NL8203406A - Rijwielpedaal met voethouder. - Google Patents
Rijwielpedaal met voethouder. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8203406A NL8203406A NL8203406A NL8203406A NL8203406A NL 8203406 A NL8203406 A NL 8203406A NL 8203406 A NL8203406 A NL 8203406A NL 8203406 A NL8203406 A NL 8203406A NL 8203406 A NL8203406 A NL 8203406A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- pedal
- locking
- bicycle
- release
- closed position
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B62—LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
- B62M—RIDER PROPULSION OF WHEELED VEHICLES OR SLEDGES; POWERED PROPULSION OF SLEDGES OR SINGLE-TRACK CYCLES; TRANSMISSIONS SPECIALLY ADAPTED FOR SUCH VEHICLES
- B62M3/00—Construction of cranks operated by hand or foot
- B62M3/08—Pedals
- B62M3/083—Toe clip
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T74/00—Machine element or mechanism
- Y10T74/21—Elements
- Y10T74/2164—Cranks and pedals
- Y10T74/2168—Pedals
- Y10T74/217—Pedals with toe or shoe clips
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T74/00—Machine element or mechanism
- Y10T74/21—Elements
- Y10T74/2164—Cranks and pedals
- Y10T74/2168—Pedals
- Y10T74/2172—Adjustable or folding
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Transportation (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Steering Devices For Bicycles And Motorcycles (AREA)
- Mechanical Control Devices (AREA)
- Automatic Cycles, And Cycles In General (AREA)
- Auxiliary Drives, Propulsion Controls, And Safety Devices (AREA)
- Braking Elements And Transmission Devices (AREA)
Description
jF- - ' \ 1 ' T tJ/EA/Lassche-8
RIJWIELPEDAAL MET VOETHOUDSR
De uitvinding heeft betrekking op een rijwielpedaal omvattende een vast met een traparm van een rijwiel verbindbare pedaalas, een draaibaar om de pedaalas gelagerd pedaallichaam en een met het pedaallichaam verbonden, spanbare 5 voethouder.
Bij een dergelijk voor sportfietsen bekend rijwielpedaal omvat de voethouder een riem die met behulp van een gesp gespannen kan worden. Het spannen van deze voethouders is lastig, vooral als men dit bij stilstand moet doen 10 en daarbij niet zijn voeten op de grond kan steunen. Men moet hierbij dus ondersteund worden door een helper of ergens tegenaan leunen. Voordat men met het rijwiel tot stilstand wil komen, moeten de gespen weer losgemaakt worden zodat men zijn voeten vrij heeft om bij stilstand op de grond te 15 steunen. Het gebruik van deze bekende rijwielpedalen met voethouder is dus lastig en zeer gevaarlijk bij vallen aangezien het moeilijk en tijdrovend is, de voeten uit de pedalen vrij te maken.
De uitvinding beoogt een rijwielpedaal van de in de 20 aanhef genoemde soort te verschaffen die deze nadelen niet heeft.
Dit doel wordt bij een rijwielpedaal volgens de uitvinding bereikt doordat het pedaallichaam ten minste twee, ten opzichte van elkaar tussen een open en een dichte stand 25 beweegbare pedaaldelen, met de pedaaldelen verbonden, de voethouder bij de beweging van de open naar de dichte stand spannende spanmiddelen en de pedaaldelen in de dichte stand vasthoudende handbedienbare grendelmiddelen omvat. Hierdoor wordt de voethouder automatisch bij het in de dichte stand 30 bewegen van het pedaallichaam gespannen. Door een eenvoudige, zeer snel uitvoerbare handbeweging kunnen de grendelmiddelen worden gelost voor het vrijgeven van de voet.
Zelfs deze eenvoudige handbeweging is niet nodig wanneer volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvin-35 ding werkzaam met de pedaalas en de grendelmiddelen verbonden, bij aan de normale relatieve rotatie van het pedaalli- 8203406 * * \ - 2 - chaara en de pedaalas tegengestelde rotatie in werking tredende, de grendelmiddelen onwerkzaam makende eerste losmiddelen zijn aangebracht. Hierdoor kunnen de pedaaldelen door eenvoudig terug te trappen van de dichte in de open stand worden 5 gebracht, in welke laatste stand de voethouder de betreffende voet dus weer vrijgeeft.
Een algemeen bekend gevaar van de tot nu toe gebruikte voethouders is, dat wanneer de gebruiker met het rijwiel komt te vallen zijn vastzittende voeten gewond kunnen .10 raken en het enige tijd duurt, voordat hij zichzelf van de voethouders heeft kunnen losgespen, zodat hij enige tijd een verkeersobstakel vormt met alle risico's daarvan.
Een in dit verband bijzonder gunstige uitvoeringsvorm van het rijwielpedaal met voethouder volgens de uitvin-15 ding is voorzien van werkzaam met de grendelmiddelen verbonden, een zijdelings beweegbaar massa-element omvattende, bij het optreden van een val in het rijwiel in werking tredende tweede losmiddelen. Deze tweede losraiddelen geven, direkt bij een dreigende val de voethouder vrij, zodat de gebruiker zich 20 met zijn rijwiel van de weg kan verwijderen.
