NL8105654A - Luchtdruknagelapparaat. - Google Patents
Luchtdruknagelapparaat. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8105654A NL8105654A NL8105654A NL8105654A NL8105654A NL 8105654 A NL8105654 A NL 8105654A NL 8105654 A NL8105654 A NL 8105654A NL 8105654 A NL8105654 A NL 8105654A NL 8105654 A NL8105654 A NL 8105654A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- air pressure
- bore
- sensor
- slide
- piston
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B25—HAND TOOLS; PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS; MANIPULATORS
- B25C—HAND-HELD NAILING OR STAPLING TOOLS; MANUALLY OPERATED PORTABLE STAPLING TOOLS
- B25C1/00—Hand-held nailing tools; Nail feeding devices
- B25C1/008—Safety devices
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Portable Nailing Machines And Staplers (AREA)
Description
4 . # I * 70 2k62 : ‘ . 1 Luchtdruknagelapparaat.
De uitvinding heeft ‘betrekking op een luchtdruknagel-; apparaat met een in een werkcilinder door luchtdruk aangedreven zuiger, : aan inlaatventiel voor het in de openingspositie van de zuiger toevoeren van luchtdruk en het afsluiten van de luchtdruk in de sluitpositie van 5' de zuiger, alsmede een veiligheidsventiel, dat parallel aan- de as van de zuiger door het "bedienen van een voeler tegengesteld aan de dri jfrichting . 'tegen de werking van een veer in door een de stuurruimten van het in-• laatventiel in de sluitpositie met luchtdruk voorziene in een de stuur-ruimte van het inlaatventiel in de openingspositie met de atmosfeer 10 verbindbare toestand verschuifbaar is.
Bij een bekend luchtdruknagelapparaat wordt het toevoeren van de voor de hefbeweging van de zuiger vereiste luchtdruk in de werkcilinder door een aan de achterzijde van de werkcilinder open resp.
' afsluitend inlaatventiel gestuurd. Het bedienen van het inlaatventiel 15 vindt pneumatisch plaats, waartoe een veiligheidsventiel dient. 7oor het inleiden van een schot wordt deze laatste resp. diens schuif door een ia de rustpositie voorbij het mondstuk van het apparaat stekende voeler tegengesteld aan de drijfrichting van de zuiger in verschoven, waarbij het luchtdruknagelapparaat tegen een ondergrondmateriaal wordt gedrukt.
20 Se bij de daarop volgende inleiding van een schot op tredende versneilingskracht van de zuiger geeft een terugstoot, dat wil zeggen, dat het huis van het apparaat en de daaraan onverschuifbaar bevestigde verdere apparaatdelen een impulsachtige versnelling, tegengesteld aan de drijfrichting van de zuiger ondervinden. De parallel ten 25 opzichte van de as van de zuiger beweeglijk gelagerde schuif van het veiligheidsventiel en de daarmee samenwerkende voeler blijven op grond van hun massatraagheid tegenover het ondergrondmateriaal staan, zodat tijdens de terugstoot de schuif met betrekking tot het huis naar voren wordt geschoven. In het bijzonder bij een sterke terugstoot ontstaan 30 veelvoudig z.g. dubbele schoten, dat wil zeggen, dat de zuiger omiddel-iijk na het afsluiten van een indrijf gang in een tweede vers sellingsverschuiving nogmaals aangedreven wordt. Deze tweede verschuiving geeft een aanzienlijke complicatie, in het bijzonder met betrekking tot de veranke-ringsmaterialen, daar de reeds ingedreven nagels zodanig door een twee-35 meestal niet preciese slag, uitgezet zijn, dat een vergrendeling van 8105654 ‘ . · · ΓΤ_ - :-1--:----------; ί.
ί I
! 2 I ! -
. I
' I
j ; de nagelverbinding tot gevolg kan hebben. Bovendien zorgt een voortij- : * dig en ongecoördineerd optreden van een tweede aandrijfverschuiving van i ! i ; de zuiger vaak een vastklemmen vanuit een uit een magazijn aangevoerde
: I
; nagel* • 5. De uitvinding, heeft tot doel te voorzien in een lucht- * * : druknagelapparaat van het hierboven genoemde soort, waarbij het optreden van een dubbeleschot voorkomen kan worden.
! ... — Het doel wordt bereikt, doordat volgens de uitvinding ' I voor het opwekken van een tegengestelde bewegingsrichting tussen het vei-: 10' ligheidsventiel en de voeler een omkeerhefboom aangebracht is.
