NL8202508A - Werktuighouder voor een boorhamer. - Google Patents

Description

«£· ; 1¾ / VO 3463

Betreft; Werktuighouder voor een boorhamer.

De uitvinding heeft betrekking op een verktuighouder voor het opnemen van een werktuig in een "boorhamer, met ien in een geleidings-lichaam radicaal verstelbaar gelagerde, ten minste gedeeltelijk in axiaal gesloten uitsparingen van het werktuig aangrijpende vergrende-5 lingselementen, met een ten opzichte van het geleidingsliehaam verdraaihare opsluitring voor het opsluiten van de vergrendelings-elementen en met een axiaal verschuifbare fixeerhuls die de opsluitring ten opzichte van het geleidingsliehaam vast vergrendeld.

Bij de "bekende "boorhamers wordt over een tussenas behalve de 10 draaibeveging ook de slagbeweging qp een in een verktuighouder aan-gebracht werktuig overgedragen. Voor de overdracht van deze beide bewegingen wordt het werktuig draaivast, doch met begrensde axiale speling in het werktuig vastgehouden. Daarbij bezitten alle voor een bepaalde machine benodigde werktuigen dezelfde insteekeinden waarvan 15 de doorsnede overeenkomt met de doorsnede van het geleidingsgebied van de verktuighouder. De overdracht van-het .draaimoment alsook de axiale bevestiging van het werktuig vindt plaats via de axiaal gesloten uitsparingen aan het insteekeinde .alsook met de daarin aangrijpende vergrendelingselementen op de verktuighouder. De vergrendelingselementen 20 zijn meestal lager in een geleidingsliehaam-en door, middel van een i draaibare-”. of ^verschuifbare opsluitring radiaal. in- en uitkoppelbaar.

Op grond van de door de opsluitring gevolgde veg moeten de .uitsparingen aan de insteekeinde van het werktuig een eenheidsdiepte bezitten. Dit betekent dat in de verktuighouder alleen werktuigen met * l * 25 een bepaald insteekeinde kunnen vorden opgenomen.DSb is nadelig vanwege de grote doorsnedeverschille'n tussen de boordoorsnede en het insteekeinde. Wordt het insteekeinde voor het . werktuig voorzien van een te kleine doorsnede, dan is deze voor grotere* werktuigen te zwak. Wordt het insteekeinde daarentegen voor de werktuigen voorzien van een grote .

^ 30 . doorsnede, dan zijn de kleine werktuigen zeer .zvaar uitgevoerd en geeft bovendien problemen met het afvoeren-van de spaanders zodat een economische vervaardiging van het werktuig niet mogelijk is.

0m de bij het slagboren optredende trillingen een losdraaien - van de opsluitring te verhinderen, is het op zich bekend, een axiaal 82025 08 # * - 2 - versehuifbare fixeerhuls toe te passen, die de opsluitring ten opzichte van het geleidingsliehaam vergrehdelt..

Het nadeel hiervan is dat slechts een "vergrendelingspositie mogelijk is en derhalve de vergrendelingselementen alleen in een 5 positie. vastlegbaar zijn, wat wederom hot de reeds eerder genoemde dimensioneringsproblematiek van bet werktuig leidt .

De uitvinding heeffc tot doel te voorzien in een werktuighouder voor het opnemen van werktuigen met axiaal gesloten nit spar ingen, waarbij de voor het aangrljpen in de uitsparingen.aangebrachte ver-10 grendelingselementen in verschillende posities fixeerbaar zijn.

Het doel wordt hetreikt doordat volgensde uitvinding de opsluitring voor de vergrendelingselementen. door - middel van de fixeer-hnls ten opzichte van het geleidingsliehaam door een draaiing in ten minste twee posities vergrendelbaar is.

15 Voor elke draaiing van de opsluitring zijn derhalve ten minste twee fixeerhare, de werktuig: centreerhare'posities van de vergrendelingselementen 'aanwezig. Voor het aanwezige rverplaatsingsgebied van de vergrendelingselementen zijn evenwel meerdere draaiingen van de i t ^ ·.

opsluitring vereist. Derhalve zijn een aantal gelijkmatig over het : 20 gehele instelgebied verdeelde fixeerposities-van de vergrendelingselementen aanwezig.

; Om een losraken van de fixeerhuls door trillingen tijdens het slagboren tegen te gaan, kunnen een of meerdere •veerelementen aange-bracht worden welke veerelementen de veerhuls .in zijn vergrendelings- 25 positie drukken. In plaats van deze veerelementen is het ook mogelijk j · |. ‘ een grendelinrichting aan te brengen om.de -fixeerhuls in de vergrende- ; ’ lingspositie te borgen.

j ' · 0m de vergrendelingselementen in zoveel mogeiijk posities te fixe.ren, is het van voordeel dat voor het vergrendelen van de opsluit-30 ring ten opzichte van het geleidingsliehaam, de fixeerhuls te voorzien van een met een tegenvertanding samenwerkende .vertanding. In principe is het voldoende, wanneer een van de beide-vertandingen slechts een tand bezit, doch vanwege een gelijkmatige krachtverdeling is het even-wel gewenst dat de beide/vertandingen'zoveel mogeli^k vertandingen 35 bezitten.

i .

