NL8200017A - Slangkoppeling. - Google Patents

Description

ï...' Jé v N/30.563-tM/f.

Slangkoppeling.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een vergrendeling voor een koppeling van het type, waarin een verbindingsnippel in axiale richting kan worden vastgezet in de boring van een vrouwelijk koppelingdeel door gebruik 5 van een veerring of dergelijke.

Vergrendelingen van het bovenbeschreven type zijn bekend uit bijvoorbeeld het Zwitserse octrooischrift 397.358, waarin het rechte deel van een veerring, die zich langs een koorde door een uitgefreesde uitsparing uitstrekt, 10 kan grijpen in een uitwendige ringvormige groef in de verbindingsnippel, wanneer deze laatste wordt gestoken in de boring van het koppelingdeel. Voor het losmaken is een roteerbaar ringdeel zelf voorzien van een bedieningsdeel in de vorm van een veerring of schroef en grijpt dit aan op het 15 vrije eind van het rechte deel van de veerring bij draaiing in de juiste richting, zodat het rechte deel uit de ring-groef wordt gelicht, waardoor de verbindingsnippel losgemaakt kan worden van het vrouwelijke koppelingdeel.

Hoewel koppelingen van het type, dat beschre-20 ven is in het bovengenoemde Zwitserse octrooischrift commercieel zeer succesvol zijn gebleken tengevolge van hun uitstekende prestatie, hadden ze ook zekere nadelen wat betreft fabricage en montage. Meer in het bijzonder veroorzaakten de onderdelen van dit bekende koppelingtype niet alleen betrek-25 kelijk hoge fabricagekosten, maar waren ze ook betrekkelijk duur te monteren. Alle vroegere pogingen om deze tekortkomingen en nadelen te vermijden, hadden op zijn best slechts een matig succes. Bovendien hebben andere bekende koppelingen, gebaseerd op hetzelfde werkingsprincipe, zoals volgens het 30 Amerikaanse octrooischrift 794.110, het Amerikaanse octrooischrift 2.805.089, het Deense octrooischrift 71.910, het Britse octrooischrift 480.959 en het Italiaanse octrooischrift 566.359 dezelfde tekortkomingen en nadelen wat betreft gemakkelijke fabricage en montage.

35 Met steeds toenemende arbeids- en materiaal kosten hangt het succes op de markt van een product vaak af van zijn concurrerende prijs, in aanmerking genomen zijn 8200017 W-S . « -2- prestatie-eigenschappen, waarbij in het geval van een koppeling ook overwegingen van energiebesparing in het bedrijf optreden.

De onderhavige uitvinding heeft als belang-5 rijkste doel het verschaffen van een vergrendeling van het type volgens het Zwitserse octrooischrift 397.358, die dezelfde hoge prestatiestandaards verzekert, maar een belangrijke reductie in de fabricage- en montagekosten mogelijk maakt.

10 Een ander nadeel van de bekende koppelingen van dit type ligt in de afhankelijkheid van de uitwendige afmetingen van zowel de verbindingsnippel als het vrouwelijke koppelingdeel van de diameterafmeting van de fluïdumlijn, die tot uiting komt in de inwendige boring van de verbindings-15 nippel. Met andere woorden, voor verbindingsnippels met grotere buitendiameter, waren normaal vrouwelijke koppeling-delen met grotere buitendiameters nodig. Een ander belangrijk doel van de uitvinding ligt dus in een koppeling van het bovengenoemde type, waarmede een verreikende standaar-20 disatie van de onderdelen mogelijk is door de toepassing van vrouwelijke koppelingdelen met dezelfde uitwendige afmetingen voor verbindingsnippels met sterk variërende uitwendige diameters.

