NL8200083A - Luchtbevochtiger met verdamping en gedwongen circulatie. - Google Patents

Description

i Λ VO 2β96

Luchtbevochtiger met verdamping en gedwongen circulatie.

De uitvinding heeft betrekking op een luchtbevochtiger met verdamping en gedwongen luchtbeweging. Daarbij zijn in een meerdelig huis met een waterreservoir en een aandrijfeenheid met een axiale ventilator, een verdampingsmat en een tussendeel van het huis aangebracht en 5 het huis is voorzien van openingen voor het binnenlaten van lucht en het afvoeren daarvan. Deze luchtbevochtiger wordt in het bijzonder toegepast in woonhuizen en kantoren.

Luchtbevochtigers met verdamping en gedwongen circulatie met behulp van een axiale ventilator zijn bekend. Bij deze bekende apparaten 10 - ·' is xn een huxs een luchtdoorlatende mat uit kunststof aangebracht. Deze mat is langs een deel van de omtrek van het apparaat veelal vertikaal opgesteld. Langs de bovenrand van de mat bevindt zich een waterverdeel-kanaal. Van hieruit stroomt water door de mat omlaag. In de binnenruimte van het huis is verder een aandrijfeenheid met een axiale ventilator ^ aanwezig, waarbij de ventilatorvleugels vrij in de binnenruimte draaien.

De te bevochtigen lucht wordt door de ventilator zijdelings door de bevochtigde mat gezogen en omhoog uit het apparaat geblazen. Dergelijke apparaten hebben het nadeel, dat bij de luchtuittreedopening uitgeblazen lucht in het huis terugstroomt en daardoor een deel van de luchtstroom 20 wordt kortgesloten. De lucht wordt daarbij zijdelings van de axiale ventilator omlaag gezogen en weer uitgeblazen zonder de bevochtigde mat’ te . doorstromen. Hierdoor wordt de lucht onvoldoende bevochtigd en wordt het energieverbruik verhoogd.

De verdampermat is op een tussenrooster in het huis gemonteerd 25 . . . .

en overmaat water druppelt direkt m het waterreservoir terug. Dit drup— .

pelen is een geluidsbron, die in een woonruimte als storend wordt onder·*· vonden.

De uitvinding beoogt een luchtbevochtiger met verdamping, waarbij het terugstromen van de uitgeblazen lucht in het apparaat wordt ver- 30 · meden, een optimaal rendement en een zo geruisloos'mogelijke werking heeft.

Hiertoe is volgens de uitvinding aan de binnenzijde van het bovendeel van het huis in de zone van de luchtuittreedopening een lucht— geleidingsbuis aangebracht. Deze luchtgeleidingsbuis omsluit de vleugels van de axiale ventilator en de binnendiameter ervan is slechts weinig 35 . .

groter dan de buitendiameter van de vleugels van de axiale ventilator, 82 0 0 08 3 1 -2-

De luchtgeleidingsbuis strekt zich uit vanaf de wand van het "bovendeel van het huis tot tenminste het vlak van de grootste diameter van de ventilatorvleugels. De luchtuitreedopeningen in het hovendeel van het huis "bestrijken dezelfde dwarsdoorsnede als de luchtgeleidingsbuis, 5 resp. de daardoor omsloten dwarsdoorsnede. Door deze constructie wordt verhinderd, dat uit het apparaat geblazen lucht ter plaatse van de uittreedopeningen öirekt weer' in het apparaat wordt teruggezogen, om de ventilatorvleugels stroomt en een gesloten luchtkringloop vormt.

