NL8300630A - Werkwijze voor het sturen van de vulelementen van een vulmachine, en schakelinrichting voor het uitvoeren van de werkwijze. - Google Patents

Description

j. i- -1- VO 4587

Werkwijze voor het sturen van de vulelementen van een vulmachine, en schakelinrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een scha-kelinrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de aanhef van conclusie 1.

Met behulp van de vulelementen van vulmachines worden, zoals 5 bekend, uit een voorraadhouder toevloeiende vloeistoffen in de te vullen vaten met inachtneming van een voorafbepaalde vulhoogte, getapt. Behalve exemplaarspreidingen van de vulelementen werken uitwendige parameters, zoals bijv. de temperatuur van het vulgoed, de soort vaten, de vul-snelheid, de schakelvertraging e.d. in op het aftappen, waarvan het 10 doel is om in elk vat een zoveel mogelijk even groot, alleen binnen de grenzen van wettelijke voorschriften schommelend vloeistof volume te vullen. Hiervoor is het bekend de vloeistof toevoer naar het vat te onderbreken wanneer de bij het vullen in het vat stijgende vloeistof een voorafbepaalde hoogte heeft bereikt. Daarvoor dienen in het geval van de 15 elektronische besturing van de vulelementen in het eenvoudigste geval vulhoogtebepalende stuurwaardesondes, waarvan de uitgangssignalen na een geschikte signaalbewerking, bijv. door middel van een elektronische schakelinrichting, althans de sluitmagneten sturen van de bedieningsinrichting van de vloeistofklep van de afzonderlijke vulelementen, zie 20 het Duitse Offenlegungsschrift 3.009.405.

Omdat bij deze soort besturing van de vulelementen het volume van de afgetapte vloeistof niet wordt afgemeten, maar alleen door een met het volume analoge meetwaarde onder het rekening houden met een correctiefaktor wordt bepaald, zijn voor elke afzonderlijke meetkring, 25 d.w.z. voor elk vulelement aanvullende bijzondere correctiemaatregelen nodig, althans met betrekking tot de absolute waarde, de toelaatbare meetspeling, en de temperatuurgang, om bijv. onnauwkeurigheden in het vulgedrag en onvermijdelijke toelaatbare spelingen van de elektrische onderdelen uit te schakelen. Dit is met het oog op de voor elk vulele-30 ment aangebrachte schakelmiddelen onder het in aanmerking nemen van het grote aantal vulelementen van een vulmachine ingewikkeld en omslachtig en verhoogt de gevoeligheid voor storingen daarvan en het onderhoud in aanzienlijke mate.

Aan de uitvinding ligt de opgave ten grondslag om de bekende 8300630 ƒ * -2- werkwijze voor het bepalen van de vulhoogte in de te vullen vaten van een vulmachine zodanig te vereenvoudigen, dat met aanzienlijk minder schakelmaatregelen dan voorheen, de vereiste correctiemaatregelen kunnen worden uitgevoerd en.zodoende de investering minder wordt en de 5 bedrijfszekerheid van de vulmachine groter.

. Uitgaande van de. werkwijze van de in de aanhef vermelde soort is deze opgave volgens de uitvinding opgelost door de onderscheidende maatregelen van conclusie 1.

Een schakelinrichting voor het uitvoeren van de werkwijze 10 volgens de uitvinding heeft de onderscheidende maatregelen van conclusie 11. Verdere maatregelen van de uitvinding blijken uit de volgconclusies.

