NL7909360A - Koker voor het plaatsen van palen in de grond. - Google Patents

Description

η.υ. -ι- * c

Koker voor het plaatsen van palen in de.'grond.

De uitvinding heeft betrekking op een koker, waarmede bermplanken, kilometerpalen, palen houdende verkeersborden, lantaarnpalen, en dergelijke op gemakkelijke wijze, zonder 5 het verrichten van graafwerk, geplaatst en even gemakkelijk verwijderd kunnen worden. Het tijdelijk verwijderen van bermplanken en kilometerpalen, welke deel uitmaken van de wegbebakening, kan grote voordelen opleveren, indien dit kan geschieden zonder grondwerk te verriohten en ook 10 het weer plaatsen ervan, hetgeen met één enkele handgreep kan geschieden.

Vooral bij het onderhoud van bermen langs de wegen, waar ook gemaaid moet worden, zijn vooral de bermplanken c.q. kilometerpalen obstakels, die het maaien soms feitelijk 15 onmogelijk maken, dit veel tijdrovender en daardoor kostbaarder maakt, terwijl de naaste omgeving van de palen nooit mechanisch bewerkt kan worden en dus hetzij met de hand zal moeten worden bijgewerkt, hetzij in het geheel niet bewerkt zal worden. Het verwijderen en weer aahbrengen 20 van ingegraven palen zal niet aleen een tijdrovende en kostbare aangelegenheid zijn, maar gaat tevens gepaard met het steeds opnieuw beschadigen van de bermbeplanting.

3ekend is in het algemeen dat palen in een in de grond aangebrachte buis kunnen worden geplaatst . Om de nodige 25 stabiliteit te verkrijgen moet een dergelijke buis, die het ondereinde van de paal bevat, verhoudingsgewijs diep de grond worden ingebracht en wel dieper naarmate de inte brengen palen langer zijn of wind vangende borden dragen.

Dit inbrengen van een buis levert, vooral langs wegen, 30 het gevaar op, dat zich in de grond bevindende kabels of buizen beschadigd worden.

Met de koker volgens de uitvinding wordt de vereiste stabiliteit verkregen zonder dat diep in de grond wordt gepenetreerd.

35 Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt door in de grond door slaan of persen een relatief korte koker te brengen, waarin de voet, respectievelijk het ondereinde van de paal of plank geplaatst kan worden en die tenminste twee 7909360

Jb * zijdelings naar buiten toe verplaatsbare ankerlichamen bevat, waarvan de ondereinden door een opening van de wand van de koker kunnen worden geleid en verschuifbaar in de koker een druks tuk is geplaatst, dat op de boveneinden van de 5 ankerlichamen kan aangrijpen. Men bereikt hiermee dat voorafgaand aan de plaatsing en tijdens de plaatsing geen vuil, zoals aarde, in de door het drukstuk afgesloten kamer kan komen. Na plaatsing vindt vastzetten van de koker plaats door het drukstuk in de koker naar beneden te drukken of te 10 slaan waarbij de ankerlichamen dan zijdelings in de grond dringen. De ankerlichamen kunnen bestaan uit tegengesteld gebogen platen of pennen. Dit is de meest eenvoudig en goedkope oplossing met uitstekende verankeringseigenschappen want de gebogen platen of pennen bewegen volgens hun eigen 15 cirkelboog uit de koker. In de teruggetrokken uitgangsstand kunnen ze rammelvrij in de koker liggen en daardoor, d.w.z* door lichte elastische inklemming, niet uit zichzelf*uit de koker treden en aanleiding worden tot schade of ongeval.

Het drukstuk kan zijn voorzien van een schuin naar beneden 20 en naar buiten toe hellend vlak, dat op de boveneinden van de ankerlichamen aangrijpt.

Scharnierpunten zijn dan niet nodig. De constructie bestaat uit eenvoudige smeedstukken.

Door op het drukstuk een verticaal naar beneden gerichte 25 kracht uit te oefenen, hetgeen bijvoorbeeld kan gebeuren met een hydraulische pers, worden de ankervormige platen of pennen naar beneden door de openingen in de wand de grond ingedrukt.

