 34 plaats in het directe gebied van het uiteinde van de penpunt 18. De verdichting neemt op een radiaal concentrische wijze ten opzichte van het punt van eerste verdichting toe voor het zodoende 10 in bedwang houden van het af splinteren van het draagoppervlak 34. Indien de ingesloten hoeken gelijk zijn, wordt een minder gewenste werking bereikt, omdat het materiaal, dat direct in lijn is met het einde van de boring, met een te grote snelheid naar beneden wordt gedreven, waardoor de inrichting van het oppervlak wordt weggedrukt.
15 De beschreven inrichting verschaft een zeer nauwsluitende passing van het blokdeel 12 met betrekking tot het draagoppervlak 34.
Thans is aan de hand van de fig. 2 en 5 te zien, dat de cilin-drisch-kegelvormige boring 14 zich bevindt in een naar beneden zich uitstrekkend hulsdeel 46. Het blokdeel heeft een bovenste wand 48, 20 vanwaar het hulsdeel zich naar beneden uitstrekt, en waarmee het hulsdeel 46 uit één stuk is gevormd. Het hulsdeel 46 kan bij het bevestigingspunt aan de bovenste wand 48 buigen om het mogelijk te maken, dat de lengtehartlijn van de pen 16, opgenomen in de cilindrisch-kegelvormige boring 14 en het hulsdeel 46 verschuiven naar een punt, 25 waarlangs de hartlijn kan bewegen. Het buigen wordt tot stand gebracht door de eigen buigzaamheid van het materiaal om de hulsdeelbevestiging aan de wand 48 van het lichaamsgedeelte 12 heen. Het voordeel is, dat bij het monteren van de lei-inrichting 10 aan een draagoppervlak 34, zoals beton, waarbij één van de pennen 14 in het draagoppervlak 34 is 30 gedreven en vervolgens de andere pen 14 wordt ingedreven en een in hoofdzaak ondoordringbaar voorwerp raakt, bijvoorbeeld een aggregaat-stuk, de penpunt de mogelijkheid heeft te proberen het aggregaat te vermijden. Een dergelijke maatregel maakt het de pennen 16 mogelijk om niet langer evenwijdig te zijn na indrijving voor het zodoende 35 voorkomen van het breken van het blok 12, hetgeen anders plaatsvindt als gevolg van daarop uitgeoefende spanningen indien het blok 12 8302547 -7- massief is. Het is voorzien, dat de huls 46 doorlopend van aard kan zijn of uit segmenten kan bestaan. Een uit segmenten bestaande huls maakt, indien nodig, een grotere afbuiging mogelijk van de lengte-hartlijn bij het onderste einde daarvan als gevolg van het feit, dat 5 slechts een segment van de huls behoeft te worden uitgebogen wanneer de hartlijn verschuift.
Een uit segmenten bestaande huls, die afzonderlijke naar beneden zich uitstrekkend hulssegmenten (niet weergegeven) heeft, kan in een voorafbepaald patroon worden gehouden door een breekring (niet weer-10 gegeven) aan het onderste einde. Wanneer een pen 16 door de ring wordt gedreven, breekt deze in het ideale geval voor het zodoende losmaken van de afzonderlijke segmenten, en het toelaten van een grotere mate van verschuiving van de hartlijn onder het in staat zijn een pen 16 in een gedeeltelijk voorgedreven stand positief vast te houden. Deze uit 15 segmenten bestaande hulsuitvoering heeft een aanzienlijke vermindering tot gevolg van de spanning in het gebied, waar de huls is bevestigd aan de onderzijde van de bovenste wand 48 van het lichaamsgedeelte 12.
Thans kan aan de hand van fig. 7 worden gezien, dat de pennen 14 in dit geval zijn voor gedreven ten opzichte van het blokdeel 12, 20 en dat een kabel 40 vooraf is aangebracht in de dwarsuitsparing 28.
De lei-inrichting 10, zoals hier te zien, kan worden gebruikt met draagoppervlakken 34, die een constructieve eenheid hebben, die aanzienlijk minder is dan die van beton. Een gebruikelijke moeilijkheid, die wordt ondervonden bij het monteren van dergelijke inrichtingen 25 aan gips of pleisterwerk is, dat de energie, die noodzakelijkerwijze op het einde 20 van de pen 16 moet worden uitgeoefend voor het ten opzichte van het blok 12 indrijven daarvan, aanzienlijk is en meer dan voldoende voor het beschadigen van het draagoppervlak 34. Door het vooraf drijven van de pennen 16 is het duidelijk, dat een nominale 30 slag nodig is voor het indrijven van de pennen ten opzichte van een draagoppervlak van een materiaal, zoals gips. Wanneer de kleminrich-ting 10 in deze bepaalde gedaante wordt gebruikt, werken de slag-absorberende ringen 34 samen met de huls 46 voor het vermijden van aggregaat om het mogelijk te maken de pennen 16 in te drijven en, 35 zoals nodig, in het draagoppervlak uit te spreiden onder voorkoming van beschadiging van het oppervlak van het blok 12 en het draagopper- 8302547 * · -8- vlak 34. De manier voor het gebruiken van deze inrichting omvat dus het vooraf drijven van de pennen 16 ten opzichte van het blok 12, het bevestigen van het blok 12 aan de kabel 40, het plaatsen van de inrichting ten opzichte van het draagoppervlak 34 en het in het draagopper-5 vlak 34 drijven van de pennen 16 door het slaan op het blok in het algemene gebied van de slagabsorberende ringen 36 en de einden 20 van de voorgedreven pennen 16.