Een eenvoudige maar doelmatige uitvoering van het rijwielpedaal volgens de uitvinding wordt verkregen wanneer de pedaaldelen een roteerbaar om de pedaalas gelagerd onderpedaal en een aan een vooreinde tussen de open en dichte 25 stand schamierbaar hiermee verbonden bovenpedaal omvatten, en het bovenpedaal geleidingsmiddelen voor het dwars door het tegenover het vooreinde liggende achtereinde van het bovenpedaal geleiden van een flexibel banddeel van de voethouder omvat en ten minste het onderpedaal nabij het 30 achtereinde uitsteeksels omvat die het banddeel in de open stand vrijlaten en in de dichte stand in een zig-zagvorm dwingen.
Wanneer de grendelmiddelen een zich in de richting van het voor- naar het achtereinde uitstrekkende verschuif-35 bare, door een spanveer in de werkstand gedwongen grendelpen omvatten, wordt een eenvoudige en dus bedrijfszekere uitvoering van de uitvinding verkregen.
De tweede losmiddelen kunnen een beweegbaar in het 8203406 - 3 - pedaallichaam opgenomen meenemer met een op de grendelmidde-len aangrijpbaar aangrijpingsorgaan, een de meenemer in een ruststand vasthoudend, terugtrekbaar borgelement, een de meenemer in een de grendelmiddelen lossende losstand dwingende 5 losveer en het borgelement bij zijdelingse beweging van het massa-eleraent terugtrekkende, met het borgelement en het mas-sa-element verbonden overbrengingsmiddelen omvatten.
Wanneer de meenemer volgens een ander aspect van de uitvinding een aanslagvlak voor de spanveer omvat, werkt bij 10 het in werking treden van de tweede losmiddelen de spanveer de losveer niet tegen, zodat een gevoelige werking wordt bereikt.
Wanneer volgens weer een verdere ontwikkeling van de uitvinding de losveer aanligt tegen een vast met het ande-15 re pedaal dan waarin de meenemer is opgenomen verbonden spanarm omvat, wordt de losveer automatisch gespannen bij het van de open in de dichte stand bewegen van de pedaaldelen, zodat deze losveer niet afzonderlijk gespannen behoeft te worden wanneer de tweede losmiddelen in werking zijn geweest.
20 Verdere kenmerken en voordelen van de uitvinding blijken uit de navolgende beschrijving van enige uitvoerings-voorbeelden van de uitvinding, aan de hand van de bijgevoegde tekeningen.
Fig. 1 toont een zijaanzicht van een rijwielpedaal 25 volgens de uitvinding in dichte stand.
Fig. 2 toont het rijwielpedaal van fig. 1 in open stand.
Fig. 3 is een doorsnede van het in fig. 1 en 2 getoonde rijwielpedaal.
30 Fig. 4 en 5 zijn aanzichten van links van resp.
fig. 1 en fig. 2.
Fig. 6 en 7 zijn perspektivische aanzichten op grotere schaal van het rijwielpedaal, waarbij delen zijn weggelaten.
35 Fig. 8 is een met fig. 3 overeenkomende doorsnede van een voorkeursuitvoeringsvorm van het rijwielpedaal volgens de uitvinding.
Fig. 9 is een perspektivisch aanzicht met uiteenge- 8203406
- <* V
..................-................. - 4 -- .....
nomen delen van het in fig. 8 getoonde rijwielpedaal.
Fig. 10 is een vergroot perspectivisch aanzicht met uiteengenomen delen van detail X in fig. 8.
Het rijwielpedaal t omvat een vast met de traparm 2 5 van een rijwiel verbonden pedaalas 3, een draaibaar om de pedaalas 3 gelagerd pedaallichaam 4 en een met het pedaalli-chaam 4 verbonden voethouder 5. De voethouder 5 bestaat uit een beugel 6 en een band 7. In de band 7 is een gesp 8 opgenomen, waarmee de band 7 op maat gesteld kan worden.
10 Volgens de uitvinding omvat het pedaallichaam 4 een bovenpedaal 9 en een onderpedaal 10. Het onderpedaal 10 is direkt op de pedaalas 3 gelagerd. Het bovenpedaal 9 is aan het vooreinde van het pedaallichaam 4 door middel van een scharnieras 11 zwenkbaar met het onderpedaal verbonden.
15 Zoals fig. 4 en 5 duidelijk laten zien, strekt de band 7 van de voethouder 5 zich, aan het achtereinde van het pedaallichaam 4 dwars door het bovenpedaal 9 uit. Het bovenpedaal 9 bevat hiertoe als geleidingen dienende openingen 39. Het bovenpedaal 9 en het onderpedaal 10 zijn ten opzichte van .20 elkaar beweegbaar om de scharnieras 11 tussen een onder andere in fig. 1 en 4 getoonde dichte stand en een onder andere in fig. 2 en 5 getoonde open stand. Het rijwielpedaal 1 omvat verder volgens de uitvinding grendelmiddelen 12, waarmee het bovenpedaal 9 en het onderpedaal 10 in de dichte stand gehou-25 den kunnen worden.
