NL8203182A

NL8203182A - Werkwijze voor het bereiden van een samengestelde struktuur en verkregen samenstelsel.

Info

Publication number: NL8203182A
Application number: NL8203182A
Authority: NL
Original assignee: Chemplex Co
Priority date: 1981-10-08
Filing date: 1982-08-13
Publication date: 1983-05-02
Also published as: GB2107325A; DE3230715C2; JPS5871972A; FR2514362B1; JPH0259187B2; NL184909B; CA1206312A; GB2107325B; DE3230715A1; FR2514362A1; NL184909C; IT8249154A0; IT1149087B

Description

* -1- 22631/Vk/fflb

Korte aanduiding: Werkwijze voor het bereiden van een samengestelde struktuur en verkregen samenstelsel.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het 5 bereiden van een samengestelde struktuur die polypropeen, een polair substraat en een kleefmiddel bevat, dat in goed contact is hiermee, waarbij een kleefmiddelmengsel dat vrij is van polypropeen wordt aange-bracht op polypropeen en het substraat. De uitvinding heeft verder be-trekking op een samenstelsel dat de struktuur bevat zoals verkregen 10 volgens deze werkwijze.

Gewoonlijk wordt polypropeen gehecht aan polaire polyraeren zoals Nylon, etheen-vinylalcoholcopolyraeren (EVOH) en polyvinylalcohol-polymeren en aan metalen zoals aluminium, staal, koper, tin, messing en dergelijke door het aanbrengen van een mengsel van polypropeen ge§nt 15 met een onverzadigd carbonzuur of zuur derivaat en polypropeen. Bit materiaal wordt direkt als kleeflaag aangebracht tussen polypropeen en het polaire substraat.

Soms kan het de voorkeur verdienen om polyetheen te ge-bruiken, gesnt met onverzadigde carbonzuren of zure derivaten omdat dit 20 zeer makkelijk kan worden bereid in een smelt-reactiesysteem. Wanneer men polyethyleenentcopolymeren mengt met polypropeen heeft er echter een relatief slechte hechting plaats aan polaire polymeren en andere polaire substraten. In sommige gevallen heeft in het geheel geen hechting plaats tussen het mengsel dat het entcopolyraeer bevat met polypropeen 25 en het polaire substraat. Door de toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding en met de aldus verkregen samenstelsels worden deze problemen voorkomen.

Door het enten van geschikte onverzadigde carbonzuren of zure derivaten, bijvoorbeeld anhydriden, op polyetheen en menging van 30 het verkregen ent-copolymeer met een mengsel van polyetheen en een elastomeer zijn kleefraiddelen verkregen met een voortreffelijke kleef-sterkte ten aanzien van zowel polypropeen en verschillende substraten zoals polaire polymeren met name Nylon, ethyleenvinylalcoholcopolymeren, polyvinylalcoholpolymeren en copolymeren, metalen, glas, papier, hout 35 en dergelijke. Het elastomeer geeft een bijdrage aan het mengsel voor de hechting aan polypropyleen omdat zonder deze stof een slechte hechting wordt verkregen- ten aanzien van polypropyleen.

De werkwijze volgens de uitvinding wordt hiehdoor gekenmerkt, 3203182 -2- 22631/Vk/mb j > ' dafc het mengsel bestaat uit a) ongeveer 0,1-95 gew.delen van een mengsel van een ent-copolymeer van ongeveer 70-99,999 gew.? polyethyleenketen geSnt met ongeveer 30-0,001 gew.i van ten minste een verbinding die ten minste een 5 onverzadigd carbonzuur of anhydride of beide bevat, b) ten minste een elastomeer dat een homopolymeer is van isobuteen, copolymeer van een dieen en een vinylaromatische verbinding, blok-copolymeer van een dieen en een vinylaromatisohe verbinding, copolymeer van een gehydrogeneerd dieen en een vinylaromatische verbinding, 10 gehydrogeneerd blok-copolymeer van een dieen en een vinylaromatische verbinding, homopolymeer van butadieen, een copolymeer van een ethenisch onverzadigd nitrile en een dieen of een mengsel hiervan en c) ten minste έέη polyolefine dat een homopolymeer is van etheen, copolymeer van etheen en oL-olefine of een mengsel hiervan.

