NL8203387A

NL8203387A - Eierkarton met een aantal rijen.

Info

Publication number: NL8203387A
Application number: NL8203387A
Authority: NL
Original assignee: Diamond Int Corp
Priority date: 1981-09-29
Filing date: 1982-08-31
Publication date: 1983-04-18
Also published as: NO822951L; ES277012Y; DK380182A; SE8204829L; GB2106477B; NO156973C; DE3235877C2; FR2513601A1; US4492331A; IL66711A0; NO156973B; GB8400151D0; DE3235877A1; JPS58160272A; FI822988A0; ES277012U; SE8204829D0; IT8223149A0; IE822264L; DK154493C

Description

• \ ^ i

Eierkarton met een aantal rijen.

De uitvinding heeft betrekking op een nieuw en ver-beterd eierkarton, dat gevormd kan zijn uit pulp of kunst-stofschuim of dergelijke.Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op eierkartons met een bijzonder gevormde 5 struktuur in het kartondeksel om een sterk, tegen belasting bestand'deksel te verschaffen, terwijl tegelijkertijd voor-zieningen worden getroffen voor openingen of vensters, waar-door in de kartons verpakte eieren bekeken kunnen worden.De verbeterde kartons worden gevormd uit pulp of schuim in geo-10 pende toestand met de bovenkant van het deksel in hetzelfde vlak als d§6nderkant van de eiercellen in de schotelvormige gedeelten van de kartons.De eiercellen zijn ten opzichte van tot nu toe bekende constructies op een andere wijze georien-teerd teneinde de kartons te verstevigen , en werken samen 15 met andere elementen volgens de uitvinding.

Als de kartons worden vervaardigd van gevormde pulp worden ze in' het algemeen gevormd aan een kant van een ge-r- -vormde zeef, zodat gezegd kan worden dat het aldus gevormde karton een zeefzijde heeft, die gewoonlijk de buitenkant 20 van het karton vormt, en een bastkant, die gewoonlijk de binnenkant van het karton vormt.Als de kartons worden vervaardigd van kunststof schuim, worden ze gewoonlijknthermogevormd of vacuumgevormd.Bij thermovormen en vacuumvormen wordt een plat vel schuim tegen een gemodelleerde vorm getrokken onder 25 invloed van warmte en vacuum of warmte en druk.

Voorheen werden eierkartons gemaakt in de opstelling van twee rijen van drie eieren, twee rijen van vijf eieren, twee rijen van zes eieren en drie rijen van vier eieren.In sommige gevallen is een geheel van drie als een eenheid ge-30 vormd.Er zijn eierkartdns vervaardigd zowel met als zonder sluitkleppen.In het algemeen bestaan sloten op eierkartons uit een uitsteeksel of knop op ofwel het bladgedeelte of een sluitkleppdie aan het blad verbonden is, en dat past in een gat of opening in de voorwand van het deksel.Kartons 35 zijn in het algemeen voorzien van twee sluitingen.In enkele gevallen zijn kartons echter voorzien van meer dan twee sluitingen.

8203387 - 2 - i f

Zoals weergegeven in Amerikaans octrooischrift 2.771.233 wordt een eiercel met vierkante bodem verkregen, die bekend is geworden als de Case-Ace Egg Cell.In die tijd werd deze eiercel als de beste eiercel voor ieder type eier-5 karton beschouwd.In deze eiercel zijn de zijden van het vier-kant even^wijdig aan de lange voor- en achterkant van het karton en ook evenwijdig aan de twee korte einden van het karton.Het onderste deel van deze eiercel bevat vlakke ge-deelten die naar boven toe en naar buiten toe verlopen en 10 aansluiten op en overgaan in een boog met een bovenste ko- * nisch gedeelte.Deze onderste celwandgedeelten zijn wel aan-geduid als polygonaal en de bovenste wandgedeelten zijn wel aangeduid als afgerond en konisch.Verondersteld werd dat de onderste vlakke oppervlakken van de eiercel een doelmatig 15 stootkussen verschaffen en de konische bovengedeelten dienen om het ei daarin vast te houden langs zijn grootste omtrek.

Zoals weergegeven in Amerikaans octrooischrift 2.990.094 wordt een verbeterd karton verkregen, dat op ruime schaal gebruikt wordt, waarbij werd uitgegaan van de c 20 Case-Ace Egg Cell, en bevat een scharnierende sluitklep met knoppen of uitsteeksels, die passen in gaten of openingen in de voorwand van het deksel.

Zoals weergegeven in Amerikaans octrooischrift 3.362.605 is daarin uitgegaan van de Case-Ace Egg Cells en 25 Het" knopslot;:'op de sluitklep, dat past in een opening of gat in de voorwand van het deksel, zoals aangegeven in Amerikaans octrooischrift 2.990.094.Volgens de nieuwe ontwikkeling van Amerikaans octrooischrift 3.362.605 zijn in het deksel ven-sters aangebracht, zodat de eieren in het karton bekeken kun-30 nen worden.Verdere ontwikkelingen van eierkartons van dezelf-de uitvinder voor dit type staan beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 4.025.038 en 4.059.219.

Amerikaans octrooischrift 3.217.963 beschrijft een 2x6 eierkarton als ontwikkeling van de Case-Ace Egg Cell.

35 Daarin wordt echter een andere sluiting gebruikt dan in

Amerikaans octrooischrift 2.990.094, aangezien nu geen sluitklep aanwezig is.In plaats daarvan wordt een sluitpaal gebruikt, die van de voorwand van het blad naar boven verloopt en past in een opening in de voorwand van het deksel.

8203387 . % * - 3 -

In Amerikaans octrooischrift 3.245.600 wordt een 2x6 eierkarton met posten met een vrij uiteinde op de voorwand van het bladgedeelte beschreven, waarbij de posten bestemd zijn om te passen in openingen in de voorwand van het 5 deksel, en in dat opzicht is getracht Amerikaans octrooi-* schrift 3.217.963 na te volgen.

Amerikaans octrooischrift 3.276.656 laat een 2x3 eierkarton zien, waarin een van het bladgedeelte naar boven stekend uitsteeksel bestemd is om te passen in een opening in 10 de wand van het deksel.Daarbij wordt de leer van Amerikaans octrooischrift 3.217.963 gevolgd.