Het onderpedaal 10 bevat aan het achtereinde van het pedaallichaam 4 als uitsteeksels dienende pennen 40. Het bovenpedaal 9 omvat een tussen de pennen 40 inliggende pen 41. De pennen-40, 41 zijn zodanig ten opzichte van de openin-30 gen 39 gepositioneerd, dat in de open stand van het pedaallichaam de band 7 zich nagenoeg rechts tussen de openingen 39 aan weerszijden uitstrekt. In de dichte stand wordt de band 7 door de pennen 40 en de openingen 39 in de in fig. 4 getoonde zig-zagvorm gedwongen. De door de openingen 39 en de pennen 3540, 41 gevormde spanmiddelen spannen de voethouder dus bij de beweging van de open naar de dichte stand. Wanneer de band 7 eenmaal, in de dichte stand van het pedaallichaam ingesteld is op de schoen 15, zodanig dat de schoen 15 in deze stand wordt vastgehouden, zal de band 7 bij de overgang van de 8203406 - 5 - dichte naar de open stand van het pedaallichaam de schoen 15 vrijlaten, door het vrijkomen van het in de zig-zagvorm extra opgenomen banddeel. Wanneer de schoen 15 naderhand weer in de richting van de pijl 16 in de voethouder 5 wordt gestoken, en 5 het pedaallichaam door het uitoefenen van een kracht in de richting van de pijl 17 in de dichte stand wordt gedrukt, wordt de schoen 15 weer door de voethouder 5 vastgehouden.
In de getoonde uitvoeringsvorm omvatten de grendel-middelen 12 een in langrichting verschuifbaar in het onderste 10 pedaaldeel 10 opgenoraen grendelpen 35. Deze grendelpen 35 omvat aan zijn achtereinde een dik gedeelte 28 en dun gedeelte 27. Met de grendelpen 35 werkt een met het bovenpedaal 9 verbonden grendeltong 14 samen. In de grendeltong 14 is een opening 26 gevormd die van onderaf toegankelijk is door een 15 sleuf 25. De sleuf 25 is smaller dan de diameter van de opening 26. Het dikke gedeelte 28 van de grendelpen past in de opening 26. Het dunne gedeelte 27 kan de sleuf 25 passeren.
Op de grendelpen 35 werkt een spanveer 30 in, die de grendelpen naar achteren dwingt. De grendeltong 14 heeft een zodani-20 ge lengte en vorm, dat bij het uit de in fig. 2 getoonde open 4
Stand, ten opzichte van het onderpedaal 10 naar beneden drukken van het bovenpedaal 9 de tong 14. met de sleuf 25 over het dunne gedeelte 27 van de grendelpen 35 grijpt. Bij het verder neerdrukken wordt door een wigwerking de grendelpen tegen de 25 spanveer 30 in naar binnen gedrukt totdat de opening 26 zich coaxiaal met de grendelpen 35 bevindt. Onder invloed van de spanveer 30 wordt de grendelpen 35 weer naar buiten gedrukt waarbij het dikke gedeelte 28 in de opening 26 van de grendeltong 14 valt. Het bovenpedaal 9 is in deze stand op het 30 onderpedaal 10 vergrendeld. Op het dunne gedeelte 27 van de grendelpen 35 is een drukknop 13 aangebracht, waarmee de grendelpen naar binnen gedrukt kan worden. Wanneer dit wordt gedaan schuift het dikke gedeelte 28 uit de opening 26 en kan het bovenpedaal weer ten opzichte van het onderpedaal 10 naar 35 boven bewegen, doordat de sleuf 25 het dunne gedeelte 27 van de grendelpen 35 passeert.
Behalve het onwerkzaam maken van de grendelmiddelen 12 door handbediening zoals hierboven beschreven kunnen bij de getoonde uitvoeringsvorm de grendelmiddelen 12 ook onwerk- ...... 820 3 4 06 ' * * - 6 - zaam worden gemaakt met behulp van eerste losmiddelen. Deze eerste losmiddelen treden in werking bij een aan de normale relatieve rotatie van het pedaallichaam en de pedaalas tegengestelde rotatie. Met andere woorden: de eerste losmiddelen 5 treden in werking bij terugtrappen, waarbij de traparm 2 in de richting van pijl 36 beweegt en de trapas 3 ten opzichte van het pedaallichaam 4 in de richting van de pijl 37 roteert.
De eerste losmiddelen 24 omvatten een pal 33 en 10 uitsteeksels 38 aan de pedaalas 3. De pal 33 heeft een L-vorm en is door middel van een as 34 scharnierend met de grendel-pen 35 verbonden. De naar voren uitstekende poot van de pal 33 dient als aanslag terwijl de naar boven stekende poot van de pal 33 uitsteekt in de baan van de uitsteeksels 38. Het is 15 duidelijk dat bij relatieve rotatie van de pedaalas 3 in de richting tegengesteld aan de pijl 37, de pal 33 bij het passeren van een uitsteeksel 38 vrij om de scharnieras 34 kan kantelen. Bij rotatie van de trapas 3 ten opzichte van het pedaallichaam 4 in de richting van de pijl 37, duwt één van 20 de uitsteeksels 38 tegen de pal 33 waarbij deze pal 33 de grendelpen 35 meeneemt en naar rechts verschuift, gezien in fig. 3. Deze verschuiving naar rechts heeft eveneens tot gevolg dat het dikke gedeelte 28 van de grendelpen 35 uit de opening 26 beweegt, waardoor het pedaallichaam 4 in de open 25 stand kan komen.