De aanwezigheid van een omkeerhefboom zorgt voor een : omkering van de beweging van de voeler over een hoek van 180°, waardoor . een tegengestelde beweging van het met de- hefboom verbonden veiligheidsventiel wordt verkregen. Wordt het- apparaatvoor het inleiden van een 15 schot met diens mondgebied tegen een ondergrondmateriaal gedrukt, zal . de voeler naar achteren verschuiven. De omkeerhefboom verplaatst eveneens gelijktijdig de schuif van het veiligheidsventiel naar voren* In aangedrukte positie van het apparaat neemt de schuif een voorste positie inr die doelmatig door een mechanisch aanslagmiddel als eindpositie ge-2(j. definieer! is.
Wordt vervolgens de trekker bediend, dan wordt een schot ingeleid en treedt een terugstoot op. Het gevolg hiervan is, dat het huis en de. daarmee onverschuifbaar verbonden verdere apparaatdelen naar achteren worden geschoven, d.w. z. dat het apparaat tegen de aan-25 drukkracht van de bedienaar in kortstondig van het oppervlak van het ondergrondmateriaal wordt opgeheven. De schuif van het veiligheidsventiel voert deze beweging dwangmatig uit, aangezien hij zich in een voorste eindpositie bevindt en als gevolg daarvan door de huisdelen wordt meegenomen. De traagheidskracht van de schuif werkt tijdens de terug-30 stoot naar voren, zodat hij in deze fase geen verandering in de regelpo-sitie van het veiligheidsventiel tot stand brengt. Juist daardoor wordt ervoor gezorgd, dat de stuurruimte van het inlaatventiel ook gedurende de terugstoot kan. ontluchten en dat de openingspositie gehandhaafd blijft. Eerst door een aansluitend opheffen van het apparaat van het 35 ondergrondmateriaal kan de op de voeler inwerkende veer deze geheel naar voren drijven, waardoor het veiligheidsventiel ingesteld wordt. Dit ΊΠ 0 5 6 5 4 ' · 3
Jf leidt tot een pneumatisch, terugvoeren van de zuiger in zijn rust- resp. uitschakelpositie.
Met voordeel staat de omkeerhefboom via meeneemnokken in nauwsluitende ingrijping met de voeler. Op deze wijze is het bedienen 5 Tan de aan de ventielzijde liggende schuif door middel van de voeler • resp. omkeerhefboom zowel in diens voorste alsook bij het opheffen van het apparaat van het ondergrondmateriaal in een achterste regelpositie gewaarborgd. Bij de reeds genoemde aansluitende ingrijping is het moge- : i lijk, de meeneemnokken op de omkeerhefboom aan te brengen, waarbij de ; 10 voeler in dit geval tussen de meeneemnokken aangrijpt. Eet is daarbij van voordeel, dat voor een nauwsluitend aangrijpen aan de omkeerhefboom een schakelnok is aangebracht en dat aan de voeler meeneemnokken zijn aangebracht. In het bijzonder voldoen twee als vingers uitgevoerde meeneem- • nokken in een eindbereik van de voeler in de vorm van schouders zeer 15 goed. De schakelnok is bij voorkeur uitgevoerd als een aan het voeler- zijde-einde van de omkeerhefboom aangebrachte kop. Eij. steekt tussen de twee meeneemnokken uit en wordt zo afwisselend aan de voorzijde of aan de achterzijde mechanisch uitgestuurd.
In principe is het ook mogelijk dat een samenwerking 20 kan worden verkregen tussen de omkeerhefboom en de schuif van het veilig-heidsventiel ‘door middel van een nauwsluitend, aangrijpen van schakelen meeneemnokken. De schakelnokken resp, meeneemnokken kunnen naar keuze aan de omkeerhefboom of aan de schuif aangebracht zijn,
Gm ook bij een apparaat, waarvan de voeler een grotere 25 massa dan het veiligheidsventiel resp. diens schuif bezit, door een terugstoot een traagheidszeker veranderen van de regelpositie van het veiligheidsventiel te verhinderen, is volgens een verder voorstel van de uitvinding voor het verkrijgen van een nullastweg de binnenwerkse breedte tussen de meeneemnokken groter dan de ingrijpingsbreedte van de 30 schakelnok. Eaar de ervaring heeft geleerd, wordt het apparaat ten gevolge van de reactiekracht van de gebruiker bij een terugstoot slechts voor een deel van de constructief mogelijke voorloopweg van de voeler van het oppervlak, van het ondergrondmateriaal opgeheven. Dit deel van de voorloopweg en het daarmee gepaard gaande gedeeltelijk zwenken van 35 de omkeerhefboom wordt door de genoemde nullastweg gecompenseerd. Sen omkering van het veiligheidsventiel is derhalve niet nodig.