Amerikaans octrooischrift 3,471.078, dat grote over-eenkomst vertoond met het Amerikaanse octrooischrift 3.276.656, toont een 2x3 eierkarton met een koepelvormige 15 post, die bestemd is om te passen in een opening in de wand van het deksel.De uiterste bovenkant van deze koepel is voor-zien van een in grote lijnen horizontaal verlopende verster-kingsribbe.Het ontwerp van het karton volgens dit octrooi-* schrift volgt Amerikaans octrooischrift 3.276.656 na en beide 20 maken gebruik van het sluitingsontwerp van Amerikaans octrooischrift 3.217.963.

Volgens de uitvinding worden van vensters voorziene eierkartons verschaft, die twee of/sneer in de lengterichting verlopende rijen eiercelien bevatten met een verbeterde con-25 structie zowel in het deksel van het karton als in het blad van het karton.

De uitvinding heeft ten doel een gevormde eiercel te verschaffen waarin de bodem van de eiercellen in hetzelfde vlak liggen als de bovenkant van het deksel, als het karton 30 volledig geopend is, en het karton wordt in die positie ge-vormd.

De uitvinding heeft tevens ten doel een eierkarton te verschaffen met een van vensters voorzien deksel, waarin de dwarskanalen tussen de vensters in het deksel grote verti-35 kale belastingen kunnen dragen en een nieuwe constructie heb-ben.

Verder heeft de uitvinding ten doel het deksel van het karton te voorzien van constructiekanalen tussen de vensters, waarbij de kanalan hoge zijwanden hebben.

8203387 Ϊ w - 4 -

Ook heeft de uitvinding ten doel de dwarse construc-tiekanalen van het deksel van het karton te voorzien van eind-wanden die gevormd zijn met een centrale vertikaal verlopende pilaster die in grote lijnen vertikaal verloopt vanaf de on-·'. 5 derkant van het kanaal tot aan de bovenkant van het deksel.

De uitvinding heeft verder ten doel naar boven verlopende verhoogde ceiverbindingen te verschaffen langs de omtrek van het celvormige blad aansluitend op de uiteinden en de voor- en zijkant daarvan.Deze verhoogde ceiverbindingen 10 geleiden en scheiden de eieren tijdens het automatisch vullen van het karton en dienen om het centreren van het deksel te bevorderen tijdens het automatische sluiten van het deksel, nadat de eieren in het karton zijn afgevuld, en bijdragen tot het op elkaar passen van de neerwaartse posten in het deksel 15 met de opwaartse posten on het blad.

Tevens heeft de uitvinding ten doel de celconstruc-tie te verbeteren, waardoor de wanden die dei-.opstaandei-.posten vormen, aan hun binnenkant voorzien zijn met naar binnen verlopende verende kussentjes bij een hoger gelegen gedeelte van 20 de eiercellen an de opstaande posten aan hun buitenkant voorzien zijn van dunne gebieden op een lager peil, en de celbo-dems voorzien zijn van dunne gebieden en een massieve, naar beneden uitstekende pootconstructie.

De uitvinding heeft verder ten doel een meerrijen 25 eierkarton te vervaardigen dat een minimum aan uitstekende gebieden heeft voor de open kartons in de vorm-orientatie.

Ook heeft de uitvinding betrekking op het verschaf-fen van eierkartons met gebruikmaking van de gebruikelijke eiercel met vierkante bodem in een iaieuwe orientatie.

30 Nog een ander doel van de uitvinding is het verschaf fen van een eierkarton met een celvormig blad met vierkante bodemcellen, waarin de zijden van het vierkant onder een hoek van 45° staan met de uiteinden en voor- en zijkanten van het karton.Deze orientatie van de cellen versterkt het karton in 35 het bijzonder in de dwarsrichting en verschaft tegelijkertijd een langer steungebied om de vertikale druk op te nemen als de kartons op elkaar gestapeld worden.Deze orientatie verschaft ook een lagere brugverbinding tussen het slotuitsteek-sel op de voorwand van het blad en de opwaartse post, die 8203387 f—- — - - 5 - * dwars daarop staat opgesteld, zodat deze gemakkelijker naar binnen kan buigen, hetgeen nodig is tijdens het automatisch sluiten.

Verder heeft de uitvinding ten doel de stapelsterkte 5 van kartons met drie rijen in de lengterichting te verbeteren door de eindwanden van het deksel te vorraen met lastdragende inkepingen die dichter bij de voorwandwanUhet· dekselauerlopen dan hij de achterwand van het deksel, en deze inkepingen pas-sen in de structuur van de overeenkomstige plaats in het cel-10 vormige blad.

De uitvinding heeft tevens ten doel de stapelsterkte van meerrijen kartons te verbeteren door de centrale gedeelten van de voor- en achterwand van het deksel te vormen met lastdragende inkepingen die naar beneden verlopen vanaf de boven-15 kant van het deksel tot een plaats dicht bij de bodem van het deksel, en deze inkepingen eeh schouder hebben, die grenst aan een naar boven verlopend vormstuk in het blad, als het karton gesloten is.

Ook is het een doel van de uitvinding om een gevormd 20 eierkarton te verschaffen met drie in de langsrichting verlo-pende rijen van zes eiercellen in het bladgedeelte en twaalf vensters in het dekselgedeelte, waardoor althans een deel van ieder van de daarin aanwezige achttien eieren zichtbaar is.

De bijgaande tekeningen dienen ter nadere toelichting 25 van de uitvinding.