De uitvinding verschaft dienovereenkomstig een eenvoudige en doeltreffende draadvastklem- en lei-inrichting voor het aan een draag-10 oppervlak vastzetten van een draad en een kabel. De voordelen zijn duidelijk, dat beschadiging van het blok in hoofdzaak wordt uitgesloten door de slagabsorberende ring, de mogelijkheid van het blok voor het leiden van kabel of draden met verschillende afmetingen en gedaanten, en de mogelijkheid van de inrichting om te worden gebruikt op een 15 draagoppervlak, dat daarin in hoofdzaak ondoordringbare deeltjes of voorwerpen heeft. Het voordrijven van de pennen en het gebruik van het blok ten opzichte van een draagoppervlak met een minder constructieve eenheid is duidelijk een voordeel voor werklieden, doordat het herstel van beschadigde oppervlakken in hoofdzaak is opgeheven.
20 Hoewel bepaalde uitvoeringsvormen van verschillende aspecten van de uitvinding zijn beschreven, is het duidelijk, dat veranderingen en wijzigingen daarvan kunnen worden uitgevoerd zonder de strekking en de omvang van de hier beschreven en gevraagde ontwerpen te verlaten.
8302547
Claims (12)
1. Kleminrichting voor het plaatsen van althans één der langwerpige voorwerpen met voorafbepaalde afmetingen ten opzichte van een draagoppervlak, gekenmerkt door een lichaamsgedeelte en een bevestigingsmiddel, welk lichaamsgedeelte een eerste zijde bevat, die het 5 draagoppervlak kan aangrijpen, en een tweede in hoofdzaak vrijliggende zijde, waarbij althans twee uitsparingen zijn gevormd in de eerste zijde, die zich elk in een voorafbepaalde richting volledig door deze eerste zijde uitstrekken, en althans een boring in hoofdzaak loodrecht op en verspringend ten opzichte van de lengtehartlijn van de twee uit- 10 sparingen is aangebracht, en welk bevestigingsmiddel een eerste in hoofdzaak puntig einde bevat, en een tweede gedeelte, waarop met een gereedschap kan worden geslagen, waarbij elk der twee uitsparingen een langwerpig voorwerp kan opnemen en plaatsen met een dwarsdoorsnede-afmeting die verschilt van die van het langwerpige voorwerp, op- 15 genomen door de andere uitsparing.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat twee boringen aanwezig zijn aan weerszijden van de twee uitsparingen, waarbij het bevestigingsmiddel kan samenwerken met de twee boringen voor het aan het draagoppervlak vastzetten van de Inrichting.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat elk der uitsparingen in hoofdzaak loodrecht op de andere is geplaatst.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat ai thans één van de uitsparingen een dubbele uitsparing is voor het opnemen en plaatsen van een uit twee gelijke delen samengestelde coaxiale 25 kabel.
5. Kleminrichting voor het plaatsen van een langwerpig voorwerp ten opzichte van een draagoppervlak, gekenmerkt door een lichaamsgedeelte, voorzien van een eerste zijde voor het aangrijpen van het draagoppervlak, en van een tweede in hoofdzaak vrije zijde, waarbij 30 een uitsparing is gevormd in de eerste zijde die zich in een voorafbepaalde richting volledig door de eerste zijde uitstrekt, althans een boring is gevormd in het lichaamsgedeelte aan een zijde van de uitsparing, door een bevestigingsmiddel, voorzien van een eerste einde voor vasthouding in de boring door een perspassing, en van een 8302547 -10- tweede gedeelte, dat zich vanaf de vrije zijde van het lichaamsgedeel-te naar buiten uitstrekt, waarbij het eerste einde een puntig door-dringeinde bevat, en het tweede gedeelte slagen kan opnemen voor het axiaal drijven van het bevestigingsmiddel, en door uit één stuk met 5 de tweede zijde van het lichaamsgedeelte gevormde middelen voor het absorberen van energie wanneer daarop wordt geslagen.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de middelen voor het absorberen van energie een verhoogd, ringvormig aangebracht, uitsteeksel bevatten, dat het gebied omringd waar het bevesti-10 gingsmiddel in de boring gaat, waardoor wanneer het tweede gedeelte van het bevestigingsmiddel een slag ontvangt van een gereedschap, de energie, die de hoeveelheid overschrijdt, die nodig is voor het drijven van het bevestigingsmiddel, in hoofdzaak wordt verstrooid % door het aangrijpen van het gereedschap op het verhoogde uitsteeksel. 15
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het ring vormig aangebrachte, verhoogde uitsteeksel een doorlopende ring is.