In de getoonde uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat het rijwielpedaal ook nog tweede losmiddelen die werkzaam met de grendelmiddelen zijn verbonden en bij het optreden van een val automatisch in werking treden. Deze 30 tweede losmiddelen worden het duidelijkst getoond in fig. 6 en 7, en omvatten onder andere een meenemer 29 die in het verlengde van de grendelpen 35 is aangebracht. De meenemer 29 draagt aan zijn vooreinde een uitstekende pen met een kop 42. De pen steekt door een vast met het pedaallichaam 4 verbonden 35 steun 32. Tussen de kop 42 en de steun 32 is een losveer 31 aangebracht. Deze losveer 31 oefent continu een naar voren gerichte kracht uit op de meenemer 29. De meenemer 29 wordt op zijn plaats gehouden door een terugtrekbaar borgelement 8203406 - 7 - in de vorm van een kogel 61. De spanveer 30 rust tegen het achtereinde van de meenemer 29. De meenemer 29 dient dus normaal als aanslag voor deze veer 30. In dit achtereinde van de meenemer 29 is een schroef 50 aangebracht met een kop 51.
5 De kop 51 strekt zich uit in de holle grendelpen 35 en kan in contact komen met een achterwand van de grendelpen 35. Het zal duidelijk zijn dat, wanneer de borgkogel 61 teruggetrokken wordt en de meenemer 29 vrij naar voren kan bewegen onder invloed van de losveer 31, de kop 51 van de 10 bout 50 de grendelpen 35 mee naar voren verschuift, waardoor weer het dikke gedeelte 28 van de grendelpen 35 uit de opening 26 in de grendeltong 14 wordt geschoven en het bovenpedaal 9 ten opzichte van het onderpedaal 10 omhoog kan bewegen.
15 De tweede losmiddelen omvatten verder een massa- element in de vorm van een kogel 53 en overbrengingsmiddelen die een zijdelingse beweging van de kogel 53 omzetten in een terugtrekbeweging van de borgkogel 61. Deze overbrengingsmiddelen worden gevormd door een arm 52, een door een scharnier-20 pen 58 scharnierend met de arm verbonden, in een geleidingsblok 56 verschuifbaar opgenomen schuif 57 en een in de schuif 57 gevormde profielholte 60. De arm 52 is voorzien van zijarmen 59, die kunnen steunen tegen het geleidingsblok 56. in fig. 7, die de toestand toont van de tweede losmiddelen op 25 het moment van het optreden van een zijdelingse versnelling, is te zien dat ten gevolge van deze zijdelingse versnelling de kogel 53 zich zijdelings verplaatst. Met deze zijdelingse verplaatsing wordt de arm 52 om de scharnierpen 58 gezwenkt totdat de zijarm 59 in contact komt met het geleidingsblok 30 56. Bij een verdere zijdelingse beweging van de kogel 53 werkt het contactpunt van de zijarm 59 met het geleidingsblok 56 als kantelpunt en wordt de schuif 57 aan de scharnierpen 58 naar achteren getrokken. De profielholte 60 is zodanig uitgevoerd dat deze een naar voren toe aflopende bodem heeft, 35 zodat bij het naar achteren verschuiven van de schuif 57 de borgkogel 61 naar beneden kan bewegen. Hierdoor beweegt de kogel 61 uit het uitgespaarde gedeelte 62 van de meenemer 29 zodat deze op de eerder beschreven wijze, onder invloed van 8203406 ' * * - 8 - de losveer 31 naar voren kan bewegen.
Op de arm 52 grijpt verder een terugstelveer 96 aan. Deze terugstelveer 96 tracht, bij het wegvallen van de zijdelingse versnelling, de arm 52 en de schuif 57 terug te 5 trekken in de in fig. 6 getoonde stand. Door de werking van de veer 97 komt het smalle gedeelte 62 van de meenemer 29 weer boven de borgkogel 61 te liggen, en kan de borgkogel 61 weer in zijn borgende stand bewegen. De tweede losmiddelen worden dus weer bedrijfsklaar gemaakt door eenvoudig het rij-10 wiel rechtop te zetten.
Om ervoor te zorgen dat de kogel 53 niet al bij normaal gebruik optredende zeer kleine zijdelingse versnellingen het pedaallichaam ontgrendelt, is in het onderpedaal 10 een zitting 54 voor de kogel 53 aangebracht. Deze zitting 15 heeft een zich in langsrichting uitstrekkende sleufvorm met in het midden een verbreed gedeelte, waarin de kogel 53 normaal rust. De tweede losmiddelen treden nu dus pas in werking bij een zodanige schuine stand van het rijwiel dat de kogel 53 uit de zitting 54 beweegt en de arm 52 in de opening 55 20 daarvan aangrijpt. Om de grendelpen 35 is een de kogel in de zitting houdend opsluitorgaan 65 aangebracht. Dit opsluit-orgaan 65 kan vrij om de grendelpen 35 scharnieren. Bij het optreden van een zijdelingse versnelling of val zal de op-sluiter 65 dan ook op de in fig. 7 getoonde wijze uitwijken, 25 en daardoor de kogel 53 vrijlaten.
Om te voorkomen dat de opsluiter 65 bij snelle omwentelingen van de pedalen om de grendelpen 35 rondslingert, is de opsluiter 65 aan zijn onderzijde voorzien van een groefvormige uitsparing 66. Bij het optreden van heftige be-30 wegingen van het pedaal zal de kogel 53 nu in de zitting 54 naar voren en/of naar achteren bewegen, en daarbij enigszins omhoog komen. Hierdoor-steekt de kogel 53 uit in de groef 66 zodat de opsluiter 65 niet kan slingeren.