Fig.l is een bovenaanzicht van een gevormd eierkarton volgens een van de uitvoeringsvormen van de uitvinding,

Fig.2 is een vooraanzicht daarvan,

Fig.3 is een achteraanzicht daarvan, 30 Fig.4 is een eindaanzicht daarvan, van links gezien,

Fig.4a is een eindaanzicht daarvan, van rechts. gezien,

Fig.5 is een bovenaanzicht van het in Fig.l weerge-geven karton in geopende toestand en laat de buitenkant van 35 de bovenkant-van het karton of deksel zien en de buitenkant van de bodem van het karton of celvormige blad,

Fig.6 is een bovenaanzicht van het in Fig.l weerge-geven karton in geopende toestand en laat de binnenkant van de bodem van het karton of celvormige blad zien en de binnen-40 kant van de bovenkant van het karton of het deksel, 8203387 - 6 -

Fig.7 is een eindaanzicht van het in Fig.l weergege-ven karton in geopende toestand, gezien van de linkerzijde van het karton,

Fig.8 is een vertikale doorsnede in de langsrichting 5 door de opstaande posten in de rechterhelft van het karton, genomen langs de lijn 8-8 in Fig.l en kijkende in de richting van de pijlen,

Fig.9 is een vertikale langsdoorsnede door het hart van de neerwaartse posten op de linkerhelft van het karton 10 deksel, genomen langs· de lijn 9-9 in Fig.l en kijkende in de richting van de pijlen,

Fig.10 is een vertikale dwarsdoorsnede van het open karton, dat in bovenaanzicht is weergegeven in Fig.6, genomen langs de lijn 10-10 in Fig.l en kijkende in de richting van 15 de pijlen,

Fig.10a is een vertikale dwarsdoorsnede door het harti'.vanade sluitknop en de opstaande posten op het deksel van het karton, genomen langs de lijn lOa-lOa in Fig.l en kijkende in de richting van de pijlen, 20 Fig.11 is een bovenaanzicht van het gevormde eierkar- ton, dat een andere uitvoeringsvorm laat zien,

Fig.12 is een vooraanzicht daarvan,

Fig,13 is een achteraanzicht daarvan,

Fig.14 is een eindaanzicht, gezien vanaf het techter 25 einde,

Fig.15 is een bovenaanzicht van het open karton als weergegeven in Fig.11, waarin de buitenkant van de bovenkant van het karton of deksel en de buitenkant van de bodem van het karton of celvormige blad worden weergegeven, 30 Fig.16 is een bovenaanzicht van het open karton als weergegeven in Fig.11, dat de binnenkant toont van de bodem van het karton of celvormige. blad,

Fig.17 is een eindaanzicht van een open karton, genomen van de linkerzijde van het in Fig.11 weergegeven karton, 35 Fig.18 is een vertikale langsdoorsnede door de rechterhelft van het karton, als in bovenaanzicht weergegeven in Fig.11, genomen langs de lijn 18-18 in Fig.11, kijkende in de richting van de pijlen,

Fig.19 is een vertikale langsdoorsnede door de lin-40 kerhelft van het karton als weergegeven in bovenaanzicht in 8203387 - 7 -

Fig.11, genomen, langs de lijn 19-19 in Fig.11, kijkende in de richting van de pijlen, en

Fig.20 een vertikale dwarsdoorsnede is door het dwars idden van het open karton dat in bovenaanzicht is weergegeven 5 in Fig.16, genomen langs de lijn 20-20 in Fig.16 en kijkende in de richting van de p jlen.

Met betrekking tot de tekeningen laten de Figs.1-4, 4a, 5, 6-8, 8a,9, 10 en 10a een uitvoeringsvorm van de uitvin-ding zien in de von van een 3x6 eierkarton.Figs.11-20 10 tonen een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding in de vorm van een 2x6 eierkarton.

In Figs.1-4, 4a en 9 omvat het eierkarton een deksel 31, een celvormig blad 32 dat met het deksel verbonden is door een scharnier-33 en een klink of sluitorgaan 34 op het 15 blad, dat past in opening 35 in het deksel.

De bovenkant 36 van deksel 31 bevat een in de langsrichting lopende centrale richel 37, een in de langsrichting lopende achterrichel 38, een in de langsrichting lopende voorrichel 39 en twee dwarslopende eindrichels 40 en 41.De 20 langsrichels staan in de dwarsrichting op enige afstand van elkaar.Efe eindrichels worden in Sen stuk gevormd met de einden ’ van de langsrichels.

Een van vensters voorziene constructie 42 is gevormd tussen de centrale richel 37 en achterrichel 38.Een dergelij-25 ke van vensters voorziene constructie 42 is gevormd tussen de centrale richel 37 en de voorrichel 39.De van vensters voorziene eonstructies 42 bestaan uit een eerste in elkaar grijpende formatie in de vorm van een koepel 43 die beneden . het vlak van de langsrichels 37, 38 en 39 gelegen is en omge-30 ven wordt door twee kanaalvormige eindwanden 44, 44 en twee kanaalvormige zijwanden 45,45 en versterkt wordt door zes ribben.Twee van deze ribben zijn pilasterribben 46,.. 46, die lopen vanaf de omtrek van de eerste ineengrijpende formatie of van het onderste gedeelte van de omtrek of basis van de 35 koepel 43 naar boven toe en naar buiten naar twee van de langsrichels. Vier van deze zes ribben zijn "wenkbrauw" ribben 47, 47, 47, 47,die verlopen vanaf de omtrek van de eerste ineengri jpende formatie of van het onderste gedeelte van de omtrek van koepel 43 naar boven toe en naar buiten naar twee van de 40 langsrichels en in een richting afgekeerd van de twee pilas- 8203387 - 8 - , terribben 46, 46 naar twee van de langsrichels.De wenkbrauw-ribben 47 scheiden en bepalen randen van de kanaalvormige eindwanden 44 en de kanaalvormige zijwanden 45.De bovenste randen 48 vormen een randgedeelte van vensters 49 in de S bovenkant 36 van deksel 31 van het karton.De kanaalvormige zijwanden 45 hebben tenminste 40% van de hoogte van de pilas-terribben 46, die over nagenoeg de gehele hoogte van de kanaalvormige eindwanden 44, 44 lopen en van de omtrek van de basis van de eerste ineengrijpende formatie of koepel 43 10 naar de bovenkant 36 van deksel 31.

De van vensters voorzien constructie 42 bestaat uit een reeks elementen waaronder de hoge kanaalvormige zijwanden 45 en de eindwanden 44, voorzien van pilasterribben 46, van waar de wenkbrauwribben 47 weglopen, waarbij deze reeks ele-15 menten met elkaar en met de langsrichels in de bovenkant 36 van deksel 31 samenwerken om een grote ondersteuning onder belasting te verschaffen, zoals die zich b.v. kan voordoen als met eieren gevulde kartons op elkaar worden gestapeld.

