NL8203669A - Werkwijze en inrichting voor het balanceren van ronde plaatvormige voorwerpen. - Google Patents

Description

» . * A * PHN 10.447 1 N.V. Philips1 Gloeilairpenfahrieken te Eindhoven Werkwijze en inrichting voor het balanceren van ronde plaatvormige voorwerpen.

De uitvinding betreft een merkwijze voor het balanceren van ronde plaatvormige voorwerpen/ in het bijzonder platen met een uitleesbaar informatiespoor.

Bij de productie van platen welke informatie bevatten die 5 optische of anderszins uitleesbaar is, is het balanceren een zeer belangrijke stap. Eventueel niet of onvoldoende gebalanceerde platen geven problemen bij het afspelen.

Tot nu toe omvatte het balanceren, het op een speciaal meetapparaat vaststellen van de plaats en grootte van de onbalans. Daarna 10 wordt op een aparte machine de plaat zodanig excentrisch opgespannen dat na afdraaien de onbalans is verdwenen. Deze methode is omslachtig en tijdrovend.

De uitvinding beoogt een werkwijze voor het balanceren te verschaffen waarbij in één cpspanning de onbalans grootte en plaats wordt 15 vastgesteld en weggewerkt.

De werkwijze volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat het voorwerp wordt gecentreerd op een, in het vlak van het voorwerp tegen veerkracht in beweegbaar deel, waarna het voorwerp tegen tenminste één contructiedeel wordt geklemd dat met een bepaald toerental wordt aan-20 gedreven, waarna de klemming tussen voorwerp en constructiedeel wordt opgeheven en daarna weer aangelegd, waarna de buitenrand van het voorwerp wordt afgedraaid.

Bij de werkwijze volgens de uitvinding wordt het te balanceren voorwerp, veelal voorzien van een middengat, gecentreerd op het tegen 25 veerkracht in verplaatsbare schijfvormige constructiedeel. Daarna wordt het voorwerp tegen het schijfvormige constructiedeel geklemd en dit laatste met een bepaald toerental aangedreven. Op een bepaald moment wordt het te balanceren voorwerp losgelaten 'waarbij het door zijn onbalans een uitwijking tegen de genoemde veerkracht in zal vertonen.

30 Daarna volgt weer vastklarming en in die positie wordt de buitenrand afgedraaid, zodat de onbalans zal verdwijnen. De stijfheid van het veer-systeem en het toerental worden daarbij zo gekozen dat de onbalans geheel wordt weggewerkt. Dit alles kan in één cpspanning dus snel gebeuren.

8203669

te V

PHN 10.447 . 2 .

De uitvinding betreft verder een inrichting voor het uitvoeren van de hiervoor beschreven werkwijze. Deze inrichting vertoont het kenmerk/ dat een schijf vormig constructiedeel aanwezig is dat roteerbaar in de inrichting is gelagerd en is gekoppeld met een 5 aandrijving, welk constructiedeel is voorzien van een centrale holte waarin vasthoudmiddelen voor een rond plaatvormig voorwerp zijn opgesteld welke coaxiaal zijn met het constructiedeel en tegen veerkracht in verplaatsbaar zijn in het vlak van het schijfvormig constructiedeel, waarbij verder klemmiddelen aanwezig zijn cm een plaatvormig voorwerp tegen het 10 schijfvormig constructiedeel te klemmen, waarbij de inrichting verder snijmiddelen bevat om de buitenrand van het plaatvormig voorwerp af te draaien.

De klemmiddelen voor het tegen het schijf vormige constructiedeel kleumen van het te balanceren voorwerp kunnen op meerdere manieren 15 zijn uitgevoerd.

Bij een verdere gunstige uitvoeringsvorm zijn de klemmiddelen gevormd door een verder schijf vormig constructiedeel dat coaxiaal met het eerstgenoemde schijfvormige constructiedeel in de inrichting is gelagerd en waarbij de beide schijfvormige oppervlakken naar elkaar zijn toege-2 0 keerd en de beide cons tructiedelen in axiale richting van elkaar of en naar elkaar toe beweegbaar zijn.