Met behulp van de werkwijze volgens de uitvinding wordt het betreffende, door de signaalgevers bijv. in de vorm van een wissel-stroomampïitude opgevraagde te bewerken signaal, niet langer geevalueerd 15 in een direkt bij de signaalgever aangebrachte meetkring resp, evaluatie-kring, maar geevalueerd met behulp van gemeenschappelijke évaluatie-middelen .voor alle vulhoogtebepalende signaalgevers.. Daardoor zijn de voorheen voor de betreffende meetkring vereiste correctiemaatregelen, die bijv. het uitschakelen betreffen van de toelaatbare spelingen van de 20 elektrische onderdelen, overbodig. In. het bijzonder wordt door de vermindering van het aantal op elkaar af te stemmen onderdelen ook de aanspreeknauwkeurigheid van de betreffende signaalgever in aanzienlijke mate verbeterd. In de eerste plaats wordt de bij de bekende werkwijze bestaande afhankelijkheid van de vulhoogte van de faktoren restvultijd 25 x stromingssnelheid - afzonderlijke correctie, vermeden. Daarentegen wordt bij de werkwijze volgens de.uitvinding de restvultijd, d.w.z. de vultijd, die aansluit op de signaalafgifte door de. signaalgever tot aan het sluiten van de vloeistofklep van het vulelement, door vergelijking van de werkelijke signaalwaarde, bijv. een stuurwaarde, met de 30 ingestelde waarde van de vulhoogte berekend, en zodoende de schakelsig-naalafgifte voor het sluiten van de vloeistofklep en zodoende de uiteindelijke vulhoogte in het vat vastgelegd. Hierdoor is zelfs bij lange correctieduren nog een gelijke vulhoogte-nauwkeurigheid gewaarborgd.

Weliswaar is uit het Duitse octrooischrift 1.632,004 reeds 35 bekend om alle sondes van de signaalgevers van de vulelementen uit te rusten met een gemeenschappelijke potentiometer, maar dient deze er ech- 8300630 • -3- * * ter voor om de sondespanning in te stellen op het elektrisch geleidend vermogen van de betreffende af te tappen vloeistof.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: 5 figuur 1 de schakelinrichting toont van een uitvoeringsvorm, figuur 2 een vereenvoudigde uitvoeringsvorm toont van de signaalevaluatie en de schakelsignaaltoevoer naar de sluitmagneten voor de schakelinrichting volgens figuur 1, en figuur 3 een andere signaalevaluatie toont, alsmede ver-10 effeningsmiddelen voor de schakelinrichting volgens figuur 1.

Met weglating van alle als bekend veronderstelde onderdelen van een vulmachine en haar vulelementen zijn in figuur 1 alleen de bij de afzonderlijke vulelementen voor het bepalen van de vulhoogte '\ voorziene signaalgevers SG^, SG2 en SGn afgebeeld, die bijv. in de vorm 15 van stuurwaardesondes elk zijn toegevoegd aan de vulbuis van een vul-element, en met de vulbuis voor het innemen van de vulstand in het af te tappen vat 10 komen en via een weerstand Rj“Rn door een frequentie-generator FG^ wordt gevoed met een signaalspanning van de frequentie f^. Voor het evalueren van de, de bezettingstoestand van de signaal-20 gevers SG^-SG^. weergevende, opgevraagde signalen is de wisselstroom-amplitude voorzien van een volledige golftrein van de generatorfre-quentie. Voor het evalueren van de opgevraagde signalen kan ook een andere wisselstroomgrootheid worden voorzien. De uitgangen van de signaalgevers SGj-SG^ zijn gelijk naar een volgens het multiplexbeginsel wer-25 kende meetplaatsoverschakelaar AM^, die via evaluatieleidingen A, B-X wordt gestuurd door een gegevensbewerkend toestel DG. De uitgang 11 van de meetplaatsoverschakelaar AM^ is via een signaallelding 12 aangesloten op een voor alle signaalgevers SG^-SG^ gemeenschappelijke drempeIwaarde-schakelaar SW, waaraan evaluatiemiddden in de signaalleiding 12 zijn toe-30 gevoegd. Deze bestaan uit een, een actieve gelijkrichterschakeling omvattende vergelijkingstrap VS, die op haar beurt in. hoofdzaak is samengesteld uit versterkers V^, V2, V^, een dempcondensator DK en een door de frequentiegenerator FG^ gevoede potentiometer P^., en waaraan vooraf de ingestelde waarde van de vulhoogte wordt gegeven door instelling van 35 de gevoeligheid resp. de versterking .door middel van de potentiometer P^.

De drempelwaardeschakelaar SW en de vergelijkingstrap VS vormen de ge- 8300630 -4- meenschappelijke evaluatiemiddelen.

Op de uitgang 13 van de drempelwaardeschakelaar SW is via een signaalleiding 14 het gegevensverwerkende toestel. DG aangesloten.

