NL8300550A - Inrichting voor het verifieren en optimaal maken van een registratie. - Google Patents

Inrichting voor het verifieren en optimaal maken van een registratie. Download PDF

Info

Publication number
NL8300550A
NL8300550A NL8300550A NL8300550A NL8300550A NL 8300550 A NL8300550 A NL 8300550A NL 8300550 A NL8300550 A NL 8300550A NL 8300550 A NL8300550 A NL 8300550A NL 8300550 A NL8300550 A NL 8300550A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
recording
signal
head
calibration signal
recorded
Prior art date
Application number
NL8300550A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Ampex
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ampex filed Critical Ampex
Publication of NL8300550A publication Critical patent/NL8300550A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B5/00Recording by magnetisation or demagnetisation of a record carrier; Reproducing by magnetic means; Record carriers therefor
    • G11B5/02Recording, reproducing, or erasing methods; Read, write or erase circuits therefor
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B27/00Editing; Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Monitoring; Measuring tape travel
    • G11B27/36Monitoring, i.e. supervising the progress of recording or reproducing
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B5/00Recording by magnetisation or demagnetisation of a record carrier; Reproducing by magnetic means; Record carriers therefor
    • G11B5/008Recording on, or reproducing or erasing from, magnetic tapes, sheets, e.g. cards, or wires
    • G11B5/00813Recording on, or reproducing or erasing from, magnetic tapes, sheets, e.g. cards, or wires magnetic tapes
    • G11B5/00847Recording on, or reproducing or erasing from, magnetic tapes, sheets, e.g. cards, or wires magnetic tapes on transverse tracks
    • G11B5/0086Recording on, or reproducing or erasing from, magnetic tapes, sheets, e.g. cards, or wires magnetic tapes on transverse tracks using cyclically driven heads providing segmented tracks
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B5/00Recording by magnetisation or demagnetisation of a record carrier; Reproducing by magnetic means; Record carriers therefor
    • G11B5/02Recording, reproducing, or erasing methods; Read, write or erase circuits therefor
    • G11B5/027Analogue recording
    • G11B5/035Equalising

Landscapes

  • Adjustment Of The Magnetic Head Position Track Following On Tapes (AREA)
  • Recording Or Reproducing By Magnetic Means (AREA)