Voor het instellen van de juiste stand van de 35 profielholte 60 ten opzichte van de borgkogel 61 in de ruststand is in het onderpedaal een aanslagbout 63 aangebracht die in contact komt met het achtereinde van de arm 52 en daardoor de langsstand daarvan en dientengevolge de langs- 8203406 ' ''••flu* · " - 9 - stand van de schuif 57 bepaalt. De aanslagbout 63, die aan zijn werkzame uiteinde een vrij draaibare kogel 67 draagt, wordt in de gewenste stand geborgd door middel van de borg-moer 64.
5 Zoals overigens nog in de figuren wordt getoond wordt de grendelpen 35 tegen verdraaiing om zijn langsas geborgd door een borgpen 70, die aangrijpt in een langssleuf 71 van de grendelpen 35. Op deze wijze wordt verzekerd dat de pal 33 ten alle tijde in de juiste stand staat.
10 Het in fig. 1-7 getoonde uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding toont één van de vele mogelijke combinaties van constructieve oplossingen. In een eenvoudiger uitvoeringsvorm kan bijvoorbeeld de drukknop voor handbediening worden weggelaten, Ook de grendelmiddelen kunnen geheel anders worden 15 uitgevoerd en de uitsteeksels op de pedaalas kunnen behalve door het aanbrengen van uitsparingen ook verkregen worden door het aanbrengen van een afzonderlijk tandwiel.
Een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding waarbij voor een aantal constructieve aspecten andere oplos-20 singen zijn gekozen, wordt in fig. 8-10 getoond.
Het onderpedaal 75 van deze uitvoeringsvorm is uit één stuk gespoten, gegoten of geperst uit lichtmetaal of kunststof. Het bovenpedaal 76 bestaat ook uit één stuk en is door middel van een scharnierbout 86 scharnierend met het 25 onderpedaal 75 verbonden. De voethouder 74 draagt een lip met een sleuf 91 zodat de voethouder 74 verstelbaar met de bout 92 op het bovenpedaal 76 kan worden gemonteerd. De losveer 93 * rust bij deze'uitvoeringsvorm tegen een gaffel 85 die vast verbonden is met de scharnierbout 86. De scharnierbout 86 30 heeft een zeskantige kop 87 die aangrijpt in een zeskantig gat 88 in het bovenpedaal 76. Op het andere einde van de bout 86 wordt een moer 89 aangebracht. De bout 86 en dus de gaffel 85 worden dus onverdraaibaar met het bovenpedaal 76 verbonden. Bij het naar de open stand bewegen van de pedaaldelen 35 onder invloed van de veren 99, die zijn aangebracht tussen het onderpedaal 75 en radiaal van de bout 86 uitstekende pennen 100, beweegt de gaffel 85 dus ten opzichte van de in fig. 8 getoonde stand naar achteren, waarbij de losveer 93 wordt 8203406 ' _ ψ - 10 - ontspannen. Bij het vervolgens weer in de dichte stand bewegen van de pedaaldelen wordt de losveer 93 weer gespannen. De tweede losmiddelen komen automatisch weer in de bedrijfsklare toestand bij het rechtop zetten van het rijwiel 5 na een val. Doordat het onderpedaal 75 in één geheel is gegoten of geperst, kunnen tegelijkertijd ruggen 90 worden gevormd die als uitsteeksels dienen voor het zich in een zig-zagvorm geleiden van de band van de voethouder.
De grendelmiddelen zijn bij deze uitvoeringsvorm 10 ook anders uitgevoerd. De grendel wordt hier gevormd door een, door een hefboom 78 bediende schuif 77. Deze schuif 77 grijpt aan in een sleuf 94 van het bovenpedaal 76. Door gebruikmaking van een aantal boven elkaar geplaatste sleuven kan de spanning van de riem in afhankelijkheid van de 15 pedaaldruk op verschillende waarden worden ingesteld. Er wordt op gewezen, dat in plaats van sleuven ook van nokken gebruik gemaakt kan worden. De schakelas 79 is in tegenstelling tot de grendelpen 35 van de voorgaande uitvoeringsvorm massief. De pal 80 is opgenomen in een overbruggingsdeel 95. 20 De pal 80 wordt door een bladveer 81 belast. Door deze uitvoeringsvorm kan het geheel enigszins platter worden uitgevoerd. Voor het instellen van de ruststand van de borg-kogel 61 wordt gebruik gemaakt van een excenterschijf 82 die met behulp van een bout 83 wordt vastgezet. Deze excenter-25 schijf 82 is voorzien van een lichtlopend lager 98, dat met zijn buitenring tegen de arm aanligt. Aan de onderzijde is het onderpedaal 75 afgesloten met behulp van een deksel 84.
De losmiddelen zijn op deze wijze beschermd tegen invloed van vuil.
30 De tweede losmiddelen, die duidelijk in fig. 10 worden getoond, zijn bij deze uitvoeringsvorm eveneens anders uitgevoerd. In het geleidingsblok 156 is met een dekselplaat 158 een schuif 157 opgesloten. Deze schuif 157 is op overeenkomstige wijze als de eerder beschreven uitvoeringsvorm door 35 een scharnierpen 58 met de arm 52 verbonden. Een borgkogel 161 is opgenomen in een verticale boring 166 van een bus 163, die één geheel met het geleidingsblok 156 vormt. In het deksel 158 is een boring 165 aangebracht, waar de bus 163 door- : 8203406 - 11 - heen kan steken. De profielholte 160 heeft een divergerende vorm. De divergerende wanden 167 van de profielholte 160 vormen geleidingsoppervlakken voor kogels 162, die verschuifbaar in een de boring 166 snijdende dwarsboring 164 zijn opgeno-5'men. De kogels 162 hebben een kleinere diameter dan de kogel 161.