Het heeft niet afgeheelde gebruikelijke schakelmiddelen, die een, 5 een bezetting uitdrukkend uitgangssignaal van de. drempelwaardeschake-laar SW bewerken...tot een schakelsignaal. Voor het verder leiden van de schakelsignalen naar de voor. de bedieningsinrichtingen, voor de vloei-stofkleppen van de vulelementen.toegewezen sluitmagneten SMj-SM^, die elk behoren bij de signaalgevers SG^-SG^, is het gegevensbewerkende 10 toestel DG voorzien van een niet afgebeelde uitgiftebesturing.

Indien na het instellen van de vergelijkingstrap VS op de voor het bereiken van de gewenste vulhoogte vereiste ingestelde waarde van de vulhoogte, en het in werkzame toestand schakelen van een in het gegevensbewerkende toestel. DG opgeslagen programma ter opvordering van 15 het programma, bijv. het signaal van de htj de sluitmagneten SM^behorende signaalgever SG^ moet worden geevalueerd en bij het aanwezig zijn van de bij de gewenste vulhoogte blijkende bezetting, de sluitmagneet SM^ moet worden ingeschakeld, opdat de door de sluitmagneet SM^ te sluiten vloeistofklep in de sluitstand. wordt gebracht, wordt vanaf het gegevens-20 bewerkende toestel DG via de keuzeleidingen AB de meetplaatoverschakelaar AM^ in de voor het opvragen van de signaalgever SG^. vereiste stand overgeschakeld. Na dit overschakelen komt- het signaal van.de signaalgever SG^ via de meetplaatsoverschakelaar AM^ voor het evalueren in de vergelijkingstrap VS, waarin het wordt vergeleken met de vooraf gegeven in-25 gestelde waarde van de vulhoogte. Als uitkomstsignaal verlaat het signaal de vergelijkingstrap VS en. wordt het voor het afsluiten van de evaluatie naar de drempelwaardes chakelaar SW geleid.,, waarin het uitkomstsignaal een binair uitgangssignaal opwekt. Dit komt via de signaalleiding 14 in het gegevensbewerkende toestel DG, waar het. wordt bewerkt.

30 Bij een binair uitgangssignaal, dat de voor de gewenste vulhoogte vereiste bezetting van de signaalgever SG^ uitdrukt, leidt de bewerking in het toestel DG tot een schakelsignaal, dat via de uitvoerbesturing wordt geleid naar de sluitmagneet SM^. Op dezelfde wijze als het’hiervoor vermelde signaal van de signaalgever SG^, worden de andere signalen 35 van de signaalgevers SG--SG behandeld. Wanneer een correctie van de 6 Π gewenste vulhoogte nodig, is, omdat bijv. de temperatuur, of de stuurwaarde 8300630 • ^ -5- van de af te tappen vloeistof is veranderd, kan door een andere instelling van de potentiometer P^ de vooraf gegeven ingestelde waarde van de vulhoogte voor alle signaalgevers SG^-SG^ van de. vulmachine worden veranderd, zodat na de nitgevoerde instelling, de gewenste vulhoogte 5 bij een andere bezettingsgraad wordt bereikt.

In. afwijking van de in figuur 1 afgebeelde schakelinrich-ting is bij die volgens figuur 2 alleen de vergelijkingstrap VS als langzame actieve gelijkrichterschakeling uitgevoerd, en heeft de drempelwaardeschakelaar SW daarvoor aangebrachte evaluatiemiddelen, die 10 in beginsel bestaan uit een gelijkrichter GL, een condensator C, een versterker V^, een weerstand W en de potentiometer P^. Bovendien is in plaats van het gegevensbewerkende toestel 1X3, op de uitgang 13 van de drempelwaardeschakelaar SW via de signaalleiding 14 een andere volgens de multiplexwerkwijze werkende meetplaats-overschakelaar AM2 15 aangesloten, met de uitgangen waarvan via tussengeheugens SP^-SP^, resp. de sluitmagneten SM^-SM^ zijn verbonden. Deze andere meetplaats-overschakelaar AM^ wordt door middel van een ringheller EZ synchroon met de meetplaatsoverschakelaar AM^ door een klakimpuls gestuurd, bedreven.