8105354 * V .
i ...... ' ' : 1 * . - ♦ ^ ; : k - ! . ' i : · ! De nullastweg is zodanig bemeten, dat bij een volledig 1 ; opheffen van het apparaat, bij het vervolgens voort zetten van de in- : drijving, de nu door een veer aangedreven, over de gehele voorloopweg ' gaande voeler in de laatste fase van de voorloopweg na het compenseren I 5: van de nullastweg over de omkeerhefboom de schuif resp. het veiligheids- ; ventiel omkeert. Eerst· nu verkrijgt men het bedoelde pneumatische te rugkeren van de zuiger.
!· . .. De grootte van de nullastweg hangt af van de voorloop- I i ' weg van de voeler en van de omkeerhefboom. Haar de ervaring heeft ge- 1Ό leerd, komt de lengte van de nullastveg overeen met minimaal 10$ en ma-- ximaal ongeveer 75$ van de totale constructief mogelijke voorloopveg . van.de voeler. Een nuttige regel is verder, de binnenverkse breedte tussen de meeneemnokken. 1,2- tot 3-maal zo groot te kiezen als de breedte, van de tussen deze stekende schakelnokken.
15 De uitvinding zal onderstaand aan de hand van een uit- voeringsvoorbeeld en onder verwijzing naar de tekening nader worden uiteengezet.. Hiein toont:
Fig. 1 een doorsnede door een luchtdruknagelapparaat in de schietpositie; 20· fig. 1a een veiligheidsventiel in detail, in. de rust- positie; fig, 1b een geleidingsplatine, zoals toegepast in het apparaat; fig. 1c een vergrote weergave van een trekkerventiel; 25 fig. 2 het luchtdruknagelapparaat volgens fig. 1 in de opheftoestand; fig. 2a het veiligheidsventiel in de ontluchtingstoestacd^ fig. 3 het luchtdruknagelapparaat volgens fig. 1 bij een indrijfgang, aan het begin van het opheffen; 30 fig. 3a het veiligheidsventiel in rustpositie analoog aan fig. 1a.
Het in fig. 1 aangegeven luchtdruknagelapparaat bezit een cilindervormig huis 1, dat aan de voorzijde afgesloten is door een bodemgedeelte 2 en aan de achterzijde afgesloten is door een deksel 3.
35 Aan het huis 1 is aan de onderzijde daarvan een handgreep U aangebracht.
In het inwendige van het huis 1 is een werkcilinder 5 - · “ 8 1 0 5 6 5 4 4 * .. : -- t .
t : 5 onver schuifbaar aangebracht , waarvan- de radiale geleiding overgenomen ' word* door een achterste ringlichaam 6 en door een voorste ringlichaam : J. In de cilinder 5 is een zuiger 8 verschuifbaar aangebracht, bestaande : uit een hop 9 en een hiep stoter 11. De voorwaartse beweging van de zuiger 5' 8 wordt door een elastisch stootkussen 12, dat in de geleidingsboring • van de cilinder 5 steekt, door oplopen van de kop 9 begrensd»
De achterzijde van de op zich open cilinder 5 is, in de in· fig. Ί weergegeven schietgereedheidstoestand, door een in hoofd-. ; ; zaak bordvormig inlaatventiel afgesloten. Diens regeling wordt bewerk- 10. stelligd met luchtdruk en met een drukveer ib. In het voorste bereik is om de· zuiger 5 een ringschuif 1? aangebracht, die de teruggeleid!ng van . de zuiger 8 vanuit zijn voorste positie naar de in fig. 1 getoonde achterste positie stuurt.