Description

« VO 4582
Titel: Inrichting voor het verifiëren en optimaal maken van een registratie.
De uitvinding heeft betrekking op een. werkwijze en inrichting voor het verifiëren en optimaliseren van een registratiewerking en meer in het 5 bijzonder op een werkwijze en inrichting voor het controleren van het weergegeven uitgangssignaal als een functie van het registratie aandrijf-niveau en het continue en automatisch onderhouden van het registratie aandrijf niveau bij een gekozen weergeef uitgangssignaal in een roteerbare - kopregistratie-inrichting, welke is voorzien van een aantal regi-10 stratie - weergeefkoppen.
Een roteerbare - kopregistratie-inrichting is een type inrichting, welke meer in het bijzonder wordt gebruikt op het gebied van de magnetische video-registratie en de klassieke uitvoeringsvorm daarvan omvat een roteerbaar kopstelsel, waarop een aantal registratie - weergeefkoppen is 15 gemonteerd. Het roteerbare kopstelsel bevindt zich op een afstand van een magnetisch bandmedium. Wanneer het stelsel roteert passeren de daarop gemonteerde registratie - weergeefkoppen het magnetische bandmedium, waardoor daarop informatiesporen worden geregistreerd.
Sommige audio registratie inrichtingen met vaste registratiekoppen 20 bezitten stroomafwaartse controlekoppen, die de registratie tijdens de weergave controleren en in wezen de gehele registratie reproduceren.
Bij een roteerbaar kopregistratie-inrichting is het veel lastiger een bepaalde roterende kop met een controlestelsel te volgen. Een methode zou zijn het verschaffen van een twee stel registratie-weergeefkoppen, 25 gemonteerd op een tweede roteerbaar kopstelsel, dat in wezen de gehele registratie zou weergeven. Een dergelijke methode is te duur en onefficiënt om in de praktijk te worden toegepast. Op dit moment bestaan er geen inrichtingen voor het op een economische en doeltreffende wijze controleren van de werking van eên registratieketen of het verschaffen van een conti-30 nue optimalisering van het registratieproces bij een roteerbare - kopregi-stratie—inricht ing.
Derhalve beoogt de uitvinding te voorzien in een werkwijze en inrichting voor het controleren van de werking van de registratieketen en het optimaliseren van het registratieproces in een roteerbare - kopregi-35 stratie-inrichting.
8300550 - - -2- v *
Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een inrichting voor het controleren van de werking van de registratieketen in een roteerbare - kopregistratie-inrichting met een aantal registratiekoppen, die op een roteerbaar kopstelsel zijn gemonteerd, waarbij slechts één 5 vaste weergeefkop nodig is, om de registratiewerking van alle registratiekoppen te controleren, waardoor derhalve de kosten en de ondoelmatigheid van het gébruik van een tweede stel weergeefkoppen, gemonteerd op een tweede roteerbaar kopstelsel voor het uitvoeren van een dergelijke controle wordt geëlimineerd.
10 Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een werk wijze voor het controleren van de werking van de registratieketen bij een roteerbare - kopregistratie-inrichting, waarbij deze werkwijze niet operationeel is wanneer ingangsinformatie in de registratie-inrichtirig wordt geregistreerd en derhalve de registratie van deze ingangsinformatie ' 15 niet stoort of daarmede samenwerkt.
Weer een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een werkwijze en inrichting voor het continue, en automatisch optimaliseren van de registratie werking bij een roteerbare - kopregistratie-inrichting voorzien van een aantal registratiekoppen, waarbij het registratie aandrijf-20 niveau voor elke registratiekop continue wordt onderhouden in een punt van het gekozen weergeef uitgangssignaal voor geldende kop/band omstandigheden.
Een ander oogmerk van de uitvinding is het verschaffen van een 'werkwijze en inrichting voor het continue en automatisch optimaliseren 25 van de werking van de registratieketen bij een roteerbare - kopregistratie-inrichting, waarbij gebruik wordt gemaakt van de bovengenoemde werkwijze en inrichting voor het controleren van de werking van de registratieketen bij een roteerbare - kopregistratie-inrichting.
De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder ver-30 wijzing naar de tekening r daarbij toont:
Figuur 1 schematisch de relatieve oriëntatie van een roteerbaar kopstelsel, een controle kop en een magnetisch bandmedium bij een roteerbare -kopregistratie-inrichting.
Figuur 2. een afbeelding over de lijn II-II van fig. 1.
35 Figuur 3 een afbeelding, overeenkomende met die volgens figuur 2, 8300550 - -3- waarbij het roteerbare kopstelsel in een bewogen positie is weergegeven?
Figuur 4 een blokschema van een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding voor het controleren van de werking van de registratieketen bij een roteerbare - kopregistratie-inrichting; 5 Figuur 5 een tijd diagram behorende bij het blokschema van figuur 4?
Figuur : £·. een variant van het blokschema, weergegeven in figuur 4, voor het verschaffen van een automatische en continue optimalisering van de registratieketen in een roteerbare - kopregistratie-inrichting;
Figuur 7a en 7b tijd diagrammen behorende bij de keten weergegeven 10 in figuur 6?
Figuur 8a-c golfvormen ter toelichting van de werking van gedeelten van de inrichting volgens de uitvinding? en
Figuur 9 een typerende karakteristiek van het weergeef uitgangssignaal versus het registratie-aandrijfniveau.
15 In het kort is de uitvinding gericht op een werkwijze en inrichting voor het controleren van de werking van een registratieketen en een werkwijze en inrichting voor het optimaliseren van het registratieproces in een roteerbare - kopregistratie-inrichting met een aantal registratie koppen.
20 Bij de bovengenoemde methoden en inrichtingen wordt voordeel getrok ken van een gedeelte van een magnetisch bandmedium, dat gewoonlijk als een overlappingsgebied wordt betiteld. Bet overlappingsgebied van het magnetische bandmedium wordt slechts geregistreerd wanneer twee naast elkaar gelegen registratie-weergeefkoppen, waarvan de eerste kop een infor-25 matiegpoor op een zich bewegende magneetband heeft geregistreerd en de tweede kop op het punt staat een dergelijk spoor te registreren, beide in nominaal contact zijn met de zich bewegende magneetband. Normale ingangs-informatie wordt op een spoor van de bewegende magneetband geregistreerd wanneer een individuele registratie-weergeefköp zich over het bandmedium 30 beweegt. Wanneer een registratie - weergeefkop zich boven het overlappingsgebied bevindt, wordt geen nuttige ingangsinformatie op het magnetische bandmedium door één van de koppen doch wel door de andere kop geregistreerd.
