NL8301276A

NL8301276A - Geweven verbandmiddel.

Info

Publication number: NL8301276A
Application number: NL8301276A
Authority: NL
Original assignee: Braun Karl Otto Kg
Priority date: 1982-04-14
Filing date: 1983-04-11
Publication date: 1983-11-01
Also published as: FR2525245A1; JPH0336540B2; FR2525245B1; GB8307740D0; DE3213673A1; ES278985Y; GB2124496A; DE3213673C2; US4542739A; ES278985U; JPS58188450A; GB2124496B; CH659581A5

Description

% -1- * ^ .. * VO 4679

Geweven verbandmiddel -

Volgens het Duitse octrooischrift 1.492.434 en de Duitse "Offenlegungsschriften " 2.656.041 en 2.656.042 zijn veerkrachtige, niet vastplakkende geweven verbandmiddelen bekend. Het niet aan de wond vastplakken van het geweven verbandmiddel wordt bereikt, doordat 5 verschillend krimpende garens resp. getwijnde garens met elkaar worden verweven of verwerkt, zodat de omhoog gedraaide draad of draden korter worden bij toevoer van afscheiding, hetgeen een tunnelvorming tot gevolg heeft. Verbandmiddelen van deze soort zijn goed geschikt voor snel verbanden, maar niet optimaal voor hun toepassing als compressen bij 10 sterk afscheidende wonden, omdat hierbij een zeer sterke afscheiding kan plaatsvinden, die niet langer volledig wordt opgenomen door het geweven verbandmiddel. Daardoor kan het geweven verbandmiddel aan de wond vastplakken, hetgeen tot gevolg heeft, dat de rust van de wond en zodoende de heling wordt verstoord.

15 Door het Duitse "Auslegeschrift" 1.143.299 is een twee- lagig verbandmiddel bekend, dat geweven is en niet veerkrachtig. De zuiglaag van dit verbandmiddel, te weten een hydrofiel weefsel, is verbonden niet een tweede weefsellaag van niet-zwelbare draden of kleine linten. Bij dit verbandmateriaal gaat het om een dubbel weefsel, dat 20 niet-veerkrachtig is en moeilijk en kostbaar in de vervaardiging, zodat de toepassing voor eenmalig gebruik op grond van de hoge vervaardigings-kosten nauwelijks in aanmerking komt.

Een verband, waarbij een dunne, buigzame metalen laag in de vorm van een netwerk is aangebracht op een kussen van verbandgaas, 25 zodat het absorptievermogen daarvan slechts onbelangrijk wordt beperkt, is bekend uit het Duitse octrooischrift 529.559. Omdat de twee vlakke voortbrengselen niet vast met elkaar zijn verbonden, moet bij de vervaardiging van een dergelijk verband een vouwen plaatsvinden in een afzonderlijke arbeidsgang, waardoor de vervaardigingswerkwijze omslachtig 30 en kostbaar is.

Een verbandmiddel voor dragende wonden is bekend uit het

Duitse octrooischrift 820.179. Dit verbandmiddel is zodanig uitgevoerd, dat het aan de van de wond afgekeerde zijde een voor vochtigheid ondoor- \ laatbare laag bezit, waardoor de wond wordt afgedicht. De verbinding van 35 de foelie van kunststof met het verbandgaasweefsel en de lagen, bestaande 8301276 -2- uit celwolwatten wordt bij dit verbandmiddel bereikt door stiknaden.

Het is bij dit verbandmiddel nadelig, dat zich als gevolg van de constructie, in het bijzonder door de voor vochtigheid ondoordringbare laag,, die bestaat uit een· foelie van kunststof, vochtige en warme 5 kamers vormen, die een aantasting van de wond door bacteriën en schimmels bevorderen.

Het Zwitserse octrooischrift 193.469 beschrijft een verbandmiddel, bestaande uit vezelmateriaal en een filmmateriaal, dat bestaat uit cellulose of cellulosederivaten. Deze filmlaag, die is ge-10 perforeerd, mag niet aan de wond vastplakken. De zuiglaag bestaat bij dit verbandmiddel uit een vezelmateriaallaag, die geheel is omgeven door de filmlaag en vast daarmee is verbonden. Hierbij is het nadelig, dat door het aanbrengen van een voor vochtigheid ondoordringbare laag zowel het absorptievermogen als het ventilatievermogen voor lucht 15 sterk wordt beperkt, zodat ook hierbij gemakkelijk vochtige en warme kamers kunnen ontstaan met de bevordering van een aantasting van de lont door bacteriën en schimmels. .