Ten opzichte van.het hodemgedeelte 2 steekt een mond-15 stuk 16 naar voren uit, waarbij een in het mondstuk aangebrachte nagel (niet aangegeven) met behulp van de klepstoter 11 tijdens de verkgang door dit mondstuk wordt gedreven. Aan dit mondstuk 16 is een staafvor-mige verschuifbare voeler 18 aangebracht, die een omkeerhefboom 19 bedient. Deze laatste is zvenkbaar om een as 22. Een op de as 22 gelagerde 20 veer 21 drijft de voler 18 in de getoonde, ten opzichte van het mondstuk 16 naar voren uitstekende positie. De voeler 18 bedient over meeneem-nokken 18a, waartussen een schakelnok 19a van de omkeerhefboom 19 steekt, de omkeerhefboom. Deze stuurt het veiligheidsventiel 23, dat achter de in fig. 1 gekozen doorsneevlak ligfc en derhalve in fig. 1a afzonderlijk 25 weergegeven is. Eet veiligheidsventiel 23 bezit een staafvormige schuif 2k, waarin ter meename daarvan het van de schakelnok 19a afgekeerd eindstuk van de omkeerhefboom 19 ingrijpt.
Om ervoor te zorgen, dat voor het toevoeren van luchtdruk geen beweegbare stuurleidingen aanwezig zijn, is tussen het huis 1 30 en de handgreep ^ een geieidingsplatine 25 geklemd, waarin de weg van de geleiding in de vorm van sleuven is uitgevoerd. In een rechtstreekse stuurverbinding met de geieidingsplatine 25 staat een in de handgreep ^ aangebrachte trekkerventiel 26, dat in fig. 1c vergroot is weergegeven.
Voor de bediening daarvan resp. diens schuif 27 dient een trekker 23.
35 Voor het in fig. 1 getoonde schietklare apparaat gelden de volgende voorwaarden: Eet apparaat is via de handgreep k aangesloten 8105654 I ~i : :---- ! i · · . ! i ·.. . «' ·. - '.· - ί i . ' j I op een externe,, hier niet· nader weergegeven luchtdrukbron. Het holle : j volume van de handgreep 1 dient als opslagruimte la voor de luchtdruk.
: Deze luchtdruk wordt toegevoerd aan de geleidingsplatine 25 in het gebied.
! van een doorgang 29 en bereikt zo een verdeelruimte 31. Hier oefent de 5 ' luchtdruk een kracht uit aan de voorzijde van het inlaatventiel 13 in.
] * - het bereik van de ten opzichte van de cilinder 5 radiaal uitstekende ring- - vlakken. Verder komt de luchtdruk vanuit de verdeelruimte 31 door een . . ·., ! axiaalboring 6a in een tussenruimte 32 en van hieruit via een sleuf 33 ! | aan een acht er schouder 15b van de ringschuif 15- Eveneens stroomt vanuit 10 de verdeelruimte 31 luchtdruk door een straalboring 3l, een rings leuf 35 en een radiaalboring 6b in een met 1a aangegeven boring, die in werkelijkheid achter het doorsnedevlak van fig.- 1 ligt en in een sleuf 36 van de geleiderplatine 25 uitmondt. Vanuit de sleuf 36 bereikt de lucht-, druk in een eveneens teruggebrachte boring tb, om. aan de aan de voorzij-15 de van de ringschuif 15 in diens stuurruimte 37 te stromen. Daar het . voorste aangrijpvlak 15a van de ringschuif 15 groter is dan de eveneens met luchtdruk bekrachtigde achterste schouder 15b,. wordt de ringschuif 15 derhalve in. de getoonde positie gehouden, waarbij de boring van de voeler van de cilinder 5 met aan de voorzijde aangebrachte boringen 5a en 20 2a met de atmosfeer verbonden is,
Wanneer de trekker 28 niet is ingedrukt, wordt luchtdruk, vanuit de opslagruimte la ook over een stuurbus 38, zoals in fig.