In nadere uitwerking van de uitvinding beschikt het' apparaat 10 over een tussendeel van het huis, dat met steunelementen voor de verdam-pingsmat is uitgerust. De verdampingsmat amsluit daarbij de axiale ventilator volgens een volledige cirkel van 360°. Alle randzones van het tussendeel van het huis zijn zover omhoog getrokken, dat een gesloten verzamelbekken wordt gevormd, dat de verdampingsmat beschermt en omsluit, 15 In dit gesloten verzamelbekken, resp. in het tussendeel van het huis is een teruglooptrechter aangebracht , die zich tot aan de bodem van het benedendeel van het huis in het waterreservoir uitstrekt. Deze teruglooptrechter vernauwt zich naar beneden en is onderin uitgerust met uitloopopeningen voor het teruglopende water. Overmaat water in de ver-20 dampingsmat, dat door de in het apparaat verplaatste lucht niet wordt opgenomen, wordt in het door het tussendeel van het huis gevormde verzamelbekken verzameld en stroomt omlaag langs de wanden van de teruglooptrechter in het waterreservoir. Daarbij worden druppel of spetter-geluiden vermeden, doordat het water slechts in aanraking met de trech— 25 tervand kan terugstromen. In verdere uitwerking van de uitvinding kan de aandrijf eenheid door insteken met" het middendeel van.het huis- zijn . verbonden. Hiertoe is in de rand van het’tussendeel van het huis bij de doorlaat voor de aandrijfeenheid tenminste een insteekopening aangebracht, waarin een nok van de aandrijfeenheid ingrijpt. Aan de tegenover 30 liggende zijde van de doorlaat voor de aandrijfeenheid, is de rand in de vorm van een verende lip omhoog getrokken en eveneens voorzien van een opening. In deze opening grijpt een andere nok van de aandrijfeenheid, die met de verende lip een snapverhinding vormt. De aandrijfeen-heid, die de motor, de axiale ventilator, de waterpomp en eventuele 35 andere hulpinrichtingen omvat, kan aldus op uiterst eenvoudige wijze uit het huis worden verwijderd en worden ingebouwd, zonder dat hiervoor gereedschap nodig is, Niettemin is: de eenheid in ingesnapte toestand “......."8 2 Ö ï Ó 8 3 -3- r< «»

C

vast met het middendeel van het huis verbonden, vaardoor storend lawaai als gevolg van trillingen van de aandrijfeenheid worden vermeden. Deze constructie is ten opzichte van bekende apparaten goedkoper en kan eenvoudiger worden vervaardigd.

5 Verder is het middendeel of tussendeel van het huis voorzien van een tussenwand, die zich omlaag tot aan de bodem van het waterreservoir uitstrekt. Deze tussenwand is in de hodemzone voorzien van door-laatopeningen en' verhindert het overslaan van water als gevolg van stoten of bewegingen van het apparaat. Aan deze zijde van het tussen-10 deel van het huis bevindt zich ook een instroomopening voor het water 'in het ovendeel van het huis, dat is uitgerust met een deksel.

Ter verduidelijking van de uitvinding zal, onder verwijzing naar de tekening, een uitvoeringsvoorbeeld van de luchtbevochtiger met verdamping.worden beschreven. De tekening toont de luchtbevochtiger 15 in langsdoorsnede.

Volgens de tekening bestaat de luchtvochtiger met verdamping uit een bovendeel 1 van het huis, een benedendeel en een tussendeel 3.

Het tussendeel 3 is in het midden van het'apparaat voorzien van een doorlaat opening 3^, .waarin een aandrijf eenheid 7 is- aangebracht. Deze aan-20 drijfeenheid 7 bestaat uit een motor, uit een axiale ventilator 8 en een waterpomp-37* Aan de aandrijfeenheid J zijn een nok 37 en een verdere, als een grendel uit gevoerde nok Uo aangebracht. De nok 37 reikt in een opening 36 in de rand 35 van het tussendeel 3 van het huis. Aan de tegenover liggende zijde van de doorlaat 3l· is de rand in de vorm van 25 een verende lip omhoog getrokken en is uitgerust met een opening 39-