Verder zijn compressen bekend, die bestaan uit vliesmaterialen of weefsels, waarvan het oppervlak door het opsinteren van 20 een laag kunststof niet aan de lont vastplakkend is gemaakt. Dergelijk uitgevoerde compressen hebben echter een reeks nadelen. Door de constructie, te weten door het opsinteren van kunststof, verliezen deze compressen zeer aan vormbaarheid. Dit heeft tot gevolg, dat bij het in het gebied van gewrichten, bijv. op de knie, op een wond modelleren 25 van het compres, puntzak vorming ontstaat, en drukplaatsen zodoende niet kunnen worden voorkomen. Een verder belangrijk nadeel van dergelijke vlies compressen is, dat de inwendige stabiliteit van de van de wond afgekeerde zuiglaag, bestaande uit een vlies, in het bijzonder bij een sterke afscheiding verloren gaat, omdat alleen in de droge toestand 30 stabiliteit bestaat tussen de losse vezels. Bij het opnemen van afscheiding lossen derhalve de afzonderlijke vezelbundels op en verklonteren, zodat een aanhechtende afscheidingsfilm ontstaat tussen de afdeklaag en de zuiglaag, welke film de ventilatie van lucht tegengaat. Deze nadelen treden ook op bij compressen, waarvan de zuiglaag niet vastplakkend 35 wordt uitgevoerd door het opsinteren, het opplakken of opsmelten van een foelie.

8301276 -3-

Het is de opgave van de uitvinding een zeer veerkrachtig weefsel te verschaffen, dat bij het vermijden van de bij de bekende geweven verbandmiddelen optredende nadelen, behalve een goed absorptievermogen een goede luchtdoorlaatbaarheid en een goed vasthoudvermogen 5 voor afscheiding, niet aan de wond kan vastplakken.

Voor het oplossen van deze opgave wordt een geweven verbandmiddel met de in conclusie 1 aangegeven maatregelen voorgesteld.

Bij een zodanig uitgevoerd geweven verbandmiddel bestaat de maasvormende draad in de leggeleider LI, die de maas vormt, uit een 10 volledig kunstmatig materiaal, zoals polyester, polyamide of polypropeen of andere soortgelijke materialen. De leggeleiders L2, L3 en L4 daarentegen bestaan uit sterk absorberende garens van katoen, celwol, linnen e.d.

De toepassing van garens, resp. draden vein kunstmatig 15 materiaal heeft tot gevolg, dat deze op grond van hun chemische structuur geen wondafscheiding kunnen opnemen. De wondafscheiding wordt door het weefsel heen gezogen door de aan de achterzijde aanwezige zuiglaag, d.w.z. dat de afscheiding door de afdeklaag van polyester, polyamide of polypropeen of soortgelijk materiaal heendringt en gebonden in de 20 cellen van de zuiglaag. De naar de wond gekeelde afdekzijde van polyester, polyamide of polypropeen neemt dus gedurende deze werking geen afscheiding op en blijft dus volkomen droog, zodat geen vastplakken aan de wond kan plaatsvinden.

Door de toepassing van een of meer twijngaren- of ruwe 25 draden kunnen uitvoeringsvormen worden verkregen, die een meer of minder sterke tunnelvorming tot gevolg hebben en zodoende de ventilatie, d.w.z. de toegang van lucht tot de wond, verbeteren. Deze tunnelvorming vindt in de eerste plaats plaats door de van de wond afgekeerde zuiglaag, waarbij de in deze zuiglaag gewerkte, sterk gedraaide enkelvoudige of 30 getwijnde krimpdraden bij de toevoer van wondafscheiding korter worden. Door de nauwe verbinding tussen de zuiglaag en de afdeklaag wordt de tunnelvorming direkt en op alle plaatsen overgedragen naar de afdeklaag van kunstmatige draden.

De nauwe verbinding van zuiglaag/afdeklaag heeft boven-35 dien tot gevolg, dat een zeer stabiele en voor mechanische beschadigingen ongevoelige ligging op de wond ontstaat.

8301276 -4-

Volgens een verder kenmerk is de wondzijde van het vlakke voortbrengsel, d.w.z. de polyamide-, polyester- of polypropeen-draad gekleurd met een blauwe absoluut niet giftige verfstof ter verhoging van het therapeutische nut van het geweven verbandmiddel. Door 5 deze gekleurde aanduiding van de op de wond liggende zijde wordt niet alleen de arts de mogelijkheid gegeven om zeer snel en betrouwbaar de op de wond te leggen zijde te herkennen, maar wordt door deze maatregel in het gebied van de wond een temperatuurdaling bereikt van in hoofdzaak 2°-3°C, zodat het thermofysiologische gedrag gunstig wordt be-10 invloed, waardoor de aangroei van bacteriën wezenlijk wordt verminderd.

Door het in meer of mindere mate sterk ruwen van de van de wand afgekeerde zijde kan het poriënvolume van de zuiglaag worden vergroot, en zodoende het vermogen tot vasthouden van afscheiding worden verbeterd. Door een verschillend sterk ruwen in afhankelijkheid van 15 het toepassingsdoel, kan het vamogei tet vasthouden van afscheiding zelfs worden gestuurd. De ruwe pels bewerkstelligt bovendien een betere vulling en zodoende een betere bescherming van de wond tegen uitwendige invloeden, zoals bijv. druk.