Teneinde de ankers soepel en bedrijfszeker door de ope-30 ningen te laten passeren, is voor elke ankerplaat of -pen een geleidingsvlak aangebracht, dat vanaf de onderkant van elke opening schuin omhoog en naar binnen verloopt.Deze geleidingsvlakken worden bij voorkeur gevormd door een in de onderste opening van de koker bevestigde staaf, waarvan 35 althans de bovenste helft een driehoekige dwarsdoorsnede heeft, terwijl de andere helft van de staaf kan uitlopen in een scherpe rand of punt, om het inbrengen in de grond van de koker te vergemakkelijken.

Om een stevig en stabiel geheel te verkrijgen lopen al-40 thans twee tegenover elkaar gelegen binnenwanden van de koker 7909360 * Λ naar elkaar toe, -terwijl het druks tuk een zodanige -vorm of afmetingen heeft, dat het in zijn eindstand, waarin de anker-pennen of -platen naar huiten zijn bewogen, zich tussen deze wanden heeft vastgewigd.

5 Om de stand van de ankerplaten of -pennen te fixeren ten opzichte van de staaf, welke voor de geleiding ervan zorgt, zijn deze aan de bovenkant voorzien van een haakvormig omgekrulde rand, die past op de bovenrand van de staaf.

De betreffende bermplank of paal, waarvan de voet of het 10 ondereinde nauwkeurig in de koker past, kan hierin worden vastgedrukt. Door de weinig tapse vorm wigt de paal of plank zich goed vast in de koker.

De koker is van een stevig materiaal gemaakt, bijvoorbeeld staal. De dwarsdoorsnede van de koker kan een rechthoek, 15 een vierkant of een cirkel zijn. Sen buis met een vierkante doorsnede zal dan vier ankers bevatten, en in het geval van een cirkelvormige doorsnede drie ankers, die onder 120° ten opzichte van elkaar verschoven zijn.

De uitvoering met vier en drie ankers zal worden gebruikt 20 als zwaardere en langere palen geplaatst moeten warden, welke in alle richtingen even sterk verankerd moeten worden.

Om een geplaatste paal weer te kunnen verwijderen wordt bijvoorbeeld in het geval van een paal met rechthoekige dwarsdoorsnede deze voorzien van een gat, dat als de paal 25 zich in de koker bevindt, opkleine afstand boven de bovenkant van de buis is aangebracht. Met een speciale, vorkvormige beugel kan dan, door een pen door beugel en paal te steken, de paal worden losgedrukt en verwijderd.

De uitvinding zal thans worden toegelicht aan de hand $0 van de tekeningen.

Fig. 1 is een zijaanzicht van de koker volgens de uitvinding.

Fig. 2 is een langsdoorsnede van de koker van fig. 1 volgens de lijn H-II van fig. 1.

55 Fig. 5 toont de koker van fig. 2 in de werkstand.

Fig. 4· toont de koker volgens de uitvinding met een daarin geplaatste paal in bovenaanzicht en met een inrichting voor het lossen van de paal.

Fig. 5 is een zijaanzicht van fig. 4-.

7909360 jr *

Fig. 1 toont een koker 1 van rechthoekige dwarsdoorsnede.

Zoals blijkt uit fig. 2 bevat deze koker ankers 2a en 2b, die naast elkaar onder het drukstuk 3 zijn geplaatst en in tegengestelde richtingen zijn gekromd. Het ondergedeelte 5 van de koker is afgesloten door een staaft, die bijvoorbeeld door middel van lassen met de koker 1 is verbonden. In de onderrand van de wanden van de koker 1 zijn uitsparingen 5 gemaakt, die doorlaatopeningen vormen·

Wordt het drukstuk 3 naar beneden geschoven dan bewegen 10 de ankers 2a en 2 b door de bijbehorende openingen 5 naar buiten waarbij zij worden geleid door de bovenvlakken van de staaf 4.

