NL8201299A - Gebouw, wandsecties en profielen daarvoor. - Google Patents

Gebouw, wandsecties en profielen daarvoor. Download PDF

Info

Publication number
NL8201299A
NL8201299A NL8201299A NL8201299A NL8201299A NL 8201299 A NL8201299 A NL 8201299A NL 8201299 A NL8201299 A NL 8201299A NL 8201299 A NL8201299 A NL 8201299A NL 8201299 A NL8201299 A NL 8201299A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
building according
building
sections
walls
posts
Prior art date
Application number
NL8201299A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Staalframe Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Staalframe Bv filed Critical Staalframe Bv
Priority to NL8201299A priority Critical patent/NL8201299A/nl
Priority to DE8383200437T priority patent/DE3364630D1/de
Priority to AT83200437T priority patent/ATE20933T1/de
Priority to EP83200437A priority patent/EP0090473B1/en
Publication of NL8201299A publication Critical patent/NL8201299A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/02Structures consisting primarily of load-supporting, block-shaped, or slab-shaped elements
    • E04B1/08Structures consisting primarily of load-supporting, block-shaped, or slab-shaped elements the elements consisting of metal

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Load-Bearing And Curtain Walls (AREA)
  • Finishing Walls (AREA)
  • Building Environments (AREA)

