NL8105795A - Spiegelobjectief. - Google Patents

Description

*4 4 V.0. 2611 Spiegelobjectief.

De uitvinding heeft betrekking op een spiegelobjectief voorzien van een negatieve lens, waarbij op het randgedeelte van het aan de beeldzijde gelegen oppervlak van deze lens een hoofdspiegel is aangebracht, een positieve frontlens, waarbij op het centrale deel van het 5 aan de beeldzijde gelegen oppervlak van deze lens een contraspiegel is aangebracht, en een bij de negatieve lens aan de voorwerpzijde daarvan gelegen veldlenscomponent.

Een dergelijk spiegelobjectief is bekend uit het Europese octrooischrift 002647.

10 De uitvinding beoogt bij een spiegelobjectief van dit type het gewicht en de kosten daarvan onder behoud van de goede eigenschappen van het objectief te reduceren. Een dergelijk objectief met gering gewicht is bijzonder geschikt om te worden toegepast bij een kijker, meer in het bijzonder een handkijker, zoals b.v. een nachtkijker.

15 Daartoe is volgens de uitvinding de veldlenscomponent op een afstand van de negatieve lens opgesteld en voldoet het spiegelobjectief aan de voorwaarden, dat / n2~* *”n3 / -0,4 < ^ < -0,05 3 8 en 20 1,46 <{n1#n2)< 1,70 waarbij n^en ng resp. de brekingsindices van de frontlens, de negatieve lens en de veldlenscomponent zijn, en rg en rg resp. de kromtestralen van de naast elkaar gelegen oppervlakken van de veldlens- ^ component en de negatieve lens zijn.

25 De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening waarin schematisch een spiegelobjectief volgens de uitvinding is afgebeeld.

Zoals uit de tekening blijkt, omvat het spiegelobjectief volgens de uitvinding drie elementen t.w. een positieve frontlens 1, een nega- 30 tieve lens 2 en een tussen deze beide lenzen gelegen veldlens 3.

Daarbij zijn deze lenzen 1, 2 en 3 ten opzichte van de gemeenschappelijke optische as 6 gecentreerd opgesteld.

8105795 w <*·# -2-

De negatieve lens is aan het aan de beeldzijde van het objectief gelegen, oppervlak daarvan en wel bij het randgedeelte van deze lens voorzien van een hoofdspiegel 5, die een ringvormige configuratie bezit.

De positieve frontlens 1 is aan het aan de beeldzijde van het 5’ objectief gelegen oppervlak daarvan voorzien van een op het centrale deel van dit oppervlak aangebrachte contraspiegel 4.

Kenmerkend voor de uitvinding is in de eerste, plaats, dat de veldlens 3, die zich tussen de positieve frontlens en de negatieve lens bevindt op een afstand van deze laatste is opgesteld. De afstand tussen 10 de naar elkaar gekeerde oppervlakken van. de negatieve lens 2 en de veldlens 3 is in de tekening aangeduid met dg.

De frontlens is volgens de uitvinding vervaardigd uit een materiaal met een brekingsindex n^; de negatieve lens bestaat uit een materiaal met een brekingsindex terwijl de veldlens 3 uit een materiaal 15 met een brekingsindex bestaat.

Verder bezit het aan de beeldzijde gelegen oppervlak van de veldlens 3 een kromtestraal rQ, terwijl het aan de voorwerpzijde gelegen oppervlak van de negatieve lens 2 een kromtestraal r^ heeft.

Volgens de uitvinding wordt behalve, dat de veldlens op een af- 20 stand van de negatieve lens is opgesteld, zoals boven reeds is vermeld,.

voldaan aan een tweetal voorwaarden en wel, dat. n_-l l-n3 + —--<-0,05 r3 r8 en 1,46 < (nlfn2) <1,70 waarbij de hierin genoemde grootheden boven reeds zijn gedefinieerd.

25 Wanneer men het spiegelobjectief opbouwt op een wijze, waarbij aan de bovenstaande voorwaarden wordt voldaan verkrijgt men een constructie, welke lichter en goedkoper is dan de bovengenoemde bekende spiegelobjectiefconstructie, terwijl het met het spiegelobjectief volgens de uitvinding gesorteerde effekt tenminste even goed is als 30 het effekt, dat met het bekende objectief wordt verkregen.

Nog wordt opgemerkt, dat bij 7 het brandpunt van het spiegelobjectief is aangegeven.

Volgens de uitvinding kan de afstand tussen de veldlens en de negatieve lens 2 zodanig worden gekozen, dat dit brandpunt 7 van 8105795 ... /♦! . —. ...

.-3- het spiegelobjectief aan de beeldzijde van de negatieve lens 2 buiten deze lens 2 is gelegen.