15 De aandui'ding "polyethyleen" toegepast voor de entketen oravat homopolymeren van etheen en copolymeren van etheen met propeen, buteen-1 en andere onverzadigde alifatische koolwaterstoffen. Bij voor-keur is het etheenpolymeer lineair. Ook verdient het soras de voorkeur om mengsels van twee of meer van deze homopolymeren en copolymeren te 20 enten.

De uitdrukking "polyethyleenpolymeren" zoals toegepast in deze samenhang als mengpolymeer omvat etheenhomopolymeren en copolymeren met andere onverzadigde koolwaterstoffen met hogere olefinen zoals propeen, buteen-1 en hexeen-1. Het verdient soms de voorkeur om mengsels 25 van twee of meer van de bovenvermelde homopolymeren of copolymeren te gebruiken bij het mengen van het polymeer.

De polyethyleenhomopolymeren of copolymeren kunnen worden bereid volgens bekende werkwijzen onder toepassing van katalysatoren op basis van overgangsmetalen met een lage of middendruk of radikaalinitia-30 toren met een hoge druk. Daarom kunnen de.polymeren polyethyleen zijn met een lage dichtheid, lineaire polyethyleensoorten met een lage dicht-heid, polyethyleensoorten met een midden-dichtheid of polyethyleensoorten met een hoge .dichtheid.

Met "elastomeer" worden copolymeren bedoeld van etheen en 3c een sC-olefine, terpolymeren van ethfeen, een ot-olefine en een dieen, homopolymeren van isobuteen, copolymeren van isobuteen, homopolymeren van chloropreen, copolymeren van een dieen en een vinylaromatische verbinding, blok-copolymeren van een dieen en vinylaromatische verbinding, copolymeren van gehydrogeneerde dieen en vinylaromatische verbinding, gehydroge- 8203182 -3- 22631/Vk/rab neerde blok-copolymeren van een dieen en vinylaromatische verbinding, homopolyraeren van butadieen en copolymeren van een etheenachtig onver-zadigd nitrile en een dieen.

Enkele voorbeelden van deze elastoraeren zijn copolymeren 5 van etheen en propeen, terpolymeren van etheen, propeen en een dieen, copolymeren van isobuteen met isopreen, gechloreerde copolymeren van isobuteen en isopreen, copolymeren van butadieen en styreen, copolymeren van butadieen en vinyltolueen, blok-copolymeren van butadieen en styreen, blok-copolymeren van butadieen en vinyltolueen, blok-copolymeren 10 van isopreen en styreen, blok-copolymeren van isopreen en vinyltolueen, gehydrogeneerde copolymeren van butadieen en styreen, gehydrogeneerde blok-copolymeren van butadieen en styreen, gehydrogeneerde blok-copolymeren van isopreen en styreen, styreen-etheen-buteen-styreenblok-copoly-meren, copolymeren van acrylonitrile en butadieen, copolymeren van 15 methacrylonitrile en butadieen, copolymeren van acrylonitrile en isopreen en copolymeren van methacrylonitrile en isopreen.

Het verdient volgens de uitvinding de voorkeur om etheen-propeencopolymeren, etheen-propeen-dieenterpolymeren, homopolymeren van isobuteen, gechloreerde copolymeren van isobuteen en isopreen, homopoly-20 meren van chloropreen, gehydrogeneerde blok-copolymeren van styreen en butadieen, en styreen-etheen-buteen-styreenblok-copolymeren te gebruiken.