Bij de eerste werkwijze volgens de uitvinding wordt het normale ingangskanaal naar één van de registratie - weergeefkoppen afgeschakeld 35 wanneer een registratie - weergeefkop zich boven de overlappingsgebieden 8300550 -4- * van de bewegende magneetband bevindt en wordt aan die kop een calibratie signaal toegevoerd. Het calibratie signaal is bij voorkeur periodiek en heeft een constante amplitude en variërende fase en bezit een golflengte waarvan de waarde is gelegen in het golflengte-waarde gebied van 5 het informatiesignaal. Het. calibratie signaal wordt door elke registratie— weergeefkop op zijn beurt op het bandmedium geregistreerd wanneer de kop het overlappingsgebied passeert, wanneer deze geregistreerde signalen daarna worden bemonsterd of. gedetecteerd, worden zij gebruikt voor het opnieuw opbouwen van een signaal, dat evenredig is met de amplitude van 10 het oorpsronkelijke calibratie signaal, als geregistreerd door die bepaalde registratie - weergeefkop. Een dergelijke reconstructie leidt tot een opgewekt signaal, dat indicatief is voor de werking van de registratie-keten. Het opgewekte signaal wordt toegevoerd aan controle-organen, welke het mogelijk maken, dat het signaal in een inrichtings- of menselijke 15 responsieve vorm wordt gebruikt.. Bij deze werkwijze vindt een continue en automatische verificatie van de werking van de werking van de registratie— keten voor elke registratie - weergeefkop van een roteerbare - kopregistra-tie-inrichting plaats.
Bij: de tweede werkwijze volgens de uitvinding wordt gebruik gemaakt 20 van het bovenbeschreven stelsel. In wezen wordt het. registratie aandrijf'- . niveau van een bepaalde, registratiekop volgens een vooraf bepaald schema gevarieerd, en is dit slechts gedurende de tijd, dat een dergelijke registratiekop· het overlappingsgebied van de bewegende magneetband passeert en daarop het. calibratie. signaal registreert effectief. Het bovenbeschreven 25 ontstaan van opgewekte signalen kan wel worden gebruikt om bepaalde punten van de karakteristieke kromme van het registratie-stelsel te lokaliseren, dat optreedt wanneer het weergeef.uitgangssignaal wordt uitgezet tegen het registratie.aandrijfniveau, en meer in het bijzonder voor het bepalen van het optimale registratie.aandrijfniveau, dat bij een gekozen weergeef-30 uitgangssignaal optreedt bij bepaalde kop/band omstandigheden. Wanneer het gewenste registratie aandrijfniveau voor een bepaalde registratie -weergeefkop wordt bepaald, wordt het registratie.aandrijfniveau tijdens het actieve (informatie) gedeelte van die gang van de kop gelijk gemaakt aan deze waarde. Ondertussen gaat tijdens het calibratie gedeelte van de 35 gang van de kop,, het testen voor het bepalen van de optimale waarde voort.
8300550 - - ‘ -5- * .
Dit proces vindt afzonderlijk en continue voor elke individuele registratie — weergeefkop plaats en leidt tot een continue en automatische optimalisering van het registratie aandrijf niveau voor elke kop.
In de figuren 1-3 vindt men een roteerbaar kopstelsel 10, een mag-5 neetband medium 12, en een controlekop 14. Het roteerbare kopstelsel 10 is voorzien van een aantal registratie - weergeefkoppen 16a-f en. roteert in de door een pijl 18 aangegeven richting. Het magneetband medium 12 bezit een aantal sporen 20a-f, welke zich bij elke volledige omwenteling van het stelsel 10 herhalen en een spoorreeks 22 bepalen. Elk van de 10 sporen 20a-f behoort bij een verschillende kop van de resp. koppen 16a-f.
Een beveiligingsband scheidt elk van de sporen 20a-f om overlapping en overspreken te beletten. Het medium 12 omvat voorts een paar overlappings-gebieden 24a en 24b, welke worden bepaald wanneer twee van de koppen 16a-f zich bij het medium 12 bevinden (fig.3), wanneer het medium 12 15 zich in een richting, als aangegeven door een pijl 26 beweegt. Zoals later zal worden beschreven, bezit de controlekop 14 een spleet 28, die loodrecht op de sporen 20a-f is georiënteerd in plaats van loodrecht op de band beweging, hetgeen normaal is voor een vaste kop.
Elk van de koppen 16a-f registreert in of geeft weer uit één van 20 de bijbehorende sporen 20a-f. Ofschoon het in figuur 1-3 af geheelde voorbeeld een dwarsroteerbaar kopstelsel 10 toont, zijn de principes van de uitvinding ook van toepassing op een roteerbare - kopregistratie inrichting, waarbij de kop niet dwars op het medium 12 behoeft te worden georiënteerd, waarbij een aantal schroefvormige banen op het bandmedium 12 wordt bepaald.
25 Het is duidelijk, indien schroefvormige sporen worden gevormd de oriëntatie van de controlekop 14 op een soortgelijke wijze wordt gemodificeerd.
In figuur 4 vindt men een informatiebron 30, een calibratie signaal-generator 32, een fase verschuivingsorgaan 34, een eerste stel schakelaars S 1-6, een tweede stel. schakelaars S 7-12, een aantal, registratie-aandrijf-30 versterkers 36a-f, weergeeforganen 38, een vermenigvuldiger 40, een aantal steekproef- en vasthoudketens 42a-f en controle organen 44. Elk van de steekproef- en vasthoudketens 42a-f omvat een schakelaar S 13-18, een weerstand 46a-f, een condensator 48a-f en een bufferversterker 50a-f.
Elk van de versterkers 36a-f en elke steekproef — en vasthoudketen 35 42a-f behoren bij een verschillende kop van de registratie - weergeefkop- 8300550 ' -6- V * pen 16a-f. De informatiebron 30 voert electrische informatie aan elk van de schakelaarsS 1-6 toe* De schakelaar S 1-6 worden sequentieel gesloten om deze electrische informatie aan versterkers 36a-f bij elk van de registratie - weergeef koppen 16 a-f, welke het medium 12 passeren 5 (fig* 1-3) toe te voeren. De calibratie signaal-generator 32 wekt een calibratiesignaal met constante amplitude en frequentie op en voert dit signaal toe aan de fase verschuivingsorganen 34. Zoals later zal worden beschreven, veranderen de fase verschuivingsorganen 34 de fase van het calibratiesignaal periodiek. Het in fase verschoven calibratie signaal 10 uit de fase verschuivingsorganen 34 wordt toegevoerd aan elk van het tweede stel schakelaars S 7-12. Elk van het tweede stel schakelaars S 7-12 schakelt het calibratiesignaal naar een verschillende versterker van de versterkers 36a-f wanneer de bijbehorende kop van de registratie - weer-geefkoppen 16a-f het overlappingsgebied 24a passeert. Derhalve zal wan-15 neer een registratie - weergeefkop 16a-f he^b,medium 12 passeert, de kop of informatie .. inlezen of informatie uitlezen van het bijbehorende spoor van de sporen 20a-f tussen de overlappingsgebieden 24a en b. Onmiddellijk na het registratie van de informatie, registreert elk van de registratie -weergeefkoppen het calibratie signaal in het overlappingsgebied 24b in 20 het resp. spoor van de sporen. 20a-f. Bij het uitlezen van informatie uit de sporen 20a-f, wekt elke registratie — weergeefkop 16a-f een electrisch signaal op, dat aan de weergeeforganen. 38 moet worden toegevoerd. De registratie- en uitleeshandelingen van de registratie - weergeefkoppen 16a-f worden bepaald door een (niet afgeheelde) normale besturingsketen, die 25 op een selectieve wijze de informatiebron 30 of de weergeeforganen 38 activeert.
De- controlekop 14, welke zich bij het overlappingsgebied 24b bevindt, wekt een electrisch signaal op, bepaald door het calibratie signaal, dat in het overlappingsgebied 24b is geregistreerd. Dit electrische signaal 30 wordt toegevoerd aan de vermenigvuldiger 40, die het electrische signaal omzet in een tweede electrisch signaal, bepaald door de niet-gerichte scalaire waarde van het eerste signaal. Het tweede signaal wordt toegevoerd aan elk van de steekproef- en vasthoudketens 42a-f. Het derde stel schakelaars S 13-18 van elke steekproef- en vasthoudketen 42a-f sluit, 35 wanneer de controlekop 14 één van de sporen 20a-f, bepaald door een bijbe- 8300550 —7— Λ Λ horende kop van de registratie - weergeefkoppen 16a-f passeert. De RC-tijdconstanten, bepaald door elke weerstand 46a-f en elke condensator 48a-f worden zodanig gekozen, dat wordt voorzien in een middelingsfunctie van -het tweede signaal, dat aan elk van de steekproef- en vasthoudketens 5 42a-f wordt toegevoerd. Het gemiddelde signaal, dat op elke condensator 48a-f wordt opgeslagen, wordt via elke bufferversterker 50a-£ aan de controle-organen 44 toegevoerd. De controle .organen 44 gebruiken het gemiddelde signaal in een menselijke of voor een inrichting responsieve vorm.