De tweede losmiddelen werken als volgt. Wanneer de schuif 157 bij een zwenkbeweging van de arm 52 in de richting van pijl 168 wordt getrokken, bewegen de wanden 167 relatief 10 weg van de boring 164 in de bus 163. Doordat de borgkogel 161 een benedenwaartse kracht uitoefent, bewegen de kogels, die in contact blijven met de wanden 167, in de boring 164 van elkaar af, zodat de borgkogel 161 in de boring 166 naar beneden beweegt. In de geheel uitgetrokken stand van de schuif 15 157 zijn de kogel 162 zo ver naar buiten bewogen, dat de borgkogel 161 geheel vrijgelaten wordt door de kogels 162. Deze relatieve stand is in fig. 10 met stippellijnen aangegeven.
Bij het terugbewegen van de schuif 157 worden de 20 kogels 162 door de wandeen 167 van de holte 160 naar binnen gedrukt. Hierbij wordt de borgkogel 161 door de kogels 162 weer omhoog gedwongen, tot in de werkzame stand.
De massa van de drukknop 13 en de schakelas 79 samen kan zo groot zijn ten. opzichte van de te overwinnen 25 wrijving, dat bij overschrijding van een zekere vertraging in de rijrichting (frontale botsing) automatische ontgrendeling optreedt.
De massaverdeling van het pedaal volgens de figuren 8 en 9 kan zodanig worden gekozen, dat het pedaal in rust een 30 ongeveer horizontale stand inneemt, zodat het pedaal altijd "instap-bereid" is, hetgeen het gebruik vergemakkelijkt.
* i 8203406
Claims (12)
1. Rijwielpedaal omvattende een vast met een traparm van een rijwiel verbindbare pedaalas, een draaibaar om de pedaalas gelagerd pedaallichaam en een met het pedaallichaam verbonden, spanbare voethouder, met het kenmerk, dat 5 het pedaallichaam ten minste twee, ten opzichte van elkaar tussen een open en een dichte stand beweegbare pedaaldelen, met de pedaaldelen verbonden, de voethouder bij de beweging van de open naar de dichte stand spannende spanmiddelen en de pedaaldelen in de dichte stand vasthoudende handbedienbare 10 grendelmiddelen omvat.
2. Rijwielpedaal volgens conclusie ^gekenmerkt door werkzaam met de pedaalas en de grendelmiddelen verbonden, bij aan de normale relatieve rotatie van het pedaallichaam en de pedaalas tegengestelde rotatie in werking 15 tredende, de grendelmiddelen onwerkzaam makende eerste losmiddelen.
3. Rijwielpedaal volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt door werkzaam met de grendelmiddelen verbonden, een zijdelings beweegbaar massa-element omvattende, bij 20 het optreden van een zijdelingse valversnelling in werking tredende tweede losmiddelen.
4. Rijwielpedaal volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de grendelmiddelen een aantal de pedaaldelen in verschillende onderlinge standen 25 vergrendelende grendelorganen omvatten.
5. Rijwielpedaal volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de pedaaldelen een roteerbaar om de pedaalas gelagerd onderpedaal en een aan een vooreinde tussen de open en dichte· stand scharnierbaar hier- 30 mee verbonden bovenpedaal omvatten, dat het bovenpedaal ge-leidingsmiddelen voor het dwars door het tegenover het vooreinde liggende achtereinde van het bovenpedaal geleiden van een flexibel banddeel van de voethouder omvat en dat ten minste het onderpedaal nabij het achtereinde uitsteeksels 35 omvat die het banddeel in de open stand vrijlaten en in de dichte stand in een zig-zagvorm dwingen. 8203406 - 13 -
6. Rijwielpedaal volgens één van de voorgaande conclusies r met het k e n m e r k, dat de grendelmiddelen een zich in de richting van het voor- naar het achtereinde uit-strekkende verschuifbare en door een spanveer in de werkstand 5 gedwongen grendelpen omvatten.
7. Rijwielpedaal volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de eerste losmiddelen een met de grendelpen verbonden pal en ten minste één bij de tegengestelde rotatie deze pal aangrijpend en de grendelpen tegen de werking 10 van de spanveer in verplaatsend uitsteeksel aan de pedaalas omvatten.
8. Rijwielpedaal volgens conclusie 6 of 7, met het k e n m e r k, dat de tweede losmiddelen een beweegbaar in het pedaallichaam opgenomen meenemer met een op de grendel- 15 middelen aangrijpbaar aangrijpingsorgaan, een de meenemer in een ruststand vasthoudend, terugtrekbaar borgelement, een de meenemer in een de grendelmiddelen lossende losstand dwingende losveer en het borgelement bij zijdelingse beweging van het massa-element terugtrekkende, met het borgelement en het 20 massa-element verbonden overbrengingsmiddelen.
9. Rijwielpedaal volgens conclusie 8, met het k e n m e r k, dat het borgelement een verschuifbaar in een hoofboring opgenomen borgkogel is en dat de overbrengingsmiddelen twee in een de hoofdboring snijdende dwarsboring opge-25 nomen hulpkogels met kleinere diameter, een beweegbaar met het massa-element verbonden schuif en aan de schuif gevormde, bij de ontgrendelbeweging divergerend langs de van elkaar afgekeerde zijde van de hulpkogels bewegende geleidingsopper-vlakken omvatten.