Description

1 1 T tJ/EA/Nedcon-1
GEBOUW, WANDSECTIES EN PROFIELEN DAARVOOR
De uitvinding heeft betrekking op een gebouw, omvattende uit, aan ten minste één zijde zijde van vormvastheid verlenende beplating voorziene raamwerken van horizontale en vertikale stijlen opgebouwde wanden en op de wanden opgelegde 5 overspanningselementen zoals vloerbalken of dakspanten.
Een dergelijk gebouw is bijvoorbeeld een volgens de houtskeletbouwmethode geconstrueerd gebouw. Bij de houtskelet-bouwmethode zijn alle dragende en niet-dragende elementen boven de fundering, dat wil zeggen de wanden, de vloeren en 10 het dak, van hout geconstrueerd, met uitzondering van eventueel de bekledingsmaterialen en isolatiemateriaal. Het skelet van de wanden bestaat uit horizontale en vertikale stijlen van gestandaardiseerde maten, die met eenvoudige spijkerver-bindingen zijn verbonden. De vormvastheid van het gebouw 15 wordt verkregen door de op de raamwerken aangebrachte beplating en natuurlijk door de onderlinge koppeling van de wanden. Een gebruikelijke constructiewijze is dat de verdieping-vloer opgelegd wordt op de opgerichte wanden van de begane grond verdieping, vervolgens de verdiepingwanden weer op de 20 verdiepingvloer worden opgesteld en op deze verdiepingwanden weer de verdiepingvloer voor de daarboven liggende verdieping of de dakspanten worden aangebracht.
De houtskeletbouwmethode heeft een aantal grote voordelen. Een bijzonder belangrijk voordeel is, dat deze 25 methode de ontwerper gewoonlijk geen enkele beperking oplegt en dat elke willekeurige gewenste constructie volgens deze methode uitgevoerd kan worden. De bouwhoogte is echter gewoonlijk tot drie a vier verdiepingen beperkt. Bovendien is een volgens de houtskeletbouwmethode vervaardigd gebouw rela-30 tief goedkoop en kan eenvoudig een hoge isolatiewaarde worden bereikt. Een ander voordeel is, dat een dergelijk gebouw aanzienlijk veel lichter is dan een in baksteen of beton uitgevoerd gebouw. Vanwege deze voordelen worden in de Verenigde Staten van Amerika en in Canada gebouwen algemeen in de hout-35 skeletbouwmethode geconstrueerd. Ook wordt thans elders deze 8201299 • ' - 2 - methode meer en meer toegepast, aangezien de sterk gestegen bouwkosten de belangstelling uit doen gaan naar bouwmethoden waarmee toch hoogwaardige gebouwen vervaardigd kunnen worden, maar waarbij de kosten gunstig liggen.
5 Het doel van de onderhavige uitvinding is een ge bouw te verschaffen dat geconstrueerd is volgens een systeem, dat ten minste de belangrijkste voordelen van de houtskelet-bouw combineert met de hedendaagse industrieële mogelijkheden.
10 Dit doel wordt bij een in de aanhef omschreven ge bouw volgens de uitvinding bereikt doordat elke wand is samengesteld uit afzonderlijke secties met ten minste één om-treksraamwerk van koud gewalste plaatstalen profielen, waarbij aangrenzende secties met de vertikale randstijlen tegen 15 elkaar aan zijn gemonteerd en de overspanningselementen opgelegd zijn boven de vertikale randstijlen. Koud gewalste plaatstalen profielen zijn, geheel in overeenstemming met de voordelen van de houtskeletbouw licht van gewicht. Terwijl bij houtskeletbouw de wanden over de gehele lengte vertikale 20 belastingen opnemen, is het, door de grotere stijfheid van koud gewalste plaatstalen profielen mogelijk om de wanden op te bouwen uit secties waarvan de vertikale randstijlen uitsluitend de vertikale krachten opnemen. Binnen elke sectie kan men dus geheel vrij deur- of raamopeningen aanbrengen, 25 zonder dat daarvoor de vertikale belasting opzij afleidende lateien aangebracht behoeven te worden.
Op verrassende wijze is gebleken dat, vrijwel zonder de volledige ontwerpvrijheid aan te tasten, elke gewenste constructie uitgevoerd kan worden wanneer de secties in bin-30 nen- en buitenwanden elk een lengte hebben die valt in een reeks omvattende: een hele moduulmaat, de halve moduulmaat, en de hele en halve moduulmaat min respectievelijk éénmaal of tweemaal de dikte van de sectie. Hierdoor wordt industriële vervaardiging van ten minste de raamwerken voor de secties, 35 gezien het relatief kleine aantal verschillende secties, interessant. Voor een willekeurig gebouw hoeven nu geen of slechts zeer weinig speciale secties te worden vervaardigd. Bijvoorbeeld wanneer het te construeren gebouw een schuin dak 8201299 -3-.
heeft, zijn slechts een klein aantal secties met een schuine kant nodig.
Bij voorkeur worden de stijlen reeds bij de vervaardiging voorzien van op regelmatige afstand liggende per-5 foraties voor de doorvoer van leidingen en bevestigingsmiddelen. De secties worden op het bouwwerk aangeleverd voorzien van buitenbeplating of eventueel van een tijdelijke schoor, zodat na het oprichten van de wanden en vloeren van het gebouw op zeer eenvoudige wijze leidingen gelegd kunnen worden. 10 Wanneer dit gebeurt is, wordt de binnenbeplating aangebracht.
Een gunstige constructie wordt verkregen wanneer de horizontale randstijlen een ü-profiel en de vertikale randstijlen een open-doosprofiel hebben, waarbij de breedte van het open-doosprofiel overeenkomt met de inwendige afstand 15 van de benen van het U-profiel. Op deze wijze kunnen de vertikale randstijlen met hun einde opgenomen worden in de horizontale randstijlen en door deze uitvoering kunnen de vertikale stijlen zeer dun uitgevoerd worden, terwijl deze toch voldoende stijf zijn.