82(J25 0 8-J--- * * - 3 -

De vertanding resp. de tegenvertanding kan bijvoorbeeld uitgevoerd vorden als axiaal in elkaargrijpende' kopvertandingen.

Bij bet slagboren treden zeer zeker zodanige triilingen op, dat door :. .. .. een axiaal verschuiven van de fixeerhuls de vertandingen niet meer in 5 elkaar grijpen. Om dit tegen te gaan, is het-doelmatig'door -middel van een axiaal verlopende tandprofilering'de vertanding en de tegen- -vertanding telescopiseh in elkaar te laten grijpen. Bij een voldoende axiale veg voor het in elkaar gri jpen van -de beide vertandingen vordt een losraken van de vergrendeling zelfs bij zeer sterke triilingen 10 tegengegaan.

Met'betrekking ’tot zijn functie kan het profiel van de vertanding in principe villekeurig vorden uitgevoerd. IJit vervaardigings-techniseh oogpunt is bet evenvel van voordeel., vanneer de vertanding en tegenvertanding uitgevoerd zijn als. kerftandverbinding. Daar de 15 mechanische kraeht van de vertanding relatief klein is, kunnen de . kerfvertandingen bijvoorbeeld door omzetten · voorzien worden van een rand. Ben kerftandverbinding heeft-een aantal van-met elkaar‘in aan-grijping' brengbare posities en derhalve een zeer fijne- instelling van de fixeerbare posities .van de vergrendingselementen.'Derhalve kan

; I

20 een bepaalde radiale speling tussen de vergrendelingselementen en het insteekeinde van het verktuig ingesteld vorden. i | Voor een goede bantering is het doelmatig,. dat.de fixeerhuls .

draaivast verbqnden is met het geleidingsliehaam. Voor. het verstellen van de vergrendelingselementen moeten derhalve .de fixeerhuls en de I * 25 opsluitring relatief ten opzichte van elkaar verdraaid'vorden. De met het geleidingsliehaam draaivast verbonden .fixeerhuls kan -bij 'het ver-i i . .... „ . : .- i stellen van de verktuighouder als tegenlager-dienen. Daarbij:kan met de ene hand de fixeerhuls en met de .andere"hand de opsluitring vast- gehouden vorden. De tegenvertanding is daarbij bevestigd.aan .deopsluit- 30 . ring.

: v . De uitvinding zal. onderstaand aan de hand van een uitvoerings- • * * voorbeeld en onder verwijzing naar de tekening -nader -vorden uiteengezet. Hierin toont:

Fig. ‘1 een verktui ghouder volgens de uitvind-ing .met ingezet 35 verktuig in vergrendelde positie en veergegeven-in doorsnede; •-; / - \ I * - .

\ ' 82025 08 .

- h - fig. 2 een dwarsdoorsnede van - de in fig. 1 veergegeven werktuighouder volgens de lijnen II — II; fig. 3 een dwarsdoorsnede van de ‘in -fig. 1 weergegeven werktuighouder volgens de lijnen III - III; 5 fig. ^ de in fig. 1 tot en met 3 weergegeven werktuighouder in niet-vergrendelde toestand.

De-in de tekening aangegeven werktuighouder bestaat in hoofd-zaak nit een geleidingslichaam 1, nit radiaal verlopende sleuven 1a, uit radiaal verschuifbaar gelagerde vergrendelingselementen 2 en een 10 over een schroefdraad Tb met het geleidingslichaam 1 vastgeschroefde opsluitring 3. De vergrendelingselementen .2 worden door een ringveer 4 tegen het conische hinnenvlak 3a van de opsluitring 3 gedrukt. Door het verstellen van de opsluitring 3 ten qpzichte van het geleidingslichaam 1 worden de vergrendelingselementen 2 radiaal naar binnen 15 of naar huiten verschoven. Het geleidingslichaam 1 is over een hout 5 • met Sen de draai- en slagheweging overdragende dopper -6 verbonden.