Ofschoon het duidelijk is, dat binnen het kader van de bovenaangegeven richtlijnen volgens de uitvinding verschillende spiegelobjec-5 tiefconstructies mogelijk zijn. zullen thans twee uitvoeringsvormen daar van nader worden beschreven.

Wanneer de aan de voorwerpzijde resp. beeldzijde gelegen oppervlakken van de frontlens resp. worden aangeduid met en r^, die . van de negatieve lens 2 met r^ en r^, en die van de veldlens met r^ en 10 rg, worden bij een specifieke uitvoeringsvorm aan deze grootheden de volgende waarden gegeven = 3,64692 Γ2 = ^ r3 - -1,38651 15 r4 * -2,06323 r? = 0,36469 rg = -2,64195

Bij deze uitvoeringsvorm worden bovendien de verschillende dikten van de lenselementen en de afstanden daartussen op een bepaalde wijze 20 gekozen. Wanneer d^, dg en d^ resp. de dikten van de frontlens 1, de negatieve lens 2 en de veldlens 3 gemeten langs de optische as 6 van het objectiefstelsel zijn, d. de langs de optische as gemeten

O

afstand tussen het aan de beeldzijde gelegen oppervlak van de frontlens 1 en het aan de voorwerpzijde gelegen oppervlak van de veldlens 25 3 is, en dg de langs de optische as gemeten afstand tussen het aan de beeldzijde gelegen oppervlak van de veldlens 3 en het aan de voorwerpzijde gelegen oppervlak van de negatieve lens 2 is, dienen deze grootheden als volgt te worden gekozen dx = 0,06 30 dg = 0,0742 d6 = 0,4213 d? = 0,0394 dg = 0,0106 8105795 * -4- t

Opgemerkt wordt, dat al deze waarden zijn betrokken op een brandpuntsafstand, die gelijk is aan de eenheid*

Waar bovendien volgens de uitvinding nog moet worden voldaan aan bepaalde voorwaarden ten aanzien van de brekingsindices van de 5 verschillende voor de verschillende lenselementen gebruikte materialen bestaat de frontlens 1 uit BaF3, terwijl de negatieve lens 2 en de veldlens 3 beide uit BK7 bestaan.

Bij een spiegelobjectief, dat op deze wijze is opgeböuwd ver-krijgt men het volgens de uitvinding beoogde effekt, nl. een reductie 10 van het gewicht en de kosten ten opzichte van het bovengenoemde bekende spiegelobjectief.

Het is evenwel ook mogelijk de lenselementen te laten bestaan uit zgn. optische kunststoffen.

In dat geval worden de bovengenoemde kromtestralen en dikten 15 en afstanden, zoals deze boven zijn gedefinieerd, als volgt gekozen: rL = 3,49196 r = 00 2 r3 = -1,29346 r4 « -2,0333 20 *7 = 0,34022 rg = -2,46465 terwijl d^ « 0,06 25 <i3 - 0,0716

dg - 0,4244 N

d? = 0,0392 dg = 0,0114

De frontlens bestaat daarbij rekening houdende met de volgens 30 de uitvinding aan de brekingsindices gestelde eisen uit SAN, terwijl zowel de negatieve lens 2 als de veldlens 3 uit acryl bestaan.

Ook hier geldt weer, dat de bovengenoemde waarden zijn betrokken op een brandpuntsafstand, welke gelijk is aan de eenheid.

Ter toelichting wordt nog opgemerkt, dat het materiaal SAN 35 een styreen-acrylonitrile-copolymeer is, terwijl het met acryl aangeduide materiaal polymethylmethacrylaat is.

8105705 — « -5-

Het is duidelijk, dat de bovenomschreven specifieke uitvoeringsvormen volgens de uitvinding slechts bij wijze van voorbeeld zijn gegeven en dat nog vele andere mogelijk zijn.

Opgemerkt wordt, dat ofschoon bij de boven onder verwijzing 5 naar de tekening toegelichte uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is gesproken over een veldlens en deze .als zodanig ook in de tekening is afgebeeld, deze lens samengesteld kan zijn en derhalve een. veldlens-component kan omvatten.

Voorts wordt er op gewezen, dat ofschoon boven is opgemerkt, 10 dat door het lichte gewicht van het spiegelobjectief volgens de uitvinding, dit bijzonder geschikt is om te worden toegepast in een kijker, meer in het bijzonder een handkijker, zoals b.v. een nachtkijker, het spiegelobjectief kan worden toegepast in al die gevallen waarin de faktor gewicht een belangrijke rol speelt, zodat het objec-15 tief geenszins tot de genoemde toepassingen is beperkt.

