NL8300766A - Hijsklem. - Google Patents

Description

• — ~J» - 1 - t N/31.352-Jb/hf

Hijsklem.

De uitvinding heeft betrekking op een hijsklem voor het vastklemmen van een naar boven uitstekende eind-rand van een opstaand vat en voor het hijsen van het vastgeklemde vat, welke hijsklem is voorzien van twee L-vormige 5 klemelementen, die elk bestaan uit een lange arm en een, een hoek hiermede insluitende, korte am en die, nabij de aansluiting van hun lange arm op hun korte arm scharnierbaar om een in de dwarsrichting verlopende scharnieras met elkaar zijn verbonden, waarbij aan het vrije uiteinde van elke 10 korte am een klembek is aangebracht, zodanig dat in de klem-stand de omlaaggerichte lange am van het eerste klem-element nabij zijn onderste uiteinde tegen de vatrand steunt en de korte am van*dit eerste klemelement boven de eindrand van het vat is gelegen en met de hieraan bevestigde klembek 15 tegen de binnenzijde van de eindrand drukt, terwijl de lange am van het tweede klemelement boven de eindrand ligt en de bijbehorende korte am zijdelings van de vatwand omlaag is gericht en met zijn klembek tegen de buitenzijde van de eindrand drukt, waarbij de lange am van het tweede klemelement 20 met een hijsorgaan koppelbaar is, terwijl aan deze lange am een grendelorgaan verstelbaar is bevestigd, dat in de klem-stand samenwerkt met de korte am van het eerste klemelement.

In een bekende uitvoering van een dergelijke hijsklem wordt het grendelorgaan, dat als een pal is uitgevoerd, 25 in de klemstand onder invloed van een elastisch spanmiddel, zoals een trekveer, tegen een aanslagvlak op de korte am van het eerste klemelement gedrukt. Aan deze bekende hijsklem zijn verschillende bezwaren verbonden. In de eerste plaats wordt bij deze bekende hijsklem, indien de veer 30 breekt, de vergrendeling opgeheven, hetgeen uiteraard zeer gevaarlijk is. Verder werkt de bekende hijsklem uitsluitend op betrouwbare wijze, zolang de scharnierende verbindingen tussen de beide klemelementen, respectievelijk tussen het grendelorgaan en de lange arm van het tweede 35 klemorgaan praktisch spelingvrij zijn. Zodra in deze scharnierende verbindingen slijtage optreedt, werkt de bekende hijsklem niet meer op betrouwbare wijze. Voorts is de bedie- 8300766 » - 2 - ning van het grendelorgaan vrij zwaar en moet deze met twee handen worden uitgevoerd.

De onderhavige uitvinding beoogt een hijsklem van de in de aanhef genoemde soort zodanig uit te voeren, dat 5 deze bezwaren op eenvoudige, doch niettemin doeltreffende wijze opgeheven zijn.

Hiertoe wordt de hijsklem volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat het grendelorgaan een grendelpen draagt, die, bij het verplaatsen van de hijsklem naar de 10 klemstand, onder invloed van het eigen gewicht van het grendelorgaan, in de wigvormige ruimte tussen het bovenvlak van de korte arm van het eerste klemelement en het ondervlak van de lange arm van het tweede klemelement komt te liggen en die de klemelementen tegen een onderlinge verplaatsing 15 naar de geloste stand blokkeert.

Volgens de uitvinding wordt derhalve zonder elastisch spanmiddel, zoals een trekveer, gewerkt en komt het grendelorgaan uitsluitend onder invloed van zijn eigen gewicht in zijn grendelstand. Aan de htjsklem volgens de uit-20 vinding is verder het voordeel verbonden, dat deze, wat zijn werking betreft, niet meer van de nauwkeurigheid van de scharnierverbinding tussen de beide klemelementen, respectievelijk van de verbinding tussen het grendelorgaan en de lange arm van het tweede klemelement afhangt, daar ook 25 bij zeer ruime speling in deze verbindingen de vergrendelende werking van het grendelorgaan onverminderd gehandhaafd blijft. Verder is de bediening van het grendelorgaan veel lichter dan bij de bekende hijsklem, daar hierbij geen veer-druk overwonnen behoeft te worden, zodat het verstellen van 30 het grendelorgaan gemakkelijk met één hand kan worden uitge voerd .

Bij voorkeur bezit het grendelorgaan een handgreep, die een moment op het grendelorgaan uitoefent, dat het grendelorgaan in de richting van de grendelstand belast. 35 Op deze wijze wordt het invoeren van de grendelpen in de wigvormige ruimte op uiterst doeltreffende wijze onder invloed van het gewicht van de handgreep verwezenlijkt. Deze handgreep vervult derhalve als het ware een dubbele functie.