De onverzadigde carbonzuren of zuurderivaten die worden toegepast als entmonoraeren omvatten verbindingen zoals acrylzuur, fumaarzuur, methacrylzuur, malelnezuur, itacoonzuur, citracoonzuur, 25 mesacoonzuur, malelnezuuranhydride, citrocoonzuuranhydride, itacoonzuur-anhydride, 4-methylcyclohex-4-een-1,2-dicarbonzuurandhydride, bicyclo-(2,2,2)oct-5-een-2,3-dicarbonzuuranhydride, 1,2,3,4,5,8,9,10-octahydronaf-taleen- 2,2- dicarbonzuuranhydride, 2-oxa-1,3-diketospiro(4,4)non-7-een, bicyclo)(2,2,1)hept-5~een-2,3-dicarbonzuuranhydride, maleo-pimaarzuur, 30 tetrahydroftaalzuuranhydride, x-methylnorborn-5-een-2,3-dicarbonzuuranhydride, norborn-5-een-2,3-dicarbonzuuranhydride, Nadicanhydride, methyl-Nadicanhydride, Himicanhydride, methyl-Himicanhydride en andere samenge-stelde ringmonomeren zoals beschreven in de Araerikaanse octrooischriften 3.873.643 en 3.882.194. Co-entcopolymeren zoals beschreven in het 35 Amerikaanse octrooischrift 3.882.194 zijn eveneens geschikt volgens de uitvinding. De werkwijze voor de bereiding voor de ent-copolymeren zijn beschreven in deze bovenvermelde Amerikaanse octrooischriften.

Omdat deze mengsels geen polypropyleen bevatten is een wezenlijk deel van de uitvinding dat de onderhavige mengsels die geen 8203182 *> * -4- 22631/Vk/mb polypropyleen bevatten toch een goede hechting geven aan polypropyleen. Voorbeelden van samenstelsels volgens de uitvinding zijn polypropyleen/hechtmiddelmengsel volgens de uitvinding/

Nylon 5 polypropyleen/hechtraiddel/ethyleen-vinylalcoholcopolymeer polypropyleen/h eohtmidd el/aluminium polypropyleen/hechtmiddel/staal polypropyleen/hechtmiddel/glas polypropyleen/hechtmiddel/hout 10 polypropyleen/hechtmiddel/leer polypropyleen/hechtmiddel/Nylon/hechtmiddel/polypropyleen polypropyleen/hechtmiddel/EVOH/hechtraiddel/polypropyleen en polypropyleen/hechtmiddel/alurainiura/hechtmiddel/polypropy- leen.

15 Andere metalen die kunnen worden toegepast zijn koper, ataal, messing en dergelijke.

Het zal duidelijk zijn dat aanzienlijk meer oombinaties kunnen worden verkregen onder toepassing van een mengsel volgens de uitvinding.

20 Bij de bereiding van de mengsels volgens de uitvinding uit de bovenvermelde ent-copolymeren, elastomeren en etheenhomopolymeren en copolymeren kan elke mengapparatuur of techniek worden toegepast. Als voorbeeld voor mogelijke apparatuur kan worden genoemd een bereiding in een electrisch verwarmde Brabender Plasticorder met een raengkop onder 25 toepassing van een rol-type menger onder de volgende omstandigheden: temperatuur-204 °C, rotorsnelheid - 120 omwentelingen per minuut en mengtijd : 10 minuten na flux.

De verkregen mengsels werden onder druk samengeperst in een mal tot een film met een dikte van 0,12-0,18 mm. De films werden 30 vervolgens onder warmte gehecht aan het substraat gedurende een hiertoe geschikte tijd bij een bepaalde temperatuur. Deze omstandigheden waren voor de versehillende substraten: 1) Nylon 6 - 221 °C, 2 seconden 2) ethyleen-vinylalcoholoopolymeer (EVOH) - 430 °C, 5 seconden 35 3) polypropyleen - 500 °C, 5 seconden 4) aluminium - 221 °C, 2 seconden.

De verkregen samensteDingen werden getest door strippen hieruit te snijden met een breedte van 2,54 cm. De hechting werd vervolgens 8203182 “ 4 -5- 22631/Vk/mb bepaald met behulp van de T-aftrektest, die gelijk is aan de test zoals beschreven in ASTM D 137-72.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de volgende voorbeelden en vergelijkende voorbeelden, waarin afkortingen 5 zijn gebruikt met de hieronder verraelde betekenis.