Onder verwijzing naar 5 zal thans de werking van de keten, welke onder verwijzing naar figuur 4 is beschreven, meer uitvoerig worden toegelicht.
Figuur 5 toont een tijd diagram 52. De reeks handelingen van het eerste stel schakelaars S 1-6 vindt men op lijn 54, de reeks handelingen 15 van het tweede stel schakelaars S 7-12 op de tweede lijn 56 en dé reeks handelingen van het derde stel schakelaars S 13-17 bij de derde lijn 58.
Lijn 54 geeft aan, dat elk van de schakelaars S 1-6 sequentieel éénmaal tijdens elke volledige rotatie van het roteerbare kopstelsel 10 wordt gesloten, zodat informatie uit de informatiebron 30 continue aan één van 20 de registratie - weergeefkoppen 16a-f wordt toegevoerd. Lijn 56 geeft aan, dat onmiddelijk nadat elk van de registratie - weergeefkoppen 16a-f informatie heeft geregistreerd, deze registratie - weergeefkop een gedeelte van het calibratie signaal in. het overlappingsgebied 24b zal registreren door het sluiten van een juiste schakelaar van het tweede stel scha-25 kelaars S 7-12. De kruislings gearceerde gebieden van de lijn 56 geven aan, dat gedurende deze perioden, alle schakelaars van het tweede stel schakelaars S 7-12 open zijn. De derde lijn 58 geeft aan, dat het derde stel schakelaars S 13-18 achtereenvolgens een ogenblik wordt gesloten voor het weergeven van de gedeelten van het calibratiesignaal, dat in het over-30 lappingsgebied 24b is geregistreerd, uit het respectieve spoor van de . sporen 20a-f.. De lijn 58 toont verder, dat een onbekende tijdvertraging aanwezig is, welke een gevolg is van de bandlooptijd tussen de roteerbare kop en de controlekop, bijvoorbeeld doordat wanneer het spoor 20a wordt geregistreerd bij het sluiten van de schakelaar S 1 en het bijbe-35 behorende overlappingsgebied door het sluiten van de schakelaar S 7 en het 8300550
V V
daarna weergeven daarvan wanneer de schakelaar S 13 wordt gesloten.
Omdat de tijdvertraging tussen de registratie van een calibratie signaal in een bepaald spoor en het daarop volgend detecteren daarvan door de controlekop 14 onbekend is, zijn gebruikelijke middelen nodig 5 om. te identificeren welk signaal met welk spoor overeenkomt. Een mogelijke methode is het periodiek registreren van geen calibratiesignaal in één of meer gekozen sporen en het beginnen met het registreren van het signaal bij een volgend spoor met een vooraf bepaalde registratiekop. Wanneer dit. gebrek aan signaal wordt gedetecteerd zullen de tempeerorganen,. 10 behorende bij de werking van de controleketen volgens de uitvinding, de identiteit van de registratiekop kennen., welke dit volgende spoorsig-naal levert. Daarnaast kan een gebruikelijke fase grendellus of een soortgelijke keten aanwezig zijn om signaal.overgangen in het uitgangssignaal van de controlekop 14 te detecteren, welke overeenkomen, met overgangen 15 tussen naast elkaar gelegen sporen, om te voorzien in een middel voor het bepalen wanneer de controlekop 14 zich boven het midden van een bepaald spoor bevindt.
Het calibratiesignaal heeft bij een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding een frequentie, welke een geheel veelvoud is van de rotatie 20 frequentie van het roterende kopstelsel 10. Na elke volledige rotatie van dit stelsel IQ verschuiven de faseverschuivingsorganen 34 de fase van het calibratiesignaal over een gekozen bedrag nadat elke spoorreeks 22 is geregistreerd. In. dit opzicht kunnen de fase verschuivingingorganen 34 bij een uitvoeringsvorm volgens . de uitvinding voorzien in drie banen 25 voor het calibratiesignaal. De eerste baan wijzigt de fase van het calibratie signaal niet, een tweede baan wijzigt de fase van het calibratiesignaal met 120° en een derde baan wijzigt de fase van het calibratiesignaal met 240? (fig.8) . De fase verandering kan worden uitgevoerd door tijd- en. fase verschuivings versterkers. De omschakeling tussen de banen 30 kan op de tijd. worden betrokken door bijvoorbeeld de schakelaar S 7 te sluiten teneinde de fase van het calibratiesignaal eenmaal bij elke volledige omwenteling van het roteerbare kopstelsel 10 te wijzigen.. Elke gelijke fase verschuivings-afstand is mogelijk zolang als er meer dan twee fase verschuivingen per periode bij de calibratiesignaalfrequentie aanwezig zijn. 35 De controlekop 14 wekt een reeks bipolaire spanningsniveaus op, in 83 0 0 5 5 0 * > - - —9— overeenstemming met de momentale amplitude van het calibratie signaal/ dat in het overlappingsgebied 24b van elk spoor 20a-f is opgesiagen.
Deze reeks spanningsniveaus wordt toegevoerd aan de vermenigvuldiger 40, die elk spanningsniveau met zich zelf vermenigvuldigt teneinde een 5 reeks 'kwadratische spanningsniveaus op te wekken, die nu uni-directioneel ^zijn. Door de spleet 28 van de controlekop 14 loodrecht op de geregistreerde sporen 20a-f en meer in het bijzonder nauwkeurig evenwijdig aan de spleten van de registratie - weergeefkoppen 16a-f te oriënteren, wordt er voor gezorgd, dat een geldige steekproef van het geregistreerde spoor wordt verkregen. Volgens het tijd diagram van figuur 5 en meer in het 10 bijzonder de lijn 58 daarvan,worden de spanningsniveaus toegevoerd aan de steekproef- en vasthoudketens 42a-f, zodat een gedeelte^van de recht-hoeksspanning, welke aanwezig is wanneer één van de sporen 20a-f wordt geregistreerd door een bijbehorende kop van de registratie- - weergeefkoppen 26a-f, onder· de controlekop 14 passeert. De effectieve tijdconstan-15 te van het RC-netwerk, gevormd door de weerstanden 46a-f en de condensatoren 48a-f wordt zodanig gekozen, dat de over elke condensator 48a-f opgeslagen gelijke spanning een afgevlakt gemiddelde is van de individuele metingen van het calibratie signaal, als geregistreerd door de registratie - weergeefkop 16a-f in het bijbehorende spoor 20a-f daarvan.
20 Elke bufferversterker 50a-f wekt aan de uitgang daarvan een signaal op, dat evenredig is met het gemiddelde vermogen van het calibratie signaal, dat door één van de registratie - weergeefkoppen 16a-f behorende bij elke steekproef— en vasthoudketen 42a-f is geregistreerd. De gemiddelde signalen zijn evenredig met het vermogen aangezien de geregistreer-25 de spanningsniveaus door de vermenigvuldiger 40 worden gekwadrateerd.
Het gemiddelde signaal, dat door elke bufferversterker 50a-f wordt opgewekt, kan worden toegevoerd aan controle organen 44, welke van een type controle-inrichting kunnen zijn, dat het gemiddelde signaal in menselijke of voor een inrichting responsieve vorm weergeeft. Zoals 30 later zal worden beschreven, is het gemiddelde signaal, dat eeifunctie is van het geregistreerde niveau (in dit geval evenredig is met het energie niveau) van nut voor het bepalen van een de optimale versterking of het optimale aandrijf niveau van de versterkers 36a-f.