8300766 } . ., * - 3 -

Bij een hijsklem,· waarbij het grendelorgaan een gat bezit, waardoor zich een dwarsas uitstrekt, die met de lange arm van het tweede klemelement is verbonden, kan met voordeel deze dwarsas uitsluitend een bevestigingsas zijn, 5 die in de klemstand onbelast is.

Op deze wijze wordt een uiterst lichte bediening van het grendelorgaan bereikt.

Volgens een gunstige uitvoering bezit het gat in het grendelorgaan een speelruimte ten opzichte van de be-10 vestigingsas,

Verder wordt volgens de uitvinding voorgesteld, dat de korte arm van het eerste klemelement een uitsparing in zijn eindvlak bezit, waarin de grendelpen in de geloste ♦ stand van de hijsklem althans gedeeltelijk is opgenomen.

15 De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, die een uitvoering van een hijsklem volgens de uitvinding weergeeft.

Fig. 1 is een zijaanzicht van een uitvoering van de hijsklem volgens de uitvinding in de geloste stand, rus-20 tend tegen een vat.

Fig. 2 is een zijaanzicht van de hijsklem volgens fig. 1 in de vergrendelde klemstand.

Fig. 3 is een achteraanzicht van de hijsklem volgens de fig. 1 en 2.

25 In de tekening is een uitvoering weergegeven van een hijsklem volgens de uitvinding, waarmede een naar boven uitstekende eindrand 1 van een opstaand vat 2 kan worden vastgeklemd, waarna het vastgeklemde vat 2 met behulp van de hijsklem gehesen kan worden.

30 De hijsklem omvat twee L^vormige klemelementen 3 en 4, die elk bestaan uit een lange arm 5, respectievelijk . 6 en een, een hoek hiermede insluitende, korte arm 7 respectievelijk 8.

Het klemelement 3 is uit ëën plaatdeel gevormd, 35 terwijl het klemelement 4 uit twee plaatdelen is samengesteld, die aan hun vrije uiteinde op elkaar zijn bevestigd (fig.3).

De beide klemelementen 3, 4 zijn nabij de aansluiting van hun lange arm 5, respectievelijk 6 op hun korte arm 7, respectievelijk 8 scharnierend met elkaar verbonden door 8300766 »/ c - 4 - middel van een, in de dwarsrichting verlopende, bout 9, waarop een moer 10 is aangebracht.

Aan het vrije uiteinde van elke korte arm 7, 8 is een klembek 11, 12 bevestigd. De klembek 11 is staafvormig, 5 terwijl de klembek 12 U-vormig is uitgevoerd en de beide plaatdelen van het klemelement 4 aan het uiteinde van de korte arm 8 met elkaar verbindt.

Aan het vrije uiteinde van de lange-arm 5 van het klemelement 3 is een steunplaat 13 scharnierend bevestigd, 10 welke in bedrijf tegen de wand van een vat 2 komt te rusten.

De lange arm 6 van het klemelement 4 kan met een hijsorgaan worden gekoppeld, waartoe het met een hijsoog 14 is uitgevoerd. Uiteraard is het ook mogelijk, meer dan ëên hijsoog 14 toe te passen.

15 Aan de lange arm 6 van het hijselement 4 is een grendelorgaan 15 beweegbaar bevestigd. Hiertoe bezit het grendelorgaan 15 een sleufgat 16, waardoor zich een met een moer 17 samenwerkende bout 18 uitstrekt, die passend door boringen in de beide plaatdelen van de lange arm 6 van het 20 klemelement 4 is gevoerd.

Het grendelorgaan 15 draagt een grendelpen 19, die althans ongeveer evenwijdig aan de bouten 9 en 18 verloopt. Verder bezit het grendelorgaan 15 een handgreep 20.

In de geloste stand van de hijsklem (fig, 1) is de 25 grendelpen 19 althans gedeeltelijk opgenomen in een uitsparing 21 in het eindvlak van de korte arm 7 van het klemelement 3.

Voor het vergrendelen wordt de handgreep 20 van het grendelorgaan 15 enigszins omhoog ver zwenkt,, hetgeen zeer licht met ëên hand kan worden uitgevoerd, waarna de klem-30 elementen 3, 4 zich vanuit de in fig. 1 weergegeven geloste stand van de hijsklem naar de in fig. 2 weergegeven klemstand kunnen verplaatsen.

In deze klemstand steunt de omlaag gerichte lange arm 5 door middel van de steunplaat 13 tegen het vat 2, ter-35 wijl de korte arm 7 van dit klemelement 3 boven de eindrand 1 van het vat 2 is gelegen en met de hieraan bevestigde klembek 11 tegen d§ binnenzijde van de eindrand 1 drukt. De lange arm 6 van het klemelement 4 ligt boven de eindrand 1 van het 8300766 J ...... ·£ - 5 - vat 2, terwijl de bijbehorende korte arm 8 zijdelings van de wand van het vat 2 omlaag is gericht en met zijn klembek 12 tegen de buitenzijde van de eindrand 1 drukt. Gelijktijdig is het grendelorgaan 15, uitsluitend onder invloed van 5 het eigen gewicht, zodanig versteld, dat de grendelpen 19 in de wigvormige ruimte tussen het gewelfd uitgevoerde bovenvlak 22 van de korte arm 7 van het klemelement 3 en het ondervlak 23 van de lange arm 6 van het klemelement 4 is komen te liggen.