De klokimpulsbesturing van de twee meetplaatsoverschakelaars AM^ en 20 AM2 vindt eveneens plaats via de keuzeleidingen A,. B-X, die door de doorlopend draaiende ringteller EZ worden verzorgd in de volgorde A B A/B A B/.....De ringteller EZ is uitgevoerd als een van buiten ge stuurde ringteller en voldoet altijd aan de opgave wanneer een klok-impulsfrequentie f2/0,5 x f^ is.

25 Bij deze in figuur 2 weergegeven schakelinrichting is ten gunste van een goedkope vervaardiging afgezien van een snelle evaluatie van de signalen. Deze langzame evaluatie van de van de signaalgevers SG^-SG^ opgevraagde signalen is voordelig en voldoende voor vulmachines, aan de betreffende vulhoogtenauwkeurigheid waarvan minder strenge eisen 30 worden gesteld, en die slechts een klein aantal vulelementen hebben.

De vermelde langzame evaluatie leidt even-wel tot. het opwekken van binaire uitgangssignalen door de drempelwaardeschakelaar SW. Zij komen via de andere meetplaatsoverschakelaar AM2 bij de tussengeheugens SP^-SP^, die een bijbehorende uitgangssignaal, dat de voor de gewenste vul-35 hoogte vereiste bezetting uitdrukt, als schakelsignaal leiden naar de bijbehorende sluitmagneten SM^-SM^.

8300630 -6-

Figuur 3 toont een verdere variant van de schakelinrichting volgens figuur 1. Bij deze variant, bestaan de bij de drempelwaarde^ schakelaar. SW behorende evaluatiemiddelen uit de,, in de ..van de betreffende signaalgever SG^-SG^ naar de.meetplaatsoverschakelaar AM^ gevoerde 5 signaalleiding 15 tussengeschakelde, voor het gelijkrichten en integreren dienende netwerken NW^-NW^, en een op de vanaf de meetplaatsoverschakelaar AM^ naar de drempelwaardeschakelaar. SW geleide signaalleiding 12 aangesloten, voor alle signaalgevers SG^-SG^ gemeenschappelijke ontladingsweerstand EW. Deze evaluatiemiddelen zijn bij deze variant 10 echter niet uitgevoerd voor het vooraf geven van een ingestelde waarde van de vulhoogte. Deze waarde, wordt bijv. in de vorm van een vooraf bepaald aantal door middel van een voor de bijbehorende evaluatiemiddelen toegewezen instelmiddel, bijv. een keuzeschakelaar van het gegevensbewerkende toestel DG, in het gegevensbewerkende toestel gevoerd, en 15 kan bij behoefte in afhankelijkheid van uitwendige parameters,, die rekening houden met de temperatuur van de af te tappen vloeistof, de soort flessen, de vloeistofdruk of de stijgsnelheid van de vloeistof in het vat, worden, veranderd. Behalve de middelen voor het invoeren van ingestelde waarde van de vulhoogte is het gegevensbewerkende toestel DG 20 ook voorzien van middelen voor het vergelijken van. de ingestelde waarde van de vulhoogte met een werkelijke waarde T welke middelen samen met de ontladingsweerstand EW en de drempelwaardeschakelaar SW de gemeenschappelijke evaluatiemiddelen vormen. Deze werkelijke waarde bestaat uit het via de signaalleiding 14 in het gegevensbewerkende toestel DG komende 25 en daarin gedigitaliseerde, door de drempelwaardeschakelaar SW opgewekte uitgangssignaal. Het opgewekte, uitgangssignaal is in. dit. geval aanwezig in de vorm. van een impuls lengte, die de bezettingstoestand van de betreffende opgevraagde signaalgever SG^-SG weergeeft en., zodoende een maat vormt voor de vulhoogte in het vat 10 en tevens een maat voor de stijg-30 snelheid, van de vloeistof nadat deze de signaalgever heeft bereikt. Het resultaat., van de ingestelde.-werkelijke- waardevergelijking wekt in het gegevensbewaerkende toestel DG. met het resultaat overeenkomende bewerkingen op, die bij een voldoende bezetting van de signaalgever SG^-SG^ leiden tot uitvoer van schakelsignalen door de uitvoerbesturing van het 35 gegevensbewerkende toestel DG, welke signalen worden toegeleid naar elk der sluitmagneten SM^-SM^. Voor deze vergelijking met de ingestelde 8300630 • Λ -7- waarde. van vulhoogte kan een aantal, na elkaar opgevraagde signalen van een signaalgever SG^-SG^ worden betrokken en doorlopend van het tijdstip voor toevoer van het voor het verstellen van de vloeistofklep in de sluitstand bepaalde schakelsignaal worden berekend.