Een dergelijk uitgevoerd geweven verbandmiddel met de 20 uitstekende absorptie, ventilatieeigenschappen en de temperatuurdaling in de wond bevat bij de tot nu toe bekende geweven verbandmiddelen niet bekende gunstige eigenschappen.

Met het geweven verbandmiddel worden de volgende voordelen bereikt: 25 Het weefsel is door de niet aan de wond vastplakkende afdekzijde en de sterke absorptie, alsmede de grote veerkracht in staat om grote hoeveelheden afscheiding tussen de cellen te binden zonder dat vochtige of warme kamers ontstaan.

Door de grote capillariteit, d.w.z, draineerwerking, 30 wordt de wond in de kortste tijd drooggemaakt, zonder dat een vast-plak-ken van het geweven verbandmiddel aan de wand zelf kan plaatsvinden.

Door het inbrengen van sterk gedraaide eenvoudige resp. getwijnde krimpdraden vormen zich bij de toevoer van vochtigheid venti-latietunnels, die de luchttoevoer naar de wond verder vergroten en zo-35 doende bevorderend voor de heling zijn.

Door de blauwkleuring van de afdeklaag van het geweven verbandmiddel wordt een koelende werking op het gebied van de wond 8301276 ·> -5- uitgeoefend, en wordt het groeien van de bacteriën geremd.

Door de vaste verbinding van de twee lagen, te weten niet vastplakkende, op de wond liggende laag en de zuiglaag, wordt een verbandmiddel verkregen, dat de tot nu toe bekende voordelen van vele 5 bekende, maar verschillende verbandmiddelen in een enkel verbandmiddel verenigt.

Voor het voorkomen van het losraken van het geweven verbandmiddel in de looprichting van de kunstmatige draad, wordt het weefsel onderworpen aan een sterke warmtebehandeling, waardoor een 10 vastlegging wordt bereikt van de thermoplastische draden, zoals polyester, polyamide, polypropeen e.d. Op deze wijze wordt een grote bestendigheid tegen losraken bereikt.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: 15 figuur 1 een ruimtelijk aanzicht is van een gedeelte van het uit een afdeklaag van volledig kunstmatig, hydrofoob materiaal en een zuiglaag van hydrofiele draden bestaande, geweven verbandmiddel, en figuur 2 een schematisch ruimtelijk aanzicht is van een 20 gedèelte van het geweven verbandmiddel met de maasvormende draden en de uit sterk absorberende garens bestaande, als inslag in het vlakke voortbrengsel gewerkte draden.

Overeenkomstig het in figuur 1 getoonde uitvoeringsvoor-bee3d bestaat het vlakke voortbrengsel 100 van het geweven verbandmiddel 25 uit een afdeklaag 111 van volledig kunstmatig, hydrofoob materiaal, en een zuiglaag 130, die wordt gevormd door dwarsverbindende, hydrofiele draden 112, en die, zoals aangeduid bij 120, sterk is geruwd.

De naar de wond gekeerde zijde 10 van het vlakke voortbrengsel 100, die bestaat uit volledig kunstmatige materialen, wordt 30 gevormd door maasvormende draden van de leggeleiding Ll van polyester, polyamide, polypropeen en soortgelijke materialen. De dwarsverbindende hydrofiele draden van de leggeleidingen L2, L3 en L4 bestaan uit katoen-, celwol- of linnengarens, die als inslag in het vlakke voortbrengsel zijn gewerkt. De in figuur 2 met 11 aangeduide, van de wond afgekeerde zijde 35 van het geweven verbandmateriaal is geruwd voor het uitbreiden van het poriënvolume van de zuiglaag. De volledig kunstmatige draden van de leg-geleider Ll zijn door een thermisch vastleggen tegen losraken bestendig aangevoerd.

8301276

Claims

1. Geweven verbandmiddel, met het kenmerk, dat het bestaat uit een vlak voortbrengsel (100) van een zeer veerkrachtig weefsel met een naar de zijde van de wond gekeerde, maasvormende draad 5 (Li) van een volledig kunstmatig materiaal, zoals polyester, polyamide, polypropeen, e.d., en uit als inslagdraden in het vlakke voortbrengsel gewerkte draden (L2, L3, L4) van sterk absorberende garens, zoals katoen, celwol, linnen e.d.

2. Verbandmiddel volgens conclusie 1, met het kenmerk, 10 dat de, de zuiglaag (130) vormende, hydrofiele draden (L2, L3, L4) aan de van de wond afgekeerde zijde sterk geruwd zijn uitgevoerd.

3. Verbandmiddel volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat met een blauwe, absoluut niet-giftige kleurstof gekleurde polyamide-, polyester- of polypropeendraden worden toegepast als maas- 15 vormende draad (LI).

4. Verbandmiddel volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat een of meer van de draden (L2, L3, L4) sterk gedraaid zijn uitgevoerd.

5. Verbandmiddel volgens conclusie 1-4, met het kenmerk, 20 dat de volledig kunstmatige draden van de leggeleider (Ll) door een thermisch vastzetten tegen losraken bestendig zijn uitgevoerd. 8301276