De onderliggende proüemen worden volgens de 25 onderhavige uitvinding opgelost met een vergrendeling voor een koppeling van het bovenbeschreven type, waarin het vrouwelijke koppelingdeel is voorzien van twee uitsnijdingen, die zijn gevormd door twee uitsparingen, die zijn gefreesd in het vrouwelijke koppelingdeel althans nagenoeg loodrecht op el-30 kaar, waarvan één door de wand van het koppelingdeel breekt om een directe verbinding te verschaffen met de inwendige boring van het vrouwelijke koppelingdeel, waarbij een grendel van plat plaatmetaal is geschoven in de uitgefreesde uitsparing die de inwendige boring van het koppelingdeel snijdt en 35 waarin de grendel binnenwaarts wordt belast door een schroef-veer, die is geplaatst op de buitenzijde van de grendel en op zijn plaats wordt gehouden door een roteerbare kap. Geen mechanische verbinding bestaat daardoor tussen de grendel, de veer en de kap.

40 Volgens een bijzonder gunstige uitvoering 8200017 -3- λ « -> van de onderhavige uitvinding is de kap gemaakt uit een geschikte kunststof en omvat deze één of twee binnenwaarts gerichte meeneemuitsteeksels, die zijn gevormd in één stuk met de kap. Verder is de kap voorzien van een ringvormige kraal-5 vormige verdikking of van in de omtreksrichting op afstand van elkaar liggende kraalvormige verdikkingen bij het vrije axiale eind daarvan/ die kunnen snappen in een omtreksgroef, die is gevormd in het buitenvlak van het vrouwelijk koppe-lingdeel om de kap roteerbaar ten opzichte van het vrouwe-10 lijke koppelingdeel op gemakkelijk losneembare wijze vast te houden.

Daar de kap met zijn binnenwaarts uitstekende bedieningsdelen gemakkelijk kan worden gemaakt volgens een bekend proces uit kunststof, zoals geschikte 15 vormprocessen met toepassing van geschikte kunstharsmaterialen, daar het vrouwelijke koppelingdeel slechts twee uitsparingen nodig heeft, die althans nagenoeg loodrecht worden gefreesd door eenvoudige machinale bewerkingen en daar de vergrendeling in wezen slechts drie onderdelen omvat, name-20 lijk de althans nagenoeg platte uit metaalplaat vervaardigde grendel, de schroefveer en de kap, is een gemakkelijke fabricage van de vergrendeling verzekerd volgens de onderhavige uitvinding. Daar de uit plaatmetaal vervaardigde grendel slechts los wordt geplaatst in de uitgefreesde uitsparing 25 en daar de schroefveer slechts los wordt geplaatst tegen de achterzijde van de grendel en met de hand kan worden samengedrukt wanneer de kap daarover wordt geschoven en zelf wordt vastgehouden door snapwerking, is ook een gemakkelijke montage verzekerd door de vergrendeling volgens de onderha-30 vige uitvinding.

Om een vrouwelijk koppelingdeel met dezelfde buitenafmetingen toe te passen voor mannelijke verbindingsdelen van grotere koppelingen, moet in de uitvoering volgens de onderhavige uitvinding alleen de platte uit 35 plaatmetaal vervaardigde grendel met in het algemeen platte vorm worden vervangen door een platte uit plaatmetaal vervaardigde grendel met bij benadering L-vorm en moet één binnenwaarts uitstekend meeneemdeel worden weggelaten om de grendel te kunnen verplaatsen vanaf de hartlijn van de 40 koppeling en daardoor grotere verbindingsnippels te kunnen 8200017 r j ^ -4- opnemen, terwijl de rest van de buitenafmetingen van de onderdelen hetzelfde blijft. In de praktijk kunnen dwarsdoorsnede-verhoudingen groter dan 2 : 1 worden opgenomen met vrouwelijke koppelingdelen met dezelfde buitenvorm door toepassing van de 5 vergrendeling volgens de onderhavige uitvinding.

Nog een ander kenmerk van de onderhavige uitvinding ligt in een vergrendeling voor een koppeling, waarin het vrouwelijke koppelingdeel normaal is gesloten door een klepconstructie totdat de verbindingsmiddel op zijn plaats 10 wordt geschoven. De steeds toenemende energiekosten vragen energiebewustheid, niet alleen wat betreft fabricagekosten, maar ook wat betreft energiebesparing van het product in bedrijf. De vergrendeling volgens de onderhavige uitvinding die onnodig verlies in leidingdruk vermijdt, voldoet op een 15 uitstekende wijze aan deze eisen.