Bij een verdere gunstige uitvoering zijn de klemmiddelen gevormd door openingen in het oppervlak van het schijfvormige constructiedeel die aansluitbaar zijn op afwisselend een vacuumbron en 25 een persluchtbron.

De vasthoudmiddelen voor het plaatvormige voorwerp zijn bij een gunstige uitvoering gevormd door één of meer relatief dunne verende as resp. assen die is resp. zijn aangebracht in de holte van het schijf vormige constructiedeel en waarvan het uiteinde een kop draagt, 30 welke past in een middengat van het voorwerp.

Aan de hand van de tekening zal de uitvinding nader worden toegelicht.

Figuur 1 toont schematisch, in doorsnede een inrichting voor het balanceren van ronde plaatvormige voorwerpen.

35 Figuur 2 toont schematisch in doorsnede een inrichting voor het balanceren van ronde plaatvormige voorwerpen waarbij het voorwerp met behulp van vacuum tegen een schijf vormig constructiedeel wordt geklemd.

8203569 ΡΗΝ 10.447 . 3 .

In figuur 1 is met het verwijzingscijfer 1 een schijf vormig constructiedeel aangeduid. Dit cons tructiedeel is via lagers 2 zowel axiaal als radiaal gelagerd in het vaste deel 3 van de inrichting. Het constructiedeel 1 is via een as 4 gekoppeld met een niet weergegeven aan-5 drijving.

Het constructiedeel 1 is voorzien van een centrale holte 5 waarin drie relatief dunne assen zijn opgesteld welke enerzijds zijn op-gencmen in de bodem van de holte 5 en anderzijds een kop 7 dragen welke past in een middengat van de te balanceren plaatvormige voorwerpen 8.

10 Coaxiaal met constructiedeel 1 is een verder schijfvormig constructiedeel 10 aanwezig dat via lagers 11 roteerbaar is gelagerd in een deel 12 dat via niet weergegeven middelen op en neer kan worden bewogen. Het cmstructiedeel 10 kan door middel van een niet getekende aandrijving synchroon met deel 1 worden aangedreven.

15 Verder bevat de inrichting nog een beitel 15 waarmee de buitenrand van het plaatvormige voorwerp 8 kan warden bewerkt.

De werking van deze inrichting is als volgt.

Een te balanceren plaat 8 wordt qp het schijf vormige constructiedeel 1 gelegd waarbij zijn middengat de kcp 7 omvat. Daarna 20 wordt het verdere constructiedeel 10 naar beneden bewogen zodat de plaat 8 is ingeklemd tussen de beide delen 1 en 10. Daarna worden de constructiedelen 1 en 10 aangedreven tot een bepaald toerental. Bij bereiken van dit toerental wordt het deel 10 omhoog bewogen zodat de plaat 8 nu een uitwijking ondergaan welke evenredig is met de grootte van de ex-25 centriciteit van het zwaartepunt. Voor een bepaald toerental (bijvoorbeeld het bedrijfstoerental van de plaatvormige onwerpen) kan nu de veer-stijfheid van de assen 6 zo worden berekend dat de uitwijking t.g.v. onbalans gelijk is aan de helft van de excentriciteit van het zwaartepunt.

De plaat 8 wordt in die stand door deel 10 weer vastgeklemd 30 en daarna wordt de buitenrand van plaat 8 met beitel 15 afgedraaid waarbij de onbalans dus wordt weggenomen. Bij loslaten van de plaat 8 zal nu het zwaartepunt in het centrum liggen.