Een simultane optimalisering en verificatie van het registratie-35 proces van elk van de registratie - weergeefkoppen 16a-f geschiedt op de 8300550 v ; - ~ -ίο- - · hierna te beschrijven wijze.
In fig.6 vindt men een variant van de keten volgens figuur 4, welke variant meer in het bijzonder is gericht op de vervanging van de versterkers 36a-f en de steekproef- en vasthoudketens 42a-f met de bijbehorende 5 netwerken, aangegeven, in. figuur 6.
Meer in het bijzonder toont figuur 6 een aantal stèekproef- en vasthoudketen^paren 60a-f, een aantal eerste versterkers 62a-f. met variabele versterking, een aantal tweede versterkers 64a-f met variabele versterking en een aantal differentiaal versterkers 68a-£. Een ingangs-10 signaal I wordt uit het eerste stel schakelaars S 1-6 en het tweede stel schakelaars S 7-12 (fig.4) afgenomen en een uitgangssignaal 0 wordt toegevoerd aan da registratie - weergeefkop 16a-f. Voorts is een terugkoppel— baan vanuit de vermenigvuldiger 40 naar elk steekproef- en vasthoudketen-paar 60a-f aanwezig* Elk steekproef/vasthoudketenpaar 60a-f. bezit een 15 eerste electrische baan, gekoppeld met de inverterende ingang van elke differentiaal versterker 68a-f, en een tweede ketenbaan, welke is gekoppeld, met een niet-inverterende ingang van de differentiaal versterker 68a-f.
De eerste baan van elk, steekproef/vasthoudketenpaar 60a-f omvat een schakelaar S 19-24, een weerstand 70a-f en een condensator 72a-f.. De tweede 20 baan omvat een schakelaar S 25-30, een weerstand 74a-f en een condensator 76a-f. Het uitgangssignaal van elke differentiaalversterker 68a-f wordt toegevoerd aan een ingang met variabele versterking van elk van de eerste versterkers 62a-f met variabele versterking» Een ingangssignaal met variabele versterking van elk van de tweede versterkers 64a-f met variabele 25 versterking wordt aan een eerste spanningsbron V 1 toegevoerd via een aantal · schakelaars S 31-36, een tweede spanningsbron V 2 via resp. schakelaars S 37-42, en aan een spanningsbron V 3 via resp. schakelaars S 43-48. De spanningsbron V 1 levert wanneer deze met de ingang met variabele versterking van de versterker 64a-f met variabele versterking is gekoppeld, •30 een versterking van 0 db in deze versterkers. De spanningsbron V 2 levert, wanneer deze met de ingang met variabele versterking van de versterker 64a-f wordt toegevoerd, bijvoorbeeld in deze versterkers een negatieve versterking van 1,5 db. De spanning V 3 levert wanneer deze aan de variabele - versterkingsingang van de versterker 64a-f wordt toegevoerd, om dit 35 voorbeeld voort te zetten, bij deze versterkers een versterking van 3 dbv 8300550 f * - -. . -11-
Deze versterkingen voor dit voorbeeld worden gekozen uit de representatieve karakteristiek van het weergeef uitgangssignaal versus het registratie aandrijf niveau, als aangegeven in figuur 9f waarbij wanneer het registratie aandrijfniveau overeenkomstig V 2 en V 3 wordt verlaagd en verhoogd, 5 het weergeef uitgangssignaal 2 db ten opzichte van het optimum wordt gereduceerd. Zoals later zal worden beschreven, is het optimale niveau het TTwv? mm voor het weergeven van een calibratie signaal, als geregistreerd in het overlappingsgebied, en behoeft dit niet noodzakelijkerwijs het optimale weergeef uitgangssignaal te zijn voor electrische informatie,.
IQ die door de informatiebron 30 is opgewekt. Het overeenkomstige punt van de karakteristiek volgens figuur 9 voor het optimale niveau van het weergeef uitgangssignaal voor de electrische informatie kan worden bepaald.
De karakteristiek volgens figuur 9 is een kromme waarin de registra-tiestroom als functie van de weergeef spanning is uitgezet. De weergeef 15 vermogens-kromme wordt in wezen gecontroleerd door de controle-organen 44, aangezien de vermenigvuldiger 40 voorziet in een rechthoekspanning, welke evenredig is met het vermogen.
Dit figuur 7a blijkt voorts, dat wanneer elk van de schakelaars S 1-6 achtereenvolgens wordt gesloten, ook de schakelaar S 31 - S 36 resp.
20 sequentieel worden gesloten, als aangegeven bij de lijnen 80 en 86. Derhalve wordt informatie uit de informatiebron 30 steeds aan de registratie -weergeefkop 16a-f met een versterking van 0 db via de resp. versterkers 64a-f toegevoerd. Wanneer evenwel elk van de koppen 16a- 16f het overlap— pingsgebied 24b passeert voor het registreren van het calibratie signaal, 25 sluiten de schakelaars S 37 - S 42 gelijktijdig met de resp. schakelaars S 7-S12, zoals aangegeven bij de lijnen 82 en 88, om het calibratie signaal bij een lager niveau te registreren, waarbij het lagere niveau met 1,5 db wordt verlaagd, als aangegeven in figuur 9. Wanneer de geregistreerde sporen de controlekop 14 passeren, sluiten de schakelaars S 19-S 24 30 voor het opslaan van de gemiddelde spanning op de resp. condensator 72a-£ van een resp. steekproef- en vasthoudketen 60a-f. Er zijn tenminste 3 gangen, doch bij voorkeur meer, waarvan elke registratie- weergeefkop 16a-f over het overlappingsgebied 24b nodig voor het verschaffen van een gemiddelde van het vermogen bij het verlaagde registratie-aandrijfniveau. De lijn 84 35 geeft aan, dat een onbekende tijdvertraging aanwezig is,, zoals boven is 830055Ó .-.- -12- - · beschreven.
Op een soortgelijke wijze wordt/ zoals uit figuur 7b blijkt, het calibratie signaal bij een hoger aandrijfniveau geregistreerd wanneer de schakelaars S 43 - S 48 gelijktijdig met de schakelaars S 7 - S 12 sluiten, 5 als aangegeven bij de lijnen 94 en 100. Ook nu weer sluiten de schakelaars S 31 - S 36 gelijktijdig achtereenvolgens met de resp. schakelaars S 1-S 6, zoals aangegeven bij de lijnen 92 en 98, voor het verschaffen van een versterking van 0 db in de versterker 64 a - f' bij het registreren van informatie. De schakelaarsS 25 S 30 worden gesloten voor het opzamelen 10 van· de gemiddelde, spanningen op de condensator 76a-f bij het hogere aandrijfniveau, waarbij de lijn 96 de bovengenoemde tijdvertraging aangeeft.
indien de registratie-aandrijfniveaus, verschaft door de serie combinatie van de versterkers 62a-f en 64a-f, zich op een ander punt bevinden dan het optimale punt als aangegeven in figuur 9, zullen de ingangssigna-15 len van de resp. differentiaal versterkers 68a-f niet in evenwicht zijn .en zal een spanning worden opgewekt, die evenredig is met een dergelijke evenwichtsverstoring, welke spanning aan de variabele- versterkingsingangen van de resp. versterkers 62a-f met variabele versterking zal worden toege— voérd.
20 Een herhaling van de registratie van het calibratieniveau bij ver laagde en hogere registratie aandrijf niveaus zal voorzien in een gebalanceerd registratie aandrijfniveau en een uitgangssignaal 0 bij elk van de differentiaal versterkers 68a-f.
Het blijkt derhalve, dat de werkwijze en inrichting volgens de 25 uitvinding dient voor het controleren van de werking van elke registratie— keten in een roteerbare - kopregistratie inrichting met een aantal registra-tiekoppen. Voorts wordt voorzien in een werkwijze en inrichting voor het optimaliseren van de werking van een dergelijke registratieketen of al-.ternatief. het stabiliseren van de werking van een dergelijke registratie-30 keten om. een gekozen niveau.
8300550