Deze en andere doelen, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen duidelijker worden uit de volgende beschrijving aan de hand van de bijgaande tekeningen, die slechts bij wijze van illustratie twee uit-20 voeringsvormen volgens de onderhavige uitvinding tonen en waarin: fig. 1 is een axiale doorsnede voor een vergrendeling voor een koppeling volgens de onderhavige uitvinding langs de lijn I-I van fig. 2.

25 Fig. 2 is een dwarsdoorsnede door de ver grendeling volgens de onderhavige uitvinding langs de lijn II-II van fig. 1.

Fig. 3 is een zijaanzicht van de platte uit plaatmetaal vervaardigde grendel volgens de onderhavige 30 uitvinding, die wordt toegepast in de .uitvoering volgens fig. 1 en 2.

Fig. 4 is een soortgelijke axiale doorsnede' als fig. 1 maar toont de vergrendeling volgens de onderhavige uitvinding bij toepassing met een verbindings-35 nippel met grotere diametrale afmetingen, waarbij de doorsnede is genomen volgens de lijn IV-IV van fig. 5.

Fig. 5 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn V-V van fig. 4.

Fig. 6 is een perspectivisch aanzicht van 40 de L-vormige uit plaatmetaal vervaardigde grendel volgens de 8200017 -5- onderhavige uitvinding/ die wordt gebruikt in de vergrendeling van fig. 4 en 5.

Thans verwijzend naar de tekening, waarin gelijke verwijzingscijfers in verschillende figuren worden 5 gebruikt om gelijke onderdelen aan te geven, geeft het verwij zingscijf er 10 in het algemeen daarin een tweedelig vrouwelijk koppelingdeel aan, dat bestaat uit een linkerkoppeling-deel 11 en een rechterkoppelingdeel 12, die aan elkaar geschroefd zijn met de inwendige schroefdraad, die is gevormd 10 in het buitenste hulsvormige verlengstuk 13 van het linker-koppelingdeel 11 en de uitwendige schroefdraad van het hulsvormige verlengstuk 17 van het rechterkoppelingdeel 12.

Het linkerkoppelingdeel 11 is voorzien van een inwendige boring 14, waarvan de diameter verband houdt met de grootte 15 van het mannelijke koppelingdeel of verbindingsnippel, die moet worden opgenomen. De boring 14 van het koppelingdeel 11 is verbonden met de gereduceerde boringsectie 15 via de tapse boringsectie 16. Het rechterkoppelingdeel 12 is voorzien van een schroefdraadverbindingsboring 18 voor verbinding 20 met de drukleiding en leidt naar een binnen het verlengstuk 17 gevormde kamer 20 via de boring 19 met gereduceerde diameter. Zoals het best te zien is in fig. 2, is het koppelingdeel 11 ook voorzien van twee uitsparingen 23a en 23b, die volgens rechte hoeken zijn gefreesd in het koppelingdeel 11, 25 waarvan de uitsparing 23a met zijn denkbeeldige koorde de inwendige boring 14 snijdt, dus breekt door de wand van het koppelingdeel 11 om een directe verbinding tussen de binnenzijde. van de boring 14 en de uitgefreesde uitsparing 23a te verschaffen. Het linkerkoppelingdeel 11 is verder voor-30 zien van een ringgroef 25 voor doeleinden, die hierna toegelicht worden.

Het mannelijke koppelingdeel of verbinding-nippel, dat in het algemeen is aangegeven met het verwijzingscijf er 30 is voorzien van een inwendige boring 31 om daar-35 doorheen het medium onder druk te geleiden en omvat een eerste deel 32 met grotere diametrale afmetingen dat eindigt in een einddeel met gereduceerde diametrale afmeting 33 via een tapse sectie 34. Het mannelijke koppelingdeel 30 is voorzien van een zich in de omtreksrichting uitstrekkende ' groef 35 op een 40 zodanig punt, dat deze althans nagenoeg in axiale uitlijning 82 0 0 0 1 7 ψ / = -βίε met de ingefreesde uitsparing 23a, wanneer de verbindings-nippel 30 in de gekoppelde stand is. De zich in de omtreks-richting uitstrekkende groef 35, zoals het best te zien is in fig. 1, vormt een althans nagenoeg rechte hoek tussen 5 zijn voorwaartse eindvlak en zijn bodemvlak, terwijl zijn achtereindvlak overgaat in het bodemvlak via een afgerond deel 35a.