Een in de langsrichting verlopende voorwand 50 ver-20 loopt naar beneden van de voorrichel 39 van bovenkant 36 van deksel 31.Een in de langsrichting verlopende achterwand 51 verloopt naar beneden van achterrichel 38.Eindwanden 52, 53 verlopen naar beneden van eindrichels 40, 41.De achterwand 51 van deksel 31 heeft een grotere vertikale afmeting dan de 25 vertikale afmeting van de voorwand 50 van het deksel en een grotere vertikale afmeting dan de eindwanden 52 en 53 van het deksel.De voorwand 50 van het deksel is gevormd met Sen of meer openingen 35.Bij voorkeur worden in een 3x6 karton vier openingen 35 aangebracht.Iedere opening 35 heeft twee 30 zijranden 54 en een onderrand 55 die in hetzelfde vlak liggen De boyenrand 56 van iedere opening 35 springt naar binnen in. Als er vier openingen 35 worden gevormd in het karton 30, zoals weergegeven in Fig.2, verloopt een vlak wandgedeelte 57 tussen de eerste en de tweede opening 35 en een vlak wand-35 gedeelte 58 tussen de derde en vierde opening 35.Een insprin-gend gedeelte 59 van de voorwand ligt tussen de tweede en. derde opening 35 en ligt in het algemeen centraal op voorwand 50 van deksel 31 van het karton.Deze inspringing 59 van de yoorwand loopt verder naar binnen dan de inspringing van de 40 bovenrand 56 van de openingen 35.Een vrijwel vertikaal in- 8203387 - 9 - * F ™ ί~^~~ springend wandgedeelte 60 in de achterwand 51 van het deksel verloopt van de bovenkant 36 van deksel 31 naar beneden over een afstand, die gelijk is aan de hoogte van voorwand 50, naar een schoudergedeelte 61 boven de bodem van achterwand 51. 5 De eindwanden 52 en 53 hebben ieder nagenoeg‘vertikale uit-sparingen 62, 63 dichter bij de voorwand 50 dan bij de achterwand 51.Uitsparingen 62 en 63 liggen in het gebied onder de ruimte tussen de centrale richel 37 en de voorrichel 39.

In Figs,5, 6, 7, 8, 8a, 10 en 10a heeft het gevormde 10 eierkarton 30 een deksel 31 en .celvormig blad 32, dat schar-‘ nierend bij 33 verbonden is met de bodemrand van het onderste gedeelte van de achterwand 51 van het deksel en met de achterwand 64 van het blad 32.Het celvormige blad 32 heeft een achterwand 64, een voorwand 65 en twee eindwanden 66, 67,De 15 bovenkant van de achterwand 64 van het blad ligt beneden het ylak van de bovenkant van de voorwand 65 van het blad en de bovenkant van de eindwanden 66, 67 van het blad.De hoogte van blad 32 ter plaatse van voorwand 65 en de twee eindwanden ,66, 67 van het blad plus de hoogte van de voorwand 50 van het 20 deksel is gelijk aan de totale hoogte van karton 30 in geslo-ten toestand.

Het celvormige blad 32 is voorzien van tenminste twee in de langsrichting verlopende rijen opstaande posten 68.De bovenkant 69 van iedere opstaande post is voorzien van 25 een tweede ineengrijpende formatie 70 die past op de onderkant van de eerste ineengrijpende formatie of koepel 43 op deksel 31.

De onderkant van de eerste ineengrijpende formatie of koepel 43 heeft de vorm van een omgekeerde krater 71, 30 De tweede ineengrijpende formatie of koepel 70 heeft de vorm van een overeenkomstige koepel 70 omringd door een omtrek-plaat 72, zodat de koepel 70 past in de omgekeerde krater 71 en de omtrekplaat 72 past op de overeenkomstige rand 73 van de omgekeerde krater.

35 Iedere opstaande post 68 heeft zijwanden 74 die ge- vormd zijn met vier naar buiten stekende delen 75, die over-eenkomen -met de vier inkepingen 76 op de onderkant van de zijwanden van deze" posten, zoals weergegeven in Fig.5.De vertikale as van ieder uitsteeksel 75, zoals die voorkomen in 40 Fig.6, staan onder een hoek van 90° ten opzichte van elkaar 8203387 - 10 - en zijn gelegen boven een celvormige of celbodem 77 met vier-kante vorm, waarbij iedere zijde van het vierkant onder een hoek van 45° staat ten opzichte van de zijwanden 64, 65 van het blad en de eindwanden 66 en 67 van het blad.De wanden 78 5 van de eiercellen beneden de uitsteeksels 75, die naar binnen steken vanaf posten 68 en tegen de onderkant van de eiercellen 77 liggen, zijn dunner dan de rest van de wanden van de eiercellen.

In Fig.6 worden in het bijzonder vier eiercellen 10 weergegeven rondom iedere opstaande post 68, en er zijn vier convexe formaties 75 op het bovengedeelte van iedere opstaande post 68.Elk van de vier formaties 75 op de opstaande post 68 strekt zich uit in een van de vier cellen, die om de opstaande post 68 zijn gegroepeerd.De wanddikte van de convexe 15 formatie 75 is geringer dan de wanddikte van het hoofdlichaam van iedere eiercel.Iedere eiercel heeft een tweede bepaald dun gedeelte 78 aangrenzend aan de celbodem 77.Dit dunne ge-deelte 78 is weergegeven in Fig.5 dat de buitenkant of onderkant van de eiercellen laat zien en het dunne.gedeelte 78 is 20 nietzichtbaar op de binnenkant van de eiercellen, die zijn weergegeven in Fig,6.De plaats van de dunne gedeelten 78 is beneden de convexe formaties 75, die zijn weergegeven in Fig. 6,

Iedere eiercel 79 van het celvormige blad 32 heeft 25 een vierkante bodem 77 en vier naar boven en naar buiten verlopende vlakke gedeelten 80, die samenkomen met een boven-ste kegelvormig gedeelte 81 op zodanige wijze, dat aan de hoeken van iedere eiercel-het konische gedeelte 81 ligt tus-sen de zijden van de vlakke gedeelten 80.De eiercellen 79 lig-30 gen zo dicht bij elkaar, dat ze in 82 met elkaar samentreffen bij de konische gedeelten 81 beneden een vlak dat evenwijdig loopt met de bodems van de eiercellen, en dat gaat door de bovenste punten van de vlakke gedeelten.Deze betrekkelijk lage plaats van het samentreffen, waardoor de sterkte van het 35 celvormige blad 32 van-karton 30 wordt vergroot, wordt moge-lijk gemaakt door de vierkante bodems 77 van de cellen zo te orienteren, dat de zijden van de vierkanten onder een hoek van 45° staan op de zijden en uiteinden van het karton.Deze lage samenkomende verbinding 82 vergemakkelijkt en versterkt 40 het noodzakelijke buigen van de sluit of slot-formatie 83, 8203387 V——“ .....