De dopper 6 bezit een uitsparing 6a, die iets langer is dan de doorsnede * . -van de hout 5, zodat de verhinding tussen de dopper 6 en het geleidings-, lichaam 1 draai vast is., doch een bepaalde axiale speling bezit. Deze ; 20 axiale speling is voor de direkte overdracht van de slagheweging op SSn in de werktuighouder aangebrachte werktuig .10 vereist. Het werktuig 10 bezit.aan zijn insteekeinde axiaal gesloten uitsparingen 10a, die langer zijn dan de vergrendelingselementen 2, zodat het werktuig 10 begrensd axiaal verschuifbaar is. . ' 25 Het achterste gebied van het geleidingslichaam 1 is omgeven t * . f .

j :. door een fixeerhuls 7--De fixeerhuls 1 is over een .langssleuf 7a en een ; 1 in het geleidingslichaam 1 aangebrachte stift. 8 draaibaar, doch axiaal · verschuifbaar verbonden met het geleidingslichaam 1. Het voorste vaar de opsluitring 3 gerichte einde van de fixeerhuls 7 is voorzien van een 30 . buiten-kerfvertanding 7b. Bij de in fig. T weergegeven werktuighouder staat de buiten-kerfvertanding 7b in aangrijping met een overeenkomstige binnen-kerfvertanding 3b van de opsluitring 3. De fixeerhuls 7 en de opsluitring 3 grijpen derhalve telescopisch in elkaar. De fixeerhuls 7 wordt door een drukveer 9 in aangrijping gehouden met de opsluitring 3· . · -35 Zolang de fixeerhuls 7'en de opsluitring 3 in elkaar grijpen, wordt een 82 0 25 0 8 - .5 - . ' 1 verdraaiing van de opsluitring 3 ten opzichte van het geleidingslichaam.

1 voorkomen.

Fig. 2 toont de vergrendelingselementen 2 die radiaal verschuif-faaar gelagerd zijn in de sleuven la. De ringveer 4 drukt de vergrende-5 lingselementen 2 tegen het conische hinnenvlak 3a van de opsluitring 3·

In fig. 3 is het in elkaar grijpen van de huiten-kerfvertanding 7b van de fixeerhuls 7 in de Dinnen-kerfvertanding 3¾ van de opsluit-ring 3 te zien. De fixeerhuls 7. vordt over het geleidingslichaam 1 geleid.

10 De in fig. ^ weergegeven verktuighouder is de opslxiitring 3 ten opzichte van het geleidingslichaam 1 versteld, vaarbij de vergrendelingselementen 2 in hun nit erst e posit ie gehracht zijn zodat het verktuig 10 vervijderd kan vorden. De fixeerhuls 7 verd eerst tegen de kracht van de drukveer 9 terug getrokken. Da het aanbrengen van een :15 verktuig 10 kunnen de vergrendelingselementen 2 door ket verstellen ’ i van de opsluitring 3 "tot aan het ingrigpen in de axiaal hegrensde uit-. { sparingen 10a aan het insteekeinde van het verktuig 10 radiaal opgeslo-ten vorden. Big een aansluitend losmaken van de -fixeerhuls '7 vordt i ; .

deze door de drukveer 9 vederom in de in fig. 1 veergegeven, met de '20 opsluithuls 3 in aangrijping staande vergrendeHngspositie geschoven.

t ; - 1 ' i ; · · . - · < ί » - . - ♦ ·* i _ ' * · i i ] * I : j - i i · ·' ' .--.

j i - ; · * . _ /. i ί . , * · · I * , - .

i * ί | · s_i . i 82 0 25 0 8 . : ; “

Claims (3)

1. Werktuighouder voor het opnemen Tran verktuigen in een boorhamer, met een in een geleidingslichaam radiaal verstelbaar gelagerde, ten minste gedeeltelijk in axiaal gesloten nit sparingen van het verktuig- · aangrijpende vergrendelingselementen, met een ten opzichte Tan het 5 geleidingslichaam verdraaibare opsluitring voor het verstellen Tan de vergrendelingselementen enrmet een axiale verschuifbare fixeerhuls, die de opsluitring ten opzichte van'het geleidingslichaam vast vergren-delt met het kenmerk, dat de opsluitring CS)~door middel van de fixeerhuls (T) ten opzichte van het .geleidingslichaam (1) door een 10 draaiing op ten minste twee posities vergrendelbaar is.

2. Werktuighouder volgens conclusie 1 met het.: kenmerk, dat voor i het vergrendelen van de opsluitring (3) ten opzichte van het geleidingslichaam .(1) de fixeerhuls (7) voorzien is van eenmet een tegen-; vertanding samenwerkende vertanding. i 15 3. Werkuighouder volgens conclusie'2-met het kenmerk,· dat voor het telescopisch in elkaar grijpen van de vertanding en tegen-vertanding , voorzien is in een axiaal verlopende tandprofilering. h. Werktuighouder volgens conclusie 3 met het kenmerk, dat de vertanding en tegen-vertanding uitgevoerd zijn als kerftandverbinding 20. (3b, 7b). ·

5. Werktuighouder volgens een der conclusies 1 tot en met U met | | het kenmerk, dat de fixeerhuls (7) draaivast verbonden is met het geleidingslichaam (1). i * I * | ^ "* i · ' , · . ( j - : 82 0 25 0 8