20 De horizontale en vertikale stijlen kunnen op gun stige wijze met een op zichzelf bekende, zeer snelle en weinig inspanning vergende koudklinkmethode worden verbonden. Volgens de uitvinding worden hiertoe de vertikale randstijlen in hun zijvlakken voorzien van instulpingen om de perforaties 25 voor de doorvoer van door overeenkomstige perforaties in de horizontale randstijlen gestoken klinknagels. Bij het spannen van de klinknagels wordt het materiaal van de horizontale randstijlen enigszins naar binnen getrokken in de instulping van de betreffende vertikale randstijl. Hierdoor kan de kop 30 van de klinknagel tot binnen het vlak van het raamwerk worden getrokken zodat de beplating vlak tegen dit raamwerk aangebracht kan worden.
Bij voorkeur worden de overspanningselementen vervaardigd van koudgewalste plaatstalen profielen. Zoals eerder 35 opgemerkt zijn deze met redelijke afmetingen relatief stijf, zodat de onderlinge afstand van twee aangrenzende overspanningselementen groot kan zijn. Doordat de overspanningselementen opgelegd zijn boven de vertikale randstijlen van de 8201299 - 4 - secties, kunnen deze secties dus met een grote moduulmaat worden uitgevoerd. Dit geldt in het bijzonder wanneer volgens de uitvinding de vloerbalken op de wanden opgelegde moerbal-ken en tussen aangrenzende moerbalken aangebrachte kinderbal-5 ken omvatten en de moerbalken samengesteld zijn uit twee identieke, in hoofdzaak U-vormige, met de lijven tegen elkaar gemonteerde profielen, waarbij de lijven elk een in de richting van de bijbehorende benen inspringend profieldeel omvat-10 ten. De inspringende profieldelen vormen hierbij in de samengestelde toestand van de twee identieke profielen een koker, die een grote stijfheid paart aan een zeer laag gewicht.
Zoals bij de houtskeletbouw kan bij het gebouw volgens de uitvinding als buitenbekleding elke gewenste buiten-15 bekleding worden toegepast zoals baksteen, natuursteen, pleisterwerk enzovoort. Bij voorkeur wordt voor de beplating van de buitenwanden platen van asbest-cement of een dergelijk materiaal gebruikt. Teneinde een goede brandbestendigheid te verkrijgen wordt de beplating aan de binnenzijde van het ge-20 bouw bij voorkeur uitgevoerd met gipsplaten.
Een geschikte dikte voor de secties is bijvoorbeeld 10 cm. Door volgens de uitvinding de secties op te vullen met minerale wol kan dus een zeer goede thermische- en geluidisolatie van het gebouw worden bereikt.
25 De uitvinding betreft en verschaft eveneens wand- secties voor een gebouw volgens de uitvinding. Een dergelijke wandsectie omvat dus ten minste een omtreksraamwerk van koud gewalste plaatstalen profielen en een vormverstevigingsele-ment zoals beplating of een schoor. Een schoor wordt voor het 30 transport toegepast, wanneer de beplating pas op het bouwwerk wordt aangebracht.
Ook betreft en verschaft de uitvinding de koudge-walste plaatstalen profielen die kennelijk bestemd zijn voor een wandsectie of een gebouw zoals boven omschreven. Met de 35 profielen kan door een gebruiker zelf een eenvoudig, en eventueel meer gecompliceerd gebouw worden opgericht zonder dat daar grote vakkennis voor nodig is.
Verdere kenmerken en voordelen van de uitvinding blijken uit de navolgende beschrijving aan de hand van de 8201299 - 5 - figuren van uitvoeringsvoorbeelden van het gebouw volgens de uitvinding.
Pig. 1 toont in perspektivisch aanzicht, met in vertikale richting uiteengenomen en gedeeltelijk weggebroken 5 delen schematisch een gebouw volgens de uitvinding.
Fig. 2 toont een perspektivisch aanzicht met weggebroken delen volgens pijl II in fig. 1.
Fig. 3 toont een detail in perspektivisch aanzicht volgens pijl III in fig. 2, 10 Fig. 4 toont een vertikale doorsnede door twee aan grenzende woningscheidende wanden.
Fig. 5 toont een doorsnede volgens lijn V-V in fig.
1.
Fig. 6 toont in detail de constructie ter plaatse 15 van de daknok volgens pijl VI in fig. 1.
Fig. 7 toont een doorgesneden bovenaanzicht van de begane grond verdieping.
Fig. 8 toont schematisch een aantal secties volgens de uitvinding met een in een bepaalde reeks vallende lengte. 20 Fig. 9 is een schema ter verduidelijking van de systematiek in de reeks secties van fig. 8.
Fig. 10 toont een gedeeltelijk perspektivisch aanzicht van een raamwerk van een sectie volgens de uitvinding.
Fig. 11 toont een perspektivisch aanzicht van een 25 andere uitvoeringsvorm van een gebouw volgens de uitvinding.
Fig. 12 toont een aanzicht volgens pijl XII in fig.
11.
Het gebouw 1 omvat wanden zoals een begane grond wand 2, een verdiepingwand 3, een zolderwand 4, en voorwanden 30 5 en 6 op respektievelijk de verdieping en de begane grond. Deze wanden 2-6 zijn opgebouwd uit vertikale stijlen 8 en horizontale stijlen 9. Volgens de uitvinding is elke wand opgebouwd uit afzonderlijke secties 7 die een omtreksraamwerk 12 omvatten van koud gewalste plaatstalen profielen, waarbij 35 aangrenzende secties 7 met de vertikale randstijlen 8 tegen elkaar aan zijn gemonteerd. Om de voor een wand vereiste vormvastheid te verkrijgen, zijn de secties aan ten minste één zijde voorzien van een beplating, zoals een binnenbepla- 8201299 - 6 - ting 10 en/of een buitenbeplating 11.