- 11 die naar, boven verloopt tussen twee aangrenzende omtrekken van eiercellen op de voorwand 65 van het celvormige blad 32. Zo wordt het doorsnijden van de samentreffende verbinding om het noodzakelijke buigen mogelijk te maken van de sluit- of 5 slot-formatie 83, die anders noodzakelijk is, op een gunstige wijze vermeden.

Niet alleen heeft het karton 30 neerwaartse posten 84 in deksel 31 die samenwerken met opwaartse posten 68 in het celvormige blad 32, maar het blad is verder voorzien van 10 een opstaande omtrek-post 85 op de voorwand 65 van het blad 32 en een opstaande omtrek-post 85 op iedere eindwand 66 en 67 van het blad.Deze opstaande omtrek posten 85, die zitten ter plaatse van celknooppunten, strekken zich hoger uit dan de omtrekrand van blad 32.De celknooppunten 86 langs de ach-15 terwand 64 van het celvormige blad 32 strekt zich hoger uit dan de scharnierende verbinding 33 en in het deksel 31 van blad 32.

Het inspringende gedeelte 59 van de voorwand op het deksel verloopt naar beneden toe naar een schouder 87 en kan 20 de opstaande post 85 aan de omtrek op de voorwand 65 van het blad opnemen.Het vertikale inspringende gedeelte 60 in de achterwand 51 van het deksel verloopt naar beneden naar een schouder 87 die de bovenkant van een celknooppunt 86 aan de omtrek langs.de achterwand van het blad 32 kan opnemen als 25 karton 30 gesloten is.De bovenkant van celknooppunt 86 aan de omtrek , die hoger is dan de scharnierende verbinding 33 als het karton open is, zoals weergegeven in Fig.6, kan de schouder 87 op blad 32 opnemen, als het karton gesloten is.

Eierkarton 30 is niet alleen van sterke constructie 30 fn zowel de dwars- als de langs-richting, maar de daarin opgenomen formaties om de sterkte ervan te vergroten, dienen ook om het automatische vullen van eieren in. de kartons te vergemakkelijken als het karton open is, en het uitrichten van het karton te vergemakkelijken tijdens het automatische 35 dichtmaken en sluiten van het deksel op het blad.

Iedere cel 79 van het celvormige blad 32 is vlak op zijn inwendige bodem en rust op de buiteikant ervan, als weergegeven in Fig.S.De van poten voorziene buitenkant van het blad heeft een dun gebied 88 ‘langs de omtrek, waarbinnen 40 een dik gedeelte 89 met gesloten geometrische vorm ligt.

8203387 - 12 -

Dit dikke gedeelte 89 ligt rondom een dun centraal gedeelte 90.Daar de celbodem vlak is aan de binnenkant en dikke en dunne gedeelten bevat aan de buitenkant, wordt de eiercel op zodanige wijze ondersteund, dat een deel van het gebied 5 van de celbodem kan buigen om een ei daarin op te nemen.De aangebracht formatie werkt zodanig samen met het eierkarton, dat als de eierkartons worden opgestapeld nadat ze gevuld zijn, deze structureel zijn ingericht om weerstand te bieden aan vertikale druk.Als de eiercelbodem georienteerd is, zo-10 als weergegeven in Fig.5, is de langsafmeting vanaf de bui-tenkant van de bodem van de eerste cel in een rij naar de buitenkant van de bodem van de laatste cel in een rij groter dan de langsafmeting van hetzelfde aantal eiercellen met vierkante bodem, die niet georienteerd zijn, zoals weergege-15 ven in Fig.5, maar zo georienteerd zijn dat de zijden van de vierkante bodems evenwijdig lopen met de zijden en uiteinden van het karton.Deze langere langsafmeting verhoogt de besten-digheid van het karton tegen spanningen als het gelagen en opgestapeld is.

20.-, Set meerrijen eierkarton als weergegeven in Figs.

1-4, 4a, 5-8, 8a, 9, 10 en 10a is voorzien van een deksel met een aantal vensters dat gelijk is aan tweederde van het aantal eiercellen en waarin ieder venster het mogelijk' maakt om gedeelten van meer dan ien ei te bekijken.Dit karton heeft 25 zoals weergegeven, drie rijen van zes cellen voor het opne-men van achttien eieren en het deksel ervan heeft twaalf vensters,

Het hierboven beschreven karton, dat voorzien is van.een deksel, dat scharnierend verbonden is met een blad 30 en een sluit- of klink-formatie, is bijzonder sterk, aan-trekkelijk en van groot nut.Ofschoon daaraan sterkte wordt verleend is de afmeting van.het karton of zijn vertikaal geprojecteerd gebied op een minimum gehouden, zodat het door de eierpakker kan worden gebruikt in eierpakmachines en 35 voor grootverpakkingen die aantallen eierkartons bevatten en yoor uitstaltoonbanken en planken in supermarkten.

In Figs.11-20 wordt een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding getoond in de vorm van een 2x6 eierkarton, dat vele eigenschappen gemeen heeft met het 3x6 eierkarton dat 40 aan de hand van Figs.1—4, 4a, 5-8, 8a, 9, 10 en 10a is toe- 8203387 - 13 - gelicht, bevat het karton 130 een deksel 131, een celvormig blad 132, dat door een scharnier 133 verbonden is met het deksel, en een klink en sluit formatie 134, die past in de opening 135 in het deksel.

5 De bovenkant 136 van deksel 131 bevat een in de langsrichting verlopende achterrichel 138, een in de langs-richting verlopende voorrichel 139 en twee dwarsverlopende eindrichels 140 en 141.De langsrichels staan in de dwarsrich-ting op een afstand van elkaar.De eindrichels worden in ϋ£η 10 stuk gevormd met de uiteinden van de langsrichels.