EVOH - ethyleen-vinylacetaatcopolymeren XMNA - X-methylbieyolo(2,2,1)hept-5-een-2,3-dicarbonzuur- anhydride 10 MFR - smeltstroomsnelheid HDPE - polyethyleen met hoge dichtheid LDPE - polyethyleen met lage dichtheid EPDM - ethyleen-propyleen-dieenmonomeer terpolymeer SEBS - styreen-ethyleen-butyleen-styreencopolymeer 15 bekend als Kraton G 1650 PIB - polyisobutyleen.

Vergelijkend voorbeeld 1 X-methylbicyclo(2,2,1)hept-5-een-2,3-dicarbonzuuranhydride 20 (XMNA) werd in reactie gebracht met polyethyleenhomopolymeer met een hoge dichtheid in een dubbele schroefextruder ter verkrijging van een ent-copolymeer met 1,5 gew.% XMNA hierin verwerkt en met een sraeltindex van 1,5 g/10 minuten. Het ent-copolyraeer werd in diverse hoeveelheden ge-mengd met een random polypropyleen-ethyleencopolymeer met een stroom-25 snelheid (MFR) van 2. Deze mengsels werden onder warmte gebracht op

Nylon 6 gedurende 2 seeonden bij 221 °C. De resultaten van de T-aftrek-test waren: ent-copolymeer in hechting aan mengsel (gew.%) Nylon 6 (kg/m) 30 3 0 5 5,4 7 10,8 10 0 35 Vergelijkend voorbeeld 2

Onder toepassing vah het ent-copolymeer zoals beschreven in voorbeeld 1 werden mengsels bereid met een propyleen-ethyleen blok-copolymeer met een MFR-waarde van 2. De hierbij verkregen resultaten zijn: 8 20 3 f82 -6- 22631/Vk/mb w t ent-copolymeer in hechting aan mengsel (gew.55) Nylon 6 (kg/m) 10 0,0 15 5,4 5 20' 0,0

Vergelijkend voorbeeld 3

Dezelfde mengsels als toegepast in vergelijkend voorbeeld 2 werden onder warte aangebracht gedurende 5 seconden bij een temperatuur 10 van 221 °C op een ethyleen-vinylalcoholcopolymeer (EVOH). Alle mengsels gaven een zeer slechte hechting aan EVOH. De monsters konden niet worden getest omdat ze uit elkaar vielen.

Vergelijkend voorbeeld 4

Pfopyleen-ethyleen-blok-copolymeer met 7,Q% etheen werd in 15 een hoeveelheid van 9055 gemengd met 10 gew.£ van de ent-copolymeren zoals beschreven in voorbeeld 1. Dit mengsel werd onder toevoer van warrate aangebracht op EVOH· en gaf een hechting van 9 kg/m (0,5 lb/in).

Vergelijkend voorbeeld 5

Wanneer 90% polypropyleenhoraopolymeer met een MFR-waarde 20 van 4 werd gemengd met 1055 van het ent-copolymeer zoals beschreven in voorbeeld 1 en onder warmte aangebracht op EVOH was de verkregen hechting onder toevoer van warmte 1,8 kg/m. Indien ditzelfde mengsel onder warmte werd opgebracht op een randompolypropyleencopolymeer zoals beschreven in vergelijkend voorbeeld 1 was de hechting hoger dan 180 kg/m.

25 Hit de bovenvermelde vergelijkende voorbeelden blijkt dat indien een polyethyleenent-copolymeer wordt gemengd met een polypropyleen-homopolymeer of een random of een blok-copolymeer dat etheen bevat de hechting niet voldoende is ten aanzien van polaire polymeren.

Voorbeelden I-VII

30 Mengsels werden bereid onder toepassing van polyethyleen met een lage dichtheid (LDPE) met een smeltindex van 1,8 g per 10 minu-ten, een ethyleen-propyleen-dieenmonomeerterpolymeer (EPDM) elastomeer en het ent-copolymeer zoals beschreven in vergelijkend voorbeeld 1. Deze mengsels werden getest met betrekking tot de hechting aan ethyleen-vinyl-35 alcoholcopolymeer (EVOH), een random polypropyleencopolymeer, aluminium en Nylon 6.