De begane grond wanden zoals 2 en 6 zijn opgericht op een fundering 15 die bestaat uit funderingbalken 16, die eventueel aangebracht zijn op geheide palen, en een tussen 5 deze funderingsbalken aangebrachte, op zichzelf bekende sy-steemvloer 17.
Bij het oprichten van het gebouw 1 worden op de fundering 15 eerst de begane grond wanden opgebouwd uit de secties 7. Hierna wordt de verdiepingvloer 8 op de begane 10 grond wanden aangebracht. Volgens de uitvinding bestaat de verdiepingvloer uit moerbalken 19 waartussen kinderbalken 20 zijn aangebracht. De moerbalken 19 zijn op de secties 7 van de wanden opgelegd, boven de vertikale randstijlen daarvan.
Op de bovenste horizontale randstijl van elke sectie wordt 15 dus geen enkele vertikale kracht uitgeoefend. Op de vloerbalken 19, 20 wordt vervolgens een vloerbeplating 21 aangebracht. Deze vloerplaten 21 bestaan bij voorkeur uit multiplex en zorgen eveneens voor vormvastheid van de constructie.
Wanneer de verdiepingvloer 18 is aangebracht, wor-20 den boven op de verdiepingvloer, dus boven op de beplating 21 de wandsecties 7 voor de verdiepingwanden zoals 3 en 5 opgericht. Vervolgens wordt weer op deze verdiepingwanden een zoldervloer 22 opgelegd, op overeenkomstige wijze als de verdiepingvloer 18. De zoldervloer 22 is eveneens van vloerpla-25 ten 23 voorzien.
Op de zoldervloer 22 worden weer de zolderwanden zoals 4 opgesteld en vervolgens op deze zolderwanden een plat dak 24 dat ook weer uit moerbalken en kinderbalken bestaat en een met de verdiepingvloer 18 en de zoldervloer 22 overeen-30 komstige constructie en dus ook een beplating 26 heeft.
De dakplaten 25 voor de schuine dakvlakken zijn op een wijze aangebracht zoals nog nader uiteen gezet zal worden.
Doordat volgens de uitvinding van de secties alleen 35 de vertikale randstijlen een vertikale belasting opnemen, is men geheel vrij voor wat betreft de uitvoering van de wand tussen de twee vertikale randstijlen van een sectie 7. Zoals in fig. 1 wordt getoond, is het daarom mogelijk om zonder 8201299 - 7 - verdere voorzieningen zoals lateien en dergelijke een raam 30 in een sectie 7 aan te brengen door een raamprofiel 31 met de vertikale tussenstijlen te verbinden en de binnen- en buitenbeplating van een uitsparing te voorzien. Het spreekt vanzelf 5 dat behalve ramen ook deuren en andere openingen aangebracht kunnen worden. In de gevormde raamopening 30 kan een kozijn worden gemonteerd zoals wordt getoond in fig. 5.
Zoals fig. 2 toont zijn volgens de uitvinding op regelmatige afstanden in de stijlen van de secties 7 perfora-10 ties 32 aangebracht. Ook in de moerbalken 19 zijn op regelmatige afstanden perforaties 32 aangebracht. Deze perforaties kunnen op doelmatige wijze gevormd worden voorafgaande aan het koud walsen van de profielen. De perforaties 32 dienen voor de doorvoer van leidingen in de wanden en in de vloer-15 constructie. Voor de doorvoer van een kunststofleiding 33 wordt in de betreffende perforatie 32 eerst een doorvoertule 34 opgenomen. Andere leidingen zoals de leiding 35 kunnen eventueel direkt door de betreffende perforatie worden gestoken.
20 Zoals fig. 2 verder toont zijn van elke sectie 7 de horizontale stijlen C-vormige profielen en zijn de vertikale stijlen 8 open-doosprofielen. De breedte van het open-doos-profiel 8 komt overeen met de afstand tussen de benen van de horizontale stijlen 9, zodat de vertikale stijlen 8 in de hori-25 zontale stijlen opgenomen kunnen worden. De stijlen 8 van twee aangrenzende secties 7 worden met elkaar verbonden, bijvoorbeeld door een koude klinkverbinding. De getoonde moer-balk 19, die opgelegd is boven de vertikale randstijlen 8, is samengesteld uit twee identieke , in hoofd zaak U-vormige met 30 de lijven tegen elkaar gemonteerde profielen. De lijven hebben elk een in de richting van de behorende benen inspringend profieldeel zodat in de samengestelde toestand een holle koker 28 wordt gevormd. De op deze wijze vervaardigde moerbalk heeft een zeer grote stijfheid en een indifferent knikgedrag. 35 De lijven van de profielen 27 kunnen weer door een koude klinkverbinding met elkaar zijn verbonden. Tegen het zijvlak van de moerbalk 19 zijn een aantal profieldelen 36 aangebracht waarop de kinderbalken 20 zijn gemonteerd. Zoals ge- 8201299 - 8 - toond hebben de kinderbalken bij voorkeur een open-doospro-fiel. De profieldelen 36 zijn met behulp van klinknagels 37 tegen de moerbalk 19 bevestigd. De gaten voor de klinknagels worden evenals de perforaties 32 voor de doorvoer van leidin-5 gen aangebracht in een bewerking voorafgaande aan de profilering van het materiaal. In het zich horizontaal uitstrekkende bovenste been van het profieldeel 36 is een boring aangebracht waar doorheen zich een bout 39 uitstrekt die aangrijpt in schroefdraad van een klemstuk 38. Bij het monteren van een kinderbalk 20 wordt het klemstuk 38 ten opzichte van de in fig. 3 getoonde stand ongeveer een kwartslag gedraaid en wordt de bout 39 aangehaald, zodat de naar binnen gevouwen benen van het profiel van de kinderbalk 20 vastgeklemd worden tussen het klemstuk 38 en het bovenste been van het profiel-deel 36. Doordat de gaten voor de klinknagel 37 reeds vooraf op zeer nauwkeurige