NL8301184A - Scheertoestel, en scheereenheid voor een dergelijk toestel. - Google Patents

Description

♦ « ♦

Lx 6163

Scheertoestel, en scheereenheid voor een dergelijk toestel.

De uitvinding heeft betrekking op een scheermessamenstel in de vorm van een volledig scheertoestel of van een scheereenheid voor een scheertoestel· Onder een scheereenheid wordt een scheer-messamenstel verstaan, dat op een handvat of een scheertoestel-3 raam kan worden geplaatst,of als een geheel daarmede is gevormd om een volledig scheertoestel te verschaffen. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een wegwerpscheertoestel, d.w.z. een scheertoestel, dat dient te worden weggeworpen, wanneer de gebruiker vindt, dat het geen bevredigende scheerwerking meer ver-10 schaft. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op het in een dergelijk scheermessamenstel aanbrengen van beweegbare middelen, waarmede de snijkant van het scheermesje kan worden vrijgegeven voor het scheren, of het mesje kan worden teruggetrokken, zodat het iemand, die het samenstel vastneemt, niet kan verwonden.

13 ïïit GB-A 2 066 131 is een scheermessamenstel bekend, dat een afschermrand, een bovenkap en een scheermesje omvat, waarbij de bovenkap tussen een stand, waarin de snijkant van het scheermesje vrij ligt, en een stand, waarin deze snijkant door de bovenkap wordt afgedekt, verschuifbaar is. Verder is het uit ÏÏS k 265 015 20 bekend een scheermesje verschuifbaar in het vlak van de scheermes-eenheid aan te brengen om uit de scheerstand te kunnen worden geschoven. Bij elk van deze bekende uitvoeringen wordt de onderlinge stand van het scheermesje en de bovenkap door een beweging in en uit de scheerstand veranderd, zodat het moeilijk wordt een nauw-25 keurige vrijmaking van het scheermesje te verkrijgen.

Volgens de uitvinding wordt een scheermessamenstel verschaft, omvattende tenminste een scheermesje met een snijkant, een afschermrand en een bovenkap, die een aanmerkelijk deel van het of elk scheermesje bedekt, en samenwerkt met de afschermrand om de of 30 elke scheermessnijkant nauwkeurig ten opzichte van de huid van een scherend persoon te plaatsen, en middelen voor het beweegbaar ten opzichte van de bovenkap ondersteunen van de afschermrand tussen een stand, waarin de of elke snijkant nauwkeurig vrij ligt voor het scheren en een stand, waarin de afschermrand het of elk mesje 35 afschermt tegen aanraking door een persoon, die het scheermessamenstel gebruikt.

* * - 2 -

In het bijzonder is de afschermrand draaibaar ten opzichte van de bovenkap ondersteund tussen de scheerstand en de afscherm- of beschermingsstand van de afschermrand· In de laatstgenoemde stand van de afschermrand is het mesje niet langer vrij-5 liggend.

De uitvinding zal in het onderstaande uitsluitend bij wijze van voorbeeld nader worden toegelicht aan de hand van een tekening; hierin toont; fig· 1 en 2 doorsneden door een eerste uitvoeringsvorm 10 van een scheertoestel volgens de uitvinding in de scheer- resp. niet-scheerstand van het scheermesje; fig· 3 een deelafbeelding. in perspectief van de kop van het scheertoestel van fig· 1; fig. 4 en 5 doorsneden door een tweede uitvoeringsvorm 13 van een scheertoestel volgens de uitvinding met twee scheermesjes, in de scheer- resp. niet-scheerstand van deze mesjes; fig· 6 en 7 een voor- resp· achteraanzicht van het scheertoestel van ’fig. en 3; fig. 8 en 9 doorsneden door een derde uitvoeringsvorm 20 van een scheertoestel volgens de uitvinding met een enkel scheermesje in de scheer- resp. niet-scheerstand daarvan; en fig· 10 en 11 een voor- resp· achteraanzicht van het scheertoestel van fig. 8 en 9·

Het in fig. 1, 2 en 3 van de tekening afgeheelde scheer-25 toestel wordt gevormd door een handvat 10, aan een uiteinde waarvan zich een scheerkop 11 bevindt. De scheerkop 11 wordt gevormd door een steunplaat 12, die onbeweeglijk in de kop 11 is bevestigd, waarbij een scheermesje 13 op de steunplaat 12 is ondersteund, terwijl een bovenkap 14· boven het mesje is geplaatst en aan de steun-30 plaat is bevestigd, en een afschermrand 15 aan de voorzijde van de steunplaat 12 is aangebracht.