Voor het inbouwen van de aandrijfeenheid 7 wordt de nok 37 in de opening 36 gestoken en door het zwenken van de aandrijfeenheid 7 om de nok 37 wordt de lip 38 verend teruggebogen totdat de nok in de opening 39 is gesnapt. Aldus: wordt een hedrijfszekere en blijvende verbinding yer-s? 30 schaft, die niettemin het makkelijk uitnemen en inhouwen van de aandrijf— eenheid mogelijk maakt,

De axiale ventilator bestaat tenminste twee ventilatorvleugels 33, ik. Deze yleugels 33, 3^ zijn door een luchtgeleidingsbuis· 33 omsloten, waarvan de hinnendiameter slechts enige millimeters of delen 35 daarvan groter is dan de buitendiameter van de ventilatorvleugels. Γη het bovendeel 3 van het huis zijn luchtuittreedopeningen 10 aangebracht en de lucht geleidingsbuis 33 sluit direkt aan op de wand 35 van het ho- · 8200083 ✓·' -lavendeel 1 van het huis en strekt zich uit tot tenminste in de zone van het vlak l6 van de grootste diameter van de ventilatorvleugels. De door de luchtgeieidingsbuis 11 omsloten dwarsdoorsnede hedekt hetzelfde vlak van het bovendeel 1 van het huis als de luchtuittreedopeningen 10. De 5 luchtgeleidingsbuis 11 is via een verbindingsring b2 verbonden met een waterverdeelkanaal 19-

Het uit een stuk gevormde deel, bestaande uit luchtgeleidingsbuis 11,. verbindingsring h2 en'waterverdeelkanaal 19 rust op steunelementen 30j 31, die met het tussendeel 3 van het huis zijn verbonden.

10 Tussen het waterverdeelkanaal 19 en het tussendeel 3 van het huis is een verdampingsmat 12 uit een luchtdoorlatende kunststof aangebracht.

Deze mat 12 vormt een cirkelvormige mantel van 3é0° en omsluit de axiale ventilator aan alle zijden. Buiten de door de verdampingsmat 12 gevormde ring is de rand 2b van het tussendeel 3 van het huis omhoog voort-15 gezet en vormt aldus een verzamelbekken 25. Het water, dat van hetwer-deelkanaal 19 door de openingen 20, 21 door de mat 12 vloeit, wordt volledig of gedeeltelijk door de luchtstroom, die door de luchtintreed-openingen 9 in het bovendeel van het huis binnenkomt,opgenomen. Water, dat niet wordt opgenomen, stroomt in de door het tussendeel 3 van het 20 huis gevormde verzamelbekken 25 en' van daaruit via een teruglooptrechter 22 en openingen 23 in het benedendeel 2 van het huis, dat het waterreservoir b omsluit. De trechtervormige zich omlaag vernauwende configuratie van de teruglooptrechter' 22 verhindert druppel en spettergeluid van het terugstromende water.

25 Voor het vullen van het apparaat met water is in het bovendeel 1 van het huis een ingietopening 6 uit een deksel 5 aangebracht. Via de ingietopening 6 in het apparaat gebrachte water stroomt in het waterreservoir U en'bedient via een vlotter 1*3 een vullingsgraadindicator 28, Deze niveauindicator 28 is door een venster 29 in het bovendeel 1 van 30 het huis zichtbaar. De indicator 28 verhindert het vullen van het reservoir b tot boven het niveau van het tussendeel 3 van het huis.Als extra beveiliging is. ter plaatse van de ingietopening 6 aan het tussen— deel 3 van het huis een tussenwand 26 aangebracht, die in het benedendeel daarvan doorlaatopeningen bl heeft. Deze tussenwand 26 verhindert 35 het overslaan van water, indien tegen het apparaat wordt gestoten of dit wordt bewogen. Uit het waterreservoir U wordt water door dé pomp 17 aangezogen en via een leiding 18 in het waterverdeelkanaal 19 ge- .....82 ro o 8 3 '..... : ~~ .¾ -5- pómpt. Van hieruit stroonfc-het door de openingen 20, 21 in de yerdampings.-r-mate 12.