1c afzonderlijk is aangetoond, verder geleid. Hiertoe bezit de stuurbus 38 een achterste boring 38a voor de luchtinvoer en een iets kleinere 25 naar voren gelegen boring 38b voor het afVoeren van de luchtdruk. De boring 38b staat in verbinding met een aansluitboring 39 van de geleiderplatine 25, die in een verdere sleuf. ll uitmondt. Aan de sleuf 11 sluit een verdere boring 1c in het huis 1 aan, welke boring 1c aansluit op een in het deksel 3 aangebrachte boring 3a. De in de ruimte la opgesla-30 gen hoeveelheid lucht heerst ook in de achter het inlaatventiel 13 aangebrachte stuurruimte 12 en zorgt ervoor, dat op grond van het grotere acht er aangri jpvlak van het inlaatventiel tezamen met de drukveer 1! het inlaatventiel in gesloten toestand blijft. Een ringafdichting 13a zorgt voor een goede afdichting met betrekking tot de cilinder 5· 35 Om het apparaat in werking te stellen wordt het appa raat- met zijn mondstuk 16, nadat deze eerst is voorzien van een nagel, 8105654 -“ * i - · ; 7 _ tegen een ondergrondmateriaal b3 gedrukt* De roeier 18 wordt daarbij door | bet ondergrondmateriaal U3 tegen de kracht van de veer 21 in naar achte- ren verschoven. Onder aangrijping van de voorste meeneemnok l8a aan ; de schakelnok 19a zal de omkeerhefboom 19a om de as 22 zwenken. Het an-. 5= dere eindstuk van de omkeerhefboom 19'trekt de schuif 2b in de voorste eindposities zoals in de figuren 2 en 2a is te zien- Vervolgens wordt de trekker 28 ingedrukt., waardoor de schuif 2J tegen de kracht van een trek— . · kerveer in naar achteren verplaatst wordt. De op deze wijze verkre- : l * : gen stuurpositie, die onderstaand nader zal worden uiteengezet, leidt 10 een schot in.
Afwijkend van de drukstuursituatie volgens fig. 1 wordt . door de weergegeven bediening van het ventiel 26 de luchttoevoer in de sj^urruimte. b2 over de stuurbus 38 door de afdichtring b5 van de schuif 2T onderbroken. In deze schakelpositie van het trekkerventiel 26, als-15 ook in de weergegeven schakelpositie van schuif 2k (fig. 2) staat de stuurruimte b2 voor het verminderen van de aanwezige luchtdruk in verbinding met de atmosfeer* Hiertoe dienen de boringen 3a en 1c, de sleuf 4l, de aansluitboring 39, de boring 38b, een tussen de schuif 27 en de stuurbus 38 gevormde ringruimte b6, een verdere boring 38c, een verdere 20 aansluitboring ^7 en een verdere sleuf Π8 in de geleidingsplatine 25, een in een stuurbus bg van het veiligheidsventiel 23 aangebrachte boring bpa alsook tenslotte de naar buiten open axiale boring voor de schuif 2b in de.stuurbus bg en het hodemgedeelte 2. Door het verminderen van de luchtdruk in de. stuurruimte ^-2 kan het voorste ringvlak van het inlaatventiel 25 13 met de eerder aangegeven luchtdruk, het inlaatventiel tegen de druk- veer 1¼ in naar achteren, d.v.z. naar de openingspositie verschuiven.
. Derhalve kan de luchtdruk uit. de verdeelruimte 31 resp.
de opslagruimte ba. het achterste stuurvlak van de in de cilinder 5 geheel naar achter staande kop 9 bekrachtigen. De zuiger 8 wordt vervol-30 gens in de voorwaartse richting d.w.z. naar voren versneld, waarbij de voorste kop 9, de in de cilinder 5 aanwezige lucht over de boringen 5a, 2a in de atmosfeer laat ontwijken. Tijdens de arbeidsslag moet evenwel een wegvloeien van de luchtdruk, die de zuiger 8 aandrijft, verhinderd worden, waartoe een hals-vormige aanslag 13b van het inlaatventiel 13 35 met diens achterste kopvlak tegen een af dichtingsaanslag 51, dat in het deksel ’3 gelagerd is, botst. Een centrale boring 13c van het inlaatven- 8105654 , . ,-E---;--1---· ..... i -. . . \ r · . . “^ · - % ' ; ' ·' . a·;· - " - : ï * ï » * · * * I. , - • · tiel 13 wordt· derhalve aan de achterzijde afgesloten.
| | \ Nadat de zuiger 8 de voorste positie bereikt, en een I ! nagel in het ondergrondmat eri aal ^3 gedreven heeft, wordt het apparaat i * * ’ ; I door dit ondergrondmateriaal opgeheven. De voeler 18 neemt nu, aangedre-! 5! ven door de veer 21, weer de uitgangspositie in, waarbij de omkeerhef- I .
! ; boom 19 de schuif 2b naar achteren verplaatst. Een aan de voorkant aan- ; - gebrachte dichtingsring 2 Vb sluit nu de axiale boring van de stuurbus bp l 1 van.,de atmosfeer- af en dit geldt, eveneens voor de stuurruimte b2 van het » · f . e '! ; inlaatventiel 13« Deze positie van het veiligheidsventiel 23 is te ont- '10' lenen aan fig. 3a.