8105795

Claims (4)

1. Spiegelobjectief voorzien van een negatieve lens (2), waarbij op het randgedeelte van het aan de beeldzijde gelegen oppervlak vandeze lens een hoofdspiegel (5) is aangebracht, een.positieve frontlens (1), waarbij op het centrale deel van het aan de beeldzijde gelegen 5 oppervlak van deze. lens een. contraspiegel (4) is aangebracht, en een. bij- de negatieve lens. (2) aan de voorwerpzijde daarvan gelegen veld-lenscomponent. (3), met het kenmerk, dat de veldlenscomponent (3) op een afstand van de negatieve lens (2) is opgesteld en het spiegelobjectief voldoet aan de voorwaarden, dat η -1 1-n, 10 -0,4 < <-0,05 r3- r8 en 1,46 < Γηχ, n2) <1,70 waarbij n^, n^ en n^ tesp. de brekingsindices van de frontlens (1), de negatieve lens (2) en de veldlenscomponent (3) zijn, en rg en r^ resp. 15 de kromtestralen van de naast elkaar gelegen oppervlakken van de veldlenscomponent (3) en de negatieve lens (2) zijn.

2. Spiegelobjectief volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de afstand tussen de veldlenscomponent (3) en de negatieve lens (2) zodanig is, dat het brandpunt van het spiegelobjectief aan de beeldzijde van 20 de. negatieve lens (2) buiten deze lens is gelegen.

3. Spiegelobjectief volgens conclusie 1,2 met het kenmerk, dat voor het stelsel geldt: rL = 3,64692 d4 = 0,06 r2 = 20 . d3 = 0,0742 25 r_ = -r1,38651 en d_ = 0,4213 -3 o r4 » -2,06323 d? = 0,0394 r? = 0,36469 dg = 0,0106 rg = -2,64195 waarbij r^ en r2 resp. de kromtestralen van de aan de voorwerpzijde 30 en de beeldzijde van de frontlens (1) gelegen oppervlakken van deze lens, r3 en r4 resp. de kromtestralen van de aan de voorwerpzijde en de beeldzijde van de negatieve lens (2) gelegen oppervlakken van deze lens, r^ en resp. de kromtestralen van de aan de voorwerpzijde en de beeldzijde van de veldlenscomponent (3) gelegen oppervlakken 8105795 -7- t van deze lens zijn en d^, dg en d7 resp. de dikten van. de frontlens (1), de negatieve lens (2) en de veldlenscomponent (3), gemeten langs de optische as van het spiegelobjectief zijn, dg de langs de optische as gemeten afstand tussen het aan de beeldzijde gelegen oppervlak van de 5 frontlens (1) en het aan de voorwerpzijde gelegen oppervlak van de veldlenscomponent- (3) is, en dg de langs de optische as gemeten afstand tussen het aan de beeldzijde gelegen oppervlak van de veldlenscomponent (3) is, en dQ de langs de optische as gemeten afstand tussen het aan de O beeldzijde gelegen oppervlak van de veldlenscomponent (3) en het aan de 10 voorwerpzijde gelegen oppervlak van de negatieve lens (2) is, waarbij alle waarden zijn betrokken op een brandpuntsafstand van het spiegelob j ectief, gelijk aan de eenheid, en de frontlens (1) uit BaF3, en de negatieve lens (2) en de veldlenscomponent (3) uit BK7 bestaan.

4. Spiegelobjectief volgens conclusie 1, 2 met het kenmerk, dat 15 voor het stelsel geldt: r1 * 3,49196 dt = 0,06 r2 * Λ d3 = 0,0716 r3 « -1,29346 en dg - 0,4244 r4 = -2,0333 dy = 0,0392 20 r3 * 0,34022 dg = 0,0114 rg = -2,46465 waarbij r^ en r^ resp. de kromtestralen van de aan de voorwerpzijde en de beeldzijde van de frontlens (1) gelegen oppervlakken van deze lens, rg en r^ resp. de kromtestralen van de aan de voorwerpzijde 25 en de beeldzijde van de negatieve lens (2) gelegen oppervlakken van deze lens, r^ en rg resp. de kromtestralen van de aan de voorwerpzijde en de beeldzijde van de veldlenscomponent (3) gelegen oppervlakken van deze lens zijn en d^, dg en d^ resp. de dikten van de frontlens (1), de negatieve lens (2), en de veldlenscomponent (3), gemeten langs de optische 30 as van het spiegelobjectief zijn, d- de langs de optische as gemeten O afstand tussen het aan de beeldzijde gelegen oppervlak van de frontlens (1) en het aan de voorwerpzijde gelegen oppervlak van de veldlenscomponent (3) is, en dQ de langs de optische as gemeten afstand tussen het aan de beeldzijde gelegen oppervlak van de veldlenscomponent (3) en het 35 aan de voorwerpzijde gelegen oppervlak van de negatieve lens (2) is, waarbij alle waarden zijn betrokken op een brandpuntsafstand van het 8105795 -3- v spiegelofajectief, gelijk, aan de eenheid, en de frontlens (1) uit SAN, en de negatieve lens (2) en de veldlenscomponent. (3) uit acryl bestaan. $ 8105785