5 De schakel inrichting volgens figuur 3. maakt ook een stuur- waarde- en temperatuurvereffening mogelijk. Dit kan bij het aftappen van koolzuurbevattende dranken nodig worden, warneer de af te tappen vloeistof, bijv. op grond van het gebruik van verschillende soorten water met verschillende zoutgehalte bij de drankbereiding, een ver-10 schillende stuurwaarde heeft of bij overschakeling op een andere voor-raadhouder met temperatuurverschillen in de vulmachine komt. Deze verschillen kunnen zodanig aanzienlijk zijn, dat zij niet'in volledige omvang door de bij het vastleggen van de in het gegevensbewerkende toestel gevoerde ingestelde waarde van de vulhoogte mede omvatte ver-15 effeningswaarde, die rekening houdt met de stuur- en temperatuurwaarde- schommelingen, zijn te vereffenen. Het is derhalve zinvol om na het opvragen van het programma, de vereffeningswaarde in een de af te tappen vloeistof aan de vulelementen toevoerende leiding nabij de vulelementen op te nemen en de ingestelde waarde van de vulhoogte te corrigeren.

20 Voor het opnemen van de vereffeningswaarde is volgens figuur 3 een in constructie met de signaalgevers SG^-SG^ overeenkomende signaalgever SGH aangebracht in een toevoerleiding 16 nabij de vulelementen.

Onder de toevoerleiding 16 is elke uitvoering van een vloeistofgeleiding • . te verstaan, bijv. een de vulelementen dragend..ringkanaal. De signaal- 25 gever SCT wordt via een weerstand BH in de vorm van de weerstanden Rj- R mede gevoed door de frequentiegenerator FG., en is door middel van n J· een signaalleiding 17 aangesloten op de meetplaatsoverschakelaar AM^ onder tussenschakeling van een netwerk NWH, dat overeenkomt met de netwerken NW^-NW^. Het signaal, van de door het gegevensbewerkende toestel 30 DG bij opvraag van het programma van de signaalgever SGH opgevraagde vereffeningswaarde komt na het. gelijkrichten en integreren door middel van het netwerk NWH via de meetplaatsoverschakelaar AM^ en de ontla-dingsweerstand EW bij de drempelwaardeschakelaar SW, die een uitgangssignaal opwekt. Dit wordt via. de signaalleiding 14 toegevoerd naar het 35 gegevensbewerkende toestel DG, en daarin gedigitaliseerd en opgeslagen.

Bij opvraag van het programma wordt de opgeslagen vereffeningswaarde be-' 8300630 -8- trokken en bewerkt, voor de correctie van de ingestelde waarde van de vulhoogte. Het is doelmatig om de. vereffeningswaarde bij het begin van elke door het gegevensbewerkende toestel DG uit te voeren opvraagkring-loop te meten, en tot aan het. einde van de opvraagkringloop bij te 5 houden. Bij een verhoogde eis van nauwkeurigheid verdient voor elk van de betreffende signaalgever SG^-SG opgevraagde te bewerken signaal, het opvragen van de betreffende actuele vereffeningswaarde.

In afwijking van het hiervoor beschrevene kan de signaalgever SGH worden gevoed door een eigen frequentiegenerator, en ook 10 direkt zijn aangesloten op de niet af geheelde invoerbesturing van het gegevensbewerkende toestel DG, Hij kan zich ook. onderscheiden van de constructie-van de signaalgevers SG^-SG^.

De uitvoering van de werkwijze volgens de uitvinding onafhankelijk van de daartoe benodigde inrichtingen, zoals multiplexeer-15 organen, versterker, enz., is niet gebonden aan de soort van de signaalgever resp. de meettaster, en is alleen voor het eenvoudigste geval afgeheeld. Als signaalgever kunnen behalve de hiervoor vermelde, volgens de stuurwaardewerkwijze werkende stuurwaardesondes voor de signaalgevers SG^-SG^ en SGH, bijv. volgens de reaktiewarmtewerkwijze volgens 20 het optische of een soortgelijk beginsel werkende signaalgevers voor de vulelementen voor het aftasten van de momentele vulhoogte in de te vullen vaten en voor de signaalgevers in een, de af te tappen vloeistof aan de vulelementen toevoerende leiding, toepassing vinden.

8300630

Claims (16)

1. Werkwijze voor het sturen van de vulelementen van een vulmachine voor het aftappen, van vloeistoffen in vaten onder toepassing van een elektromagnetische bedieningsinrichting voor de vloeistofklep 5 van elk vulelement/ waarbij een op de in het vul vat tot- een voorafbepaalde vulhoogte stijgende vloeistof aansprekende signaalgever is aangebracht, welke het de bezettingstoestand. weergevende signaal na plaatsgevonden hebbend opvragen door een gegevensbewerkend toestel onder het mede betrekken van een ingestelde waarde van de vulhoogte wordt geevalueerd 10 en na bewerking tot een schakelsignaal wordt geleid naar de bedieningsinrichting voor het verstellen van de vloeistofklep in de sluifstand, met het kenmerk, dat de, de bezettingstoestand weergevende opgevraagde signalen, van de signaalgevers (SG^-SG^) elk' door gemeenschappelijke middelen (VS, SW, EW, SW, DG) voor alle signaalgevers worden geevalueerd 15 en daarbij worden geleid naar een drempelwaardeschakelaar (SW), die een de bezettingstoestand van de opgevraagde signaalgever weergevend uitgangssignaal opwekt.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een wisselstroomgrootheid wordt voorzien voor het evalueren, van de opge- 20 vraagde signalen.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met. het kenmerk, dat als wisselstroomgrootheid de amplitude wordt voorzien.

4. Werkwijze volgens de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat voor het evalueren van het opgevraagde signaal door een vanaf het 25 gegevensbewerkende toestel (DG) met klokimpuls gestuurde meetplaats- overschakelaar (AM^) wordt toegevoerd aan een vergelijking met een voor alle signaalgevers (SG,-SG ) voorafbepaalde instelbare ingestelde waarde in van de vulhoogte, en het uitkomstsignaal van de vergelijking wordt geleid naar de drempelwaardeschakelaar (SW), die een de bezettingstoestand 30 weergevend binair uitgangssignaal opwekt.

5. Werkwijze volgens conclusie 4, met. het. kenmerk, dat de voorafbepaalde ingestelde waarde van de vulhoogte wordt ingesteld door middel van een potentiometer (P^).

6. Werkwijze volgens de conclusies 1 en 3, met het kenmerk, 35 dat voor het evalueren het opgevraagde signaal wordt gelijkgericht en geïntegreerd en door middel van een meetplaatsoverschakelaar (AM^) wordt geleid naar een voor· alle signaalgevers (SG^-SG^) gemeenschappelijke 8300630 -10- ontladingsweerstand (EW) alsmede de drempelwaardeschakelaar (SW) voor het opwekken van een uitgangssignaal, waarvan de impuls lengte de bezet-tingstoestand weergeeft van de signaalgever, waarbij het betreffende uitgangssignaal in het· gegevensbewerkende toestel (DG), wordt gedigita-5 liseerd en bij de bewerking een. vergelijking wordt toegevoerd met.een voor alle signaalgevers gemeenschappelijke voorafbepaalde ingestelde waarde van de vulhoogte.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk,dat voor de vergelijking met de ingestèlde waarde van de vulhoogte een aan-10 tal op elkaar volgende opgevraagde signalen van een signaalgever wordt betrokken en doorlopend het tijdstip voor het leiden van het voor het verstellen van de vloeistofklep in de sïuitstand bestemde schakelsig-naal wordt berekend.

8. Werkwijze volgens conclusie. 6, met het kenmerk, dat bij 15 het vastleggen van de ingestèlde waarde van de vulhoogte, rekening wordt gehouden met een vereffeningswaarde voor het vereffenen, van stuurwaarde-en temperatuurveranderingen, welke vereffeningswaarde. met een in een de af te tappen vloeistof aan.de vulelementen toevoerende leiding (16) opgenomen, gedigitaliseerde, opgeslagen en ter correctie van de inge-20 stelde waarde van de vulhoogte wordt bewerkt.

9. Werkwijze volgens conclusie 8, met. het kenmerk, dat de vereffeningswaarde bij het begin van elke opvraagkringloop -wordt gesmeten, en tot aan het einde van de opvraagkringloop wordt behouden, en bij een verhoogde eis van nauwkeurigheid voor elke meetplaats de actuele 25 vereffeningswaarde wordt opgevraagd.

10. Werkwijze volgens de conclusies 1-9, met het kenmerk, dat als signaalgevers (SG^-SG^. en SGH) voor de vulelementen en. de toevoer-leïding, in constructiegelijke sondes worden gebruikt.

11. Schakelinrichting voor het uitvoeren van de werkwijze 30 voor het sturen van de vulelementen van een vulmachine volgens de aanhef van conclusie 1, met het kenmerk, dat de door een frequentiegenerator (FGj) gevoede signaalgevers (SG^-SG^) van de vulelementen via een door het gegevensbewerkende toestel (DG) met een klokimpuls gestuurde meet-plaatsoverschakelaar (AM^.) aansluit op een enkele, van bijbeho-rende 35 evaluatiemiddelen (VS, NW^ - NWn, EW, DG) voorziene, drempelwaardeschakelaar (SW) , waarvan de uitgang (13) is verbonden met het gegevensbewerkende 8300630 -11- toestel (DG) .

12. Schakelinrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de bij de. drempelwaardeschakelaar (SW).behorende evaluatiemiddelen (VS) zijn geschakeld in de vanaf de uitgang (11) van de meetplaats- 5 overschakelaar (AM^) naar de drempelwaardeschakelaar (SW) voerende signaalleiding (12), en een voor het instellen van de ingestelde waarde van de vulhoogte dienende potentiometer (P^J hebben, die 'is aangesloten op de, de signaalgevers (SG^-SG^) voedende frequentiegenerator (FG^).

13. Schakelinrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, 10 dat de bijbehorende evaluatiemiddelen (VS) bestaan uit een, een actieve gelijkrichterschakeling omvattende vergelijkingstrap.

14. Schakelinrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, . dat de bij de drempelwaardeschakelaar (SW) behorende evaluatiemiddelen elk bestaan uit een voor het gelijkrichten en integreren dienend net- 15 werk (NW.-NW ) voor elk van een signaalgever (SG.-SG ) naar de meet-1 n ï n plaatsoverschakelaar (AM^) voerende signaalleiding (15), een voor alle signaalgevers (SG^-SG^) gemeenschappelijke ontladingsweerstand (EW), die is aangesloten op de van de uitgang (11) van de meetplaatsoverscha-kelaar (AM^) naar de drempelwaardeschakelaar (SW) gevoerde signaallei-20 ding (12), alsmede een voor alle signaalgevers (SG^-SG^) gemeenschappelijke, voor de instelling van de ingestelde waarde van de vulhoogte dienende, bij het gegevensbewerkingstoestel (DG), behorende instelmiddelen.

15. Schakelinrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat voor het vereffenen aanvullend bij de signaalgevers (SG^-SG^) 25 van de vulelementen, een in de vloeistoftoevoerleiding (16) naar de vulelementen aangebrachte signaalgever (RGH) is voorzien, die onder tussenschakeling van een netwerk (NWH) is verbonden met de. meetplaats-overschakelaar (AM^), die weer met de ontladingsweerstand (EW) en de drempelwaardeschakelaar (SW) is aangesloten op het gegevensbewerkende 30 toestel (DG).

16. Schakelinrichting volgens een der conclusies 11-15, gekenmerkt door de toepassing van capacitieve, volgens de warmtereaktiewerk-wijze, volgens de stuurwaardewerkwijze, volgens het optische of een soortgelijk beginsel werkende signaalgevers (SG^-SG^; SGH) voor de vulelementen 35 voor het aftasten van de momentele vulhoogte in de te vullen vaten en voor de toevoerleiding (16) voor het vaststellen van het aanwezig zijn van vloeistof. 8300630