Claims (24)

1. Werkwijze voor het verifiëren van een registratiewerking van een roteerbare kopregistratie-inrichting gekenmerkt door het tijdens de registratiewerking toevoeren van een gekozen calibratie-signaal aan een roteerbare kop en het daarbij registreren van dit 5 calibratiesignaal op een aangewezen gedeelte van een bijbehorend registratiemedium door het benedenstrooms van de roteerbare kop en nabij het aangewezen gedeelte van het registratiemedium aanbrengen van een vaste kop; en door het met de vaste kop tijdens de registratiewerking detecteren van het geregistreerde calibratiesignaal.
1. Werkwijze voor het mogelijk maken van het controleren van de werking van de registratieketen in een roteerbare - kopregistratie inrichting met een aantal registratiekoppen gekenmerkt door:(a) het opwekken van een periodiek calibratie signaal met variërende fase, (b) het 5 toevoeren van dit calibratie signaal aan één van de registratiekoppen wanneer de registratiekop zich boven een overlappingsgebied van een zich bewegend bandmedium bevindt teneinde te veroorzaken/ dat het calibratie signaal op het overlappingsgebied wordt geregistreerd, (c) het daarna detecteren van een component van het calibratie signaal, dat op het band- ‘ 10 medium is geregistreerd, (d) het omzetten van deze component in een functie van de niet-gerichte scalaire waarde daarvan, (e) het bemonsteren en vasthouden van de waarde van deze functie, (f) het herhalen van de stappen Ca) - (f) gedurende een vooraf bepaalde periode, (g) het verschaffen van een waarde, evenredig met de amplitude van het geregistreerde calibratie '15 signaal uit de bemonsterde en vastgehouden waarden en (h) het afleveren van een signaal, dat evenredig is met de proportionele waarde.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, gekenmerkt door het opwekken van een uitgangssignaal dat evenredig is aan de amplitude van het gedetecteerde signaal.
2. Werkwijze volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de werkwijze wordt toegepast op elk van de registratiekoppen.
3. Werkwijze volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat het opgewekte uitgangssignaal het signaal gedetecteerd door de vaste kop 15 kwadrateert en middelt.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat wanneer één 20 van de registratiekoppen zich boven het overlappingsgebied bevindt, de fase van het calibratie signaal over 120υ ten opzichte van de fase van het calibratie signaal wordt veranderd zoals dit was op het voorafgaande tijdstip, waarop de registratiekop op'deze wijze was gepositioneerd, wordt verschaven.
4. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de kopregistratie-inrichting een aantal op afstand van elkaar geplaatste roterende koppen bezit, en waarbij het calibratiesignaal wordt opgewekt door deze roterende koppen in overlappende gebieden van de betrokken sporen 20 van het registratiemedium.
4. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de funtie van de niet-gerichte scalaire waarde bestaat uit de waarde, verheven tot een natuurlijke macht.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de kopregistratie-inrichting een magneetband recorder is met een dwars verlopende roterende aftast-kop, en waarbij de vaste kop een overdrachtsopening bezit die in hoofdzaak parallel verloopt aan de overdrachtsopening 25 van de roterende aftastkoppen. 545 8300550 V 1« * -0- C-2-J
5. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bemonsterde en vastgehouden waarden worden gemiddeld, waarbij de resulterende geuiiddel- 30 de waarde evenredig met een. functie van de amplitude van het geregistreerde calibratiesignaal.
6. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het toegevoerde calibratiesignaal een aan de roterende kop geleverd informatie-signaal onderbreekt en weer verbindt wanneer de roterende kop nabij het aangewezen gedeelte van het registratiemedium is. 5 7.' Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het calibratie- signaal een periodiek signaal is met een bekende amplitude en frequentie.
6. Werkwijze voor het mogelijk maken van een optimalisering van een registratie aandrijf proces bij een roteerbare - kopregistratie inrichting met een aantal registratiekoppen gekenmerkt door Ca) het opwekken van een 35 periodiek calibratie signaal met variërende fase, (b) het toevoeren van 8300550-------------------------------------------------- · -14- ·» dit calibratie aignaal aan één van de registratiekoppen wanneer de regi-stratiekop zich boven een overlappingsgebied van een zich bewegend band-medium bevindt teneinde te veroorzaken, dat het calibratie signaal op het overlappingsgebied wordt geregistreerd, (c) het daarna detecteren van een 5 component van het geregistreerde calibratiesignaal van uit een punt buiten het bandmedium, (d) het omzetten van deze component in een functie van de niet-gerichte scalaire waarde daarvan, Ce) het bemonsteren en vasthouden van de waarde van deze funtie, (f) het herhalen van de stappen (a) - Cf) gedurende een vooraf bepaalde tijd, (g) het verschaffen van een waarde, 10 evenredig met de amplitude van het geregistreerde calibratiesignaal uit de bemonsterde en vastgehouden waarden, (h) het afleveren van een signaal, dat evenredig is met de proportionele waarde, (i) het variëren van het registratie aandrijfniveau bij één van de registratiekoppen wanneer de registratiekop zich boven het overlappingsgebied bevindt, (j) het detecte-15 ren van het verschil tussen de waarden van de uitgangssignalen, die een gevolg zijn van de variaties in het registratie niveau, (k) het afleiden van een foutmeting uit het gedetecteerde verschil, en (1) het gebruiken van deze foutmeting voor het besturen van de versterking van een versterker, die de registratiekop aandrijft.
7. Werkwijze volgens conclusie 6 met het kenmerk, dat de werkwijze op elk van de registratiekoppen wordt toegepast.
8. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het calibratie-signaal tijdens detectie door de roterende koppen sequentieel wordt bemonsterd in een richting die in hoofdzaak overeenkomt met de breedte 10 van een bijbehorendi registratiespoor van het registratiemedium, teneinde de betrokken signaalmonsters te verkrijgen.
8. Werkwijze volgens conclusie 6 met het kenmerk, dat het registratie aandrijfniveau om een vooraf bepaald punt gedurende een vooraf bepaalde’periode· wordt gevarieerd.
0. Werkwijze volgens conclusie 6 met het kenmerk, dat de foutmeting wordt verkregen door het: gedetecteerde verschil met een vooraf bepaald te verwachten verschil in de waarden van de uitgangssignalen te vergelijken.
9. Werkwijze volgens conclusie 8 gekenmerkt door het opwekken van een uitgangssignaal dat evenredig is aan een gemiddelde macht-waarde van de signaalmonsters.
10. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat alvorens het calibratiesignaal aan elke roterende kop wordt toegevoerd dit calibratie-signaal eerst periodiek in fase wordt verschoven over een fasehoek die ondeelbaar is door 180°C.
10. Werkwijze volgens conclusie 5 met het kenmerk, dat de versterking van de versterker zodanig wordt gewijzigd, dat het registratie aandrijf- 30 niveau van de registratiekop wordt verschoven naar een punt, waarin de foutmeting tot 0 moet worden gereduceerd.
11. Werkwijze volgens conclusie 7 gekenmerkt door het periodiek tijdens 20 opeenvolgende aftastingen van de roterende kop over het registratiemedium afwisselend afnemen en toenemen van de bekende amplitudewaarde van het calibratiesignaal met voorafbepaalde waarden, alvorens het calibratiesignaal aan de roterende kop wordt toegevoerd; en door opslaan van de respectieve uitgangssignaalwaarden die evenredig zijn aan de respectieve 25 amplituden van het gedetecteerde signaal dat geregistreerd is tijdens de afgenomen en toegenomen amplitudewaarden; door het vergelijken van de opgeslagen waarden voor het verkrijgen van een foutsignaal; en door het 8500550 v (-2-) rl met een foutsignaal besturen van de amplitude van een door de roterende kop te registreren informatiesignaal voor het verkrijgen van een optimaal te registreren signaal amplitude.