Door toepassing van drie verende assen 6 zal bij uitwijking de kop 7 zich parallel aan zichzelf verplaatsen zodat de plaat 8 niet 35 kantelt. Hierdoor wordt voorkomen dat de plaat 8 in aanraking komt met een van de delen 1 en 10 wat de nauwkeurigheid ongunstig zou kunnen beïnvloeden. Eventueel kan natuurlijk ook wel een ander aantal assen worden toegepast.

8203669 ESN 10.447 . 4 .

w * Τ'

De kop 7 is verder nog voorzien van pennen 17 die steken in holtes 16 in het schijf vormig constructiedeel 1. De holtes 16 zijn daarbij gedeeltelijk gevuld met een visceuse stof bijvoorbeeld een vet. Eventuele trillingen van de kop il zullen door bewegen van de pennen 17 5 in de visceuse stof in holtes 16 worden gedempt.

Bij de inrichting van figuur 1 gebeurt het vastklemmen en loslaten van de plaat 8 met behulp van een schijf vormig constructiedeel 10 eventueel kan zoals in figuur 2 is aangeduid dit vastklemmen en loslaten met behulp van vacuum en perslucht gebeuren. Daartoe is het 10 oppervlak van het constructiedeel 1 voorzien van een gatenpatroon 20 met daaronder een ruimte 21 die via kanalen 22 afwisselend aansluitbaar is op een niet getekende perslucht- en vacuumbron. De verdere werking en constructieve van deze inrichting is dezelfde als die van figuur 1.

15 20 25 30 35 8203669

Claims (6)

1. Werkwijze voor het balanceren van ronde plaatvormige voorwerpen, in het bijzonder platen met een uitleesbaar informatiespcor, met het kenmerk, dat het voorwerp wordt gecentreerd op een, in het vlak van het voorwerp tegen veerkracht in beweegbaar deel, waarna het voor- 5 werp tegen tenminste een constructiedeel wordt gekiend welk constructie-deel met een bepaald toerental wordt aangedreven, waarna de klemning tussen voorwerp en constructiedeel wordt opgeheven en daarna weer ' aangelegd, waarna de buitenrand van het voorwerp wordt afgedraaid.

2. Plaatvormig voorwerp gebalanceerd volgens de werkwijze van 10 conclusie 1.

3. Inrichting voorliet balanceren van ronde plaatvormige voorwerpen volgens de werkwijze van conclusie 1, met het kenmerk, dat de inrichting een schijf vormig constructiedeel bevat hetwelk roteerbaar in de inrichting is gelagerd en is gekoppeld met een aandrijving, welk 15 constructiedeel is voorzien van een centrale holte waarin vasthoud-middelen voor een rond plaatvormig voorwerp zijn opgesteld welke coaxiaal zijn met het constructiedeel en tegen veerkracht in beweegbaar zijn in het vlak van het schijfvormig constructiedeel, waarbij verder kleromiddelen aanwezig zijn cm het plaatvormig voorwerp tegen 20 het schijf vormig constructiedeel te klemmen, waarbij de inrichting verder snijmiddelen bevat cm de buitenrand van een plaatvormig voorwerp af te draaien,

• 4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de klemmiddelën zijn gevormd door een verder schijf vormig constructiedeel 25 dat coaxiaal met het eerstgenoemde schijf vormig constructiedeel in de inrichting is gelagerd waarbij de beide schijf vormig oppervlakken naar elkaar zijn gekeerd en de beide constructiedelen in axiale richting van elkaar af en naar elkaar toe beweegbaar zijn.

5. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de 30 klertmiddelen zijn gevormd door openingen in het oppervlak van het schijfvormige constructiedeel die aansluitbaar zijn op afwisselend een vacuumhron en een persluchthron.

6. Inrichting volgens conclusie 3, 4 of 5, met het kenmerk, dat de vasthoudmiddelen van het plaatvormige voorwerp zijn gevormd door 35 één of meer relatief dunne verende as resp. assen welke is resp. zijn aangebracht in de holte van het constructiedeel en waarvan het uiteinde een kop draagt welke past in een middengat van het voorwerp. 8203669