wijze in de moerbalk 19 zijn gevormd, komt het bovenvlak van de kinderbalk 20 zonder meer op hetzelfde niveau te liggen als het bovenvlak van de moerbalk 19. De kinderbalk 20 is verder aan zijn vooreinde voorzien van 20 een uitsparing 40, zodat de kinderbalk 20 aan kan liggen tegen de moerbalk 19 zoals uit fig. 2 blijkt. De plafondpla-ten 45 zijn op op zichzelf bekende wijze door middel van hangers 46 aan de kinderbalken 20 opgehangen. Hierdoor is.het mogelijk om een isolatiedeken van minerale wol over het gehe-25 ie oppervlak van het plafond aan te brengen, dus ook onder de moerbalken door. Hierdoor wordt bereikt, dat in geval van brand, de moerbalken 19 niet te snel heet worden en daardoor door zouden buigen. Dit zou tot gevolg kunnen hebben, dat de zijwanden door de doorbuigende moerbalken kromgetrokken wor-J den. Om te voorkomen, dat bij het bezwijken van de plafond-platen ook de isolatiedeken loskomt, wordt deze aan de kinderbalken 20 bevestigd.
Zoals eerder opgemerkt, is de binnenbeplating 10, 45 bij voorkeur van gipsplaten, zodat hierdoor ook een goede
OC
bestendigheid tegen brand wordt verkregen. Bij de woning-scheidende wanden, waarvan er in fig. 2 één is getoond en waarvan er in fig. 4 twee naast elkaar liggende worden getoond, kan in plaats van de beplating aan de spouwzijde een 8201299 -9- dubbele beplating aan de binnenzijde zijn aangebracht. Hierdoor wordt de bezwijkduur van de wanden op een gunstige hoge waarde gebracht. Na het aanbrengen van het plafond 45 wordt een afwerklijst 48 aangebracht.
5 Tussen de binnenbeplating 10 en het raamwerk 12 van de sectie 7 is een dampremmende folie 14 aangebracht.
Zoals fig. 4 toont wordt tussen twee tegenover elkaar liggende verdiepingvloeren, in de spouw 51 tussen twee woningscheidende wanden isolatie 49 aangebracht. Deze dient gg om te voorkomen, dat via deze tussenruimte brand van een gebouw op het aangrenzende overslaat. Ook boven aan de wand, waar de dakplaat 25 op de betreffende sectie ligt, is isolatiemateriaal 50 aangebracht. Overigens is duidelijk te zien, dat de verdiepingwand 3 opgesteld is op de vloerplaat 21 van 15 de verdiepingvloer.
In de raamopening 30 is tegen de begrenzing van het profiel 31 aan een kozijn 54 gemonteerd. Het kozijn 54 is zodanig uit materiaal gefreesd dat een nok 60 wordt gevormd die over de buitenplaat 11 valt. Aan de binnenzijde is een 20 afwerklijst 55 aangebracht.
Ter voorkoming van koudebruggen kan tussen de buitenbeplating 11 en het raamwerk 12 van de betreffende sectie isolatieband van schuimkunststof worden aangebracht. Dit band 52 zorgt behalve voor beperking van de warmte-overdracht ook 25 voor een beperking van de geluidsoverdracht. Het band wordt op de stijlen aangebracht ten minste nabij de plaatsen waar de beplating wordt bevestigd. Dit wordt nader in fig. 10 getoond.
Tussen de buitenbeplatingen 11 van de boven elkaar 30 liggende wandsecties 7 wordt nog een plaat 53 aangebracht ter overbrugging van de tussenruimte die wordt veroorzaakt door de verdiepingvloer.
Fig. 6 toont de constructie ter plaatse van de dak-nok. Op de normale sectie 7 en de driehoekige sectie 64 van 35 de zolderwand 4 is op de bekende wijze een moerbalk 19 opgelegd. Op de moerbalk 19 en de daarmee verbonden kinderbalk 20 is de beplating 26 bevestigd. Boven de moerbalk 19 is op de plaat 26 een driehoekprofiel 61 bevestigd. Tegen de opstaande zijde van het driehoekprofiel 61 is een vulstuk 62 aangelegd. De dakplaat 25 die in dit uitvoeringsvoorbeeld bestaat uit twee op een afstand van elkaar liggende, met polyurethaan- 8201299 - 10 - schuim gevulde aluminium platen, zijn bevestigd op het drie-hoekprofiel 61. Nabij de zoldervloer 22 en de verdiepingvloer 18 zijn overeenkomstige profielen als het driehoekprofiel 61 aangebracht waartegen de dakplaten 25 aanliggen. Voor de af-5 werking is een afdekprofiel 63 aangebracht en zijn verder op bekende wijze een aantal lagen dakbedekkingsmateriaal 65 op de aldus verkregen constructie aangebracht.
Het in de figuren getoonde gebouw geeft slechts één mogelijke uitvoeringsvorm weer. Zoals reeds eerder opgemerkt, 10 heeft de constructie volgens de uitvinding het voordeel, dat nauwelijks enige beperkingen aan het ontwerp worden opgelegd. Door de systematiek in het systeem is een zeer economische bouwwijze verkregen.
Volgens een belangrijk aspect van de uitvinding 15 hebben de secties in de binnen- en buitenwanden elk een lengte die valt in een reeks omvattende een hele moduulmaat, een halve moduulmaat, en de hele en halve moduulmaat min resp. éénmaal of tweemaal de dikte van de sectie. Secties met leng-te-afmetingen volgens deze reeks zijn weergegeven in fig. 8. 20 De getoonde sectie 71 heeft een lengte die gelijk is aan een halve moduulmaat 76. De sectie 70 heeft een lengte gelijk aan de hele moduulmaat, dus tweemaal de halve moduulmaat 76. In verband met in de handel verkrijgbare afmetingen van plaatmaterialen is een geschike moduulmaat 2,40 meter. De sectie 70 25 omvat vier tussenruimten tussen vertikale stijlen 8, zodat de tussenruimte tussen twee aangrenzende stijlen telkens 60 cm is bij deze moduulmaat.
De sectie 73 heeft een lengte die gelijk is aan de halve moduulmaat 76 min één maal de dikte van een sectie.
