NL8204789A - Werkwijze voor het bekleden van gelamineerde oppervlakken. - Google Patents

Description

N.0. 31495 1

Werkwijze voor het bekleden van gelamineerde oppervlakken.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op verbeteringen in werkwijzen voor het bekleden van gelamineerde oppervlakken om deze tegen slijtage bestand te maken»

Een werkwijze voor het bekleden van de oppervlakken van voort-5 brengsels is bekend, welke werkwijze de trappen inhoudt van het voorbereiden van het oppervlak op een gebruikelijke wijze om een door sproeien aangebrachte bekleding van gesmolten metaal te ontvangen, over dit oppervlak een bekleding van roestvrij staal of molybdeen door besproeien aan te brengen voor het verschaffen van een continu en doordringbaar 10 mlcro-gekarteld tussenoppervlak met microscopische uitsteeksels en tussenruimten en tenslotte een bekleding van een niet-klevend middel op het oppervlak aan te brengen en de bekleding te sinteren of te harden f! voor het verschaffen van een stevig gebonden volledige bekleding op de besproeide hard metalen bekleding waardoor een tegen slijtage bestand 15 en niet-klevend uitwendig oppervlak wordt voortgebracht.

Deze werkwijze is niet geheel bevredigend gebleken, aangezien gevonden werd, dat de bestandheld tegen slijtage en het nlet-klevende uitwendige oppervlak beschadigd kunnen worden, waardoor vocht kan penetreren naar het Ijzerhoudende substraat of de fundatie van gietijzer of 20 zacht staal, waarbij corrosie veroorzaakt wordt»

Het nadeel bij het gebruik van geëmailleerde ketels is, dat kle-ving op het inwendige oppervlak plaats heeft. Het emailleringsproces wordt gewoonlijk toegepast op vöörgevormde werkstukken van gietijzer of geperst staal en vereist twee bekledingen die voor hun aanbrenging ver-25 eisen dat de ketel op 800°C wordt verhit.

PTFE wordt thermisch bij temperaturen boven 450eC vernietigd en daarom is een eventueel aanbrengen van PTFE noodzakelijk nadat het aluminium voor het emailleren is aangebracht. Verhitting van gietijzer of zacht staal op 800°C leidt, tenzij het totale voortbrengsel met een on-30 derlaag is bedekt, tot oxydatie van het oppervlak.

Wanneer op het inwendige van de ketel geen onderlaag is aangebracht kan, wanneer het PTFE wordt aangebracht, ten gevolge van de oxydatie een goede hechting niet verkregen worden. Wanneer PTFE wordt aangebracht op een geëmailleerde bovenbekledingslaag wordt een goede hech-35 ting niet verkregen en schilfert de PTFE bekleding snel af. Hetzelfde geldt wanneer PTFE op de onderbekleding wordt aangebracht. Om dit te overwinnen wordt een frit van het glastype aangebracht op de inwendige onderbekleding, dan wordt, wanneer het PTFE is aangebracht, wat enige 8204 789 * ƒ . ' 2 verwarming vereist, wordt een betere hechting verkregen, maar na herhaald afschrikken heeft de frit van het glastype de neiging te verbrijzelen en wordt de PTFE bekleding opgeheven.

Eén oplossing voor het probleem is het door zandstralen verwijde-5 ren van de onderbekleding op het inwendige van het oppervlak om het kale metaal bloot te leggen en daarna op de normale wijze het PTFE aan te brengen. Het nadeel hiervan is, dat de geëmailleerde bekleding waarschijnlijk beschadigd wordt bij het zandstraalproces. De onderlaag bevat siliciumdioxide, dat bij het zandstralen een gevaar voor de gezond-10 heid kan zijn.

Het oogmerk van de uitvinding is een matrix aan te brengen op een onderlaag van glasachtig email en vervolgens de PTFE bekleding aan te brengen, die een uitstekende hechting en een niet-klevend anti-corro-sie-oppervlak geeft. Een stalen matrix heeft het voordeel dat, wanneer 15 het PTFE oppervlak wordt beschadigd, het voorkomt dat water het basismetaal bereikt, dat van gietijzer of geperst zacht staal is, dat bij contact met water roest.

Volgens de uitvinding omvat de werkwijze het aanbrengen van een basisbekleding van glasachtig email met een oppervlakte-afwerking met 20 een ruwheid van 7,5-15 micrometer bij een sintertemperatuur van 600°C -700°C op een basissubstraat door met de vlam op het basisbekledingsop-pervlak een matrixlaag te sproeien van een roestvrij staal of molybdeen en vervolgens te laten koelen, een grondlaag op harsbasis of waterbasis op het roestvrij staal of de molybdeenlaag te sproeien, aan de lucht of 25 in een oven te drogen en opnieuw te laten koelen en tenslotte een bovenbekleding op basis van polytetrafluoretheen (PTFE) of tetrafluor-etheen-polyhexafluorpropeen (TFE/HFP) erop te sproeien en gedurende 20 tot 30 minuten bij een temperatuur van 200°C tot 450°C te bewaren.