8. Kleminrichting voor het plaatsen van een langwerpig voorwerp ten opzichte van een draagoppervlak, gekenmerkt door een lichaamsgedeelte en een bevestigingsmiddel, welk lichaamsgedeelte een eerste 20 zijde bevat voor aangrijping van het draagoppervlak, en een tweede in hoofdzaak vrije, zij de, waarbij een uitsparing, die is gevormd in de eerste zijde, zich in een voorafbepaalde richting volledig door de eerste zijde uitstrekt, door althans een cilindrisch-kegelvormige boring, gevormd in het lichaamsgedeelte en zich bevindende aan één 25 zijde van de uitsparing, welke cilindrisch-kegelvormige boring een afgeknot kegelvormig gedeelte bevat met een ingesloten hoek met een eerste voorafbepaalde grootte, en welk bevestigingsmiddel in hoofdzaak cilindrisch-kegelvormig is, waarbij het afgeknot kegelvormige gedeelte daarvan een ingesloten hoek heeft met een tweede vooraf-30 bepaalde grootte, en kan worden opgenomen in de boring en axiaal in het draagoppervlak gedreven voor het ten opzichte daarvan bevestigen van de inrichting.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de eerste voorafbepaalde hoek kleiner is dan de tweede voorafbepaalde hoek.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de tweede voorafbepaalde hoek in het bereik is van 40-50°. 8302547 -11-
11. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het vrije einde van de cilindrisch-kegelvormige boring in een vlak ligt, dat de eerste zijde bevat, waardoor het afgeknot kegelvormige gedeelte van het bevestigingsmiddel door het afgeknot kegelvormige gedeelte van de 5 boring tot bedding in het draagoppervlak kan worden gedreven.
12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het lichaamsdeelte uit één stuk in een vorm is gevormd van een kunststof-materiaal, waarbij het bevestigingsmiddel metaal is, waardoor wanneer het afgeknot kegelvormige gedeelte van het bevestigingsmiddel wordt 10 gedreven door het afgeknot kegelvormige gedeelte van de boring, het kunststofmateriaal in het gebied van het afgeknot kegelvormige gedeelte van de boring naar boven wordt uitgeperst om het bevestigingsmiddel heen voor het zodoende verdichten van het oppervlak in het gebied, waar het bevestigingsmiddel daarin doordringt. 8302547
Applications Claiming Priority (8)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
US39902482A | 1982-07-16 | 1982-07-16 | |
US39902582A | 1982-07-16 | 1982-07-16 | |
US39906982A | 1982-07-16 | 1982-07-16 | |
US39902682 | 1982-07-16 | ||
US39906982 | 1982-07-16 | ||
US06/399,026 US4582288A (en) | 1982-07-16 | 1982-07-16 | Cable routing device with cooperating pin and bore |
US39902582 | 1982-07-16 | ||
US39902482 | 1982-07-16 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8302547A true NL8302547A (nl) | 1984-02-16 |
Family
ID=27503426
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8302547A NL8302547A (nl) | 1982-07-16 | 1983-07-15 | Kleminrichting. |
Country Status (10)
Country | Link |
---|---|
AU (1) | AU1678483A (nl) |
BE (1) | BE897305A (nl) |
CA (1) | CA1200807A (nl) |
DE (1) | DE3325683A1 (nl) |
ES (1) | ES282059Y (nl) |
FI (1) | FI832588A (nl) |
FR (1) | FR2530385A1 (nl) |
GB (1) | GB2129481B (nl) |
NL (1) | NL8302547A (nl) |
SE (1) | SE462731B (nl) |
Families Citing this family (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE4334604A1 (de) * | 1993-10-11 | 1995-04-13 | Adolf Wuerth Gmbh & Co Kg | Nagelschelle |
DE4441397C2 (de) * | 1994-11-09 | 1997-11-27 | Hoehne Paul Kg Gmbh & Co | Befestigungsschelle |
AT1473U1 (de) * | 1995-08-18 | 1997-05-26 | Avl Verbrennungskraft Messtech | Vorrichtung zum lösbaren befestigen von leitungen |
DE29911697U1 (de) | 1999-06-10 | 1999-09-23 | W.K.S. Dämmtechnik und Handels GmbH, 26723 Emden | Einrichtung zur Unterbringung wenigstens eines Abschnittes einer kälteführenden Rohrleitung |