Vervolgens wordt de trekker 28 vrijgegeven, zodat deze, aangedreven door· de trekkerveer bb3 door de schuif 27 van het trekker— . ventiel 26 in de uitgangspositie (fig. 3) gebracht.wordt. De schuif 2T neemt derhalve de reeds in de figuren T en 1c getoonde, en de hierboven 15,. reeds uiteengezette, stuurpositie in. De luchtdruk van de opslagruimte ba. stroomt vervolgens weer over de stuurbtxs 38, de sleuf Ui en de bo-.; ringen 1c, 3a, in de stuurruimte b2. Met behulp van de drukveer ïb zal het. inlaatventiel 13- zich sluiten..
Zoals verder in fig. 3 is aangegeven,, bevindt de zuiger '20' 8 zich in de voorste positie. De achter deze in de cilinder 5 aanwezige luchtdruk kan nu over de centrale boring 13 c en de zich tegenover de . dichtingsaanslag 51 gevormde spleet 52,.. de axiaal verlopende boringen 3b in het deksel 3, de holle kamer 53, die door het deksel 3 en een door deze naar achter afdekkende schijf 5V gevormd wordt, en tenslotte 25 over groeven 3c in de atmosfeer verdwijnen. Daar nu ook een van tevoren door de kop 9 afgesloten achterste boring 5b van de cilinder 5 s die met de ringspleet 35 in verbinding staat, tegen de cilinderruimte heen open is, kan ook de luchtdruk uit de stuurruimte 37 ontwijken. De eerder aangegeven tegen de achterste schouder 15b drukkende luchtdruk kan nu de 30 ringschuif 15 naar voren, verplaatsen, waardoor enerzijds de boringen 5a gesloten worden en anderzijds een boring 5c in de cilinder 5 met de achter de schouder 15b aanwezige stuurruimte 55 in verbinding komt. Uit deze stuurruimte 55 stroomt derhalve over de boring 5c luchtdruk in de voor de kop 9 liggende cilinderruimte, zodat de zuiger 8 teruggedreven 35' wordt. Wanneer de zuiger 8 zijn achterste positie bereikt, sluit de kop 9 de boring 5b af. Deze heeft, zoals in fig. 1 reeds is uiteengezet, een .........8 1 0 5 6 5 4 ! ί ; : Τ" -:-~-:—: Γ l·. . - ; ; - .
J ; - ' 9 ! ; I ; drukopbouw in de stuurruimte 3T tot gevolg, waardoor de ringschuif 35 j ; naar achteren verschoven wordt* Het apparaat heeft nu weer de in fig. 1 i ; getoonde positie ingenomen.
'Ctat de functie van het apparaat ook dan te waarborgen j 5-· wanneer hij het bedienen eerst de trekker 28 wordt bediend in plaats van • ; de. voeler-18, is voorzien In. een regelketen.
. .. . . Wordt, eerst de trekker 28 bediend, dan is de toevoer | . van luchtdruk uit de opslagruimte ha over de stuurbus 38 in de stuur- ruimte h2 door de richtring ^5 onderbroken (fig- 2). De. luchtdruk in de 10 stuurruimte h2 wordt nu over het veiligheidsventiel 23 in stand gehouden, indien de luchtdruk, uit de tussenruimte 32 over een verdere, achter het doorsnedevlak van fig. 2 liggende boring 1d, een sleuf 5& in de gelei-dingsplatine 25 en een. boring 1e, de axiaalhoring van het veiligheidsventiel 23, de boring U9a, de sleuf U8 s de aansluitboring Vf, de boring 15 38c, de ringruimte b6> de boring 3Öb, de aansluitboring 39, de sleuf hl en de boringen 1c en 3a in verbinding staat, met de stuurruimte h2.
Bij het Vervolgens terugschuiven van de voeler 18 komt de schuif 2h in de in de figuren 2 en 2a getoonde voorste positie en stroomt, zoals reeds eerder is uiteengezet,, de stuurruimte h2 vol.
. 20 Voor het inleiden van een schot moeten eveneens de voeler 18 en de trekker 28 bediend worden, zoals in de figuren 2 te zien is. Door de door de voeler bediende omkeerhefboom 19, wordt de schuif 2h in de voorste functiepositie (fig. 2a) getrokken. Tussen de schakel-nok 19a van de omkeerhefboom 19 en de meeneemnokken 18a ontstaat een on-25 geveer met de breedte van de schakelnok 19a overeenkomende nullastweg X, waarvan het doel hierna uiteengezet zal worden.