De te heyochtigen lucht treedt yia luchtintreedopeningen 5, die zich in de zijwanden yan het'., bovendeel 3 yen het huis heyinden, 5 in het apparaat en wordt met behulp yan de axiale yentilator 8 yan hui ten naar binnen door de verdampingsmat 32 gezogen. Van hieruit door·*^ stroomt de lucht de yentilatoryleugels- 13, 1V en wordt dóór de lucht-uittreedopeningen 10 omhoog uitgestoten. Aangezien dé yentilatoryleugels 13, Uk nauw door de luchtgeleidingsbuis 11. worden onsloten en buiten .de 10 dwarsdoorsnede yan de luchtgeleidingsbuis· 11 geen luchtuittreedopeningen aanwezig zijn, kan geen lucht naar de zone achter de axiale Ventilator 8 worden teruggehracht, De vorming yan een kortgesloten luchtkringloop wordt daardoor effectief vermeden en aldus· wordt de vermogensbehoefte yan de aandrijf eenheid 7 wezenlijk verminderd, 8200083 _______

Claims (3)

1. Luchtbevochtiger met verdamping en gedwongen circulatie , waardij in een meerdelig huis met een waterreservoir, een aandrij^eenheid met axiale ventilator, een verdanpingsmat en een huis-tussendeel 5 zijn aangehracht en het huis is voorzien van'openingen voor het binnenkomen van lucht en het uittreden daarvan, met het kenmerk, dat aan de binnenzijde van het bovendeel (1) van het huis in de zone van de luchtui ttreedopeningen Ooi een luchtgeleidingsbuis (111 ia aangebracht, deze luchtgeleidingsbuis 01). een binnendiameter heeft, die slechts weinig 10 groter is dan de buitendiameter van de vleugels- 03, 1¼) van de axiale ventilator, waarbij de luchtgeleidingsbuis (001 zich vanaf de huiswand (15) tot tenminste het vlak 06) van de grootste diameter van de vleugels (13, 1¼) van de ventilator uitstrekt en de luchtuittreedopeningen (10) dezelfde dwarsdoorsnede bestrijken als- de luchtgeleidingsbuis; (311, 15 2. Luchtbevochtiger volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het tussendeel (3) van het huis: is voorzien van steunelementen (30, 33I voor de verdampingsmat (12), alle randzoh.es- (2¼) van het'tussendeel (3) omhoog zijn voortgezet en aldus een gesloten verzamelbekken vormen en tenminste een teruglooptrechter (32Ivoor het water is aangebracht, 20 die zich. tot aan de bodem (33). van het Benedendeel (2Ivan het huis in het waterreservoir (¼) uitstrekt en zich omlaag vernauwt.

3. Luchtbevochtiger volgens conclusie 2, met het kenmerk, .dat de rand (35) van het tussendeel (3l van het huis-bij de doorlaat (3¼)). voor de aandrijf eenheid (7l is. voorzien van tenminste een insteekope-25 ning (36), waarin een nok. (37l van de aandrijf eenheid (7Ï ingrijpt en de rand van de tegenover liggende zijde van de doorlaat (3¼I in de vorm van een verende lip (38)) omhoog is: getrokken en is voorzien'van tenminste een andere' opening (32l, waarin een tweede nok (3+QI van de aandrijfeen— heid (7) ingrijpt.

30 U. Luchtbevochtiger volgens- een'van de voorgaande conclusies, mst het kenmerk, dat het bovendeel (1)) van het huis- is voorzien van een ingietopening (61 met een deksel (5l en aan de naar deze opening (6) toegekeerde zijde van het tuss-endeel (3l van het huis een zich omlaag in het waterreservoir (¼). uit strekkende tussenwand (36)) met door-35 laatopeningen (1+1). is aangebracht, - 32 0"0 0 3 3 — ~