11. Inrichting ten gebruik bij een roteerbare - kopregistratie-inrichting met een roteerbaar kopstelsel, een aantal registratiekoppen, die radiaal op het stelsel zijn gemonteerd, en een zich bewegend bandmedium, 35 waarbij elke rotatie van het stelsel een cyclus bepaalt, waarbij elk 8300550 ·» » · __ e - --- -15- van de registratiekoppen sequentieel éénmaal gedurende elke cyclus het bandmedium passeren om op het bandmedium een aantal sporen te bepalen, waarbij elk van deze sporen behoort bij een verschillende kop van de registratiekoppen en de sporen gedurende elke cyclus worden herhaald, waarbij 5 het bandmedium verder is voorzien van een overlappingsgebied, dat zich over de sporen uitstrekt, waarbij de inrichting dient voor het controleren van de registratiewerking, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van organen voor het opwekken van een periodiek calibratie signaal met variërende fase, organen voor het toevoeren van het calibratie signaal IQ aan één van de registratiekoppen wanneer deze kop zich operatief bij het overlappingsgebied bevindt gedurende een gekozen aantal, cycli, waardoor de genoemde registratiekop een momentale component van het calibratie-signaal in het overlappingsgebied in elk van de sporen, dat daarbij behoort, gedurende het gekozen aantal cycli registreert, een aantal steek-15 proef- en vasthoudketens, waarbij elk van, deze ketens samenwerkt met een verschillend spoor van de sporen, controle^organen voor het opwekken van een electrisch signaal, dat bepaald wordt uit een niet-gerichte sca-laire waarden van de geregistreerde componenten van het calibratiesignaal = in het genoemde spoor, welk electrisch signaal, wordt toegevoerd aan 20 één van de ketens, behorende bij het genoemde spoor, waarbij de keten een uitgangssignaal opwekt, dat evenredig is met de amplitude van het geregistreerde calibratie signaal.
12* inrichting volgens conclusie 11 met het kenmerk, dat elk van de registratiekoppen een momentale component van het calibratie signaal in 25 elk van de bijbehorende sporen registreert, waarbij het electrische signaal uit alle sporen wordt bepaald en sequentieel aan elk van de ketens wordt toegevoerd bij het controleren van elk van de bijbehorende sporen.
13. Inrichting voor het verifiëren van een registratiewerking in een 5 registratie-inrichting met een roterende magnetische kop gekenmerkt door organen voor het leveren van een gekozen calibratiesignaal; door organen voor het toevoeren van het calibratiesignaal aan een roterende kop voor het registreren van dit calibratiesignaal op een aangewezen gedeelte van een bijbehorend registratiemedium, en door een vaste kop die beneden-10 strooms van de roterende kop en nabij het aangewezen gedeelte van het registratiemedium is gelegen voor het detecteren van het geregistreerde calibratiesignaal.
13. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het o calibratie signaal over een gekozen fasehoek, die niet door 180 kan 30 worden gedeeld, bij elke cyclus wordt verschoven.
14. Inrichting volgens conclusie 13, gekenmekrt door middelen die gekoppeld zijn aan de vaste kop voor het ontvangen van het gedetecteerde 15 signaal en voor het opwekken van een uitgangssignaal dat evenredig is aan een amplitude van het gedetecteerde signaal.
14. Inrichting volgens conclusie 11 met het kenmerk, dat de gekozen fasehoek 120° is.
15. Inrichting volgens conclusie 13 met het kenmerk, dat voorzien is in een aantal roterende magnetische koppen die gemonteerd zijn in een roterende trommel en waarbij elke roterende kop zodanig is aangebracht 20 dat het calibratiesignaal in een overlappend gebied van het registratie medium wordt geregistreerd.
15. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het electrische signaal wordt bepaald uit een integrale macht van de amplitude 35 van de geregistreerde componenten. 8 3 0 0 5 5 0 Ί Ρ · * β , ' ~ -16-' 16. Inrichting volgens conclusie 15 met het kenmerk, dat de integra le macht een kwadraat is.
16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de regi-stratie-inrichting een bandrecorder is met een in dwarsrichting aftastende roterende kop, en waarbij de overdrachtsopening van de vaste kop in 25 hoofdzaak parallel verloopt aan de respectieve overdrachtsopening van de roterende koppen. 8300550 o* —X£> — <r-o
17. Inrichting volgens conclusie 16 met het kenmerk, dat het calibratiesignaal een frequentie bezit die gelijk is aan een geheel aantal malen van de..rötatiefrequentie van de roterende trommel.
17. Inrichting volgens conclusie 11 met het kenmerk, dat het uitgangssignaal van elk van de uitgangsorganen een gemiddelde van het aan 5 elk van de bijbehorende ketens toegevoerde electrische signaal is.
18. Inrichting volgens conclusie 13 gekenmerkt door middelen 5 voor het ontkoppelen van een door de roterende kop op het registratiemedium te registreren införmatiesignaal en voor het koppelen van dit calibratiesignaal op de roterende kop wanneer deze kop nabij het overlappende gebied is.
18. Inrichting volgens conclusie 17 met het kenmerk, dat het electrische signaal wordt bepaald uit een amplitude van de geregistreerde componenten, verheven tot een macht van 2.
19. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het 10 calibratiesignaal een periodiek signaal is met een bekende amplitude en frequentie
19 Inrichting volgens conclusie 18 met het kenmerk, dat het gemiddel-10 de evenredig is met de electrische macht van de componenten van het cali-bratie signaal, die in elk van de sporen zijn geregistreerd.
20. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de middelen voor het ontvangen van het gedetecteerde calibratiesignaal voorzien zijn van een signaalkwadrateerorgaan dat verbonden is met 15 een uitgang van de vaste kop en van een signaalmiddelingsorgaan dat verbonden is aan een uitgang van het signaalkwadrateerorgaan.
20. Inrichting ten gebruike bij een roteerbare - kopregistratie inrichting met een roteerbaar kopstelsel, een aantal registratiekoppen, die radiaal op het stelsel zijn gemonteerd, en een zich bewegend band-15 medium, waarbij elke rotatie van het stelsel een cyclus bepaalt, waarbij elk van de registratiekoppen sequentieel het bandmedium eenmaal tijdens elke cyclus doorloopt en een aantal sporen op het bandmedium bepaalt, waarbij elk van deze sporen samenwerkt met een spleet van een verschillende kop van de registratiekoppen en.de-sporen gedurende elke cyclus 20 worden herhaald, waarbij het bandmedium verder is voorzien van een over-lappingsgebied, dat zich over de sporen uitstrekt, welke inrichting dient ' voor het registreren van de registratiewerking met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van organen voor het opwekken van een periodiek : calibratie signaal met variërende- fase·, organen voor het toevoeren van 25 het calibratiesignaal aan één van. de registratiekoppen wanneer deze kop zich operatief bij het overlappingsgebied bevindt tijdens een gekozen aantal perioden, waardoor de registratiekop een momentele component van het calibratie signaal in het overlappingsgebied registreert in elk van de bijbehorende sporen gedurende het gekozen aantal cycli, en een vaste 30 controlekop met een spleet, die zich bij het overlappingsgebied bevindt, welke spleet evenwijdig aan de spleet van de registratiekop is georiënteerd voor het opwekken, van een electrisch signaal, dat bepaald wordt uit een steekproef van de momentale component, die in het overlappingsgebied is geregistreerd. 83 0 0 5 5 0----------------------------------------— -//- * , . O.4.nr. 8300550 VEREENIGDE OCTROOIBUREAUX Behoort M achrijven a.d. 16 augustus 1983 'SJ3RAVENHAGE (HOLLAND) . Ö/as Γ **““.....'· -] 16AÜG1933 j CONCLUSIES.
21. Inrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de middelen voor het opwekken van het calibratiesignaal voorzien zijn van organen voor het periodiek in fase verschuiven van het calibratie- 20 signaal met gekozen intervallen alvorens het calibratiesignaal wordt toegevoerd aan de roteerbare koppen en waarbij de gekozen fasehoeken niet deelbaar zijn door 180°C.
22. Inrichting volgens conclusie 21 met het kenmerk, dat de gekozen fasehoek in een bepaalde verhouding staat tot 360°.
23. Inrichting volgens conclusie 19 gekenmerkt door signaal variërende organen om de amplitude van het calibratiesignaal periodiek met voorafbepaalde waarde afwisselend af- en toe te laten nemen tijdens "83 0 0 5 5 0 - Jf/-ί-5-J opeenvolgende aftastingen van de roteerbare kop over het registratiemedium, door opslagorganen voor het opslaan van de met de variërende amplituden van het calibxatiesignaal overeenkomende uitgangssignalen; door een vergelijker voor het vergelijken van de opgeslagen uitgangs-5 signalen en voor het leveren van een foutsignaal; en door organen voor het met het foutsignaal besturen van een amplitude van een door de roteerbare kop te registreren informatiesignaal teneinde een optimale signaalamplitude te verkrijgen.
24. Inrichting volgens conclusie 23 met het kenmerk, dat de op-10 slagorganen monster- en houdketens zijn. $300550 • ’ . -/ƒ- VEREENIGDE OCTROOIBUREAUX O.a.nr.8300550 S-GRAVENHAGE (HOLLAND) Behoort bij schrijven d.d. 16 augustus 1983 S/ftH -f] 16AUG \m i i III. Ill M W I i,ju,.,. J WIJZIGINGENBLAD. blz. 5, regel 18; vervang "de band" door "de longitudinale band"; blz. 16, regel 31: vervang "niet gerichte" door "één-richting"; blz. 11, regel 17: vervang "evenredig is met het vermogen" door "in het algemeen dezelfde vorm heeft"; 5 blz. 12, regel 12: voeg toe na "indien" "een van". 545 '13 0 0 5 5 0
NL8300550A 1982-04-16 1983-02-14 Inrichting voor het verifieren en optimaal maken van een registratie. NL8300550A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US36880082A 1982-04-16 1982-04-16
US36880082 1982-04-16