Zoals fig. 2 toont is het drukstuk 3 boven in de koker vrij van de wanden van de koker doordat zich aldaar een 15 speling tussen drukstuk en wanden bevindt. De wanden van de koker lopen naar beneden toe iets naar elkaar toe zodat in de in fig. 3 getoonde onderste stand waarbij de ankers geheel uit de koker steken, het drukstuk tussen de wanden van de koker 1 vast komen te zitten.

Zoals uit de fig. 2 en 3 blijkt heeft elk anker aan het boveneinde een omgezette rand, die aanligt tegen een schuin vlak van het drukstuk. Tijdens het naar beneden bewegen van het drukstuk 3 glijdt dit boveneinde van elk anker over het schuine ondervlak van het drukstuk totdat de 25 in fig. 3 getoonde stand is bereikt waarin het bovengedeelte van elk anker opgesloten ligt tussen het bovenvlak van de staaf 4 en het ondervlak van het drukstuk 3· Hoor het vast klemmen van het drukstuk en het in die stand inklemmen van de ankers hebben deze een vaste positie gekregen.

30 Fig. 4 en 5 tonen de koker volgens de uitvinding met een daarin geplaatste paal 6. Verder tonen zij middelen met behulp waarvan de paal uit de koker kan worden verwijderd.

Deze middelen bestaan uit een hefboom 7 met een vorkvormig einde. De benen van de vork hebben elk een nok 8 die op de 35 bovenrand van de koker kan aangrijpen. De uiteinden van de benen van de vork zijn voorzien van gaten waardoorheen een pen 9 kan worden gestoken die eveneens past in een gat van de paal. Met behulp van deze hefboom 7 kan elke paal gemakkelijk uit de koker worden getrokken. Palen die in kokers 40 volgens de uitvinding zijn geplaatst kunnen dus op gemakke- 7909360 -5- , , lijke wijze worden verwijderd en weer worden geplaatst en de werkzaamheden ter plaatse van deze palen kunnen dus worden uitgevoerd zonder dat men hinder van de palen heeft.

- conclusies - 79 0 S 3 5 0

Claims (8)

1. Koker voor liet opnemen van de voet respectievelijk het ondereinde van een in de grond te plaatsen paal of plank, met het kenmerk, dat de koker tenminste twee zijdelings naar buiten toe verplaatsbare ankerlichamenbe-5 vat, waarvan de ondereinden door een opening van de wand van de koker kunnen worden geleid en verschuifbaar in de koker een drukstuk is geplaatst, dat op de boveneinden van de ankerlichamen kan aangrijpen.

. 2. Koker volgens conclusie 1, m e t het 10 kenmerk, dat de ankerlichamen bestaan uit tegengesteld gebogen pennen of platen.

3. Koker volgens conclusie 2,met het kenmerk, dat het drukstuk met een voor elke pen of plaat schuin naar beneden en naar buiten toe hellend ondervlak op 15 de boveneinden van de pennen of platen kan aangrijpen.

4. Koker volgens conclusie 1, 2 of 3» met het k e n m e r k, dat ter plaatse van de openingen in de wanden van de koker voor elke pen of plaat een geleidingsvlak is aangebracht, dat vanaf de onderrand van elke opening schuin 20 omhoog en naar binnen verloopt.

5. Koker volgens conclusie 4-, met het kenmerk, dat de geleidingsvlakken worden gevormd door een in de onderste opening van de koker bevestigde staaf, waarvan althans de bovenhelft een driehoekige doorsnede heeft.

6. Koker volgens conclusie 5» m e t het ken merk, dat de onderhelft van de staaf uitloopt in een scherpe rand of punt.

7. Koker volgens conclusies 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat de pennen of platen aan hun boveneinde 30 een haakvormig omgezette rand hebben, die past op de bovenrand van de staaf.

8. Koker volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat althans twee tegenover elkaar gelegen binnenwanden van de koker naar beneden naar 35 elkaar toe lopen en het drukstuk een zodanige vorm of afme- 7909360 -7- , ., tingen heeft, dat het in zijn eindstand, waarin de anker-pennen of -platen naar huiten zijn bewogen, zich tussen deze binnenwanden heeft vastgezet. 7909350