De uitvinding zal beschreven worden onder verwijzing naar de bij-30 gevoegde tekeningen:

Fig. 1 is een doorsnedevergroting van een ontvet substraat;

Fig. 2 is een soortgelijke doorsnede na het aanbrengen van een keramische basisbekleding;

Fig. 3 is een soortgelijke doorsnede als die in fig. 2 getoond na 35 het aanbrengen van een roestvrij stalen of molybdeen bekleding over de keramische basisbekleding;

Fig. 4 is een soortgelijke doorsnede als fig. 3 na het aanbrengen van een PTFE bekleding op de roestvrij stalen of molybdeen bekleding.

Een ijzerhoudend substraat _a, zoals getoond in fig. 1, bevat daar-40 op aangebracht een bekleding van een glasachtig email _b keramische ba- 8204789 * . ' 3 sisbekleding, welke frit is aangebracht op één of meer oppervlakken van het ijzerhoudende susbstraat of de fundatie a.

Het glasachtige email t> (frit) heeft een oppervlakte-afwerkings-laag met een ruwheid van ongeveer 7,5-15 micrometer met een sintertemr 5 peratuur van 600eC - 700°C.

Een vlamsproeibekleding van een laag roestvrij staal of molyb-deen £ met een dikte van ongeveer 0,0025 - 0,050 mm wordt aangebracht op de glasachtige emallbekleding 1> (frit) en wordt afgekoeld.

De laag roestvrij staal of molybdeen vormt een ondoordringbaar, 10 micro-gekarteld tussenoppervlak met microscopische uitsteeksels en tussenruimten voor het ontvangen van een bekleding van een grondlaag op harsbasis of waterbasis (niet getoond) aangebracht op het roestvrij stalen oppervlak £, die bij 120eC - 150eC aan de lucht of in de oven wordt gedroogd en vervolgens wordt afgekoeld.

15 Een topbekledlng ji op basis van PTFE of TFE/HFP wordt door sproei en aangebracht op de grondlaag op harsbasis of waterbasis en gedurende 20 tot 30 minuten bij een temperatuur van 200°C tot 450°C bewaard.

De PTFE of TFE/HFP bekleding wordt in de roestvrij stalen laag £ geïmpregneerd en brengt een uitstekende hechting en een hard niet-kle-20 vend oppervlak voort, bestand tegen krassen of slijtage en geeft een langere levensduur aan het voortbrengsel.

De voorziening van de roestvrij stalen laag £ geïmpregneerd met een PTFE of TFE/HFP bekleding £ op een beschermende laag glasachtig email j> (frit) voorkomt bij eventuele beschadiging door slijtage of 25 krassen het laten bereiken van water van het ijzerhoudende substraat £ en het veroorzaken van corrosie daarvan.

♦

Terwijl de uitvinding bestemd is voor toepassing met voortbrengsels op ijzerbasis kan zij voordeel hebben in verband met non-ferro-voortbrengsels.

8204789

Claims (4)

1. Werkwijze .voor het bekleden van gelamineerde oppervlakken om deze tegen slijtage bestand te maken door een ondoordringbare bekleding van roestvrij staal of molybdeen aan een substraat te doen hechten voor 5 het vormen van een continue en ondoordringbare, micro-gekartelde tussenlaag met microscopische uitsteeksels en tussenruimten en een bekleding van niet-klevend materiaal aan te brengen op het tussenoppervlak voor het vormen van een tegen slijtage bestand zijnd niet-klevend oppervlak, met het kenmerk, dat men een basisbekleding van glasachtig 10 email met een oppervlakte-afwerkingslaag met een ruwheid van 7,5-15 micrometer bij een sintertemperatuur van 600°C - 700°C op een basissubstraat aanbrengt, op het basisbekledingsoppervlak door besproeiing met de vlam een matrixlaag van roestvrij staal of molybdeen aanbrengt en vervolgens koelt, door sproeien een grondlaag op harsbasis 15 of waterbasis op de roestvrij stalen laag of molybdeenlaag aanbrengt, aan de lucht of in de oven droogt en opnieuw koelt en tenslotte door besproeien een bovenbekleding aanbrengt van polytetrafluoretheen (PTFE) of tetrafluoretheen-polyhexafluorpropeen (TFE/HFP) en gedurende 20 tot 30 minuten bij 200°C tot 400eC opslaat.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de roest vrij stalen laag of molybdeenlaag geïmpregneerd is met PTFE of TPE/HFP.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat men de roestvrij stalen laag of molybdeenlaag aan de lucht of in de oven bij 25 120°C tot 150°C droogt.

4. Gelamineerd oppervlak verkregen volgens één of meer van de werkwijzen van conclusies 1 tot 3, gekenmerkt door een basissubstraat bekleed met een laag glasachtig email met een oppervlakte-afwerkingslaag met een ruwheid van 7,5-15 micrometer, een matrixlaag van roest- 30 vrij staal of molybdeen op de glasachtige emaillaag en tenslotte een buitenste bekledingslaag op de matrixlaag van PTFE of TFE/HFP. 820 4 78 9