NL8200798A

NL8200798A - Verpakkingshouder.

Info

Publication number: NL8200798A
Application number: NL8200798A
Authority: NL
Original assignee: Dale Adriaan Theodoor
Priority date: 1982-02-26
Filing date: 1982-02-26
Publication date: 1983-09-16
Also published as: NO830652L; EP0087839A1

Description

*' o 82.5024/M/Rdm/sme ' Korte aanduiding: Verpakkingshouder.

De uitvinding heeft betrekking op een verpakkingshouder met uit een plano gevouwen wanden en aan een te openen boveneind twee paren van tegenover elkaar staande flappen, waarbij de flappen van het ene paar tussen de flappen van het andere paar zijn gevouwen 5 en de flappen gezamenlijk langs hun eindronden sluitend op elkaar zijn gelast.

Een dergelijke verpakkingshouder is algemeen bekend en wordt gebruikt voor het verpakken van vloeibare en dikvloeibare levensmiddelen, zoals melk, yoghurt, vla en dergelijke.

10 Om de dichtgelaste houders te kunnen openen, worden de twee overstaande buitenste flappen nabij een ingevouwen flap van elkaar getrokken en opzij uitgebogen, waardoor de ingevouwen flap in praktisch vlakke toestand vrij komt. De ingevouwen flap is langs zijn rand echter nog steeds aan de uit elkaar getrokken naburige flappen 15 vastgelast en om de ingevouwen flap vrij te maken, dat wil zeggen de gelaste verbinding langs zijn rand te verbreken, moet zijdelings op de randen van de uitgevouwen delen, een druk worden uitgeoefend, teneinde de houder te kunnen openen.

Er is echter een groot aantal gebruikers van deze houders, 20 die over onvoldoende kracht in de vingers bezit, vooral bij oudere mensen of bij reumapatiënten, die reumatiek in de handen hebben, om de noodzakelijke druk te kunnen opbrengen. Ook wanneer de houders bijvoorbeeld door transportschade enigszins zijn gedeformeerd nabij de ingevouwen flap, is het moeilijk bij het uitoefenen van de zijde-25 lings op de uitgebogen flappen uitgeoefende druk de ingevouwen flap te laten open springen.

De uitvinding heeft tot doel dit bezwaar van de bekende ver-pakkingshouders op te heffen, zodat deze ten alle tijde gemakkelijk te openen is.

30 Volgens de uitvinding wordt dit bereikt met een verpakkings- 8200798 - 2 - s ‘ ^ r* *- houder van de aan het begin beschreven soort, die daardoor is gekenmerkt, dat tenminste één van de tussen naburige flappen ingevouwen flappen aan zijn rand nabij de middenvouw een buiten de lasstrook van de flappen uitstekend deel bezit voor het opentrekken van de 5 middenhoek van de ingevouwen flap.

Het voordeel hiervan is, dat na het uiteentrekken van de buitenste flappen slechts een zeer geringe kracht op dit deel behoeft te worden uitgevoerd, omdat dit juist in de hoek bij de middennaad van de ingevouwen flap het losscheuren van deze flap inleidt.

10 Volgens de uitvinding is het mogelijk de verpakkingshouder zo danig uit te voeren, dat de ingevouwen flap nabij zijn middenvouv*-lijn en langs zijn rand van een aan de plano aangevormde lip is voorzien, die buiten de randen van de naburige flappen uitsteekt.

In een praktische uitvoeringsvorm van de verpakkingshouder is 15 deze bij voorkeur volgens de uitvinding zodanig uitgevoerd, dat de ingevouwen flap nabij zijn middenvouwlijn een met de lasstrook meegelaste tong bezit.