Eindwanden 17» die met de steunplaat 12 samenhangen, steken opwaarts boven het vlak van het scheermesje uit, en nemen daartussen de bovenkap op· De bovenkap wordt bij voorkeur op de steun-35 plaat 12 bevestigd door middel van klinknagels 16, die door het scheermesje steken, en het mesje op de steunplaat en op de door de bovenkap en het handvat gevormde eenheid bevestigen.

Desgewenst kan een tweede mesje met de bovenkap worden verbonden, en wel gescheiden van en versprongen ten opzichte van 830 1 1 8 4 i #- » - 3 - het eerste mesje, zoals in de praktijk bekend is·

De afschermrand 15 is een onderdeel, dat afzonderlijk van de steunplaat is vervaardigd, doch een gedeeltelijk cylinder-vormig oppervlak 18 bezit, dat in aanraking is met een overeen-3 komstig gevormde uitsparing 20 in het voorste uiteinde van de steunplaat. De afschermrand bezit aan tegenovergestelde uiteinden scharnierpennen 21 in de as van de cylinderoppervlakken, die evenwijdig aan de snijkant van het mesje verloopt, welke scharnierpennen met uitsparingen 22 in de eindwanden 17 steken. De afscher-10 rand kan aldus rond de as van de pennen 21 worden gedraaid vanuit de in fig. 1 afgeheelde scheerstand naar een in fig. 2 afgeheelde niet-scheerstand. In de stand van fig. 1 is de snijkant 13a van het mesje 13 zodanig ten opzichte van het raakvlak vanaf het bovenoppervlak van de afschermrand naar het voorste gedeelte van het 15 bovenoppervlak van de bovenkap 14 gelegen, dat het mesje op de voor het scheren juiste wijze wordt vrijgegeven. In de stand van fig. 2 is, hoewel het mesje 13 ten opzichte van de bovenkap 14 stil is blijven staan, het voornoemde raakvlak door de draaibeweging van de afschermrand 13 voldoende van de snijkant van het mesje weg 20 bewogen om het scheertoestel onwerkzaam voor het scheren te maken, of, met andere woorden, om de snijkant van het mesje in de niet-scheerstand te brengen. De kop van het scheertoestel kan dan veilig worden vastgenomen. Aanslagen zijn in geschikte punten op de afschermrand 13 aangebracht om deze in de scheer- resp. niet-scheer-23 stand ten opzichte van de steunplaat 12 vast te houden.

Hetzelfde beginsel wordt toegepast bij de tweede uitvoeringsvorm van het scheertoestel volgens fig. k en 5·

Bij deze uitvoeringsvorm met twee scheermesjes wordt de scheerkop gevormd door een paar eindwanden 117« een met deze eind-30 wanden samenhangende bovenkap 11½, en een met de eindwanden 117« de bovenkap 11½ en een handvat 110 samenhangende achterwand 12½.

Een afschermrand 113 is in deze uitvoeringsvorm als een geheel met een steunplaat 112 gevormd, waarop een eerste mesje 123 is bevestigd. Het samenstel van de afschermrand en de steunplaat 33 is van scharnierpennen 121 voorzien, die met uitsparingen 122 in de eindwanden 117 in aangrijping komen, wanneer de eindwanden opzij worden gebogen om de pennen 121 op te nemen. Een tweede mesje 113 is aan de onderzijde van de bovenkap 11½ bevestigd.