Een vensterstructuur 142 is gevormd tussen de achterrichel 138 en de voorrichel 139.De vensterstructuur of · structuren 142 bevat dezelfde formatie en constructie als beschreven in verband met het 3x6 eierkarton hierboven.

15 Een in de langsrichting verlopende voorwand 150 van het deksel loopt naar beneden van de voorrichel 139 van de bovenkant 136 van het deksel 131.Een in de langsrichting verlopende achterwand 151 van het deksel loopt naar beneden van de eindrichels 140, 141,De achterwand 151 van deksel 131 20 heeft een grotere vertikale afmeting dan de vertikale afme-ting van de voorwand 150 van het deksel en een grotere vertikale afmeting an de eindwanden 152 en 153 van het deksel. De voorwand 150 van het deksel is gevormd met een of meer openingen 135.Het 2x6 karton is weergegeven met vier openin-25 gen 135, maar het kan zo worden uitgevoerd, ' dat het twee openingen heeft waarvan de eerste opening ligt op de plaats boven het knooppunt van de tweede en derde eiercel aan de voorkant in de voorste rij en de tweede opening ligt boven het knooppunt tussen het vierde en’de-vijfde eiercel in de 30 voorste rij.Als vier openingen 135 zijn gevormd in karton 130, zoals weergegeven in Fig. 12 ,. komt de constructie van voorwand 150 overeen met voorwand 50 die beschreven is in verband met het 3x6 karton.

In Figs.15, 16, 17, 18 en 20 bevat het gevormde 35 eierkarton 130 een deksel 131 en een celvormig blad 132, dat scharnierend bij 133 bevestigd is aan de onderrand van het onderste gedeelte van wand 151 van het deksel en aan de achterwand 164 van blad 132.Het celvormige blad 132 heeft een achterwand 164, een voorwand 165 en twee eindwanden van 40 het blad, 166 en 167.De bovenkant van achterwand 164 van 8203387 - 14 - van het blad ligt beneden de bovenkant van de voorwand 165 van het blad en de bovenkant van de eindwanden 166 en 167 van het blad.De hoogte van het blad 132 ter plaatse van voorwand 165 en de twee eindwanden 166 en 167 van het blad plus de 5 hoogte van de voorwand 150 van het deksel , is gelijk aan de totale hoogte van karton 130 in gesloten toestand.

Het celvormige blad 132 is voorzien van een langsrij opstaande posten 168.De bovenkant 169 van iedere opstaande post bevat een tweede ineengrijpende formatie 170 die aan-10 sluit op de onderkant van de eerste ineengrijpende formatie of koepel 143 op het deksel 131.Het aansluiten van de eerste ineengrijpende formatie of koepel 143 op de tweede ineen-grijpende formatie 170 is net als bij de overeenkomstige constructie als beschreven in verband met het 3x6 eierkarton. 15 Iedere opstaande post 168 heeft zijwanden 174 die gevormd zijn met vier inkepingen 176 op de onderkant van de zijwanden van de post, als weergegeven in Fig.15.De constructie en opstelling van de uitstekende delen 175, die van de posten naar buiten steken en naar binnen verlopen naar de 20 centrale vertikale as van de eiercel komen overeen met de uitstekende delen 75 zoals die beschreven zijn in verband met het 3x6 karton van de eerste uitvoeringsvorm.

Iedere eiercel 179 van het celvormige blad 132 heeft vierkante bodem 177 en naar boven en naar buiten verlopende 25 vier vlakke gedeelten die overeenkomen met die als beschreven in verband met de eiercellen 79 van het 3x6 karton van de eerste uitvoeringsvorm.Het op elkaar aansluiten van de eier-cellen 179 bij 182 komt overeen met het op elkaar aansluiten van de eiercellen 79 bij 82, zoals beschreven in verband met 30 het 3x6 karton.Deze lage aansluitverbinding 182 vergemakke-lijkt en versterkt liet noodzakelijke buigen van de klink-of slotformatie 183, en loopt naar boven tussen twee naburi-ge omtrekken van eiercellen op de voorwand 165 van het celvormige blad 132.Zo wordt op een gunstige wijze het doorsnij-35 den van de aansluitingsverbinding vermeden, die anders nodig zou zijn om het noodzakelijke buigen van de klink- of slotformatie 183 mogelijk te maken.

Karton 130 heeft niet alleen neerwaartse posten 184 in deksel 131, die aansluiten op de opgaande posten 168 in het celvormige blad 132, maar blad 132 is ook voorzien van 8203387 r~.—:.............- - 15 - e$n opstaande omtrekpost 185 op voorwand 165 van blad 132 en een opstaande omtrekpost 185 op iedere eindwand 166 en 167 van het blad.Deze opstaande omtrekposten 185, die voorkomen ter plaatse van de celknooppunten, lopen hoger op dan de 5 rand langs de omtrek van blad 132.De celknooppunten 186 langs de achterwand 164 van celvormig blad 132 lopen hoger dan de scharnierende verbinding 133 en in het deksel 131 van blad 132.

. Het inspringende voorwandgedeelte 159 op deksel 131 10 verloopt naar beneden naar een schouder 187 en kan de opstaande omtrekposten 185 op voorwand 165 van het blad opnemen als karton 130 gesloten is.De bovenkant van celknooppunt 186 aan de omtrek , die hoger ligt dan de scharnierende verbinding 133 als het karton geopend is·, zoals weergegeven in Fig-. 15 16, kan de schouder 187 op blad 132 opnemen, als het karton .

gesloten is.

Zoals reeds is beschreven in verband met het eier-karton 30, is ook het eierkarton 130 niet alleen van een sterke constructie, maar de daarin opgenomen formaties 20' voor het verhogen van de sterkte dienen ook voor het verge-makkelijken van het automatische afvullen van eieren in het karton, als het karton in geopende toestand is en het verge-makkelijken van het uitlijnen van het karton tijdens het automatisch dichtslaan en sluiten van het deksel op het blad, Iedere cel 179’ van celvormig blad 132 is vlak aan de binnenkant van zi jn bodem en staat aan de buitenkant op poten, zoals weergegeven in Fig.15 en beschreven in verband met de eerste uitvoeringsvorm, het 3x6 karton.De van poten voorziene buitenkant van de celbodems van blad 132 kunnen 30 echter worden gewijzigd zodat de vierkante bodem aan de buitenkant ervan dezelfde dikte heeft als de rest van het cel-lichaam met uitzondering van een centraal gedeelte van gesloten geometrische vorm, dat een gebied heeft dat dunner is dan de wanddikte van het overige cellichaara.