30 Deze maat is aangegeven met 77. De sectie 72 heeft dus een lengte gelijk aan de hele moduulmaat min de wanddikte. Evenzo heeft sectie 75 een lengte 78 gelijk aan de halve moduulmaat min tweemaal de wanddikte en de sectie 74 de hele moduulmaat nin tweemaal de wanddikte. Met de op deze wijze opgebouwde 35 reeks secties 70-75 kan vrijwel elk constructief probleem worden opgelost. Ter illustratie hiervan dient fig. 9, die aangeeft dat voor een vierkante ruimte met een uitwendige afmeting die gelijk is aan de halve moduulmaat volstaan kan 8201299 - 11 - worden met de secties 71, 73 en 75.
Ter verdere verduidelijking is in fig. 7 een doorgesneden bovenaanzicht getoond van de benedenverdieping van het gebouw 1, waarbij de verschillende secties met hun in 5 fig. 8 gebruikte verwijzingscijfer zijn aangegeven. Hierbij moet erop gewezen worden dat de deuropeningen telkens binnen een sectie liggen, zodat de secties zich dus telkens aan weerszijden van de deuropeningen uitstrekken.
Het zal duidelijk zijn dat door het toepassen van 10 secties met de lengtemaat liggend in een reeks zoals hierboven aangegeven, het grote voordeel wordt bereikt van een uitzonderlijk klein aantal verschillende voorwerpen voor het oprichten van een gebouw 1 zoals getoond in fig. 1. Bij dit gebouw worden behalve de secties volgens de genoemde reeks 15 nog zes dezelfde driehoekige secties 64 toegepast. Door ook deze driehoekige secties 64 in het systeem op te nemen wordt het systeem nagenoeg universeel.
Zoals eerder werd beschreven, moeten de secties voor de vereiste vormvastheid bij het vervoer voorzien zijn 20 van ten minste één vormverstevigingselement zoals een beplating of een schoor. Het is in het bijzonder aantrekkelijk om de voor de buitenwanden bestemde secties vooraf te voorzien van buitenbeplating, zodat binnen een zeer korte tijd het gebouw dicht is. In die gevallen waarin het beter uitkomt om 25 de beplating naderhand aan te brengen, hetgeen in het bijzonder zal gelden voor de binnenwanden, kunnen de secties vervoerd en opgesteld worden terwijl deze voorzien zijn van een tijdelijke schoor. In fig. 8 zijn deze tijdelijke schoren 80 gestippeld aangegeven.
30 Fig. 10 toont nadere bijzonderheden over de wijze waarop de raamwerken 12 van de secties zijn gemonteerd. Zoals eerder beschreven bestaan de vertikale stijlen 8 bij voorkeur uit open-doosprofielen en de horizontale stijlen 9 bij voorkeur uit een U-profiel. De vertikale stijlen 8 zijn om de 35 openingen 85 voorzien van instulpingen 86. Wanneer nu een horizontale stijl 9 verbonden wordt met een vertikale stijl 8 door middel van een klinknagel 87, wordt het materiaal van de horizontale stijl 9 bij de klinkbewerking, die bij voorkeur 8201299 « - 12 - een koude klinkbewerking is, in de instulping 86 naar binnen getrokken, zodat eveneens in het materiaal van de ligger 9 een instulping ontstaat. De kop van de klinknagel 87 komt daardoor binnen het zijvlak van het raamwerk te liggen. Zoals 5 getoond wordt de schoor 80 bij voorkeur tijdelijk met behulp van een plaatschroef 89 vastgezet. Wanneer het raamwerk is gesteld kan de schoor 80 snel worden verwijderd door het losschroeven van de plaatschroeven 89.
Voor het aanbrengen van de platen 11 wordt het iso-10 latieband 52 aangebracht zoals eerder werd beschreven. De platen 11 worden bij voorkeur eveneens met plaatschroeven 90 bevestigd. Deze plaatschroeven kunnen op geschikte wijze van een zelfborgend type zijn.
Opgemerkt moet worden, dat in fig. 10 de wanddikten 15 van de profielen overdreven zijn weergegeven. Gebleken is dat voor een gebouw 1 als getoond in fig. 1 een materiaaldikte voor de profielen 8 en 9 van ca. 1,5 mm voldoende is.
Behalve het hierboven beschreven gebouw 1 kan met het systeem volgens de uitvinding elk willekeurig ander ge-20 bouw worden opgericht. Het in fig. 11 en 12 getoonde gebouw 92 omvat eveneens wanden, die samengesteld zijn uit de eerder beschreven secties 7. Op de wanden zijn, wederom boven de vertikale randstijlen van de secties, in plaats van moerbal-ken 19 dakspanten 93 opgelegd. De dakspanten 93 zijn samenge-25 steld uit open-doosprofielen 94 en 95. De eindplaat 96 is door middel van klinknagels 97 vastgezet. De stijlen 91 zijn in de open rand van de profielen gestoken en met klinknagels vastgezet. In langsrichting zijn over de dakspanten 93 gordingen 98 aangebracht. Deze gordingen 98 worden bij voorkeur 30 0p een wïjZe die overeenkomt met de bevestiging van de kinderbalken 20 aan de moerbalken 19 op de dakspanten 93 bevestigd. De gordingen 98 hebben wederom een open-doosprofiel en worden dus door middel van een klemplaat 99 waarin een bout 100 met schroefdraad aangrijpt, op de dakspanten vastgeklemd. 35 Over de gordingen 98 wordt op bekende wijze een dakbeplating aangebracht.
Een gebouw zoals het gebouw 92 van fig. 11 en 12 kan bijzonder goed dienst doen als tijdelijk onderkomen of 8201299 t 0 f - 13 - als schuur, loods of dergelijke.
Door de vergaande systematisering kunnen de verschillende elementen op gunstige wijze industrieel worden vervaardigd, hetgeen tot gevolg heeft, dat voor relatief ge-5 ringe kosten elk willekeurig gebouw in enkele stuks, kleine of grote aantallen gebouwd kan worden, zonder dat de vrijheid van vormgeving op betekende wijze wordt beïnvloed.
8201299