Om de drukleiding (niet afgeheeld), die normaal is verbonden met het vrouwelijke koppelingdeel 10 .10 gesloten te houden wanneer geen verbindingsnippel 30 is ingestoken en daardoor energieverlies te vermijden, is een klep, die in het algemeen is aangegeven met het verwijzings-cijfer 40 aangebracht in de kamer 18 en deze klep wordt in zijn sluitstand gedrukt door een veer 41, op zodanige wijze, 15 dat de ringvormige afdichtingsvlakken 42 daarvan aangrijpen op de pakking 43, die op geschikte wijze ligt in een corresponderende uitsparing , die is gevormd in het vrouwelijke koppelingdeel 11. Een ringvormige bedieningsschijf 44, die ëën geheel vormt met de klepconstructie 40, bijvoorbeeld 20 door middel van steunribben 45, kan worden aangegrepen door het vrije eindvlak van de verbindingsnippel 30, wanneer deze laatste wordt gestoken in de boring 14 van het linker koppelingdeel 11 om de klepconstructie 40 te openen, wanneer de ' verbindingsnippel 30 zijn gekoppelde vergrendelingsstand 25 bereikt.

De vergrendeling volgens de onderhavige uitvinding omvat in wezen slechts drie onderdelen, namelijk: de grendel 50 (fig. 3), die is gemaakt van plat plaatmetaal en in hoofdzaak rechthoekig is, een schroefveer 53 en een 30 kap, die in het algemeen is aangegeven met het verwijzings-cijfer 55 en is gemaakt van een geschikte kunststof. Voor een gemakkelijke montage van het mannelijke verbindingsdeel 30 met het vrouwelijke koppelingdeel 10 is de grendel 50 voorzien van een ongeveer V-vormige groef 51 in zijn achter-35 eindvlak, gezien in de insteekrichting van de verbindingsnippel, terwijl zijn tegenovergestelde vooreindvlak is voorzien van een afgeplatte, ongeveer U-vormige uitsnijding 52 om een stevige vergrendeling van de delen 10 en 30 te verzekeren.

40 Twee binnenwaarts uitstekende meeneemdelen 8200017 -7- 56a en 56b evenals een kraalvormige ringvormige verdikking of op afstand van elkaar liggende verdikkingen 57 zijn in één stuk gevormd met de kap 55 doordat ze in êên geheel daarmee zijn vervaardigd. De gegroefde of geribbelde buitenvorm 5 59 van de kap 55 kan ook gemakkelijk worden gemaakt door toepassing van een geschikte matrijs.

Voor montagedoeleinden is alleen nodig dat de grendel 50 los wordt geplaatst in de uitgefreesde uitsparing 23a, dan de veer 53 los wordt geplaatst tegen het 10 achtervlak van de grendel 50 en daarna de veer 53 bijvoorbeeld met de duim wordt ingedrukt, terwijl de kap 55 wordt geschoven over de buitenvlakken van het linkerkoppelingdeel 11 totdat zijn kraalvormige verdikking 57 snapt in de ring-groef 25, waardoor de kap 55 stevig wordt bevestigd op een 15 gemakkelijk losneembare wijze op het linkerkoppelingdeel 11.

De onderdelen van de koppeling zijn afgeheeld in de vergrendelde gekoppelde stand in fig. 1 en 2, waarin de door de veer belaste grendel 50 stevig aangrijpt in een ringgroef 35. Om de verbindingsnippel 30 los te maken, 20 is alleen nodig, dat de kap 55 in de richting tegen de wijzers van een uurwerk gezien in fig. 2 wordt gedraaid, waarbij het meeneemonderdeel 56a aangrijpt op het linker vrije eind van de grendel 50, deze uit de groef 35 licht tegen de kracht van de veer 5 3 en daarmee de verbindingsnippel 30 los-25 maakt. Bij geschikte keuze van het type materiaal en de dikte ervan- kan het meeneemdeel 56b werken als elastische aanslag· bij draaiing van de kap 55 in de richting van de wijzers van een uurwerk en aanvullend functioneren als meeneera-deel wanneer het meeneemdeel 56a is weggelaten bij een grotere 30 verbindingsnippel,zoals is afgeheeld in fig. 4 en 5, in welk geval een grendel 50' wordt gebruikt die is gemaakt van plat plaatvormig materiaal en ongeveer in L-vorm is gebogen, zoals is afgebeeld in fig. 5 en 6. In dat geval zal draaiing van de kap 55 tegen de richting van de wijzers van een uurwerk ver-35 oorzaken, dat het meeneemdeel 56b aangrijpt op het vrije eind van het korte been 54 van de L-vormige grendel 50’, waardoor deze uit de ringgroef 35 wordt gelicht om de verbindingsnippel 30 los te maken.

Overigens is de uitvoering van fig. 4-6 40 gelijk aan die van fig. 1-3, en werkt op dezelfde manier.

8200017 -8- . '

rJ

De beide grendels 50 en 50’ zijn gemaakt uit plat plaatmetaal door eenvoudig uitponsen of uitstampen, waarbij ook de groeven 51 en uitsnijdingen 52 worden verkregen. Zoals gemakkelijk is in te zien, kunnen voorts de buitenafmetingen van het vrou-5 welijke koppelingdeel 10 van fig. 4 en 5 gelijk worden gehouden aan die van fig. 1 en 2, evenals de afmetingen van de kap 55 behalve wat betreft het weglaten van één van de mee-neemdelen. Standaardisatie is ook mogelijk voorzover de veer 53 betreft.

10 Het zal duidelijk zijn uit het voorgaande, dat de vergrendeling volgens de onderhavige uitvinding uiterst simpel te fabriceren en monteren is. Verder laat de vergrendeling volgens de onderhavige uitvinding gemakkelijk het opnemen van verbindingsnippels met verschillende diameters 15 toe over een betrekkelijk grote dwarsdoorsnedeoppervlak—verhouding, die de verhouding van 2 : 1 overtreft. Verder is een ver reikende standaardisatie van de onderdelen mogelijk. Tenslotte door gebruik te maken van kunststof met verschillende kleuren, dat gemakkelijk is te bereiken door verschillende 20 kleurtoevoegingen aan hetzelfde basismateriaal, kan het gebruik van de koppeling gemakkelijk herkenbaar worden gemaakt, bijvoorbeeld blauw voor perslucht, rood voor zuurstof enz.

De uitvinding is niet beperkt tot de beschreven uitvoeringsvormen, die binnen het kader van de 25 uitvinding gewijzigd kunnen worden.

8200017

Claims (21)

1. Vergrendeling voor een koppeling, waarin een mannelijk koppelingdeel, dat is voorzien van een uitwendige ringgroef kan worden gestoken in een boring van een vrouwelijk koppelingdeel, waarvan de boring direct in ver-5 binding staat met het buitenvlak van het vrouwelijke koppelingdeel door middel van een uitsnijding, waarvan het volgens een denkbeeldige koorde verlopende binneneind de boring snijdt, waarbij een grendelorgaan is aangebracht om het mannelijke koppelingdeel in zijn gekoppelde stand ten opzich-10 te van het vrouwelijke koppelingdeel te houden met de uitsparing in axiale uitlijning met de uitwendige ringgroef, waarbij het grendelorgaan normaal kan worden bediend om een vergrendeling te verkrijgen, doordat het grendelorgaan zich uitstrekt door de uitsparing in de ringgroef, waarbij een 15 roteerbaar orgaan op het vrouwelijke koppelingdeel kan worden bediend om op het grendelorgaan aan te grijpen en dit uit de uitwendige ringgroef terug te trekken zodat het mannelijke koppelingdeel los komt van het vrouwelijke koppelingdeel, met het kenmerk, dat het grendelorgaan 20 is voorzien van een grendel, die los in de uitsparing is geschoven en dat het roteerbare orgaan is voorzien van een roteerbare kap, die de grendel en de uitsparing uitwendig afdekt, waarbij een bedieningsmiddel in één geheel met de kap is gevormd om aan te grijpen op een eind van de grendel 25 en waarbij tussen de grendel en de kap in de uitsparing een veer is aangebracht, die is samengedrukt door zijn aanraking met het binnenvlak van de kap en het buitenvlak van de grendel, zodat de veer de grendel in zijn grendelstand drukt.

2. Vergrendeling volgens conclusie 1, m e t 30 het kenmerk, dat de kap en het bedieningsmiddel in één stuk uit kunststof zijn vervaardigd.

3. Vergrendeling volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de kap bij zijn axiaal vrije eind is voorzien van radiaal binnenwaarts uitstekende kraal- 35 vormige middelen, die kunnen snappen in een omtreksgroef in het vrouwelijke koppelingdeel om de kap op gemakkelijk losneembare wijze te bevestigen op het vrouwelijke koppelingdeel. 8200017 -10-

4. Vergrendeling volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat het bedieningsmiddel is gevormd door ten minste één binnenwaarts uitstekend meeneem-deel, dat kan aangrijpen op het éne eind van de grendel.

5. Vergrendeling volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat de kap een axiaal gegroefd buitenoppervlak heeft.

6. Vergrendeling volgens één der conclusies 1,2, 3, 4 of 5,met het kenmerk, dat de kap'en 10 het bedieningsmiddel in één stuk zijn gevormd uit kunsthars.

7. Vergrendeling volgens conclusie 4, 5 of 6,met het kenmerk, dat het meeneemdeel van het bedieningsmiddel een beperkte elasticiteit heeft om beperkte elastische uithuiging mogelijk te maken.

8. Vergrendeling volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vergrendeling slechts drie afzonderlijke onderdelen omvat, bestaande uit het roteerbare orgaan, de grendel en de veer zonder enige mechanische verbinding daartussen.

9. Vergrendeling volgens conclusie 8, m e t het kenmerk, dat de kap en het bedieningsmiddel in één stuk zijn gevormd uit kunsthars.

10. Vergrendeling, die kan worden toegepast voor mannelijke koppelingdelen met verschillende diameters, 25 bij vrouwelijke koppelingdelen met dezelfde uitwendige afmetingen volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voor mannelijke koppelingdelen met grotere buitendiameter het grendelorgaan bestaat uit een in het algemeen plat uit plaatmetaal vervaardigd onderdeel met bij be- met 30 nadering een L-vorm, terwijl voor mannelijke koppelingdelen-kleinere diametrale afmetingen het grendelorgaan de vorm heeft van een vlak uit plaatmetaal vervaardigd onderdeel.

11. Vergrendeling volgens conclusie 10, me t het kenmerk, dat voor mannelijke koppelingdelen met 35 kleinere diametrale afmetingen het bedieningsmiddel twee binnenwaarts uitstekende meeneemdelen omvat, terwijl voor mannelijke koppelingdelen met grotere diametrale afmetingen slechts één binnenwaarts uitstekend meeneemdeel is aangebracht op de kap.

12. Vergrendeling volgens één der voorgaande 8200017 -11- ΨΤ conclusies, met het kenmerk, dat het koppeling-deel is voorzien van twee loodrecht op elkaar staande uitsnijdingen, waarbij één van de uitsnijdingen een deel van de wand van de boring van het vrouwelijke koppelingdeel door-5 snijdt om een directe verbinding te vormen tussen de boring en de buitenzijde van het vrouwelijke koppelingdeel, waarbij de grendel los in de· éne uitsnijding is geschoven, de veer los is geplaatst over de grendel en werkzaam is om deze laatste naar binnen te drukken, en de kap op het vrouwelijke 10 koppelingdeel de uitsnijdingen en de veer buiten bedekt en de veer in de gespannen toestand ervan op zijn plaats houdt.

33. Vergrendeling volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kap de drievoudige functie vervult van (at) afdekking voor de veer 15 en de grendel, (b) vrijmaakorgaan om de vergrendeling op te heffen door het één geheel met de kap vormende meeneem-deel, dat in ingrijping met de grendel kan worden gebracht en (c) uitwendige bescherming van het vrijmaakmiddel.

14. Vergrendeling volgens één der voor-20 gaande conclusies, met het kenmerk, dat de grendel uit plat plaatmetaal is gestampt.

15. Vergrendeling volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het uit plat plaatmetaal vervaardigde deel, dat in de éne uitsparing is geschoven, 25 is voorzien van een ongeveer V-vormige groef in zijn achterrand, gezien in de insteekrichting van het mannelijke koppelingdeel, en van een afgeplatte ongeveer ü-vormige uitsnijding in zijn voorrand.

16. Vergrendeling volgens één der voor-30 gaande conclusies, met het kenmerk, dat de vergrendeling slechts de drie onderdelen omvat, bestaande uit de grendel, de veer en de roteerbare kap zonder enige mechanische verbinding ertussen.

17. Vergrendeling volgens ëën der voor-35 gaande conclusies, met het kenmerk, dat de grendel een rechthoekig uit plaatmetaal geponst onderdeel met tegenoverliggende platte vlakken is, waarbij één van deze platte vlakken binnenwaarts naar de boring is gericht en het andere platte vlak buitenwaarts is gericht en een aanslagvlak 40 voor de samendrukbare veer vormt. 8200017 -12- /

18. Vergrendeling volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat het rechthoekige onderdeel een breedte heeft, die iets kleiner is dan de breedte van de uitsnijding, zodat de grendel vrij in de uitsnijding beweeg- 5 baar is.

19. Vergrendeling voor een koppeling, waarin een mannelijk koppelingdeel met een uitwendige ringgroef kan worden gestoken in een boring van een vrouwelijk koppelingdeel, waarvan de boring direct in verbinding met het 10 buitenvlak van het vrouwelijke koppelingdeel staat via een uitsnijding, waarvan het volgens een denkbeeldige koorde verlopende binneneind de boring snijdt, waarbij een grendel-orgaan is aangebracht om het mannelijke koppelingdeel in zijn gekoppelde stand ten opzichte van het vrouwelijke koppe-15 lingdeel te houden met de uitsnijding in axiale uitlijning met de uitwendige ringgroef, waarbij het grendelorgaan normaal een grendelwerking uitoefent doordat het grendelorgaan zich door de uitsparing in de ringgroef uitstrekt, waarbij een roteerbaar orgaan op het vrouwelijke koppelingdeel kan aan-20 grijpen op het grendelorgaan om het grendelorgaan uit de uitwendige ringgroef terug te trekken, zodat het mannelijke koppelingdeel los komt van.bat vrouwelijke koppelingdeel, met het kenmerk, dat het grendelorgaan bestaat uit een uit metaalplaat uitgestampte platte grendel, die los 25 in de uitsnijding is geschoven, waarbij een tweede uitsnijding is gevormd in het vrouwelijke deel en de eerste uitsnijding snijdt, waarbij het roteerbare orgaan bestaat uit een kap, die van buiten de twee uitsnijdingen bedekt, waarbij een bedieningsorgaan met binnenwaartse uitsteeksels aan de 30 kap is gevormd, waarbij het bedieningsorgaan kan bewegen in de tweede uitsnijding tijdens rotatie van de kap om aan te grijpen op een eind van· de grendel en waarbij een samendrukbare veer direct tussen het binnenvlak van de kap en het buitenvlak van de grendel is aangebracht en de grendel in 35 zijn grendelstand drukt.

20. Vergrendeling volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de twee uitsnijdingen rechthoekig op elkaar zijn aangebracht en dat de drie delen, bestaande uit de grendel, de veer en de kap, in hun gemonteer- 40 de toestand zonder enige mechanische verbinding ertussen wor- 8200017 \ -13- den vastgehouden.

21. Vergrendeling volgens conclusie 19 of 20, met het kenmerk, dat de kap en het bedienings-middel in ëén geheel uit kunststof zijn vervaardigd. 8200017