10. Rijwielpedaal volgens conclusie 8 en 9, met het kenmerk, dat de meenemer een aanslagvlak voor de spanveer omvat.
11. Rijwielpedaal volgens conclusie 8, 9 of 10, met het kenmerk, dat de losveer aanligt tegen een vast met 35 het andere pedaaldeel dan waarin de meenemer is opgenomen, verbonden spanarm.
12. Rijwielpedaal volgens één van de voorgaande conclusies, met het k e n m e r k, dat de massaverdeling 8203406 /. ------ .. — — - -- - —· ·" — - 14 - zodanig is gekozen, dat dit in rust een ten minste nagenoeg horizontale stand inneemt. & * t 8203406
Priority Applications (7)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8203406A NL8203406A (nl) | 1982-08-31 | 1982-08-31 | Rijwielpedaal met voethouder. |
EP83201190A EP0105536B1 (en) | 1982-08-31 | 1983-08-11 | Bicycle pedal with foot holder |
DE8383201190T DE3375997D1 (en) | 1982-08-31 | 1983-08-11 | Bicycle pedal with foot holder |
AT83201190T ATE33005T1 (de) | 1982-08-31 | 1983-08-11 | Fahrradpedal mit fusskorb. |
ES1983282960U ES282960Y (es) | 1982-08-31 | 1983-08-30 | Un dispositivo de pedal de bicicleta |
JP58160223A JPS5963283A (ja) | 1982-08-31 | 1983-08-31 | 自転車ペダル |
US06/835,429 US4665767A (en) | 1982-08-31 | 1986-03-03 | Bicycle pedal with foot holder |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8203406A NL8203406A (nl) | 1982-08-31 | 1982-08-31 | Rijwielpedaal met voethouder. |
NL8203406 | 1982-08-31 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8203406A true NL8203406A (nl) | 1984-03-16 |
Family
ID=19840209
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8203406A NL8203406A (nl) | 1982-08-31 | 1982-08-31 | Rijwielpedaal met voethouder. |
Country Status (7)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4665767A (nl) |
EP (1) | EP0105536B1 (nl) |
JP (1) | JPS5963283A (nl) |
AT (1) | ATE33005T1 (nl) |
DE (1) | DE3375997D1 (nl) |
ES (1) | ES282960Y (nl) |
NL (1) | NL8203406A (nl) |
Families Citing this family (16)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4794817A (en) * | 1986-07-08 | 1989-01-03 | Campagnolo S.P.A. | Device allowing bicycle pedals to take up a steady position when they are not engaged by the cyclist's shoe |
US4815333A (en) * | 1987-02-19 | 1989-03-28 | Sampson Sports, Inc. | Integrated bicycle pedal with self centering and lateral release capabilities |
US4819504A (en) * | 1987-05-27 | 1989-04-11 | Sampson Sports, Inc. | Self contained braking system for bicycle pedals |
US4969373A (en) * | 1987-11-16 | 1990-11-13 | Good John M | Pedal assembly |
DE3833790A1 (de) * | 1988-10-05 | 1990-04-12 | Geze Sport | Fahrradpedal mit ausloesbarer bindung |
FR2644130B1 (fr) * | 1989-03-13 | 1991-12-06 | Badersbach Jean | Dispositif de fixation de securite d'une chaussure sur une pedale de bicyclette |
US6619156B1 (en) * | 2001-11-17 | 2003-09-16 | Quest Industries, Inc. | Vehicle pedal attachment |
US9003921B2 (en) * | 2007-10-10 | 2015-04-14 | The Hive Global | Removable pedal platform |
AU2011227408A1 (en) * | 2010-03-15 | 2012-09-27 | Evolution Racing Products, Llc | Control interface activated restraining system to secure a rider's footwear to a foot support |
US10398192B2 (en) * | 2010-05-21 | 2019-09-03 | Samuel R. Hunter | Bicycle pedal system |
US10221887B2 (en) | 2012-12-06 | 2019-03-05 | The Hive Global, Inc | Self locking bearing preload adjuster |
US10562588B2 (en) | 2015-09-01 | 2020-02-18 | The Hive Global, Inc | Bicycle cassette with locking connection |
CN109689489B (zh) | 2016-03-24 | 2022-02-18 | 网络全球公司 | 一种具有心轴附接结构的自行车曲柄 |
CN111542471A (zh) | 2017-08-21 | 2020-08-14 | 劲锋铁马股份有限公司 | 具有夹紧连接的自行车塔轮 |
US10822050B2 (en) * | 2018-06-18 | 2020-11-03 | Vectus Sport | Pedal with cuff locking and unlocking mechanism |
US11932351B2 (en) | 2020-07-17 | 2024-03-19 | The Hive Global, Inc. | Conical bicycle cassette sprocket structure |
Family Cites Families (17)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US859684A (en) * | 1906-11-02 | 1907-07-09 | Frederick J Mcmonies | Toe-clip. |
FR568621A (fr) * | 1923-07-12 | 1924-03-29 | Serre-pieds pour pédale de cycle et autres analogues | |
GB459608A (en) * | 1935-10-24 | 1937-01-12 | Joseph Bane | Improvements relating to pedals for bicycles and like vehicles |
FR993958A (fr) * | 1944-10-25 | 1951-11-09 | Cale-pied réglable à serrage automatique | |