De hierbij verkregen resultaten zijn samengevat in tabel A.

8 2 0 3 1 82 -7- 22631/Vk/rab

TABEL A

sanienstelling hechting (kg/m) aan beeld ent- random LDPE EPDM oopolymeer EVOH . “ Nylon 6 aluminium 5___(%) (%) (%)__oopolymeer__ I 90 — 10 >127 0 79 97 II 65 25 10 >136 9 III 60 30 10 >143 52 >110 74 10 IV 50 40 10 >127 >110 > 95 106 V 45 45 10 >138 >117 >162 95 VI 35 55 10 >117 >117 VII 25 65 10 1 33 >122 >145 15 ------------

Uit deze resultaten blijkt dat indien het mengsel ten minste 30% EPDM bevat de hechting voortreffelijk is, niet al'leen ten aanzien van ethyleen-vinylalcoholcopolymeer, Nylon 6 en aluminium maar 00k ten aanzien van polypropyleen.

20 Voorbeelden VIII-XII

Mengsels werden bereid onder toepassing van polyethyleen met een lage diohtheid zoals beschreven in de voorbeelden I-VII. Het- zelfde ent-oopolymeer als besohreven in vergelijkend voorbeeld 1 en een styreen-ethyleen-butyleen-styreen blok-oopolymeer (een styreen gehydroge- 25 neerd dieen-styreencopolymeer bekend onder de aanduiding Kraton G 1650) (SEBS) werden toegepast. De hierbij verkregen resultaten zijn samengevat in tabel B.

TABEL B

samenstelling hechting (kg/m) aan voor- __________ __ 1 -------------- 30 beeld LBPE SEBS copol^aeer ETOH Nylon 6 alumlnlu" (ί) (ί) (ί) ____ VIII 65 25 10 120 19,7 >113 IX 60 30 10 122 99 >117 138 35 X 45 45 10 102 > 178 66 66 XI 35 55 10 101 > 180 >104 XII 25 65 10 133 >180 >111 8203182 -8- 22631/Vk/rab

Uit tabel B blijkt dat door het gebruik van ten minste 30% van het elastomeer mengsels worden verkregen die hechten aan poly-propyleen en aan ethyleen-vinylalooholcopolymeer, Nylon 6 en aluminium. Voorbeelden XIII-XV en vergelijkend voorbeeld 6 5 Mengsela werden bereid met een polyethyleen met een hoge dichtheid met een MI-waarde van 0,8 en een dichtheid van 0,96+ met het-zelfde ent-gemodificeerd HOPE besohreven in vergelijkend voorbeeld 1 en diverse elastomeren te weten EPDM zoals besohreven in de voorbeelden I-VII, een styreen-ethyleen-buteen-styreen blok-copolyraeer zoals be-10 sohreven in de voorbeelden VIII-XII en polyisobutyleen (PIB) (Vistanex L-80). De resultaten in tabel C geven aan dat mengsels met 45% polyethy-leen met een hoge dichtheid, 45ί elastomeer en 103» gemodifioeerd ent-copolymeer met een hoge dichtheid goede resultaten gaven ten aanzien van de hechting op alle vier de verraelde substraten, welke hechting voor-15 treffelijk was.

TABEL C

VQQr samenstelling hechting (kg/m) aan beeld ent-co- . PP-ran- M .

HDPE EPDM PIB SEBS poly- aiUnU'’ EVOH dcmcopo- meer lymeer ^ (%) (%) (%) (%) (%) XIII 45 45 — — 10 >122 112 36 >156 XIV 45 — 45 — 10 59 149 63 >131 25 XV 45 — — 45 10 67 61 135 79 6 90 ...... 10 — 39 3,6 34

Oradat de hechting kan worden verkregen van polypropyleen aan polaire polymeren, kunnen diverse samenstelsel3, laminaten en co-30 extrusieprodukten worden verkregen onder toepassing van deze materialen. Samenstelsels die polypropyleen, gemengd hechtmiddel en Nylon, aluminium of ethyleen-vinylalcohol bevatten kunnen worden vervaardigd door zowel laminering als door co-extrusie.