DE10214681B4 (de) * | 2002-03-28 | 2004-08-19 | Gardena Manufacturing Gmbh | Befestigungsanordnung für ein Rohrleitungsnetz |
CN104061370B (zh) * | 2014-07-09 | 2016-06-01 | 国家电网公司 | 可调节电缆支架 |
Family Cites Families (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB927624A (en) * | 1959-12-08 | 1963-05-29 | Sydney Horace Carter | An improved clamp |
GB952192A (en) * | 1960-11-07 | 1964-03-11 | Rolls Royce | Fastening device |
GB1079786A (en) * | 1965-04-22 | 1967-08-16 | William Richard Bush | Quick release clamp |
GB1279522A (en) * | 1970-02-04 | 1972-06-28 | Fultro Ltd | Improvements relating to clips |
US4127250A (en) * | 1977-07-18 | 1978-11-28 | ITW -- Illinois Tool Works | Wire clamping device |
GB2024913A (en) * | 1978-07-08 | 1980-01-16 | Post Office | Cable clips |
-
1983
- 1983-07-13 AU AU16784/83A patent/AU1678483A/en not_active Abandoned
- 1983-07-13 FR FR8311729A patent/FR2530385A1/fr not_active Withdrawn
- 1983-07-14 SE SE8303979A patent/SE462731B/sv not_active IP Right Cessation
- 1983-07-14 CA CA000432431A patent/CA1200807A/en not_active Expired
- 1983-07-15 NL NL8302547A patent/NL8302547A/nl not_active Application Discontinuation
- 1983-07-15 ES ES1983282059U patent/ES282059Y/es not_active Expired
- 1983-07-15 FI FI832588A patent/FI832588A/fi not_active Application Discontinuation
- 1983-07-15 GB GB08319196A patent/GB2129481B/en not_active Expired
- 1983-07-15 DE DE19833325683 patent/DE3325683A1/de not_active Withdrawn
- 1983-07-18 BE BE2/60162A patent/BE897305A/nl not_active IP Right Cessation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
FI832588A0 (fi) | 1983-07-15 |
FR2530385A1 (fr) | 1984-01-20 |
FI832588A (fi) | 1984-01-17 |
GB2129481B (en) | 1986-03-12 |
ES282059Y (es) | 1986-07-16 |
AU1678483A (en) | 1984-01-19 |
BE897305A (nl) | 1984-01-18 |
SE8303979D0 (sv) | 1983-07-14 |
SE8303979L (sv) | 1984-01-17 |
GB2129481A (en) | 1984-05-16 |
CA1200807A (en) | 1986-02-18 |
DE3325683A1 (de) | 1984-01-19 |
GB8319196D0 (en) | 1983-08-17 |
ES282059U (es) | 1985-12-16 |
SE462731B (sv) | 1990-08-20 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8302547A (nl) | Kleminrichting. | |
US5224687A (en) | Fence post extractor | |
NL194080C (nl) | Optilklem. | |
US3082460A (en) | Concrete working tool | |
US11447964B2 (en) | Levelling spacer device | |
DE69823167D1 (de) | Vorrichtung zum bestimmen der richtung eines zieles in einer vorbestimmten indexmarkierung | |
US4976483A (en) | Stake driving tool | |
US4513912A (en) | Holding a railway rail down on a support member | |
JP4564020B2 (ja) | 縁石ブロック | |
CN1373285A (zh) | 用于地下作业的刨煤机的刨煤机导向装置 | |
US20040086342A1 (en) | Support stake and method of use | |
US4402627A (en) | Runner to keep off snowplows | |
NL8005553A (nl) | Verende railbevestiging voor betondwarsliggers. | |
DE69011383D1 (de) | Verfahren zum Eintreiben von Pfählen und Rammkopf zum Festklemmen einer Rammvorrichtung an einem Pfahl. | |
ES2194752T3 (es) | Plataforma de trabajo. | |
EP0357594A1 (en) | Angular t-head nail stick with angular magazine engaging surfaces | |
FI80813B (fi) | Maerkningsredskap. | |
US6799675B2 (en) | Toggle retainer for toggle connections | |
NL8000397A (nl) | Verbindingsplaat. | |
EP0754825A1 (en) | Fencing bracket | |
NL1005242C2 (nl) | Hei-installatie met verbeterd valblok. | |
NL1005236C2 (nl) | Installatie voor het verwijderen van ingeheide voorwerpen. | |
US4662793A (en) | Pile tip for plural piles | |
NL7909360A (nl) | Koker voor het plaatsen van palen in de grond. | |
EP0082507B1 (en) | Wood splitting tool |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BV | The patent application has lapsed |