Door de werking van de zuiger 8 ontstaat een terugstoot op het apparaat resp. op de mantel 1 en de met deze onverschuifbaar verbonden delen. De schuif 2b wordt, daar hij zijn voorste positie ingeno-30 men heeft, met de genoemde delen door de terugstoot impulsvormig tegen de richting van het schot in versneld. Men verkrijgt derhalve geen relatieve verplaatsing van de schuif 2b resp. een verandering van de schakelfunctie van het veiligheidsventiel 23. De voeler 18 gaat daarentegen, tijdens het door de terugstoot kortstondige opheffen van de andere appa-35 raatdelen van het ondergrondmateriaal h3 als gevolg van de massatraag-heid, relatief naar voren. Het genoemde opheffen, met betrekking tot het ondergrondmateriaal h3, vindt, naar de ervaring leert, evenwel uitslui- 8105554 v . ‘ 1 Z1,‘ . 1 'v1· -v - 4 ·· · - ‘ - , * · , - Λ -j—-1-----1-:-:-—---: . . ! · · - " ; * · : . . ; ' - i : ! · 10. · . ~ ‘ ;··! - ' ' · · j , i ·; . . : j tend plaats in een deel ran.de constructief mogelijke verschuivingsweg . ' j van. de voeler 18, daar het opheffen tegen de aandrukkracht van de ge- ! i 0 j ! bruiker werkt .. De voeler 1 o loopt vervolgens voor op slechts een deel i van de constructief mogelijke vers chursrings weg. Dit gedeeltelijk voor-5i lopen van de voeler 18 wordt door de nullastweg X gecompenseerd,. d1w.z.
I . · ·] door het genoemde voorlopen wordt de omkeerhefboom 19 tiet teruggezwenkt • ; en wordt de schuif 2k ook niet: teruggestuurd. ITa.de- terugstoot impuls j. .i wordt het apparaat in een onderdeel van een seconde tegen het onder-* ’ j J grondmateriaal ^3 gedrukt , zodat de veiligheid-nullastweg X zich weer .· 10: ingesteld en tot aan het einde van..de indrijfgang zal bestaan. Eerst ΐ na-het voltooien van de indrijfgang wordt het apparaat, voor- het ver- ! i· plaatsen naar een. andere· bevestigingspositie, volledig van het ondergrond- ; ï ! materiaal ^3 opgetild.. Daardoor loopt de voeler 18 over diens totale ! constructief mogelijke verschuivingsweg voor, zwenkt de omkeerhefboom 19 :.15 en keert de schuif 2h terug naar zijn rustpositie (fig. 1a); De zuiger r 8 keert op de reeds eerder aangegeven wijze terug, naar zijn rustpositie.
: Op. de in.de figuren weergegeven, diverse veiligheids- -· ringen, die voor Bet functioneren van het apparaat verder niet van belang.
* zijn, wordt niet nader ingegaan.
8 1 0 5 6 5 4 ........