Bij het vervaardigen van samenstelsels kan men gebruik 35 maken van bewerkingen voor het samenbrengen van twee of meer lagen, welke bewerkingen voor een deskundige bekend zijn, De bij voorkeur toegepaste werkwijzen zijn co-extrusie van een geblazen film, gieten van een film en co-extrusie van een laag, co-extrusie onder vormgeving bij inblazen, 82 0 3 1 82

.V

-9- 22631/Vk/mb laminering, aanbrengen van een deklaag onder oo-extrusie, Andere be-werkingen zijn poedercoating, roto-vorrageving, co-extrusie bij een pro-fiel, co-extrusie onder aanbrengen van een deklaag op een draad.

Samengevat kan worden gesteld dat de werkwijze en de samen-5 gestelde struktuur volgens de uitvinding betrekking heeft op poly- propyleen, een polalr substraat en een gemengd hechtmiddel dat in hoofd-zaak vrij is van polypropyleen, bestaande uit een polyethyleenketen geSnt met een of raeer onverzadigde oarbonzuren of zuuranhydriden, gemengd met ten minste edn elastomeer en ten minste edn polyolefine.

8203182

Claims

1. Werkwijze voor het bereiden van een samengestelde struktuur die polypropyleen, een polair substraat en een kleefmiddel- 5 raengsel bevat dat in goed contact is hiermee, waarbij een kleefmiddel-mengsel dat vrij is van polypropyleen wordt aangebracht op polypropyleen en het substraat, met het kenmerk, dat het raengsel bestaat uit a) ongeveer 0,1-95 gew.delen van een mengsel van een ent-copolyraeer van ongeveer 70-99,999 gew.Jt polyethyleenketen geSnt 10 met ongeveer 30-0,001 gev.% van ten minste een verbinding die ten rainste een onverzadigd carbonzuur of een anhydride of beide bevat, b) ten minste een elastomeer dat een homopolymeer is van isobuteen, copolymeer van een dieen en een vinylaromatische verbinding, blok-copolymeer van een dieen en een vinylaromatische verbinding, copo- 15 lymeer van een gehydrogeneerd dieen en een vinylaromatische verbinding, gehydrogeneerd blok-copolymeer van een dieen en een vinylaromatische verbinding, homopolymeer van butadieen, een copolymeer van een ethenisch onverzadigd nitrile en een dieen of een mengsel hiervan en c) ten minste een polyolefine dat een homopolymeer is van 20 etheen, copolymeer van etheen en ol -olefine of een mengsel hiervan.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de aanbrenging van het hechtmiddel plaatsheeft onder toepassing van 1aminering onder druk.

3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 25 aanbrenging van het hechtmiddel plaatsheeft onder co-extrusie.

4. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de aanbrenging van het hechtmiddel plaatsheeft onder co-extrusie-laminering.

5. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het polymeer c) een homopolymeer van etheen is.

6. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het polymeer c) een copolymeer is van etheen en een oC-olefine.

7. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat polymeer c) bestaat uit polyetheen met een dichtheid van ongeveer 0,910-0,965.

8. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat polymeer c) bestaat uit een lineair copolymeer van een oC-°lefine mefc 3-8 koolstofatomen tot een totaal van 100 gew.£.

9. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 8203182 > · -5? -11- 22631/Vk/mb polymeer g) bestaat uit een mengsel van ethyleenpolymeren en ethyleen-oC. -olefinecopolyraeren.

10. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het ent-copolymeer a) bestaat uit polyethyleenpolymeer met een hoge 5 dichtheid en x-methylbicyclo(2,2,1)hept-5-een-2,3-dicarbonzuuranhydride.

11. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat b) polyisobutyleen bevat en c) polyethyleen met een hoge dichtheid.

12. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat c) bestaat uit polyethyleen en b) bestaat uit gechloreerde butylrubber.

13. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat c) bestaat uit polyethyleen en b) bestaat uit neopreen.

14. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat c) bestaat uit polyethyleen en b) bestaat uit een 3tyreen-ethyleen-butyleen-styreen-blok-copolymeer.

15. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de keten van polymeer a) bestaat uit HDPE met een dichtheid van ongeveer 0,930-0,970.

16. Werkwijze volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de keten van polymeer a) een dichtheid heeft van ongeveer 0,940-0,970.

17. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het ent-copolymeer a) bestaat uit een polyethyleensoort met een hoge dichtheid en 4-methylcyclohex-4-een-1,2-dicarbonzuuranhydride.

18. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het ent-copolymeer van a) bestaat uit een polyethyleensoort met een hoge 25 dichtheid en ten minste een monomeer dat tetrahydroftaalzuuranhydride bevat.

19. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het carbonzuuranhydride genoemd onder a) in hoofdzaak bestaat uit x-methylbicyclo(2,2,1)hept-5-een-2,3-dicarbonzuuranhydride.

20. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat b) bestaat uit copolymeren van etheen en een qc -olefine, terpolymeren van etheen, een oC-olefine en een dieen, homopolymeren van isobutyleen, copolymeren van isobutyleen, homopolymeren van chloropreen, copolymeren van een dieen en een vinylaromatische verbinding, blok-copolymeren van 35 een dieen en vinylaromatische verbinding, copolymeren van gehydrogeneerde dieen en vinylaromatische verbinding, gehydrogeneerde blok-copolymeren van een dieen en vinylaromatische verbinding, homopolymeren van butadieen en copolymeren van een ethenisch onverzadigd nitrile en een dieen. 8203182 -f w- -12- 22631/Vk/mb

21. Samengestelde struktuur van componenten, met het ken-merk, dat deze bestaat uit: a) polypropyleen, b) een vast substraat en hiertussen aangebracht 5 c) een hechtmiddelmengsel zoals vermeld in conclusie 1.

22. Struktuur volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat het substraat bestaat uit een materiaal gekozen uit de groep van polaire polymeren, metalen, glas, papier, hout en cellofaan.

23. Struktuur volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat TO het substraat bestaat uit Nylon.

24. Struktuur volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat het substraat polair is.

25. Struktuur volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat het totaal van de componenten groter is dan 3.

26. Struktuur volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de samengestelde struktuur bestaat uit polypropyleen/geraengd hecht-middel volgens de uitvinding/Nylon.

27. Struktuur volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de samengestelde struktuur bestaat uit polypropyleen/hechtmiddel/ethy- 20 leen-vinylalcoholcopolymeer.

28. Struktuur volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de struktuur bestaat uit polypropyleen/hechtmiddel/aluminium.

29. Struktuur volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de struktuur bestaat uit polypropyleen/hechtmiddel/staal.

30. Struktuur volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de struktuur bestaat uit polypropyleen/hechtmiddel/glas.

31. Struktuur volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de samenstelling bestaat uit polypropyleen/hechtraiddel/hout.

32. Struktuur volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat 30 de struktuur bestaat uit polypropyleen/hechtmiddel/leer.

33. Struktuur volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat deze bestaat uit polypropyleen/hechtmiddel/Nylon/hechtmiddel/poly-propyleen.

34. Struktuur volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat 35 deze bestaat uit polypropyleen/hechtmiddel/EVOH/hechtmiddel/polypropy- leen.

35. Struktuur volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat deze bestaat uit polypropyleen/hechtmiddel/aluminium/hechtmiddel/poly- 8203182 , > < -13- 22631/Vk/mb propyleen.

36. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het ent-copolymeer genoemd onder a) bestaat uit polyethyleen met een hoge dichtheid en malelnezuuranhydride.

37. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het ent-copolymeer genoemd onder a) bestaat uit polyethyleen met een . hoge dichtheid en fumaarzuur.

38. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het ent-copolymeer genoemd onder a) bestaat uit polyethyleen met een 10 hoge dichtheid en bicyclo(2,2,1)hept-5-een-2,3-dicarbonzuuranhydride.

39. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het ent-copolymeer genoemd onder a) bestaat uit polyethyleen met een hoge dichtheid en acrylzuur. 15 Eindhoven, augustus 1982 8203182