3 3 0 1 1 8 4 ia **£· ^ getoonde stand van de onderdelen zijn de

Ψ «I

- if - snijkanten van de mesjes 113 en 123 zodanig ten opzichte van elkaar verschoven en zodanig ten opzichte van het raakvlak vanaf de afschermrand 113 naar het voorste gedeelte van het bovenoppervlak van de bovenkap 114 gelegen., dat deze snijkanten zich in de voor het 5 scheren juiste stand bevinden.

Wanneer echter de afschermrand 113, de steunplaat 112 en het mesje 123 rond de as van de scharnierpennen 121 naar de in fig· 3 getoonde stand worden gezwenkt, werkt de afschermrand op een denkbeeldige nok voor het van de snijkant van het mesje 113 weg opheffen 10 van het voornoemde raakvlak, terwijl tegelijkertijd de snijkant van het mesje 123 van dit raakvlak wordt wegbewogen, waarbij in de beide gevaUen het scheertoestel onwerkzaam voor het scheren en veilig voor elke de kop van het scheertoestel vastgrijpende persoon wordt gemaakt.

13 Om de scharnierbeweging van de afschermrand en de steun plaat te vergemakkelijken, steekt een bedieningshefboom 125 ter · weerszijden van het handvat 112 achterwaarts uit het handvat 110 uit om met behulp van de duim van de gebruiker te kunnen worden vastgegrepen. Voorts is een gevorkte grendelnok 12? aan de achter-20 zijde van de steunplaat 112 aangebracht, die onder zijdelingse druk in een gleuf 128 in het handvat grijpt. Deze gleuf is aan de tegenovergestelde uiteinden breder dan tussen deze uiteinden, zodat, wanneer deze gevorkte grendelnok 127 met de uiteinden van de gleuf in aangrijping komt, deze grendelnok kan uitzetten, en daardoor de 25 steunplaat 112 en de afschermrand 115 veerkrachtig vergrendelt, hetzij in de scheerstand volgens fig. k, dan wel in de niet-scheer-stand volgens fig. 5·

De uitvoeringsvorm volgens fig. en 5 kan worden gewijzigd in een vorm met een enkel scheermesje door het mesje 123 weg 30 te laten, en de afstand tussen het overblijvende mesje 113 en de afschermrand 115 op geschikte wijze te veranderen.

Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 8..11 is een scheermesje 213 tegen de onderzijde van een bovenkap 21^, die een geheel met een handvat 210 vormt, bevestigd. Bij deze uitvoeringsvorm 35 vormt een afschermrand 215 een geheel met een steunplaat 212 en een duimplaat 230, waarbij de samenhangende afschermrand, steunplaat en duimplaat op scharnierpennen 221 scharnierend zijn ondersteund, en daarbij rond een as evenwijdig aan de snijkant van het mesje, die althans nagenoeg halverwege tussen de afschermrand en de duimplaat 8301184 > ^ - 5 - is gelegen, draaibaar zijn. Be steunplaat 212 draagt daarbij alleen de afschermrand en de duimplaat, doch niet een scheermesje. Nochtans zal in de scheerstand volgens fig. 8 de steunplaat 212 bijdragen tot het ondersteunen van het enkelvoudige mesje.

5 Be scharnierpennen 221 steken in overeenkomstige uitspa ringen in evenwijdige en onderling gescheiden eindvanden 217, die een geheel vonten met het handvat 210 en de bovenkap 214, welke eindwanden 217 voldoende buigzaam zijn om de pennen 221 met de overeenkomstige uitsparingen in aangrijping te kunnen brengen.

10 In fig. 8 zijn de afschermrand 215i de steunplaat 212 en de duimplaat 230 in de scheerstand van het scheertoestel gelegen, waarin de snijkant van het mesje 213 op de juiste wijze ten opzichte van het raakvlak aan de afschermrand 215 en de bovenkap 214 is gelegen. Be beweegbare delen van het scheertoestel worden in deze 13 stand vastgehouden door middel van geschikte niet afgebeelde grendel-middelen. Wanneer de gebruiker van het scheertoestel met de duim neerwaarts op de duimplaat 230 drukt, en wel voldoende om de vast-houdkracht van de grendelmiddelen te overwinnen, wordt het samenstel van de afschermrand 215t de steunplaat 212 en de duimplaat 230 naar 20 de stand van fig. 9 gedraaid. In deze stand is het samenstel zodanig gelegen, dat de snijkant van het mesje 213 ia de uitsparing komt te liggen, die door de afschermrand 215 en de steunplaat 212 wordt bepaald.