35 De in verband met dit 2x6 karton 130 beschreven vierkante bodems van de eiercellen zijn zo georienteerd dat · de zijden van de vierkanten onder een hoek van 45° staan op de zijden en uiteinden van karton 130 om een langere langsaf-meting voor ondersteuning tot stand te brengen als de kartons 40 worden gestapeld en aldus de bestendigheid van de kartons 8203387 - 16 - tegen spanningen te bevorderen bij het vullen en opstapelen, Zoals beschreven is in verband met het 3x6 karton, is het 2x6 karton 130 van vensters voorzien om het mogelijk te maken de eieren te bekijken is het nijzonder sterk, aan-5 trekkelijk en van groot nut.

8203387

Claims

1. Eierkarton met vensters en tenminste twee rijen eieren, voorzien van een deksel met een bovenkant met tenminste twee stellen op een afstand van elkaar gelegen richels, waarbij §dn stel haaks ten opzichte van een ander stel is 5 opgesteld, een constructie met vensters, die tussen tenminste een stel is gevormd, en die voorzien is van een eerste ineen-grijpende formatie die ligt beneden het vlak van dat ene stel richels en omgeven door een kanaal met twee zijwanden en twee eindwanden, waarbij de constructie met vensters versterkt is 10 door zes ribben, waarvan twee bestaan uit pilasterribben die vertikaal verlopen van de hoogte die overeenkomt met de omtrek van de ineengrijpende formatie in een opwaartse en buitenwaart se richting naar een stel richels, de overige vier ribben wenkbrauwribben zijn en verlopen vanaf de omtrek van de ineen-15 grijpende formatie opwaarts en buitenwaarts langs een boog · van de pilasterribben weg naar het ene stel richels waarbij randen worden afgescheiden en bepaald in de eindwanden en zijwanden van het kanaal, waarbij de bovenste randen van de zijwanden van het kanaal een randgedeelte vormen van de vensters 20 in het deksel van het karton, en de bovenste randen van de zijwanden van het kanaal liggen op een hoogte van tenminste 40% van de vertikale hoogte van de pilasterribben.

2. Eierkarton met vensters met meer dan twee langsrijen eiercellen met een deksel, m e fe ; h: eut : k e m e r k , dat 25 het een bovenkant heeft met een in de langsrichting verlopende mi ddentichel, een in de langsrichting verlopende achter-richel en een in de langsrichting verlopende voorrichel, als-mede twee eindrichels, waarbij de in de langsrichting verlopende richels in de dwarsrichting op een afstand van elkaar 30 staan en de eindrichels in den stuk zijn gevormd met de uit-einden van de in de langsrichting verlopende richels, verder een van vensters voorziene constructie die gevormd is tussen de middenrichel en de achterrichel, een van .vensters:'.voorziene ·constructie die gevormd is tussen de middenriehel en de 35 voorrichel, waarbij de van vensters voorziene constructie een koepel bevat die ligt beneden het vlak van de in de langsrichting verlopende richels en omgeven is door twee kanaalvor- : 620 3 3 87 - 18 - raige eindwanden, twee kanaalvormige zijwanden en versterkt is door zes ribben, waarvan twee pilasterribben zijn die verlo-' pen van het onderste gedeelte van de oratrek van de koepel op-waarts en buitenwaarts naar twee van de in de langsrichting 5 verlopende richels, de overige vier ribben wenkbrauwribben zijn die verlopen van het onderste gedeelte van de omtrek van de koepel opwaarts eri buitenwaarts in een van de pilasterribben afgekeerde richting naar twee van de in de langsrichting verlopende ribheiis en de randen van de kaanaalvormige eind-10 wanden en de kanaalvormige zijwanden scheiden en bepalen waar-bij de bovenste randen van de kanaalvormige zijwanden een randgedeelte vormen van vensters in het dek&el van het karton en de bovenste randen van de kanaalvormige zijwanden liggen op een hoogte die tenminste 40% bedraagt van de vertikale 15 hoogte van de pilasterribben, die verlopen van beneden de bovenkant van de koepel fcaar de bovenkant van het deksel.

3. Eierkarton met vensters en tenminste twee in de langsrichting verlopende rijen eiercellen, een deksel van het karton waarvan de bovenkant een in de langsrichting verlopen-20. de achterrichel, een in de langsrichting verlopende voorri-chel en twee eindrichels heeft, waarvan de twee in de langsrichting verlopende richels in de dwarsrichting op een af-stand van elkaar staan en de eindrichels als e£n geheel gevormd zijn met de uiteinden van de in de langsrichting 25 verlopende richels, een in de langsrichting verlopende voorwand die vanaf de voorrichel neerwaarts verloopt, een in de langsrichting verlopende achterwand die vanaf de achterrichel neerwaarts verloopt en eindwanden die vanaf de twee eindrichels neerwaarts verlopen, waarbij de achterwand een grote-30 re vertikale afmeting heeft dan de voorwand, de voorwand gevormd is met vier rechthoekige openingen erin, waarbij iedere opening twee zijranden en een onderrand in hetzelfde vlak heeft en de bovenrand van iedere opening ingesprongen is, een vlak wandgedeelte dat verloopt tussen de derde en vierde 35 opening, een teruggesprongen voorwandgedeelte tussen de twee-de en derde opening, waarbij de inspringing verder haar bin-nen verloopt dan de afmeting van de inspringing van de bovenrand van iedere opening, een teruggesprongen wandgedeelte in de achterwand dat verloopt van de bovenkant van het deksel 8203387 ' ' ; - 19 - " ; neerwaarts over een afstand die gelijk is aan de hoogte van de voorwand, naar een schoudergedeelte boven de bodera van de achterwand.

4. Eierkarton volgens conclusie 3, m e t het k e n - 5. e r k , dat dat het deksel van het karton voorzien is van een voorwand, een achterwand en een paar tegenover elkaar gelegen eindwanden, iedere eindwand voorzien is van een inge-sprongen gedeelte dat ligt in het gebied onder de ruimte tus-sen de middelrichel en de voorrichel.

