NL8300551A - Ondersteuningsmechanisme voor een audioinrichting in een auto. - Google Patents

Description

* <* V.O.4575

Ondersteuningsmechanisme voor een audioinrichting in een auto.

De uitvinding heeft betrekking op een mechanisme voor het ondersteunen van een audioinrichting van een auto, zoals een autoradio, een autostereoinstallatie, enz.

Audioinrichtingen ten gebruike in auto’s, zoals bijvoorbeeld een 5 autoradio, een autostereoinstallatie, bevinden zich zodanig achter een instrumentenpaneel van een auto, dat slechts een bedieningspaneel, dat aan de voorzijde van de audioinrichting aanwezig is, via een in het in-strumentenpaneel gevormde opening toegankelijk is.

Om een dergelijke audioinrichting te monteren, is tot nu toe ge-10 bruik gemaakt van een mechanisme, als aangegeven in fig. 1. Een auto- audioinrichting 1 is voorzien van een bedieningspaneel 2, dat kleiner is dan de voorzijde van de audioinrichting 1 en steekt aan de voorzijde van de audioinrichting 1 naar voren uit. Het bedieningspaneel 2 wordt in een opening 4, die in een instrumentenpaneel 3 aanwezig is, zodanig inge-15 bracht, dat het bedieningspaneel 2 aan de voorzijde van het instrumenten-paneel 3 uitsteekt en het voorvlak van de audioinrichting 1 om hét bedieningspaneel 2 contact maakt met het achtervlak van het instrumentenpaneel 3. Daarna wordt een plaat 5 om het uitstekend gedeelte van het bedieningspaneel 3 gebracht om het instrumentenpaneel 3 tussen de plaat 20 5 en de audioinrichting 1 te brengen. In deze toestand worden de plaat 5 en de audioinrichting 1 door. schroeven 6 tegen elkaar gedrukt, waardoor de audioinrichting 1 aan het instrumentenpaneel 3 wordt bevestigd.

Bij het gebruikelijke mechanisme moet de audioinrichting evenwel vanaf de achterzijde van het instrumentenpaneel 3 worden gemonteerd omdat de 25 opening 4 van het instrumentenpaneel 3 kleiner is dan de voorzijde van de audioinrichting teneinde het inbrengen van het bedieningspaneel 2 mogelijk te maken. Derhalve is de montage bijzonder lastig. Verder moet aangezien vele andere instrumenten eveneens achter het in struinentenpaneel zijn gemonteerd, de audioinrichting worden bevestigd voordat deze 30 andere instrumenten worden gemonteerd of het is noodzakelijk ruimte te reserveren om een inbrengen van de audioinrichting mogelijk te maken. Eerstgenoemde methode maakt het monteren van de audioinrichting niet mogelijk nadat de andere instrumenten zijn. bevestigd en beperkt derhalve het montageproces, terwijl de laatstgenoemde methode het onmogelijk maakt 35 een aantal inrichtingen en instrumenten in een beperkte ruimte achter 8300551 -2- het instrumentenpaneel te monteren.

De uitvinding beoogt derhalve de bovengenoemde bezwaren, die zich bij de bekende inrichting voordoen, te elimineren door te voorzien in een mechanisme om een audioinrichting voor een auto te monteren, waar-5 bij de audioinrichting vanaf de voorzijde naar de achterzijde van het instrumentenpaneel kan worden · ingebracht en achter het instrumentenpaneel kan worden bevestigd.

Daartoe..is .het instrumentenpaneel van een auto voorzien van een opening welke zo groot is, dat het hoofdlichaam van een audioinrichting 10 deze opening kan passeren. Armen met delen, die met het voorvlak van het instrumentenpaneel samenwerken, zijn aan de omtrek van het voorvlak van het instrumentenpaneel van de audioinrichting bevestigd. Aantrekonder-delen, die met de armen zijn gekoppeld, bezitten delen, die met de achterzijde van het instrumentenpaneel samenwerken. Daardoor vangen na 15 het inbrengen van de audioinrichting vanaf de voorzijde naar de achterzijde van het instrumentenpaneel de armen en de aantrekonderdelen het instrumentenpaneel op een stevige wijze in teneinde daardoor de audioinrichting aan het instrumentenpaneel te bevestigen.