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8300550A true NL8300550A (nl) 1983-11-16

Family

ID=23452792

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8300550A NL8300550A (nl) 1982-04-16 1983-02-14 Inrichting voor het verifieren en optimaal maken van een registratie.

Country Status (6)

Country Link
JP (1) JPS58182178A (nl)
CH (1) CH656705A5 (nl)
DE (1) DE3313780A1 (nl)
FR (1) FR2525375B1 (nl)
GB (1) GB2119557B (nl)
NL (1) NL8300550A (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3529963A1 (de) * 1985-08-22 1987-03-05 Thomson Brandt Gmbh Recorder, insbesondere fuer ein digitalsignal
US4891719A (en) * 1988-10-03 1990-01-02 Datatape Incorporated Fast closure method for a data signal channel
JPH02166670A (ja) * 1988-12-20 1990-06-27 Tokico Ltd 磁気ディスク装置
DE19535089A1 (de) * 1995-09-21 1997-03-27 Thomson Brandt Gmbh Verfahren zur Aufzeichnung von digitalen Signalen auf einem Magnetband in Multilängsspuren sowie Magnetbandaufzeichnungsgerät zur Durchführung des Verfahrens

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3031525A (en) * 1960-01-18 1962-04-24 Ampex Signal display systems
US3225135A (en) * 1960-06-25 1965-12-21 Fuji Telecasting Co Ltd Method and apparatus for monitoring a television tape recording operation
US3369082A (en) * 1964-07-13 1968-02-13 Ampex Control track-monitor system
US3519761A (en) * 1968-03-07 1970-07-07 Ampex Record excitation optimization method and apparatus for rotary head magnetic tape recorders
DE2017692A1 (de) * 1968-06-08 1971-10-28 Fernseh Gmbh Anordnung zur Kontrolle der Aufzeichnung von elektrischen Signalen während der Aufzeichnung auf Magnetspeicher
US3660821A (en) * 1970-06-17 1972-05-02 Burroughs Corp Disc file agc circuit
JPS498327A (nl) * 1972-05-16 1974-01-24
JPS5935084B2 (ja) * 1976-11-08 1984-08-27 日立電子株式会社 記録電流最適化方式
DE2758307A1 (de) * 1977-12-27 1979-07-05 Bosch Gmbh Robert Verfahren und einrichtung zum optimieren der banderregung bei magnetbandgeraeten
GB2055239B (en) * 1979-08-03 1983-03-30 Rca Corp Verification of video recording
US4263625A (en) * 1979-10-19 1981-04-21 Rca Corporation Headwheel servo lock verification with stationary head
JPS56111174A (en) * 1980-02-05 1981-09-02 Mitsubishi Electric Corp Magnetic recording and reproducing device

Also Published As

Publication number Publication date
JPH0373957B2 (nl) 1991-11-25
GB2119557B (en) 1985-06-05
DE3313780C2 (nl) 1989-05-18
FR2525375A1 (fr) 1983-10-21
JPS58182178A (ja) 1983-10-25
CH656705A5 (fr) 1986-07-15
DE3313780A1 (de) 1983-10-27
GB2119557A (en) 1983-11-16
FR2525375B1 (fr) 1992-02-14
GB8310178D0 (en) 1983-05-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4935827A (en) Dynamic head position tracking control for a magnetic tape playback system
KR950006846B1 (ko) 자기 디스크의 결함 검출 방법 및 장치
EP0466329A2 (en) Apparatus for detecting digital data signals in a analog readback signal
US6265868B1 (en) System and method for measuring total track width of a test track in magnetic media
KR960025626A (ko) 헤드의 판독 소자 및 기록 소자간 간격 결정 방법과 데이타 배치시의 조직적 에러 정정 방법 및 자기 서보 기록 방법
US4084201A (en) Magnetic disc, especially a flexible magnetic disc, for track adjustment and amplitude control
US4480274A (en) Record verify and optimize system
KR940000636B1 (ko) 디스크 드라이브에서의 오차신호 검출방법 및 장치, 그리고 그것을 위한 자기 테스트 디스크
NL8300550A (nl) Inrichting voor het verifieren en optimaal maken van een registratie.
US9966100B1 (en) Setting laser current based on modulation level of an optical power sensor measurement
US6166536A (en) System and method for measuring erase band widths on magnetic media
US6522495B1 (en) System, method and program for determining the magnetic center shift within a disk drive system
GB2205679A (en) Testing characteristics of data recorded on magnetic discs
US6842304B2 (en) Measurement of write track width for magnetic tape head
US3402350A (en) Method and product for standardizing tape recording and playback systems
JP2818287B2 (ja) 磁気テープレコーダにおけるトラック追従制御方法
DE10149069B4 (de) Verfahren zum Einstellen eines Zeitpunktes zum Schreiben von Daten und optisches Plattenlaufwerk
KR940022520A (ko) 편심량 측정 장치
JP3950722B2 (ja) 磁気ディスクまたは磁気ヘッドの検査装置および検査方法
US20140269241A1 (en) High sample rate dpes to improve contact detection signal to noise ratio
US20020131187A1 (en) Evaluation system for magnetic disk medium
Cherubini et al. Initial resolution of head position and skew uncertainty in control systems for flangeless tape drives
JP3419526B2 (ja) 磁気抵抗素子ヘッドのベースシフト検査装置
JP3481086B2 (ja) 磁気記録装置の検査方法
JPH10188230A (ja) 磁気抵抗効果型磁気ヘッドの検査方法

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: AMPEX SYSTEMS CORPORATION

BV The patent application has lapsed