De uitvinding wordt nu aan de hand van een tekening nader toegelicht, waarin: 20 fig. 1 een aanzicht in perspektief van het bovendeel van een bekende verpakkingshouder met uiteengetrokken flappen; fig. 2 eenzelfde aanzicht als van fig. 1 maar met opengedrukte ingevouwen flap? fig. 3 een deel van een plano voor een verpakkingshouder volgens 25 de fig. 1 en 2; fig. 4 een deel van een plano terplaatse van de ingevouwen flap voorzien van een tong; fig. 5 een schematische dwarsdoorsnede van een ingevouwen flap met een hierop aangebrachte tong; en 30 fig. 6 een aanzicht in perspektief van het bovengedeelte van een verpakkingshouder volgens de uitvinding in halfgeopende toestand toont.

8200798

* I

- 3 -

Off

De in de tekening getoonde verpakkingshouder is uit een plano gevouwen met boven de zijwanden T vier flappen, die in twee paren tegenover elkaar staan. In de fig. 1 en 2 zijn slechts de flappen 2a zichtbaar, terwijl ook in het gedeelte van de plano van fig. 3 5 een flap 2b zichtbaar is. De flappen 2a en 2b vormen samen een paar en tussen deze flappen zijn flappen 3a en 3b van het andere paar ingevouwen. Evenals voor de flappen 2a is slechts de flap 3a in de fig. 1 en 2 zichtbaar, terwijl de flap 3b in de plano volgens fig.

3 zichtbaar is. De flappen 2a, 2b, 3a en 3b zijn van een evenwijdig 10 aan de randen van de flappen verlopende vouwlijn 4 voorzien voor het verschaffen van een lasstrook, zoals deze in de fig. 1, 2 en 6 als een opstaande kam 5 zichtbaar is. Doordat in de flappen 3a en 3b vouwlijnen 6 en een middenvouwlijn 7 zijn aangebracht, kunnen deze flappen tussen de flappen 2a en 2b worden gevouwen. De flappen 15 2a en 2b bezitten ook een vouwlijn 8, waardoor het mogelijk is delen van naburige flappen uit elkaar te trekken en daarbij de lasstrook in de kam 5 te verbreken, zoals in fig. 1 is aangeduid. Het lassen van een uit karton vervaardigde verpakkingshouder is mogelijk doordat het karton met een thermisch lasbare kunststof folie gecacheerd is.

20 Bij het uit elkaar trekken van de in fig. 1 met de verwijzingscijfers 9 en 10 aangegeven delen van de flappen 2a, 2b en 3a, scheurt hierbij één van de gecacheerde lagen van het karton los. De losgescheurde delen zijn hierbij met het verwijzingscijfer 11 aangegeven. De flap 3a is echter nog aan de flappen 2a en 2b vastgelast en het lostrek-25 ken moet op de gebruikelijke manier geschieden door het naar elkaar toe drukken van de randen van de delen 9 en 10 om de toestand te bereiken, die in fig. 2 is aangegeven, waarbij de las wordt losgescheurd overeenkomstig het met 12 aangegeven gedeelte. Dit kan nu volgens de uitvinding worden vergemakkelijkt doordat tenminste één 30 van de tussen naburige flappen 2a en 2b ingevouwen flappen 3a aan zijn rand nabij de middenvouw 7 een buiten de lasstrook van de flappen uitstekend deel bezit voor het opentrekken van de middenhoek van 8200798 • * ^ - 4 - de ingevouwen flap. Bij de plano volgens fig. 3 bezit de ingevouwen flap 3a een langs zijn rand een aan de plano aangevormde lip, die * buiten de randen van de naburige flappen 2a en 2b uitsteekt. Deze lip is in fig. 3 met een stippellijn 13 aangegeven. De middenvouw-5 lijn 7 van de flap 3a strekt zich ook uit in de aangevormde lip 13. Het voordeel van deze plaats voor de lip is, dat slechts een zeer geringe kracht hierop behoeft te worden uitgevoerd om nabij de door de vouwlijn 7 gevormde hoek de flap 3a met zijn lasstrook 12 los te scheuren.