5. Gevormd eierkarton met een deksel een celvormig blad, met het kenmerk, dat het celvormige blad schar-nierend verbonden is met de onderrand van het onderste gedeelte van de achterwand van het deksel en de scharnierende ver-binding met het celvormige blad ligt aan de achterwand van 15 het blad, en waarvan de bovenkant ligt beneden het vlak van de bovenkant van de voorwand van het blad en de bovenkant van de eindwanden van het blad, en de hoogte van het blad ter plaatse van de voorwand en twee eindwanden daarvan plus de hoogte van de voorwand van het deksel gelijk is aan de 20 totale hoogte van het karton in gesloten toestand.

6. Eierkarton volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het karton een celvormig blad bevat met tenminste twee langsrijen opstaande posten, waarbij de bovenkant van iedere opstaande post voor- 25 zien is van een tweede ineengrijpende formatie die aansluit op de onderkant van de ineengrijpende formatie op het deksel.

7. Eierkarton volgens conclusie 6, m^e t het k e n -m e r k, dat de eerste ineengrijpende formatie een koepel is waarvan de onderkant in de vorm van een omgekeerde krater is 30 en de tweede ineengrijpende formatie in de vorm is van een koepel omringd door een omtrekplaat, zodat de koepel op iedere opstaande post past in de omgekeerde krater en de omtrekplaat past op de overeenkomstige rand van de omgekeerde krater.

8. Eierkarton volgens conclusie 6 of 7,met het 8203387 - 20 - k e n m e r k , dat iedere post zijwanden heeft die gevormd zijn met vier naar buiten stekende delen die passen in vier uitsparingen op de onderkant van de zijwanden van de posten, de vertikale as van ieder uitsteeksel onder een hoek van 90° 5 staat ten opzichte van de anderen en ligt boven een celvor-mige bodem met vierkant vorm waarbij iedere zijde van het vierkant staat onder een hoek van 45° ten opzichte van de zij- en eindwanden van het blad, en de wanden van iedere cel beneden de uitsteeksels die verlopen ^an de posten en grenzen 10 aan de bodems van de eiercellen dunner zijn dan het overige deel van de wanden van de eiercellen.

9. Gevormd eierkarton van pulp met een celvormig blad- gedeelte dat scharnierend verbonden is met een dekselgedeelte 15 een uitstekend klinkformatie die opstaat van de voorkant van het bladgedeelte en een bijpassende opening die in de voorkant van het deksel gevormd is, m e t het kenmerk, dat iedere cel van het celvormige bladgedeelte een vierkante bodem heeft met vier opwaarts en buitenwaarts verlopende 20 vlakke gedeelten, die samenkomen met een bovenste konisch gedeelte op zodanige wijze, dat danUde hoeken van: dd^bodem van iedere eiercel het konische gedeelte ligt tussen de zij’J den van de vlakke gedeelten en de eiercellen zo dicht bij elkaar liggen, dat ze in elkaar overlopen bij de konische 25 gedeelten beneden een vlak dat evenwijdig loopt aan de bodems van de eiercellen, dat loopt door de bovenste punten van de vlakke gedeelten, en waarin de eiercellen zodanig zijn opge-steld, dat de zijden van de bodems van de eiercellen onder een hoek van 45° staan met de voorzijde van het karton.

10. Gevormd eierkarton volgens conclusie 9, m e t het kenmerk,’dat vier eiercellen gegroepeerd staan rond een opstaande post, vier convexe formaties op een bovenstuk van de opstaande post, waarbij £§n van de formaties uitsteekt in iedere eiercel en de wanddikte van de convexe formaties 35 minder bedraagt dan de wanddikte van het hoofdlichaam van iedere eiercel.

11. Gevormd eierkarton volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat iedere eiercel een tweede afgeba- 8203387 - 21 - kend dun gedeelte bevat onder de convexe formatie.

12. Gevormd eierkarton met een celvormig blad dat schar-nierend verbonden is met het deksel, met het ken- m e r k , dat het deksel gevormd is met neerwaartse posten 5 die passen op opwaartse posten in het blad, en het blad ook voorzien is van een opstaande omtrekpost op de voorwand en eindwanden ter plaatse van de celknooppunten, die hoger uit-lopen dan de omtrekrand van het blad.

13. Gevormd eierkarton volgens conclusie 12, m e t 10 het k e n m e r k , dat de celknooppunten langs de achter-wand van het blad hoger liggen dan de scharnierende verbin-ding tussen deksel en blad.

14. Gevormd eierkarton volgens conclusie 12 of 13, m e t het kenmerk, dat de voorwand van het deksel voor- 15 zien is van een inkeping, die neerwaarts verloopt van de bovenkant van het deksel naar een schouder boven de bodem van het deksel, en de schouder aansluit op de opstaande omtrekpost op de voorwand van het blad.

15. Gevormd eierkarton volgens conclusie 11, 12 of 13, 20. e t h e t k e n m e r k , dat de achterwand van het deksel voorzien is van een inkeping die neerwaarts verloopt van het deksel naar een samenhangende schouder, die grenst aan de scharnierende verbinding tussen deksel en blad, waarbij de schouder aansluit op de bovenkant van een celknooppunt 25 aan: de omtrek langs de achterwand van het blad als het kar-ton gesloten is en de bovenkant van het celknooppunt dan de omtrek hoger ligt dan de schrnierende aansluiting als het karton in geopende toestand is.

16. Gevormd eierkarton met drie in de langsrichting ver-30 lopende rijen eiercellen in het celvormige bladgedeelte en vensters in het dekselgedeelte, waarin het aantal vensters 2/3 bedraagt van het aantal eiercellen.

17. Gevormd eierkarton volgens conclusie 16, me t hetkenmerk, dat het aantal cellen in iedere rij 8203387 - 22 - zes bedraagt, het aantal eiercellen 18 is en het aantal vensters 12 bedraagt.

18. Eierkarton volgens conclusie 8, m e t het k e ιϊ m e r k , dat iedere cel van het celvormige blad 5 een bodemheeft die vlak is aan de binnenkant en aan de bui-tenkant op poten staat, waarin de pootformatie voorzien is van een dun omtrekgebied, een dik gedeelte in gesloten geo-metrische vorm binnen het omtrekgebied en een dun centraal gedeelte binnen het dikke gedeelte. 8203387