10 In deze stand blokkeert de grendelpen 19 de klem- elementen 3 en 4 en wel zodanig, dat bij het vieren van het hijsorgaan de ingesloten hoek tussen de lange armen 5 en 6 van de klemelementen 3 en 4 niet kleiner kan worden en de klem-bekken 11 en 12 gedwongen hun klemstand blijven innemen.

15 Een belangrijk voordeel van de beschreven uitvoering van het grendelorgaan 15 bestaat daaruit, dat de goede werking van dit grendelorgaan 15 onafhankelijk is van de dikte van de eindrand 1 van het vat 2.

Pas door het weer met de hand bedienen van de hand-20 greep 20 van het grendelorgaan 15 kan de grendelpen 19 uit de wigvormige ruimte tussen de vlakken 22, 23 worden teruggetrokken, waarna de hijsklem naar de geloste stand kan worden terugverplaatst.

Hoewel in het, in de tekening weergegeven, uitvoe-25 ringsvoorbeeld het grendelorgaan 15 een sleufgat 16 bezit, kan dit gat ook op andere wijze zijn uitgevoerd, waarbij het evenwel van voordeel is, indien het gat in het grendelorgaan 15 een speelruimte ten opzichte van de bout 18 bezit. Deze bout 18 is in de klemstand geheel onbelast en dient dan ook 30 uitsluitend voor het vasthouden van het grendelorgaan 15.

De uitvinding is niet beperkt tot het in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, dat op verschillende manieren binnen het kader der uitvinding kan worden gevarieerd.

8300766

Claims (7)

1. Hijsklem voor het vastklemmen van een naar boven uitstekende eindrand van een opstaand vat en voor het hijsen van het vastgeklemde vat, welke hijsklem is voorzien van twee L-vormige klemelementen, die elk bestaan uit een lange arm 5 en een, een hoek hiermede insluitende, korte am en die, nabij de aansluiting van hun lange am op hun korte arm scharnier-baar om een in de dwarsrichting verlopende scharnieras met elkaar zijn verbonden, waarbij aan het vrije uiteinde van elke korte am een klembek is aangebracht, zodanig, dat in de klem-10 stand de omlaaggerichte lange am van het eerste klemelement nabij zijn onderste uiteinde tegen de vatrand steunt en de korte am van dit eerste klemelement boven de eindrand van het vat is* gelegen en met de hieraan bevestigde klembek tegen de binnenzijde van de eindrand drukt, terwijl de lange am van 15 het tweede klemelement boven de eindrand ligt en de bijbehorende korte am zijdelings van de vatwand omlaag is gericht en met zijn klembek tegen de buitenzijde van de eindrand drukt, waarbij de lange am van het tweede klemelement met een hijsorgaan koppelbaar is, terwijl aan deze lange am een gren- 2-0 delorgaan verstelbaar is bevestigd, dat in de klemstand samenwerkt met de korte am van het eerste klemelement, met het kenmerk, dat het grendelorgaan een grendelpen draagt, die, bij het verplaatsen van de hijsklem naar de klemstand, onder invloed van het eigen gewicht van het grendel-25 orgaan, in de wigvormige ruimte tussen het bovenvlak van de korte arm van het eerste klemelement en het ondervlak van de lange am van het tweede klemelement komt te liggen en die de klemelementen tegen een onderlinge, verplaatsing naar de geloste stand blokkeert,

2. Hijsklem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de grendelpen althans ongeveer evenwijdig aan de scharnieras van de beide klemelementen verloopt.

3. Hijsklem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het grendelorgaan een handgreep bezit, 35 die een moment op het grendelorgaan uitoefent, dat het grendelorgaan in de richting van de grendelstand belast.

4. Hijsklem volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij het 8300766 - 7 - J ·· — > * grendelorgaan een gat bezit, waardoor zich een dwarsas uitstrekt, die met de lange arm van het tweede klemelement is verbonden, met het kenmerk, dat deze dwarsas uitsluitend een bevestigingsas is, die in de klemstand on-5 belast is.

5. Hijsklem volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het gat in het grendelorgaan een speelruimte ten opzichte van de bevestigingsas bezit.

6. Hijsklem volgens conclusie 5, met het 10 kenmerk, dat het gat in het grendelorgaan een sleuf- gat is.

7. Hijsklem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de korte arm van het eerste klemelement een uitsparing in zijn eindvlak bezit, waarin 15 de grendelpen in de geloste stand van de hijsklem althans gedeeltelijk is opgenomen. 8300766