NL8204714A

NL8204714A - Implantaat, alsmede gebitsprothese, verbonden aan een of meer implantaten.

Info

Publication number: NL8204714A
Application number: NL8204714A
Authority: NL
Original assignee: Michael Andreas Ton
Priority date: 1982-12-06
Filing date: 1982-12-06
Publication date: 1984-07-02
Also published as: AU569051B2; AU2337484A; JPS59502136A; US4671768A; EP0127662A1; WO1984002264A1; DE3367514D1; EP0127662B1

Description

NO 315II

- Implantaat, alsmede gebltaprothese, verbonden aan een of meer Implantaten -

De uitvinding heeft betrekking op een implantaat, dat opgebouwd is uit enerzijds een verankeringsgedeelte met een of meer bevestigings-organen ter verankering van het implantaat in het bot en anderzijds een prothesegedeelte, dat bestemd is voor de bevestiging van een 5 gebitsprothese aan het implantaat.

De bekende en tegenwoordig meest toegepaste Implantaten hebben een verankeringsgedeelte van metaal en bezitten de vorm van een plaat, naald of schroef. Bij deze Implantaten berust de verankering op het mechanisch in elkaar grijpen van het geïmplanteerde lichaam en het bot, 10 waarbij in het grensgebied van het bot en het geïmplanteerde lichaam een weefselkapsel wordt gevormd.

Uit de Nederlandse octrooiaanvrage 66.03182 zijn voorts implantaten van keramisch materiaal zoals metaaloxlden, in het bijzonder aluminiumoxide, -silicaten, -carbiden, -borlden, -nitriden, -siliciden 15 of glas bekend. Deze implantaten worden bijvoorbeeld in de vorm van pennen in holle wortels geplaatst.

Na het plaatsen van de bekende implantaten, waarbij het implantaat zich deels in het lichaam (milieu interieur) en deels buiten het lichaam bevindt (milieu exterieur) treden echter in de regel infekties 20 op, aangezlen de overgang van milieu interieur -exterieur een porte d'entrée voor ziekteverwekkende bacteriën en andere ziektekiemen is.

Bij deze porte d'entrée komen de bacteriën e.d. vanuit de mondholte, wat gezien de daarin heersende temperatuur en vochtigheid een Ideale broedplaats voor o.a. bacteriën is, tegen de plasma-stroming in het 25 lichaam binnen. Het lichaam reageert hierop door het op gang brengen van een afweerreaktie, waarbij etter wordt gevormd. Vanwege deze afweer-reakties en de daarbij behorende complikatles gaat helaas normaliter het geplaatste implantaat verloren of dient zelfs verwijderd te worden om een zich gestaag uitbreidende lnfektle te kunnen bezweren.

30 De uitvinding heeft ten doel bovengenoemd bezwaar op te heffen zo dat de overlevingskansen van een ingebracht Implantaat aanzienlijk verbeterd kunnen worden.

Gevonden werd, dat het bovenbeschreven nadeel van de bekende implantaten kan worden opgeheven, wanneer het Implantaat voorzien is van 35 een holte, welke zich uitstrekt van het prothese-gedeelte tot in het verankeringsgedeelte, de wand van het verankeringsgedeelte op een of 8204 71 4 Λ- 2 meerdere plaatsen geperforeerd is en het prothesegedeelte voorzien is van een losneembaar, voor de holte bestemd afsluitorgaan. In deze holle ruimte kan namelijk een medikament zoals een antibioticum worden geplaatst dat door diffusie/osmose via de in de wand van het verankeringsgedeel-5 te aangebrachte perforaties uit de holte van het implantaat zal treden en met de plasma-stroom in de richting van het milieu-interieur -exterieur worden meegevoerd. Er ontstaat derhalve een aanzienlijke concentratie aan antibioticum op de overgang milieu-interieur -exterieur zodat deze porte dfentree voor bacteriën e.d. wordt afgeslo-10 ten. Normaliter wordt een antibioticum met een breed spectrum zoals gentamycine toegepast.

Naast het bovengenoemde voordeel bezitten de implantaten volgens de uitvinding de mogelijkheid om voortdurend momentopnamen te maken van de conditie waarin het betreffende ingebrachte implantaat zich bevindt. 15 Door verwijdering van het losneembare afsluitorgaan kan men een punktie in het implantaat uitvoeren, waarbij via een laboratoriumonderzoek kan worden vastgesteld welke bacteriën/cellen zich in het implantaat bevinden. In het geval van de aanwezigheid van ongewenste bacteriën/cellen in het implantaat, is eventueel door middel van een 20 specifieke modifikatie beïnvloeding mogelijk. Met de implantaten volgens de uitvinding is het derhalve mogelijk voortdurend de conditie van het implantaat te kontroleren en indien nodig,te beïnvloeden. Tevens behoort het tot de mogelijkheden na verloop van tijd, bijvoorbeeld bij de halfjaarlijkse kontrole het in het implantaat aanwezige antibioticum 25 aan te vullen respectievelijk te vervangen, opdat een optimale bescherming van het implantaat gewaarborgd blijft.