Be afschermrand schermt dan de snijkant van het mesje af, 25 zodat het gevaar, dat de gebruiker zichzelf aan het mesje snijdt, wordt vermeden. Bit is de niet-scheer- of reisstand van het scheertoestel, waarbij de beweegbare onderdelen van de niet afgebeelde grendelmiddelen veerkrachtig worden vastgehouden· Een eenvoudige opwaartse druk op de duimplaat doet de beweegbare delen van het 30 scheertoestel naar de scheerstand volgens fig. 8 terugkeren.

8301184

Claims (6)

1. Scheermessamenstel, omvattende tenminste een scheermesje met een snijkant, een afschermrand en een bovenkap, die een aanmerkelijk deel van het of elk scheermesje afdekt, en met de afschermrand samenwerkt om de of elke snijkant of de juiste plaats ten op-5 zichte van de huid van een scherend persoon te plaatsen, gekenmerkt door middelen voor het beweegbaar ten opzichte van de bovenkap ondersteunen van de afschermrand 05» 115)» en wel tussen een stand, waarin de of elke snijkant (13? 113i 123) zich in de juiste stand voor het scheren bevindt, naar een stand, waarin de 10 afschermrand het of elk mesje tegen aanraking door een het samenstel vastgrijpend persoon afschermt.

2· Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen voor het beweegbaar ondersteunen van de afschermrand het mogelijk maken,dat de afschermrand rond een as evenwijdig aan 15 de snijkant van het of elk mesje tussen de voornoemde standen kan draaien.

3· Samenstel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de bovenkap (1½) onbeweeglijk met het of elk scheermesje (13) is verbonden. 20 km Samenstel volgens conclusie 2, gekenmerkt door evenwijdige en van elkaar gescheiden zijwanden (17? 117)» die onbeweeglijk met de bovenkap is verbonden, en de middelen voor het ondersteunen van de afschermrand dragen. 5* Samenstel volgens conclusieΛ, met het kenmerk, dat 25 de middelen voor het ondersteunen van de afschermrand een steun-plaat (112) omvatten, die scharnierend tussen de zijwanden (117) is ondersteund, en waarop de afschermrand (115) onbeweeglijk is aangebracht·

6. Samenstel volgens conclusie 5» gekenmerkt door een 30 handvat (110), dat met de bovenkap (11½) een geheel vormt, waarbij de steunplaat een onderdeel (125) draagt, dat met de vinger van een het handvat vastgrijpende persoon kan worden aangegrepen, welk onderdeel zodanig op de steunplaat is bevestigd, dat bij beweging ervan rond de as een scharnierbeweging van de afschermrand'wordt be-35 werkstellig'dV 8301 18 47* Samenstel volgens conclusie 5 6, met het kenmerk, - 7 - Λ £ V ·» dat een eerste mesje (113) onbeweeglijk op de bovenkap (11^), en een ander mesje (123)-onbeweeglijk op de steunplaat (112) is bevestigd, waarbij.de beide snijkanten van deze mesjes ten opzichte van elkaar zijn versprongen, wanneer deze op de juiste wijze voor 5 het scheren zijn vrijgegeven·

8· Samenstel volgens conclusie 3» met het kenmerk, dat het of elk scheermesje (13) onbeweeglijk op een steunplaat (12) is bevestigd, welk samenstel verder onbeweeglijk met de steunplaat verbonden zijwanden (17) omvat, waarop de middelen voor het onder-10 steunen van de afschermrand (15) zijn aangebracht.

9· Samenstel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de middelen voor het ondersteunen van de afschermrand scharnier-pennen (21) aan tegenovergestelde uiteinden van deze afschermrand (15) omvatten. 830 1 18 4