GB703040A (en) * | 1952-03-21 | 1954-01-27 | Verny Mora Steinvorth | Improvements in or relating to devices for attaching cyclist's shoes to the pedals of a cycle |
FR1384041A (fr) * | 1963-11-20 | 1965-01-04 | Motobecane Ateliers | Pédale repliable pour cycles et cyclomoteurs |
US3592076A (en) * | 1969-06-03 | 1971-07-13 | Ashtabula Bow Socket Co | Plastic bicycle pedal with a foot strap means |
US3788163A (en) * | 1972-06-27 | 1974-01-29 | Nasa | Manual actuator |
FR2310914A1 (fr) * | 1975-05-13 | 1976-12-10 | Genzling Claude | Fixation de securite pour pedale de bicyclette |
FR2401823A1 (fr) * | 1977-09-01 | 1979-03-30 | Duran Louis | Cale-chaussure de cycliste agence a un dispositif automatique d'accrochage et de decrochage de la pedale |
FR2407121A1 (fr) * | 1977-10-25 | 1979-05-25 | Ain Andree | Attache de securite de pedale de bicyclette |
FR2431948A1 (fr) * | 1978-07-28 | 1980-02-22 | Poutrait Morin Ets | Dispositif de securite pour courroie de cale-pied comportant une boucle de serrage |
FR2432427A1 (fr) * | 1978-08-01 | 1980-02-29 | Righezza Jean | Pedale de securite a verrouillage par action du pied |
FR2465635A1 (fr) * | 1979-09-24 | 1981-03-27 | Cazalis Marc | Cale-pied de securite a ouverture laterale pour pedales de cycles |
FR2485226A1 (fr) * | 1980-06-23 | 1981-12-24 | Gabriel Millet | Dispositif de verrouillage a commande automatique pour une pedale de velo de course |
FR2502100A1 (fr) * | 1980-11-28 | 1982-09-24 | Difftot Guy | Dispositif de liberation instantanee de la courroie d'un cale-pied |
GB2101943A (en) * | 1981-07-09 | 1983-01-26 | Brian Geoffrey Garbett | Toe clips for bicycles |
-
1982
- 1982-08-31 NL NL8203406A patent/NL8203406A/nl not_active Application Discontinuation
-
1983
- 1983-08-11 EP EP83201190A patent/EP0105536B1/en not_active Expired
- 1983-08-11 AT AT83201190T patent/ATE33005T1/de not_active IP Right Cessation
- 1983-08-11 DE DE8383201190T patent/DE3375997D1/de not_active Expired
- 1983-08-30 ES ES1983282960U patent/ES282960Y/es not_active Expired
- 1983-08-31 JP JP58160223A patent/JPS5963283A/ja active Pending
-
1986
- 1986-03-03 US US06/835,429 patent/US4665767A/en not_active Expired - Fee Related
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
JPS5963283A (ja) | 1984-04-10 |
EP0105536A1 (en) | 1984-04-18 |
ATE33005T1 (de) | 1988-04-15 |
ES282960U (es) | 1985-05-01 |
EP0105536B1 (en) | 1988-03-16 |
ES282960Y (es) | 1985-12-16 |
US4665767A (en) | 1987-05-19 |
DE3375997D1 (en) | 1988-04-21 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8203406A (nl) | Rijwielpedaal met voethouder. | |
EP0012097B1 (fr) | Pédale de sécurité à verrouillage par action du pied | |
JP3184172B2 (ja) | 自転車ペダル | |
FR2518041A1 (fr) | Fixation du pied sur la pedale d'une bicyclette | |
EP2740519B1 (fr) | Dispositif de freinage pour ski de randonnée | |
FR2489159A1 (fr) | Talonniere pour fixation de ski de securite | |
FR2646095A1 (fr) | Dispositif de fixation d'une paire de chaussures d'un skieur sur une planche de glisse sur neige | |
FR2630338A1 (fr) | Fixations de securite couplees pour monoski ou planche a neige | |
FR2465634A1 (fr) | Bicyclette | |
JP2002263236A (ja) | スノーボードビンディング | |
CA1140179A (fr) | Fixation de securite pour ski | |
FR2662090A1 (fr) | Fixation de securite pour ski de fond. | |
FR2646094A1 (fr) | Fixation de ski avec dispositif de blocage pour la machoire avant ou la machoire arriere ou les deux | |
FR2564414A1 (fr) | Dispositif de fixation d'une chaussure sur une pedale, et chaussure et pedale ainsi equipees | |
EP0008266A1 (fr) | Dispositif de sécurité pour courroie de cale-pied comportant une boucle de serrage | |
JPH1059238A (ja) | 自転車サドルの高さ調節機構 | |
CH678685A5 (en) | Ski boot with leg locked forward by rocker | |
EP1464368B1 (fr) | Fixation automatique de surf a neige | |
CH692232A5 (fr) | Chaussure de ski. | |
FR2632537A1 (fr) | Fixation de securite pour ski | |
WO1998040134A1 (fr) | Dispositif de retenue d'une chaussure sur une planche de glisse | |
FR2643568A1 (fr) | Fixation de ski de securite a plaque | |
FR2521017A1 (fr) | Fixation de ski a declenchement lateral perfectionne | |
EP0082229A1 (fr) | Dispositif de verrouillage et déverrouillage à commande automatique pour une pédale de vélo de course ou pour tout autre usage industriel ou sportif | |
BE1016317A3 (nl) | Stijgbeugel. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BV | The patent application has lapsed |