Claims (15)

1. Gebouw, omvattende uit, aan ten minste één zijde zijde van vormvastheid verlenende beplating voorziene raamwerken van horizontale en vertikale stijlen opgebouwde wanden en op de wanden opgelegde overspanningselementen zoals vloer- 5 balken of dakspanten, met het kenmerk, dat elke wand is samengesteld uit afzonderlijke secties met ten minste één om-treksraamwerk van koud gewalste plaatstalen profielen, waarbij aangrenzende secties met de vertikale randstijlen tegen elkaar aan zijn gemonteerd en de overspanningselementen opge- 10 legd zijn boven de verticale randstijlen.
2. Gebouw volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de secties in binnen - en buitenwanden elk een lengte hebben die valt in een reeks omvattende: een hele moduulmaat, de halve moduulmaat, en de hele en halve moduulmaat min respec- 15 tievelijk éénmaal of tweemaal de dikte van de sectie.
3. Gebouw volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de stijlen voorzien zijn van op regelmatige afstand liggende perforaties voor de doorvoer van leidingen en bevestigingsmiddelen.
4. Gebouw volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de horizontale randstijlen een U-profiel en de verticale randstijlen een open-doosprofiel hebben, waarbij de breedte van het open-doosprofiel overeenkomt met de inwendige afstand van de benen van het U-profiel.
5. Gebouw volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de vertikale randstijlen in hun zijvlakken voorzien ziji\ van instulpingen om de perforaties voor de doorvoer van door o-vereenkomstige perforaties in de horizontale randstijlen gestoken klinknagels.
6. Gebouw volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de overspanningselementen vervaardigd zijn van koudgewalste plaatstalen profielen.
7. Gebouw volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de vloerbalken op de wanden opgelegde moerbalken en tussen 35 aangrenzende moerbalken aangebrachte kinderbalken omvatten en dat de moerbalken samengesteld zijn uit twee identieke, in 8201299 M r f, » - 15 - hoofdzaak U-vormige, met de lijven tegen elkaar gemonteerde profielen, waarbij de lijven elk een in de richting van de bijbehorende benen inspringend profieldeel omvatten.
8. Gebouw volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de beplating van de binnenwanden uit gipsplaten bestaat.
9. Gebouw volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de beplating van de buitenwanden uit asbest-cementplaten of dergelijke platen bestaat.
10. Gebouw volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat op de vloerbalken een beplating van mul-tiplexplaten is aangebracht.
11. Gebouw volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elk raamwerk in hoofdzaak opgevuld is met minerale wol.
12. Gebouw volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de via een spouw aan elkaar grenzende scheidingswanden van twee woningen secties omvatten met uitsluitend beplating aan de woningzijde.
13. Gebouw volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de beplating van de scheidingswandsecties dubbel is.
14. Wandsectie voor een gebouw volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende ten minste een omtreksraam-werk van koud gewalste plaatstalen profielen en een vormver-stevigingselement zoals beplating of een schoor.
15. Koud gewalst plaatstalen profiel, kennelijk bestemd voor een wandsectie of gebouw volgens één van de voorgaande conclusies. 8201299
NL8201299A 1982-03-29 1982-03-29 Gebouw, wandsecties en profielen daarvoor. NL8201299A (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8201299A NL8201299A (nl) 1982-03-29 1982-03-29 Gebouw, wandsecties en profielen daarvoor.
DE8383200437T DE3364630D1 (en) 1982-03-29 1983-03-28 Building, wall sections and profiles for the same
AT83200437T ATE20933T1 (de) 1982-03-29 1983-03-28 Gebaeude, wandelemente und profile fuer dieselben.
EP83200437A EP0090473B1 (en) 1982-03-29 1983-03-28 Building, wall sections and profiles for the same