10 Het is volgens de uitvinding ook mogelijk dat de ingevouwen flap 3a nabij zijn middenvouwlijn 7 een met de lasstrook meegelaste tong 14 bezit. Deze tong is in de fig. 4, 5 en 6 met het verwijzings- cijfer 14 aangegeven. Deze meegelaste tong 14 reikt buiten de houder langs de ingevouwen flap 3a. De meegelaste tong 14 is een strook 15 lasbaar materiaal, die eveneens op een afstand van de lasstrook van de flappen aan de ingevouwen flap is vastgelast, zoals in fig. 5 met de lasbekken 15 is aangegeven. Hierbij is de langs de ingevouwen flap 3a verlopende tong 14 U-vormig om de rand van de ingevouwen flap aangebracht. Hierdoor kan de tong in gestrekte toestand langs 20 de flap liggen, zonder dat de kans bestaat dat deze achter delen van een verpakkingsmachine kan haken, of op andere wijze storend in de produktiegang zal werken. Doordat bij het dichtlassen van de houder in de kam 5 de middenvouwlijn 7 met het hiernaast liggende gedeelte van de flap tussen de vouwlijn 4 en de rand onder een hoek 25 komt te staan ten opzichte van het tussen de vouwlijnen 6 liggende gedeelte van de flap 3a, komt de tong 14 vrij van de flap, zodat gemakkelijk een vinger achter deze tong gestoken kan worden. Het vrijliggende gedeelte van de tong 14 vormt echter geen hinder bij het transport, omdat de delen 9 en 10 van de flappen nog aan elkaar 30 gelast zijn en de tong dus beschermen. Aangezien de tong van lasbaar materiaal moet zijn, is deze versterkt met bij de lasbewerking niet-smeltbaar materiaal, dat bij voorkeur vezelmateriaal is in het bij- 8200798 ! · ίί - 5 - zonder in de vorm von in de lengterichting von de tong verlopende draden.

Op deze wijze is een gemakkelijk functionerende lostrekinrich-ting verkregen, zonder dat het sluiten von de houder door thermisch 5 lossen nadelig wordt beïnvloed.

De lostrekinrichting heeft bovendien tot voordeel, dat de ver-pakkingshouder ook gemakkelijk door blinden kan worden geopend.

8200798

Claims

1. Verpakkingshouder met uit een plano gevouwen wanden en aan een te openen boveneind twee paren van tegenover elkaar staande flappen, waarbij de flappen van het ene paar tussen de flappen van het andere paar zijn gevouwen en de flappen gezamenlijk langs hun eind-5 randen sluitend op elkaar zijn gelast, met het kenmerk, dat tenminste een van de tussen naburige flappen ingevouwen flappen aan zijn rand nabij de middenvouw een buiten de lasstrook van de flappen uitstekend deel bezit voor het opentrekken van de middenhoek van de ingevouwen flap.

2. Verpakkingshouder volgens conclusie 1,met het k e n-m e r k, dat de ingevouwen flap nabij zijn middenvouwlijn en langs zijn rand van een aan de plano aangevormde lip is voorzien, die buiten de randen van de naburige flappen uitsteekt.

3. Verpakkingshouder volgens conclusie 1, m e t het k e n-15 merk, dat de ingevouwen flap nabij zijn middenvouwlijn een met de lasstrook meegelaste tong bezit.

4. Verpd<kingshouder volgens conclusies 1 en 3, met het kenmerk, dat de meegelaste tong buiten de houder langs de ingevouwen flap reikt.

5. Verpakkingshouder volgens een of meer van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de meegelaste tong een strook lasbaar materiaal is, die eveneens op een afstand van de lasstrook van de flappen aan de ingevouwen flap is vastgelast.

6. Verpakkingshouder volgens een of meer van de conclusies 1-5, 8200798 * - * o - 7 - met het kenmerk/ dat de langs de ingevouwen flap verlopende tong U-vormig om de rand van de ingevouwen flap is aangebracht.

7. Verpakkingshouder vdgens een of meer van de conclusies 1-6, 5 met het kenmerk, dat de tong van lasbaar materiaal is versterkt met bij de lasbewerking niet-smeltbaar materiaal.

8. Verpakkingshouder volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het versterkingsmateriaal vezelmateriaal is in het bijzonder in de vorm van in de lengterichting van de tong verlopende 10 draden. 8200798