De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder ver-20 wijzing naar de tekening. Daarbij toont: fig. 1 een perspectivisch-aanzicht van een voorbeeld van een bekend mechanisme voor het monteren van een audioinrichting in een auto; fig. 2 en 3 perspectivische aanzichten van een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, waarbij fig. 2 de toestand toont waarin de armen 25 zijn gemonteerd, en fig. 3 de toestand toont, waarin de aantrekonderdelen zijn gemonteerd; en fig. 4 een perspectivisch aanzicht van de toestand waarbij de aantrekonderdelen bij een tweede uitvoeringsvorm zijn gemonteerd.

De uitvinding zal hierna meer gedetailleerd worden beschreven voor 30 een voorkeursuitvoeringsvorm en wel onder verwijzing naar de figuren 2 en 3.

Een bedieningspaneel 12 is aanwezig op een voorvlak van een hoofdlichaam 11 van een audioinrichting voor een auto en wel op een wijze, waarop dit uit dit genoemde vlak uitsteekt. Het bedieningspaneel 12 is 35 smaller dan het hoofdlichaam 11. De beide uiteinden van het voorvlak van het hoofdlichaam 11, die zich aan beide zijden van het bedieningspaneel 8300551 ...........

, * · - 3- 12 bevinden, dienen als armondersteuningsgedeelten 13. De armondersteu-ningsgedeelten 13 zijn voorzien van schroef gaten 14 om de armen onder gebruik van schroeven te bevestigen.

Een instrumentenpaneel 15, dat in een. auto aanwezig is, bezit een 5 opening 16, welke zo groot is, dat het hoofdlichaam 11 juist in deze opening kan worden ingebracht.

Armen 17 worden aan de rechtse en linkse steungedeelten 13 bevestigd door de schroeven IS in de schroefgaten 14 te brengen. Bij de boven- en onderranden en'bi j* -de: ;Zijran d,weIke op een afstand ligt van het 10 bedieningspaneel van elke arm 17, zijn omgezette delen 19 en 20 gevormd, die in zijn geheel een L-configuratie hebben waarvan de uiteinden rechthoekig zijn omgebogen. De gebogen einden van de onderdelen 19 en 20 zijn zodanig gevormd, dat zij zich vanaf de bovenste, onderste en zijdelingse einden van het hoofdlichaam 11 uitstrekken en met het voorvlak van het 15 instrumentenpaneel langs de opening 16 samenwerken. De onderdelen 19 bij de zijrand van elk steun 17 bevinden zich op een afstand van elkaar, waardoor daartussen een spleet 21 aanwezig is om het mogelijk te maken een aantrekonderdeel, dat later zal worden.beschreven, via de spleet 21 in te brengen. De bovenste en onderste onderdelen 20 zijn elk zodanig 20 gevormd, dat aan beide zijden van het onderdeel 20 spleten 22 overblijven teneinde het inbrengen van nog een aantrekkingsonderdeel via de spleten 22 mogelijk te maken. De arm 17 is voorts voorzien van een doorgaande opening 23.

Het hoofdlichaam 11 van de audioinrichting, die de armen 17 aan 25 beide zijden van het bedieningspaneel 12 bezit, wordt vanaf de voorzijde naar de achterzijde van het instrumentenpaneel via de opening 16 ingébracht. Zoals aangegeven in fig. 3,. werken de omgebogen einden van de onderdelen 19 en 20 van de armen 17 met.het voorvlak van het instrumentenpaneel 15 langs de opening 16 samen. Derhalve wordt een te ver in-30 brengen belet en wordt het hoofdlichaam 11 zodanig ondersteund, dat dit lichaam niet achter het instrumentenpaneel 15 valt.

Het op deze wijze via de opening 16 ingebrachte hoofdlichaam 11 wordt bevestigd door aantrekonderdelen 24. De aantrekonderdelen 24 zijn voor de armen 17, die op het hoofdlichaam 11 zijn gemonteerd, gekoppeld.