Het implantaat volgens de uitvinding wordt bij voorkeur in metaal, bijvoorbeeld in tandheelkundig goud met de samenstelling 65-85% goud,l-4% palladium, 1-10% platina, 10-15% zilver, 0-10% koper en 0-1% zink uitgevoerd. Als in de handel verkrijgbare tandheelkundige goudmetalen worden Degudent-G (98% edelmetaallegering) en Permador genoemd. Daarnaast komen ook andere edelmetaallegeringen in aanmerking. Behalve edelmetaallegerin-gen kunnen bovendien andere inerte legeringen met een goede bestandheid tegen corrosie alsook tegen sterke mechanische belastingen worden toegepast, bijvoorbeeld legeringen op basis van cobalt, chroom, titaan en molybdeen respectievelijk op basis van chroom, cobalt en nikkel.

Het bevestigingsorgaan van het verankeringsgedeelte van het implantaat is met voordeel een schroefdraad van het retinerende type met een grote spoed, welke spoed op die van een mergschroef lijkt.

‘ Het losneembare afsluitorgaan voor de in het implantaat aanwezige 8204 71 4 ·;ίί; J ^ , \ 3k .* holte Is bij voorkeur een schroef dop, die op het vrije uiteinde van het prothesegedeelte van het implantaat kan worden geschroefd. Echter kunnen ook andere afsluitorganen worden gebruikt, welke samenhangen met de later te gebruiken prothese ten behoeve van de rehabilitatie van het onder 5 behandeling zijnde gebit.

De diameter van de perforaties in de wand van het verankeringsgedeel-te van het implantaat volgens de uitvinding dient zodanig te zijn, dat een doorstroming van lichaamsvloeistoffen in voldoende mate kan plaatsvinden.

De diameter respectievelijk hoeveelheid van de perforaties worden echter 10 beperkt door het feit, dat de structurele sterkte van het implantaat nog aanzienlijk dient te zijn in verband met de te verwachten krachten bij het Inbrengen van het implantaat in het bot. Een éénduidige indikatle van de diameter respectievelijk hoeveelheid van de perforaties kan derhalve niet gegeven worden en zal mede afhangen van het betreffende materiaal, waarin 15 het implantaat is uitgevoerd.

Een uitvoeringsvorm van het Implantaat volgens de uitvinding wordt als doorsnede in de lengterichting weergegeven in de bijgaande figuur, waarbij het implantaat van het schroefstifttype (1) dat uit tandheelkundig goud is vervaardigd een holte (4) bevat, welke zich uitstrekt van het 20 prothesegedeelte tot in het verankeringsgedeelte. Het verankeringsgedeelte is voorzien van een schroefdraad (2) van het retlnerende type met grote spoed, welke op die van een mergschroef lijkt. De wand van het holle Implantaat bezit een dikte van ten minste 0,4 mm. Voorts is de wand van het verankeringsgedeelte door één of meer perforaties (5) met een diameter van 25 0,5-1 mm doorboord. Het vrije uiteinde van het prothesegedeelte van het Implantaat is voorzien van schroefdraad ten behoeve van de afsluiting van de holte door middel van een schroefdop (3).

Voorts heeft de uitvinding betrekking op een gebitsprothese zoals een kunsttand, btug of volledig boven- respectievelijk ondergeblt, die aan één 30 of meer van de implantaten volgens de uitvinding is bevestigd en waarbij de holte van het betreffende in het bot ingebrachte implantaat respectievelijk implantaten van een antibioticum is voorzien. Uit tot nu toe opgedane ervaringen is gebleken dat dergelijke gebitsprotheses op basis van de Implantaten volgens de uitvinding een optimale levensduur bezitten.

8204714

Claims

1. Implantaat, opgebouwd uit enerzijds een verankeringsgedeelte met één of meer bevestigingsorganen ter verankering van het implantaat in het bot en anderzijds een prothesegedeelte, dat bestemd is voor de bevestiging van een gebitsprothese aan het implantaat, 5 met het kenmerk, dat het implantaat voorzien is van een holte, welke zich uitstrekt van het prothesegedeelte tot in het verankeringsgedeelte, de wand van het verankeringsgedeelte op één of meerdere plaatsen geperforeerd is en het prothesegedeelte voorzien is van een losneembaar, voor de holte bestemd afsluitorgaan.

2. Implantaat volgens conclusie l,met het kenmerk, dat het implantaat in metaal is uitgevoerd.

3. Implantaat volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het implantaat in tandheelkundig goud of een andere edelmetaallegering is uitgevoerd.

4. Implantaat volgens één of meer der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het bevestigingsorgaan van het verankeringsgedeelte een retinerende schroefdraad is.

5. Implantaat volgens één of meer der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het losneembare afsluitorgaan een 20 schroefdop is, die op het vrije uiteinde van het prothesegedeelte schroefbaar is.

6. Implantaat volgens één of meer der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat het implantaat uit tandheelkundig goud bestaat, de holle ruimte in het implantaat een diameter van 2-2,5 mm 25 de wand van het holle implantaat een dikte van ten minste 0,4 mm en de perforatieopeningen in de wand van het verankeringsgedeelte een diameter van 0,5-1 mm bezitten.

7. Gebitsprothese, verbonden aan één of meerdere implantaten volgens één of meer der conclusies 1-6, waarbij de holte van het 30 implantaat respectievelijk implantaten een medicament bevat. 8204714