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8201299A NL8201299A (nl) 1982-03-29 1982-03-29 Gebouw, wandsecties en profielen daarvoor.
NL8201299 1982-03-29

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8201299A true NL8201299A (nl) 1983-10-17

Family

ID=19839498

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8201299A NL8201299A (nl) 1982-03-29 1982-03-29 Gebouw, wandsecties en profielen daarvoor.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP0090473B1 (nl)
AT (1) ATE20933T1 (nl)
DE (1) DE3364630D1 (nl)
NL (1) NL8201299A (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB8329626D0 (en) * 1983-11-05 1983-12-07 Ash & Lacy Plc Wall/roof assemblies
FR2624158A1 (fr) * 1987-12-07 1989-06-09 Sercca Dispositif de facade legere de batiment
DE19606857C2 (de) * 1996-02-23 2001-07-05 Chiemgauer Holzhaus Siemer & Z Vorgefertigtes Wandelement für ein Gebäude
DE19620296C1 (de) * 1996-05-21 1997-11-27 Adolf Imhoff Verbundsystem für Bauzwecke mit selbsttragenden Tafelelementen
DE19854401A1 (de) * 1998-11-25 2000-06-15 Compaktbau Flohr Raumsysteme G Bauteilsatz zur Erstellung vorzugsweise mehrgeschossiger gebäudetechnisch vollausgestatteter Baukörper
DE10012483A1 (de) * 2000-03-15 2001-09-27 Christoph Bornebusch Gebäude aus fabrikmäßig vorgefertigten Bauelementen und Verfahren zur Errichtung desselben
CN117468610B (zh) * 2023-12-27 2024-03-22 中国建筑设计研究院有限公司 一种防屈曲箱板式围壁墙板结构及其设计方法

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2073781A (en) * 1932-07-06 1937-03-16 Salvator S Calafati Jr Building construction
US2356309A (en) * 1941-05-09 1944-08-22 Gustav W Garbe Construction unit
FR1528620A (fr) * 1966-09-09 1968-06-14 Panneaux porteurs préfabriqués et construction utilisant de tels panneaux
US4161089A (en) * 1977-12-14 1979-07-17 Omansky Martin B Modular building structure system
FR2486565A1 (fr) * 1980-07-09 1982-01-15 Lacoste Maurice Ossature industrialisee destinee a la construction et au contreventement de parois

Also Published As

Publication number Publication date
ATE20933T1 (de) 1986-08-15
EP0090473B1 (en) 1986-07-23
DE3364630D1 (en) 1986-08-28
EP0090473A1 (en) 1983-10-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6298617B1 (en) High rise building system using steel wall panels
US4514950A (en) Building framing system and method
US3872636A (en) Light weight load bearing metal structural panel
US2191804A (en) Building construction unit
US5483778A (en) Modular panel system having a releasable tongue member
EP1861553B1 (de) Selbsttragende raumzelle mit nichttragenden vorgesetzten aussenwänden
PL194067B1 (pl) Sposób budowy budynków
SK50082015U1 (sk) Stavebný modulový rám
EP1859108B1 (de) Rahmen für gebäude
US5996296A (en) Prefabricated structural panel
RU59088U1 (ru) Конструкция металлического каркаса строительного объемного блока для малоэтажного здания
US1958473A (en) Structural metal framework
EP2169132A2 (de) Tafelförmiges Bauelement
DE2215011A1 (de) Bausatz zur errichtung von fertighaeusern
EP0639677A1 (de) Gebäude, bestehend aus Modulen vorgefertigter Bauzellen
US1793188A (en) Building construction
NL8201299A (nl) Gebouw, wandsecties en profielen daarvoor.
US4142335A (en) Building construction
US20190177975A1 (en) Structural element
US3313070A (en) Composite structural pillar and rafter beams with nailing strips
DE2428038A1 (de) Konstruktionssystem
US3466828A (en) Modular wall construction
DE1853358U (de) Bauelementensatz fuer ein nach der skelettbauweise zu errichtendes gebaeude, insbesondere schulgebaeude, behoerdengebaeude od. dgl.
RU2420634C1 (ru) Здание из деревянных панелей
AT304020B (de) Gebaeudekonstruktion

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed