NL8120385A - - Google Patents

Download PDF

Info

Publication number
NL8120385A
NL8120385A NL8120385A NL8120385A NL8120385A NL 8120385 A NL8120385 A NL 8120385A NL 8120385 A NL8120385 A NL 8120385A NL 8120385 A NL8120385 A NL 8120385A NL 8120385 A NL8120385 A NL 8120385A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
trough
coupled
movable
arms
clamping
Prior art date
Application number
NL8120385A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Ingram Corporation Te New Orleans, Louisiana, Ver. St. V. Am.
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ingram Corporation Te New Orleans, Louisiana, Ver. St. V. Am. filed Critical Ingram Corporation Te New Orleans, Louisiana, Ver. St. V. Am.
Publication of NL8120385A publication Critical patent/NL8120385A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E21EARTH DRILLING; MINING
    • E21BEARTH DRILLING, e.g. DEEP DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
    • E21B19/00Handling rods, casings, tubes or the like outside the borehole, e.g. in the derrick; Apparatus for feeding the rods or cables
    • E21B19/14Racks, ramps, troughs or bins, for holding the lengths of rod singly or connected; Handling between storage place and borehole
    • E21B19/15Racking of rods in horizontal position; Handling between horizontal and vertical position
    • E21B19/155Handling between horizontal and vertical position

Description

PCT/N/30.931-tM/id 91 2 03 85
Pijphanteringsinrichting met trogklemmiddelen.
Achtergrond van de uitvinding.
Uitvindingsgebied.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het overbrengen van pijpen naar en 5 van de vloer van een boorinrichting en naar een klemmiddel om een pijplengte te klemmen op een trog van een pijphanteringsinrichting .
Beschrijving van de stand van de techniek.
De Amerikaanse octrooischriften Re. 28.071, 10 2.335.719, 3.053.401, 3.254.776, 3.559.821, 3.655.071, 3.792.783, 3.810.553, 3.916.500 en 4.067.453 en de Amerikaanse octrooiaanvrage serienummer 7.869 beschrijven verschillende typen systemen voor het overbrengen van pijpen of dergelijken naar en van een boorinrichting.
15 De Amerikaanse octrooischriften Re. 28.071 en 3.810.553 beschrijven verschillende remmen voor het vertragen van de neerwaartse beweging van een pijp langs een trog of goot van een pijphanteringsinrichting.
Overzicht van de uitvinding.
20 Een doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een nieuwe en nuttige inrichting voor het overbrengen van pijpen of dergelijke naar en van de vloer van een boorinrichting.
De inrichting omvat een stilstaand trogmid-25 del dat ligt onder de boorinrichtingvloer en een beweegbaar trogmiddel dat is uitgelijnd met het stilstaande trogmiddel. Het beweegbare trogmiddel heeft een eerste eind dat is ondersteund om te worden bewogen tussen een onderste en bovenste stand en een tegenovergesteld eind dat is ondersteund 30 door een constructie aan de boorinrichtingvloer. In de onderste stand ligt het eerste eind van het beweegbare trogmiddel naast het vooreind van het stilstaande trogmiddel en in de bovenste stand ligt het op een afstand boven het stilstaande trogmiddel. Een middel is verschaft om het beweeg-35 bare trogmiddel te bewegen tussen de onderste en bovenste stand om pijpen omhoog en omlaag te bewegen tussen het stilstaande trogmiddel en de boorinrichtingvloer. Een klemmiddel is verschaft om de pijpen te klemmen op het beweegbare trog- 'V1 2 0 38 5 -2- middel wanneer dit de pijpen omhoog of omlaag beweegt.
Volgens een verder kenmerk is een opstaand onderdeel geplaatst aan elke zijde van dit stilstaande trog-middel aan zijn vooreind. Een geleidingsmiddel is gekoppeld 5 aan elk van de opstaande delen om het eerste eind van het beweegbare trogmiddel te geleiden wanneer het wordt bewogen tussen de onderste en bovenste stand.
In de beschreven uitvoering omvat het middel om het eerste eind van het beweegbare trogmiddel te bewegen 10 tussen de onderste en bovenste stand een kettingmiddel dat is gekoppeld aan het eerste eind van het beweegbare trogmiddel en dat zich uitstrekt om een bovenste en onderste kettingwielmiddel en is gekoppeld aan een zuigermiddel van een cilindermiddel dat is verbonden aan het frame dat het 15 stilstaande trogmiddel ondersteund.
Een verder doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een nieuw en nuttig klemmiddel om een pijplengte of dergelijke te klemmen op de trog van een pijp-hanteringsinrichting.
20 Het klemmiddel omvat twee armen die zwenk- baar zijn gekoppeld aan de trog aan tegenovergestelde zijden daarvan. De armen zijn beweegbaar naar open en gesloten standen door twee zuigerstangen die zwenkbaar zijn gekoppeld aan de armen en die worden bediend door twee cilinders die 25 zwenkbaar zijn gekoppeld aan de trog aan tegenovergestelde zijden.
Korte beschrijving van de tekeningen.
Fig. 1 is een perspectivisch aanzicht van de pijphanteringsinrichting volgens de onderhavige uitvin-30 ding.
Fig. 2 is een bovenaanzicht van de stilstaande trog van de inrichting van fig. 1.
Fig. 3 is een zijaanzicht van de stilstaande trog van fig. 3.
35 Fig. 4 is een dwarsdoorsnede van fig. 3 vol gens dè lijn 44 daarvan.
Fig. 5 is een dwarsdoorsnede van fig. 3 volgens de lijn 55 daarvan.
Fig. 6 is een dwarsdoorsnede van fig. 3 vol 8120385 -3- gens de lijn 66 daarvan.
Fig. 7 is een eindaanzicht van fig. 3 gezien vanaf de lijn 77 daarvan. In fig. 7 zijn duidelijkheidshalve niet alle onderdelen van de inrichting aan dit eind afge-5 beeld.
Fig. 8 is een zijaanzicht van één van de benen van de inrichting van fig. 1.
Fig. 9 is een zijaanzicht van de pijpbewe-gingsinrichting van de stilstaande trog van de inrichting 10 van fig. 1.
Fig. 10 is een eindaanzicht van de inrichting van fig. 9.
Fig. 11 is een zijaanzicht van het systeem voor het omhoog en omlaag bewegen van het achtereind van de 15 beweegbare trog van de inrichting van fig. 1.
Fig. 12 is een onderaanzicht van de inrichting voor het omhoog en omlaag bewegen van fig. 11.
Fig. 13 is een bovenaanzicht van het achtereind van de beweegbare trog van fig. 1.
20 Fig. 14 is een zijaanzicht van de beweeg bare trog van fig. 1.
Fig. 15 en 18 zijn perspectivische aanzichten van pijpklemmen, die worden gedragen door de beweegbare trog van fig. l.
25 Fig. 16 toont de werkingswijze van de klem men van fig. 15 en 18.
Fig. 17 toont een hydraulisch systeem voor het bedienen van het mechanisme voor het omhoog en omlaag bewegen van fig. 11 en de klemmen van fig. 15, 16 en 18.
30 Beschrijving van de bij voorkeur toegepaste uitvoering.
Verwijzend naar de tekeningen zal de pijp-hanteringsinrichting worden beschreven voor het omhoog bewegen van pijpen P, zoals verhuizing, hoorbuizen, kragen of 35 pijpen naar een boorstellingvloer 21 van een boorinrichting 23 en om de pijpen te verwijderen van de vloer 21. De pijp-hanteringsinrichting omvat een langwerpig frame 25, dat is uitgevoerd om zich uit te strekken naar het midden van de boorinrichting en dat een stilstaande trog 17 in een in het 40 algemeen horizontale stand onder het niveau van de vloer 21 8120385 -4- ondersteund. De trog 27 is gevormd voor het opnemen van pijpen en heeft een achterèind 27A en een vooreind 27B, welke laatste dicht bij de basis van de boorstelling ligt. Een pijpbewegingsinrichting 31 is ondersteund door de trog 27 5 voor beweging tussen zijn achtereind 27A en zijn vooreind 27B. De inrichting 3.1 wordt aangedreven door een eindloze ketting 32. Twee opstaande delen 33 en 35 zijn bevestigd aan het vooreind van het frame 25 en strekken zich omhoog uit aan tegenovergestelde zijden van het achtereind 27B van de trog 10 27. De opstaande delen 33 en 35, twee kettingen 37 en 39 en een hydraulische cilinder 41 en een zuigerstang 43 ondersteunen het achtereind 51A van een beweegbare trog of goot 51 voor vertikale beweging tussen een onderste stand zoals is afgebeeld in fig. .1.1 en een bovenste stand, zoals is afge-15 beeld in fig. 1. Het vooreind 51B van de beweegbare trog 51 is verschuifbaar ondersteund door een bovenste constructie 52 aan de boorstellingvloer 21. De beweegbare trog 51 is V-vormig voor het opnemen van pijpen en wordt toegepast om een pijp omhoog te bewegen vanaf de stilstaande trog 27 naar 20 de boorstellingvloer 21 en om een pijp omlaag te bewegen vanaf de boorstellingvloer naar de stilstaande trog 27.
De trog 51 draagt klemmen of remmen 61 om een pijp te klemmen op de trog 51, wanneer deze de pijp omhoog of omlaag beweegt.
25 De pijpen P zijn opgeslagen in rekken 7-1 aan beide zijden van de stilstaande trog 27. Een tussenliggend deel 27C van de V-vormige trog 27 is zijwaarts in elke richting kantelbaar om de pijpen aan elke zijde van de trog 27 voor opslag in de rekken 71 te deponeren. Het tussenliggende 30 deel 27C is kantelbaar door hydraulische cilinders 73. Zoals is afgebeeld in fig. 6 zijn de ondereinden van de cilinders73 zwenkbaar gekoppeld op het frame 25 en zijn hun zuigerstangen 73A zwenkbaar gekoppeld op het tussenliggende deel 27C. Fig.
6 toont het tussenliggende deel 27C dat zijwaarts naar rechts 35 wordt gekanteld.
Twee paar benen 81, 82 en 83, 84, die zijn gekoppeld aan het frame 25 strekken zich omlaag volgens een helling uit vanaf tegengestelde zijden van het tussenliggende deel 27C. Kettingen 87 en 89 met aan hun tegenovergestelde 40 einden verbonden nokken 9.1 en 9 3 zijn aangebracht om pijpen 8120385 -5- omlaag te bewegen vanaf de trog 27 naar het rek 71 om pijpen P omhoog te bewegen vanaf het rek 71 naar de trog 27. De kettingen 87 en 89 worden tegelijk in één richting of de andere en 93 aangedreven om de nokken 91„samen omhoog of omlaag te bewegen over te bréngen 5 om de pijpen P-tussen de trog 27 en één van de rekken 71.
Wanneer gewenst wordt pijpen te bewegen vanaf het rechterrek 71 (gezien in fig. 1) omhoog naar de boorstellingvloer 21, vinden de volgende handelingen plaats.
De rechternokken 91 en 93 zullen in hun onderste standen 10 staan; de pijpbewegingsinrichting 31 zal liggen aan het achtereind 27A van de trog 27; het tussenliggende deel 27C van de trog 27 zal in zijn normaal niet gekantelde stand staan, het achtereind 5IA van de beweegbare trog 51 zal in zijn onderste stand staan en de klemmen 61 zullen in hun 15 open standen staan. Een pijplengte wordt gerold op de rechternokken 91 en 93 en de kettingen 87 en 89 worden aangedreven om de nokken 91 en 93 omhoog te bewegen. Wanneer de nokken 91 en 93 omhoog bewegen glijdt de pijp langs de benen 81 en 83 en wordt deze omhoog bewogen naar het boveneind van 20 de benen, waar de pijp rolt in de trog 27. De beweging van de kettingen 87 en 89 wordt dan beëindigd om een verdere beweging van de nokken 91 en 93 te beëindigen. De pijpbewegingsinrichting 31 wordt dan aangedreven door de ketting 32 naar het vooreind 27B van de trog 27.De inrichting 31 zal aangrij-25 pen op het eind van de pijp en deze vooruit duwen in de trog 27 en omhoog in de trog 51. Bij zijn voorwaartse beweging glijdt de pijp in de trog 27 en dan omhoog in de trog 51.
Bij het bewegen van de pijp in de trog 51 wordt de inrichting 31 voorwaarts bewogen naar een stand, zoals is afgebeeld in 30 fig. 11. De beweging van de ketting 32 wordt dan beëindigd om de verdere beweging van de inrichting 31 te beëindigen.
De klemmen 61 worden dan gesloten om de pijp op de trog 51 te klemmen. Het achtereind 5IA van de trog 51 wordt vervolgens omhoog bewogen naar zijn bovenste stand. Wanneer het 35 eind 5IA van de trog 51 omhoog wordt bewogen, glijdt zijn andere eind 51B voorwaarts op de constructie 52 aan de boorstellingvloer 21. Kabelhijsorganen of heforganen worden bevestigd aan de pijp; de klemmen 61 worden geopend en de pijp wordt gelicht op de boorstelling. Het eind 51A van de trog 40 51 wordt bewogen naar zijn onderste stand; de inrichting 31 8 1 2 0 3 8 5 -6- wordt bewogen naar zijn achterste stand; de nokken 91 en 93 worden omlaag bewogen en het proces wordt herhaald.
Bij het bewegen van de pijp omlaag vanaf de boorstellingvloer 21 worden de klemmen 61 geopend; het 5 eind 5IA van de trog 51 wordt bewogen naar zijn bovenste stand; de inrichting 31 wordt bewogen naar een voorste stand zoals is afgebeeld in fig. 11 en de nokken 91 en 93 worden bewogen naar hun bovenste standen. De kabelhijsinrichting plaatst een pijplengte in de trog 51 en de klemmen 61 worden 10 gesloten om de pijp te klemmen op de trog 51. Het eind 5IA van de trog 51 wordt omlaag bewogen naar zijn onderste stand. De klemmen 61 worden geopend en de pijp glijdt omlaag langs de trog 51 en op de trog 27 totdat deze in aanraking komt met de inrichting 31. De inrichting 31 wordt dan achterwaarts 15 bewogen om de pijp langs de trog 51 omlaag te laten glijden totdat deze geheel wordt ondersteund door de trog 27, waar deze op het tussenliggende deel 27C zal liggen. Het tussenliggende deel 27C wordt dan zijwaarts gekanteld om de pijp te deponeren op de nokken 91 en 93, die dan omlaag worden bewo-20 gen om de pijp omlaag te bewegen op het rek 71. Het tussenliggende deel 27C wordt bewogen naar zijn normale niet gekantelde stand, het trogeind 5IA wordt omhoog bewogen; de inrichting 31 wordt voorwaarts bewogen; de nokken 91 en 93 worden omhoog bewogen en het proces wordt hérhaald.
25 De pijphanteringsinrichting bestaande uit de trog 51 en het hefmechanisme voor de trog 5.1 heeft het voordeel, dat bij het overbrengen van pijpen naar de vloer van de boorinrichting het eind van de pijp dichter bij het midden van de boorinrichting en op een lager werkniveau wordt 30 gebracht, waardoor heforganen direct kunnen worden gebruikt om de pijp te hanteren, zodat de aanvankelijke stap van het hanteren van de pijp met kabelhijsorganen is weggelaten.
Meer details van de pijphanteringsinrichting zullen nu worden beschreven. De bodem van de trog 27 35 heeft een daardoorheen gevormde langwerpige sleuf 101. Verwijzend naar fig. 9 en 10 omvat de inrichting 31 een vertikale plaat 101 met een V-vormig bodemdeel 105, dat zich voorwaarts van de plaat 103 uitstrekt. Het V-vormige deel 105 glijdt in de trog 27. De voorste zijde van de plaat 103 grijpt aan op 40 het eind van de pijp om deze te duwen of om deze langs de trog 8120385 -7- 51 omlaag te laten glijden. Een lip 107 met een dunne hals 109 strekt zich uit vanaf het onderste deel 105. De nok 109 strekt zich uit door de sleuf 101 en de lip 107 is verbonden met de ketting 32 onder de trog 27.
5 Verwijzend naar fig. 3 strekt de ketting 32 zich uit rond een voorste en achterste kettingwiel 11 en 113, rond kettingwielen 114, 115 en 116, waarvan het laatste wordt aangedreven door een hydraulisch aangedreven reductie-drijfwerk 117.
10 Verwijzend naar fig. 5 en 8 zijn de nokken 91 gevormd uit evenwijdige platen 91A, die over hun benen 81 en 82 heen grijpen. De platen 91A zijn aan elkaar gekoppeld door onderdelen 91B, 91C en 91D. Onderdelen 9IE zijn gewichten, die zwenkbaar zijn gekoppeld aan de platen 91A om 15 de platen 9IA in een zodanige stand te houden, dat hun randen 91F omhoog zijn gericht. Elk eind van de ketting 87 is verbonden aan een onderdeel 91B en strekt zich uit rond een onderdeel 91C van elk van zijn nokken 91. De ketting 87 strekt zich uit rond kettingwielen 121, 123, een aangedreven ket-20 tingwiel 123, en kettingwielen 127 en 129. Het kettingwiel 125 is verbonden met een as 131, die in elke richting wordt aangedreven door een hydraulisch aangedreven reductiedrijf-werk 133. De nokken 93 zijn op dezelfde manier gevormd als de nokken 91 en hun ketting 81 is op dezelfde manier onder-25 steund als de ketting 87. De as 131 drijft de beide kettingen 87 en 89 tegelijk in elke richting aan.
Verwijzend naar fig. 11-14 en 17 zal het mechanisme om het eind 5IA van de trog 51 omhoog en omlaag te bewegen worden beschreven. Elk opstaand deel 33 en 35 strekt 30 zich vertikaal omhoog uit en heeft een kanaalvormige geleiding 135, die is bevestigd aan zijn binnenvlak. Elke zijde van het trogeind 5IA heeft twee rollen 137, die daaraan bevestigd zijn en die zijn aangebracht en rollen in zijn bijbehorende geleiding 135. Als het trogeind 51A dus. omhoog 35 beweegt, beweegt het vertikaal, waardoor zijn tegenovergestelde eind 51B voorwaarts glijdt op de constructie 52 en de pijp dichter bij het midden van de boorstelling brengt. Hoewel niet afgebeeld zullen geleidingsmiddelen zijn verschaft aan de constructie 52 om het achtereind 52B van de 40 trog 51 te geleiden, terwijl dit glijdt op de constructie 8120385 -8- 52. Elk opstaand deel 33 en 35 ondersteunt een bovenste roteerbaar kettingwiel 139. Een onderste roteerbaar ketting-wiel 141 is ondersteund op elke zijde van het frame 25 onder de trog 27 naast zijn bijbehorende opstaande deel. De cilin-5 der 42 is ondersteund door het frame onder de trog, zodat zijn zuigerstang 43 naar buiten beweegt naar het achtereind 27A van de trog 27 en naar binnen naar het vooreind 27B van de trog. Een dwarsstaaf 143 is verbonden met de zuigerstang 43. De staaf 143 draagt twee roteerbare kettingwielen 145 10 aan zijn respectievelijke tegenovergestelde einden. De kettingen 37 en 39 zijn verbonden met tegenovergestelde zijden van het trogeind 5IA bij 146, strekt zich uit rondom hun bijbehorende bovenste en onderste kettingwielen 139 en 141, rondom hun door de zuigerstang-dwarsstaaf 143 gedragen bij-15 behorende kettingwiel 145 en zijn verbonden met het frame 45 in punten, die zijn afgebeeld bij 147. Als de zuigerstang 143 uit zijn cilinder 41 beweegt, trekken de kettingen 37 en 39 het trogeind 51A omhoog naar zijn bovenste stand en als de zuigerstang 43 in zijn cilinder 41 beweegt, laten de kettin-20 gen 37 en 39 het trogeind 5IA omlaag bewegen naar zijn onderste stand. Bij deze uitvoering wordt het trogeind 51A tweemaal de afstand van de buitenwaartse slag van de zuigerstang 43 omhoog getrokken.
Verwijzend naar fig. 17 omvat het hy-25 draulische systeem voor het bedienen van de cilinder 41 een oliereservoir 151, een pomp 153, een vierwegrichtingstuur-klep 155 en geschikte stroomleidingen.
Thans verwijzend naar fig. 1 en 15-18 zullen de klemmen 61 worden beschreven om een pijplengte op 30 de trog 51 te klemmen. Steunen 161 zijn verbonden met tegenovergestelde zijden van de trog 51 ongeveer halfweg tussen zijn einden 51A en 51B. Elke steun 161 ondersteunt zwenkbaar een klemarm 163 voor een zwenkbeweging tussen een open en een gesloten stand. De armen 163 zijn zwenkbaar gekoppeld 35 aan de steunen 161 door middel van pennen 165. De armen 163 hebben gebogen klemeinden 163A om een pijp op de trog 51 te klemmen. In fig. 15 en zoals met de volle lijnen in fig. 16 is afgebeeld, liggen de armen 163 in hun maximaal open standen. Wanneer zij naar hun gesloten standen bewegen bewegen 40 de klemeinden 163A van de armen 163 naar elkaar toe om de s 1 2 0 3 8 5 -9- pijp te grijpen en deze op de trog 51 te klemmen. De streep-jescirkels met verschillende diameters in fig. 16 tonen dat de klemarmen pijpen met verschillende diameters kunnen klemmen op de trog 51. In fig. 16 zijn de armen 163 afgebeeld 5 in streepjeslijnen bij het klemmen van een pijp met kleine diameter op de trog 51.
Twee hydraulische cilinders 171 zijn zwenkbaar respectievelijk gekoppeld aan de ondereinden van tegengestelde zijden 51C van de trog 51 om de armen 163 te 10 bedienen. De zuigerstangen 163 van deze cilinders zijn zwenkbaar gekoppeld aan armdelen 163B bij 175. Van elk van de cilinders 171 is slechts één eind zwenkbaar gekoppeld aan de onderrand van de trog. Het zwenkbaar aan de trog gekoppelde eind is het eind waarvan zijn cilinder zich uitstrekt.
15 Bijvoorbeeld, in fig. 16 en 18, is van de rechts afgebeelde cilinder het eind 171A zwenkbaar gekoppeld aan de trog 51 bij 177. Zijn andere eind 171B kan vrij bewegen in een boog wanneer zijn zuigstang naar binnen of naar buiten beweegt.
Met het eind 171A van de cilinder 171 is een huls 179 ver-20 bonden, die vierkant in dwarsdoorsnede is. De huls ligt tussen de steunen 181, die zijn bevestigd aan de onderzijde van de trog. De huls 179 is zwenkbaar gekoppeld aan de steunen 181 door twee pennen, waarvan er een is afgebeeld bij 177.
25 Wanneer de zuigerstangen 173 van de cilin
ders 171 zijn teruggetrokken, liggen de cilinders onder en loodrecht op de zijden 51C van de trog 51-en houden ze de armen 163 in hun open standen. Wanneer de zuigerstangen 173 uit hun cilinders 171 worden geschoven, zwenken de cilinders 30 171 om hun zwenkassen 177 en zwaaien hun vrije einden 171B
omlaag. De zuigerstangen 173 bewegen de einden 163 B van de armen naar buiten waardoor de klemeinden 163Ά naar binnen bewegen en de pijp grijpen en klemmen op de trog 51. De steunen 161 zijn in een versprongen ligging op de trog 51 gemon-35 teerd zodat de armen 173 zij aan zij in evenwijdige banen bewegen wanneer ze bewegen tussen hun open en gesloten standen. De klemdelen 163A hebben dus zodanige lengten, dat ze .elkaar zullen kruisen wanneer de armen worden bewogen naar hun maximaal gesloten standen.
40 Verwijzend naar fig. 16 omvat het hydrauli- 8120385 -10- sche systeem voor het bedienen van de cilinders 171 het reservoir 151, een pomp 153 en een regelklep 183.
Weer verwijzend naar fig. 5 en 8 kunnen de benen 81, 82 en 83, 84 naar binnen of naar buiten worden ver-5 steld en worden opgevouwen tegen het frame 25, wanneer het frame 25 en zijn trog 27 per vrachtauto op de weg worden getransporteerd. De manier, waarop het been 81 is gekoppeld aan het frame 25, zal worden beschreven. Elk van de andere benen 82 -85 is op dezelfde manier gekoppeld aan het frame 10 25. Steunen 191 en 193 zijn vast verbonden aan het frame aan elke zijde van het been. Steunen 195 en 197 zijn gekoppeld aan steunen 191 en 193 door verwijderbare pennen 201 resp. 203. Het been 81 is zwenkbaar gekoppeld aan de steunen 195 en 197 om naar binnen of naar buiten te zwenken om de 15 zwenkpen 205. Het been 81 kan dus ten opzichte van de steunen 195 en 197 naar binnen of naar buiten worden gezwenkt. Om het been te vouwen tegen het frame 25 wordt de ketting 87 losgemaakt van de nok 91 en de pen 201 wordt verwijderd. Hierdoor kunnen de steun 195, het been 81 en de steun 197 20 zwenken om de pen 203, waardoor het been 81 kan worden gevouwen tegen het frame 25.
Weer verwijzend naar fig. 3 is het onderdeel 211 een dieselmotor en hydraulische pomp om de onderdelen van de inrichting te laten werken. Het onderdeel 213 25 is een hydraulische voorraadtank.
Inplaats van dat het vooreind 51B van de trog 51 is ondersteund om te glijden op de constructie 52 aan de boorinrichtingvloer, zou deze kunnen zijn opgehangen met kettingen, zodat deze voorwaarts en achterwaarts kan 30 zwaaien als de trog 51 omhoog en omlaag wordt bewogen. Als verder alternatief zou het vooreind 51B van de trog 51 zwenkbaar kunnen zijn gekoppeld met een verbinding aan de boorinrichtingvloer om deze voorwaarts en achterwaarts te laten bewegen als de trog 51 omhoog en omlaag wordt bewogen.
81 2 0 3 8 5

Claims (11)

  1. 2. Inrichting volgens conclusie 1, voorzien van: een middel, dat is gekoppeld aan het eerste eind van het beweegbare trogmiddel en aan het steunmiddel om 5 het eerste eind van het beweegbare trogmiddel te doen bewegen in een in het algemeen vertikale rechtlijnige baan, wanneer het wordt bewogen tussen de onderste en bovenste stand.
  2. 3. Inrichting volgens conclusie 1 en 2, waarin het middel voor het bewegen van het eerste eind van 10 het beweegbare trogmiddel tussen de onderste en bovenste stand is voorzien van: een bovenste wielmiddel, dat is gekoppeld aan het boveneind van het steunmiddel, een onderste wielmiddel, dat is gekoppeld aan het ene eind van het steunframe, 15 een aandrijfmiddel, dat in tegenovergestelde richtingen beweegbaar is en een buigzaam middel, dat een met het ene eind van het beweegbare trogmiddel verbonden eind heeft en zich uitstrekt rondom het bovenste en onderste wielmiddel en een aan het aandrijfmiddel gekoppeld tegenovergestelde eind 20 heeft, waardoor wanneer het aandrijfmiddel in een richting beweegt, dit veroorzaakt, dat het buigzame middel het ene eind van het beweegbare trogmiddel omhoog trekt naar de bovenste stand en wanneer het aandrijfmiddel beweegt in een tegenovergestelde richting, het buigzame middel het ene eind van 25 het beweegbare trogmiddel omlaag laat bewegen naar de onderste stand.
  3. 4. Inrichting volgens conclusie 1, waarin: het steunmiddel is voorzien van een langwerpig opstaand deel, dat ligt aan elke zijde van het stil- 30 staande trogmiddel aan het tweede eind daarvan, een langwerpig geleidingsmiddel, dat gekoppeld is aan elk opstaand deel langs zijn lengte, een middel, dat gekoppeld is aan tegenovergestelde zijden van het beweegbare trogmiddel aan zijn eerste eind en aan het geleidingsmiddel om te veroorzaken, dat het 35 eerste eind van het beweegbare trogmiddel het geleidingsmiddel volgt, wanneer het eerste eind van het beweegbare trogmiddel wordt bewogen tussen zijn onderste en bovenste stand.
  4. 5. Inrichting volgens conclusie 4, waarin het middel voor het bewegen van het eerste eind van het be- 40 weegbare trogmiddel tussen de onderste en bovenste stand is ® 1203 8 5 -13- voorzien van: een bovenste kettingwielmiddel, dat is gekoppeld aan het boveneind van elk opstaand deel, een onderste kettingwielmiddel, dat is gekoppeld aan het frame aan elke 5 zijde, een cilindermiddel, dat is bevestigd aan het frame en een zuigerstangmiddel heeft, dat geschikt is om uit het cilindermiddel te bewegen naar het eerste eind van het stilstaande trogmiddel en in het cilindermiddel naar het tweede eind van de stilstaande trog, en een ketting bevestigd is aan elke 10 zijde van het eerste eind van het beweegbare trogmiddel, waarbij elke ketting zich uitstrekt rond een bijbehorend bovenste en onderste kettingwielmiddel en is gekoppeld aan het zuigerstangmiddel, waardoor wanneer het zuigerstangmiddel uit het cilindermiddel beweegt, het eerste eind van het be-15 weegbare trogmiddel omhoog wordt getrokken naar de bovenste stand en wanneer het zuigerstangmiddel in het cilindermiddel beweegt, het eerste eind van het beweegbare trogmiddel omlaag beweegt naar de onderstand.
  5. 6. Inrichting volgens conclusie 1, waarin: 20 het steunmiddel is voorzien van een langwer pig opstaand middel, dat ligt aan elke zijde van het stilstaande trogmiddel aan het tweede eind ervan, waarbij het middelv oor het bewegen van het eerste eind van het beweegbare trogmiddel tussen de onderste en bovenste stand is voor-25 zien van: een bovenste kettingwielmiddel, dat is gekoppeld aan het boveneind van elk opstaand deel, een onderste kettingwielmiddel, dat is gekoppeld aan het frame aan elke zijde, een cilindermiddel, dat is bevestigd aan het frame en 30 een zuigerstangmiddel heeft, dat geschikt is om uit het cilindermiddel te bewegen naar het eerste eind van het stilstaande trogmiddel en in het cilindermiddel naar het tweede eind van de stilstaande trog, en een ketting, die is bevestigd aan elke zijde van het eerste eind van het beweegbare trogmiddel, waar'· 35 bij elke ketting zich uitstrekt rond een bijbehorend bovenste en onderste kettingwielmiddel en is gekoppeld aan het zuigerstangmiddel, waardoor, wanneer het zuigerstangmiddel uit het cilindermiddel beweegt, het eerste eind van het beweegbare trogmiddel omhoog wordt getrokken naar de bovenste stand en 40 wanneer het zuigerstangmiddel in het cilindermiddel beweegt, 8120385 -14- het eerste eind van het beweegbare trogmiddel omlaag beweegt naar de onderste stand.
  6. 7. Inrichting voor het overbrengen van pijpen of dergelijke naar en van de vloer van een boorinrich- 5 ting, voorzien van: een langwerpig stilstaand trogmiddel voor het opnemen en ondersteunen van een pijp, dat geschikt is om te worden geplaatst onder het niveau van de boorinrichting-vloer met een eind uitstekend naa^ke boorinrichting en ge-10 plaatst in de nabijheid van de boorinrichting, een steummid-del dat ligt aan het ene eind van het stilstaande trogmiddel, een beweegbaar trogmiddel voor het opnemen en ondersteunen van een pijp, dat is uitgelijnd met het stilstaande trogmiddel en een eerste eind heeft, dat is gekoppeld met het steun-15 middel voor een in het algemeen vertikale beweging tussen een onderste stand en een bovenste stand en een tegenovergesteld eind, dat geschikt is om te worden ondersteund op de boorinrichting, waarbij de onderste stand naast en boven dit ene eind van het stilstaande trogmiddel ligt en de bovenste 20 stand in het algemeen boven en op een afstand van dit ene eind van het stilstaande trogmiddel ligt, een bewegingsmiddel om een pijp in de lengterichting te bewegen langs het stilstaande trogmiddel naar het ene eind en op het beweegbare trogmiddel wanneer het eerste eind van het beweegbare trog-25 middel in de onderste stand staat en een aandrijfmiddel om het eerste eind van het beweegbare trogmiddel te bewegen tussen de onderste en bovenste stand.
  7. 8. Klemmiddel voor het klemmen van een pijplengte of dergelijke op een trog van een pijphanterings- 30 inrichting, welke trog een bovenvlak heeft voor het opnemen van een pijplengte, welk klemmiddel is voorzien van: een arm, die zwenkbaar is gekoppeld met de trog aan elke zijde ervan, waarbij elke arm een klemdeel en een tegenovergesteld eind heeft, waarbij de armen geschikt 35 zijn om te worden bewogen naar gesloten standen, zodat de klemdelen van de armen naar elkaar toe bewegen om een pijplengte te klemmen op het bovenvlak van de trog en naar open standen, zodat de klemdelen van de armen van elkaar af bewegen, zodat een pijplengte kan worden geplaatst tussen de 40 klemdelen van de armen of daartussenuit kan worden verwijderd, 8120385 Λ -15- een cilinder, die zwenkbaar is gekoppeld aan de trog aan elke zijde ervan, waarbij elke cilinder een zuigerstang heeft, die zwenkbaar is gekoppeld met het tegenovergestelde eind van de arm aan zijn bijbehorende zijde, zodat wanneer de zuigerstangen 5 worden uitgezet, zij de armen bewegen naar de gesloten standen, wanneer de zuigerstangen worden ingetrokken zij de armen bewegen naar de open standen.
  8. 9. Klemmiddel volgens conclusie 8, waarin: de klemdelen van de armen zich uitstrekken 10 over het bovenvlak van de trog, wanneer zij naar elkaar toe worden bewogen naar hun gesloten standen.
  9. 10. Klemmiddel volgens conclusie 8, waarin: de armen ten opzichte van elkaar versprongen zijn, zodat ze zij aan zij in evenwijdige baan bewegen wanneer 15 ze worden bewogen tussen hun open en gesloten standen.
  10. 11. Klemmiddel volgens conclusie 10, waarin: de klemdelen van de armen zodanige lengten hebben, dat ze elkaar kruisen wanneer de armen zijn bewogen naar hun maximaal gesloten standen.
  11. 12. Klemmiddel volgens conclusie 8, 9, 10 of 11, waarin: de cilinders elk eerste en tweede tegenovergestelde einden hebben, waarbij hun zuigerstangen uit de tweede einden steken, waarbij de tweede einden van deze ci-25 linders zwenkbaar zijn gekoppeld aan de trog, zodat hun eerste einden vrij kunnen bewegen, wanneer hun zuigerstangen worden bewogen naar hun ingetrokken of uitgezette standen. 8120385
NL8120385A 1980-09-30 1981-09-30 NL8120385A (nl)

Applications Claiming Priority (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/192,477 US4382591A (en) 1980-09-30 1980-09-30 Clamping means for trough of pipe handling apparatus
US19249580 1980-09-30
US06/192,495 US4371302A (en) 1980-09-30 1980-09-30 Pipe handling apparatus
US19247780 1980-09-30
US8101322 1981-09-30
PCT/US1981/001322 WO1982001212A1 (en) 1980-09-30 1981-09-30 Pipe handling apparatus with trough clamping means

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8120385A true NL8120385A (nl) 1982-08-02

Family

ID=26888106

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8120385A NL8120385A (nl) 1980-09-30 1981-09-30

Country Status (12)

Country Link
US (2) US4382591A (nl)
EP (1) EP0061490B1 (nl)
JP (1) JPH0213117B2 (nl)
BR (1) BR8108814A (nl)
CA (1) CA1187867A (nl)
DE (1) DE3152392A1 (nl)
DK (1) DK242482A (nl)
GB (1) GB2094376B (nl)
NL (1) NL8120385A (nl)
NO (1) NO821748L (nl)
SE (1) SE447746B (nl)
WO (1) WO1982001212A1 (nl)

Families Citing this family (57)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3138213C2 (de) * 1981-09-22 1984-02-09 Gerd 1000 Berlin Schulte Stereo-System
GB2152561B (en) * 1981-11-20 1986-04-09 Ingram Corp Handling apparatus for drill pipe and other tubulars
US4453872A (en) * 1981-12-07 1984-06-12 Ingram Corporation Handling apparatus for pipe and other tubulars
US4403898A (en) * 1981-12-31 1983-09-13 Thompson Carroll R Pipe pick-up and laydown machine
GB2158492B (en) * 1982-03-02 1986-12-31 Ingram Corp Pipe handling machine
US4474520A (en) * 1982-03-02 1984-10-02 Ingram Corporation Pipe handling machine
US4494899A (en) * 1982-04-28 1985-01-22 Tri-Star Enterprises, Inc. Pipe trough for transporting pipe between upper and lower positions
US4486137A (en) * 1982-08-09 1984-12-04 Ingram Corporation Pipe pickup and laydown machine
US4586234A (en) * 1983-12-22 1986-05-06 The Goodyear Tire & Rubber Company Transfer apparatus and method for air spring assembly apparatus
US4684314A (en) * 1984-09-24 1987-08-04 Weatherford/Lamb, Inc. Pipe handling apparatus
GB2158132B (en) * 1985-05-20 1986-12-31 Ingram Corp Pipe handling machine
GB2158131B (en) * 1985-05-20 1986-12-31 Ingram Corp Pipe handling machine
US5409280A (en) * 1993-09-03 1995-04-25 Weatherford/Lamb, Inc. Pipe clamp
US5451129A (en) * 1993-10-04 1995-09-19 Varco International, Inc. Pipe transfer system
US6085852A (en) 1995-02-22 2000-07-11 The Charles Machine Works, Inc. Pipe handling device
DE19906126C2 (de) * 1999-02-13 2000-11-30 Daimler Chrysler Aerospace Einrichtung und Verfahren zum Lösen von Verbindungsbolzen
AU1160801A (en) * 1999-11-05 2001-05-14 Weatherford/Lamb Inc. Apparatus and method
DE29921784U1 (de) * 1999-12-10 2001-01-11 Deutsche Tiefbohr Ag Gerät zum Transport und zur Handhabung von Rohren und Bohrgestängen
US6779614B2 (en) * 2002-02-21 2004-08-24 Halliburton Energy Services, Inc. System and method for transferring pipe
US6705414B2 (en) * 2002-02-22 2004-03-16 Globalsantafe Corporation Tubular transfer system
EP1384659B1 (en) 2002-07-24 2009-12-23 Shimano Inc. Bicycle computer control arrangement and method
US7431550B2 (en) * 2002-10-04 2008-10-07 Technologies Alliance Pipe handling apparatus for pick-up and lay-down machine
CA2476109A1 (en) * 2003-08-01 2005-02-01 Columbia Trailer Co., Inc. Dba Columbia Corporation Method and apparatus for handling pipe and other materials
US6994505B2 (en) * 2004-01-09 2006-02-07 Frank's International Pick-up and lay-down system and method
ITMI20040385A1 (it) * 2004-03-02 2004-06-02 Cucchi Pietro Spa Caricatore di barre per torni dotati di mezzi di centratura delle barre nel canale del caricatore
US7635249B2 (en) * 2004-08-18 2009-12-22 Guidroz Perry J Pipe pick-up and laydown apparatus
CA2489877A1 (en) * 2004-12-13 2006-06-13 Cheryl Gust Mobile pipe handler and stacker
US7552775B2 (en) * 2005-05-02 2009-06-30 Weatherford/Lamb, Inc. Tailing in and stabbing device and method
US20070240884A1 (en) * 2005-10-18 2007-10-18 Fehres Neil E Pivoting pipe handler for off-line make up of drill pipe joints
US7802636B2 (en) 2007-02-23 2010-09-28 Atwood Oceanics, Inc. Simultaneous tubular handling system and method
US7568533B2 (en) * 2007-11-16 2009-08-04 Rodger Lawrence Felt Pipehandler
CA2639706C (en) * 2008-09-17 2015-06-30 Hunterwood Technologies Ltd. Catwalk for a drilling rig
CA2768715C (en) * 2009-07-29 2014-09-16 Markwater Handling Systems Ltd. Apparatus and method for handling pipe
CA2768713C (en) * 2009-07-29 2014-09-16 Markwater Handling Systems Ltd. Pipe kicker/indexer for pipe handling systems
US8215888B2 (en) 2009-10-16 2012-07-10 Friede Goldman United, Ltd. Cartridge tubular handling system
US8888432B1 (en) 2010-06-10 2014-11-18 Perry Guidroz Tubular delivery apparatus and system
EP2807329A1 (en) * 2012-01-24 2014-12-03 Seed, Quenton Rod loader attachment
US9080397B2 (en) 2012-03-21 2015-07-14 Darcy LUDWIG Pipe handling apparatus
US9057227B2 (en) * 2012-04-10 2015-06-16 Key Energy Services, Llc Pipe handling apparatus
DE102012007402A1 (de) * 2012-04-16 2013-10-17 Herrenknecht Vertical Gmbh Rohrlager und Verfahren zum Zu- und Abführen von Rohrkörpern zu einer Bohranlage
US9562406B2 (en) 2012-11-19 2017-02-07 Key Energy Services, Llc Mechanized and automated well service rig
WO2015103150A1 (en) * 2013-12-30 2015-07-09 Longyear Tm, Inc. Drill rod handling system for moving drill rods to and from an operative position
US9551193B2 (en) * 2014-03-25 2017-01-24 Schramm, Inc. Drill pipe handling apparatus having improved pipe gripping mechanism
CN107109911B (zh) * 2015-04-15 2019-11-08 美国法朗姆能源公司 管搬运系统
CN105114015B (zh) * 2015-10-12 2017-05-03 中国石油大学(华东) 举升式液压动力猫道系统
US20180119501A1 (en) * 2016-10-28 2018-05-03 VAUGHN KENNEMER, Trustee of the Vaughn Kennemer Trust, u/t/a January 5, 2017 Catwalk Pipe Restraint System
CN106988689B (zh) * 2017-02-22 2019-03-05 吉林大学 一种陆地科学钻探用钻机的钻具自动运移装置
US10920504B1 (en) 2018-07-20 2021-02-16 Hawker Equipment Solutions, LLC. Pipe grabber
US10626687B1 (en) 2018-09-14 2020-04-21 Hawker Equipment Solutions, LLC. Wedge system to extend and elevate a pipe handler
US10662725B1 (en) 2018-11-05 2020-05-26 Superior Rig Innovations Ltd. Tubular handling apparatus and methods
WO2021075990A1 (en) * 2019-10-16 2021-04-22 Pax Elevans S.R.L. Apparatus for moving cylindrical parts
US11486209B2 (en) 2020-07-06 2022-11-01 Nabors Drilling Technologies Usa, Inc. Robotic pipe handler systems
US11643887B2 (en) 2020-07-06 2023-05-09 Canrig Robotic Technologies As Robotic pipe handler systems
US11408236B2 (en) 2020-07-06 2022-08-09 Canrig Robotic Technologies As Robotic pipe handler systems
US11434705B2 (en) * 2020-07-14 2022-09-06 Summit Laydown Services Inc. Tubular make-up and delivery system
WO2022016016A1 (en) * 2020-07-16 2022-01-20 Gregg Drilling, LLC Geotechnical rig systems and methods
NO20230219A1 (en) 2020-09-01 2023-03-03 Canrig Robotic Technologies As Tubular handling system

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3058533A (en) * 1958-11-04 1962-10-16 Jr Hight M Collins Machine for installing and removing poles
US3071405A (en) * 1960-03-07 1963-01-01 Calavar Corp Tong assembly
US3169645A (en) * 1961-08-11 1965-02-16 Sr Richard B Freeman Drill pipe and collar laying down machine
US3655071A (en) * 1970-05-27 1972-04-11 Byron Jackson Inc Horizontal pipe racking and handling apparatus
US3734210A (en) * 1970-06-15 1973-05-22 Kenting Drilling Ltd Carrier mounted drilling unit
US3741517A (en) * 1971-02-09 1973-06-26 Texaco Inc Subterranean clamping mechanism for submarine wells
US3810553A (en) * 1972-08-31 1974-05-14 R Crocker Pipe handling device
US3860122A (en) * 1972-12-07 1975-01-14 Louis C Cernosek Positioning apparatus
US3919902A (en) * 1974-06-13 1975-11-18 Global Marine Inc Apparatus for suspending and spinning pipe
US3983949A (en) * 1975-11-05 1976-10-05 The Salem Tool Company Auger section positioning means
DE2844887A1 (de) * 1978-10-14 1980-04-17 Kieserling & Albrecht Zufuehrrinne fuer stangen und rohre

Also Published As

Publication number Publication date
JPH0213117B2 (nl) 1990-04-03
NO821748L (no) 1982-05-26
GB2094376B (en) 1984-10-03
EP0061490A4 (en) 1983-02-04
DE3152392A1 (de) 1982-11-18
SE8203331L (sv) 1982-05-28
EP0061490B1 (en) 1986-05-07
BR8108814A (pt) 1982-08-24
CA1187867A (en) 1985-05-28
WO1982001212A1 (en) 1982-04-15
US4382591A (en) 1983-05-10
GB2094376A (en) 1982-09-15
DK242482A (da) 1982-05-28
US4371302A (en) 1983-02-01
SE447746B (sv) 1986-12-08
EP0061490A1 (en) 1982-10-06
JPS57501788A (nl) 1982-10-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8120385A (nl)
US4474520A (en) Pipe handling machine
US4470740A (en) Apron for pipe handling system
US4313707A (en) Side loading apparatus for trash collection system
US3810553A (en) Pipe handling device
US4403898A (en) Pipe pick-up and laydown machine
US4382738A (en) Pipe handling system
US4051956A (en) Horizontal pipe handling apparatus
NL8320265A (nl) Machine voor het opnemen en neerleggen van pijpen.
EP0061473B1 (en) System for transferring pipe
US3613905A (en) Method and apparatus for handling drill pipe
GB2152561A (en) Handling apparatus for drill pipe and other tubulars
DK170296B1 (da) Apparat til læsning og aflæsning af containere
EP0102349A1 (en) Pipe handling machine
US2726780A (en) Industrial lift truck
NL1011754C1 (nl) Aan een spudpaalwagen aangebracht stelsel voor het hanteren van een spudpaal.
GB2158132A (en) Pipe handling machine
GB2158131A (en) Pipe handling machine
CA1186300A (en) Pipe handling machine
RU2165569C2 (ru) Устройство для загрузки и выгрузки заготовок из нагревательной печи
AU727130B2 (en) Apparatus for inverting containers
GB2158492A (en) Pipe handling machine
NL8700893A (nl) Inrichting voor het in een horizontaal vlak positioneren van een aan kraankabels hangend lichaam, in het bijzonder een container.