35 Elk aantrekonderdeel 24 omvat een tong 25, die zich in zijdelingse richting naar buiten uitstrekt en door de spleet 21 steekt teneinde contact 8300551 -4- te maken met het achtervlak van het instrumentenpaneel 15 langs de opening 16. Het aantrekonderdeel 24 is in het midden daarvan voorts voorzien van een van schroefdraad voorziene opening 26 om daarin vanaf de voorzijde naar de achterzijde· van het aantrekonderdeel een schroef 27 in te 5 brengen. Het eind van de schroef 27 strekt zich door de doorgaande opening 23, die in het midden van de steun 17 is gevormd uit en stuit tegen het voorvlak van het hoofdlichaam 11. Bij een rotatie van de schroef 27 wordt het aantrekonderdeel 24 naar voren verschoven tengevolge van de samenwerking tussen de schroef 27 en de van schroefdraad voorziene ope-10 ningen 26, zodat de tong 25 in drukcontact komt met het achtervlak van het instrumentenpaneel 15. Derhalve wordt het instrumentenpaneel 15 vanaf de voorzijde aangetrokken door de uiteinden van de onderdelen 19 en 20, die met het voorvlak van. het instrumentenpaneel 15 samenwerken en vanaf de achterzijde door de tong 25 van het aantrekonderdeel 24, -welke met het 15 acntervlak van hèt instrumentenpaneel 15 samenwerkt. Op deze wijze wordt het hoofdlichaam 11 stevig aan het instrumentenpaneel 15 bevestigd.

In dit geval worden de onderdelen 19 en 20 van de armen 17 en het aantrekonderdeel 24, welke aan het voorvlak van het instrumentenpaneel 15 om het bedieningspaneel 12 vrij liggen, bedekt door een plaat, die om het 20 uitstekende gedeelte van het bedieningspaneel 12 wordt gemonteerd.

Bij deze uitvoeringsvorm is het mogelijk. het hoofdlichaam 11 van de audio inrichting vanaf de voorzijde naar de achterzijde van het instrumentenpaneel 15 in te brengen. In verband hiermede is het niet nodig werktuigen of handen achter het instrumentenpaneel 15 te brengen bij de mon-25 · tage van de: audio inrichting. Dit maakt de montage bijzonder gemakkelijk. Deze constructie, welke het niet nodig, maakt een te grote ruimte te reserveren, welke de afmetingen van de audioinrichting overschrijdt, maakt het mogelijk een groot aantal instrumenten en audioinrichtingen dicht op een klein paneel aan te brengen.. Voorts is.het aangezien slechts de 30 tong 25 van het aantrekonderdeel 24 aanwezig is behalve het hoofdlichaam 11, dat zich achter het instrumentpaneel uitstrekt, mogelijk andere inrichtingen en instrumenten veel dichter bij de audioinrichting op te stellen .

Thans zal een andere uitvoeringsvorm gedetailleerd worden beschre-35 ven. Terwijl bij de eerste uitvoeringsvorm gebruik wordt gemaakt van aan-trekonderdelen 24 waarvan de tongen 25 samenwerken met de laterale randen 83 0 0 55 1........... ............. ........

a "* -5- van de opening 16, worden bij deze tweede uitvoeringsvorm aantrekonder-delen gebruikt, welke zijn voorzien van tongen, die met de boven- en de onderranden van de opening 16 samenwerken. De tweede uitvoeringsvorm kan worden gébruikt wanneer andere inrichtingen en instrumenten zich aan 5 · beide zijden van de ruimte voor de audioinrichting bevinden en wel op een zodanige wijze, dat het inbrengen van de lateraal uitstekende tongen van de aantrekonderdelen 24 van de eerste uitvoeringsvorm niet wordt gestoord.

Meer in het bijzonder is elk aantrekonderdeel 24a aan de boven- en 10 onderranden daarvan voorzien van paren tongen 25a, die zich vanuit de respectieve boven- en onderranden naar boven en naar beneden uitstrekken.

De tongen 25a worden in de spleten ter weerszijden van de onderdelen 20 gestoken en achter het instrumentenpaneel 15 gebracht teneinde met de boven- en onderranden van de opening 16 samen te werken. In het midden 15 van elk aantrekonderdeel 24a. bevindt zich een van schroefdraad voorziene opening 26a en wel op dezelfde wijze als bij de eerste uitvoeringsvorm. Wanneer de schroef 27, die in de van schroefdraad voorziene opening 26a is gestoken, wordt geroteerd, wordt het aantrekonderdeel 24a naar voren naar het instrumentenpaneel' 15 verschoven teneinde de randen van de 20 opening 16 vanaf de voorzijde naar de achterzijde daarvan stevig in te vangen met de onderdelen 19 en 20 van de arm 17 en de tongen van het aantrekonderdeel 24a, waardoor het hoofdlichaam 11 van de audioinrichting stevig aan het instrumentenpaneel 15 wordt bevestigd.

Zoals boven is toegelicht, maakt de uitvinding het inbrengen van 25 audioinrichtingen vanaf de voorzijde naar de achterzijde van een instrumentenpaneel mogelijk en.wordt.de montage bijzonder eenvoudig. Voorts is het aangezien achter het instrumentenpaneel slechts ruimte behoeft te zijn voor het doorlaten van een te monteren audioinrichting, mogelijk de audioinrichting en andere instrumenten dicht bij elkaar op 30 het instrumentenpaneel te plaatsen.

8300 55 1 --------------,

Claims (6)

1. Mechanisme voor het monteren van een audioinrichting van een auto gekenmerkt door een instrumentenpaneel van.de auto voorzien van een opening, overeenkomende met de contour van de.audioinrichting, armen, die aan de voorzijde van de audioinrichting moeten worden gemonteerd en voor- 5 zien zijn van. samenwerkingsonderdelen, die. met randen van de opening aan de voorzijde van het .instrumentenpaneel samenwerken, aantrekonderde-len, die aan de voorzijde van de audioinrichting moeten worden gemonteerd en voorzien zijn van tongen, die met randen van de opening aan de achterzijde van het instrumentenpaneel samenwerken, van schroefdraad voorziene 10 openingen , die elk in. het aantrekonderdeel zijn gevormd, en schroeven, die in de van schroefdraad voorziene openingen kunnen worden ingebracht, welke schroeven zodanig zijn opgesteld, dat deze met de uiteinden daarvan tegen het voorvlak van de audioinrichting stuiten en de aantrekonder-delen naar voren verschuiven, zodat de samenwerkingsonderdelen en de 15 tongen de genoemde randen van de opening van het instrumentenpaneel invangen.

2. Mechanisme volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat het bedieningspaneel zich aan de voorzijde van de audioinrichting bevindt en daaruit uitsteekt, welk bedieningspaneel kleiner is dan de genoemde opening, 20 waardoor ruimten, overeenkomende met de armen ten minste tussen de beide laterale uiteinden van. het bedieningspaneel respectievelijk de beide zijranden van de opening overgelaten worden- .

3. Mechanisme volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de armen en de aantrekonderdelen zich in de genoemde ruimten bevinden.

4. Mechanisme volgens conclusie 1 of 3 met het kenmerk, dat elk van de armen is voorzien van eerste en tweede paren L-vormige samenwerkingsonderdelen , waarbij het eerste paar samenwerkingsonderdelen is gevormd op een lateraal uiteinde van de arm met daartussen een spleet, en het tweede paar samenwerkingsonderdelen op middens, van een bovenste uit-30 einde en een onderste uiteinde van de steun is gevormd, waarbij aan beide zijden, van elk samenwerkingsonderdeel spleten overblijven..

5. Mechanisme volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de tongen van de aantrekonderdelen zodanig zijn uitgevoerd, dat deze door de spleten tussen de eerste paren samenwerkingsonderdelen kunnen passeren en achter 83 0 0 5 5 1 ........ ' -----------'........... -7- het instrumentenpaneel langs de opening kunnen worden gepositioneerd.

6. Mechanisme volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de tongen van de aantrekonderdelen zodanig zijn ontworpen, dat deze zich door de spleten aan de beide zijden van de twee paren samenwerkingsonderdelen 5 kunnen uitstrekken en achter het instrumentenpaneel langs de genoemde opening kunnen worden gepositioneerd. 830 0 55 1 -------------- -..........-.......— - --------------