Claims (2)
- 2. Luchtdruknagelapparaat volgens conclusie 1, met het • kenmerk, dat de omkeerhefboom (19) over meeneemnokken (18a) met de voeler Ï5_ (18) in een nauwsluitende ingrijping staat. %
- 3. Luchtdruknagelapparaat volgens conclusie 2, met het : kenmerk, dat voor het nauwkeurig ingrijpen aan- de omkeerhefboom (19) een schakelnok (19a) en aan de voeler meeneemnokken, (18a) aangebracht zijn. 20 k. Luchtdruknagelapparaat volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat voor het tot stand brengen van een nullastveg (X) de binnenwerks e breedte tussen de meeneemnokken (18a) groter is dan de ingrij-pingsbreedte van de schakelnok (19a). 1 8105654
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE3047638 | 1980-12-17 | ||
DE19803047638 DE3047638A1 (de) | 1980-12-17 | 1980-12-17 | Druckluftnagler |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8105654A true NL8105654A (nl) | 1982-07-16 |
Family
ID=6119427
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8105654A NL8105654A (nl) | 1980-12-17 | 1981-12-15 | Luchtdruknagelapparaat. |
Country Status (18)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4448338A (nl) |
JP (1) | JPS57121482A (nl) |
AT (1) | AT390755B (nl) |
BE (1) | BE891494A (nl) |
CA (1) | CA1170401A (nl) |
CH (1) | CH652638A5 (nl) |
DE (1) | DE3047638A1 (nl) |
DK (1) | DK557981A (nl) |
ES (1) | ES8300037A1 (nl) |
FI (1) | FI813348L (nl) |
FR (1) | FR2495985B1 (nl) |
GB (1) | GB2089271B (nl) |
IT (1) | IT1140098B (nl) |
MX (1) | MX154466A (nl) |
NL (1) | NL8105654A (nl) |
NO (1) | NO152867C (nl) |
PL (1) | PL234153A1 (nl) |
SE (1) | SE448437B (nl) |
Families Citing this family (30)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4535925A (en) * | 1983-08-10 | 1985-08-20 | Micro Plastics, Inc. | Semi-automatic pneumatic expansion rivet gun |
DE4011778C2 (de) * | 1989-09-08 | 1995-06-01 | Hitachi Koki Kk | Pneumatisches Einschlagwerkzeug für Befestigungselemente |
USD410182S (en) | 1997-12-31 | 1999-05-25 | Porter-Cable Corporation | Internal combustion fastener driving tool |
US6041603A (en) * | 1997-12-31 | 2000-03-28 | Porter-Cable Corporation | Internal combustion fastener driving tool accelerator plate |
US6158643A (en) * | 1997-12-31 | 2000-12-12 | Porter-Cable Corporation | Internal combustion fastener driving tool piston and piston ring |
US6006704A (en) * | 1997-12-31 | 1999-12-28 | Porter-Cable Corporation | Internal combustion fastener driving tool fuel metering system |
US6016946A (en) * | 1997-12-31 | 2000-01-25 | Porter-Cable Corporation | Internal combustion fastener driving tool shuttle valve |
US6045024A (en) * | 1997-12-31 | 2000-04-04 | Porter-Cable Corporation | Internal combustion fastener driving tool intake reed valve |
US6260519B1 (en) * | 1997-12-31 | 2001-07-17 | Porter-Cable Corporation | Internal combustion fastener driving tool accelerator plate |
US6609597B1 (en) * | 2002-02-06 | 2003-08-26 | Enertrols, Inc. | Dampening apparatus |
US20060108391A1 (en) * | 2003-12-31 | 2006-05-25 | Leasure Jeremy D | Pneumatic fastener |
US7124837B2 (en) * | 2004-02-26 | 2006-10-24 | The Boeing Company | Pneumatic motor trigger actuator |
US20060269369A1 (en) * | 2005-05-24 | 2006-11-30 | The Boeing Company | Portable electro-pneumatic drill apparatus |
US7677426B2 (en) * | 2005-09-19 | 2010-03-16 | Stanley Fastening Systems, L.P. | Fastener driving device |
TWI320354B (en) * | 2006-07-05 | 2010-02-11 | De Poan Pneumatic Corp | Air actuated nail driver |
TWI319740B (en) * | 2006-08-30 | 2010-01-21 | Air actuated nail driver | |
US20080073097A1 (en) * | 2006-09-25 | 2008-03-27 | Sunmatch Industrial Co., Ltd. | Inlet air way control structure of air tool |
US20080290132A1 (en) * | 2007-05-24 | 2008-11-27 | Chia-Sheng Liang | Main Air Valve for Pneumatic Nail Gun |
US7690546B2 (en) * | 2007-08-31 | 2010-04-06 | Illinois Tool Works Inc. | Pneumatic tool actuation device |
US8881963B2 (en) * | 2007-08-31 | 2014-11-11 | Illinois Tool Works Inc. | Enhanced pneumatic tool actuation device |
US8800835B2 (en) * | 2008-07-17 | 2014-08-12 | Stanley Fastening Systems, Lp | Fastener driving device with mode selector and trigger interlock |
US20100038398A1 (en) * | 2008-08-17 | 2010-02-18 | Chia-Sheng Liang | Linkage Mechanism for Control Valve in Pneumatic Nail Guns |
JP5509771B2 (ja) * | 2008-10-14 | 2014-06-04 | 日立工機株式会社 | 空気打込機 |
US20100301091A1 (en) * | 2009-06-01 | 2010-12-02 | Chia-Sheng Liang | Linkage Mechanism between Trigger Valve and Control Valve in Pneumatic Nail Guns |
US8387846B2 (en) * | 2009-06-08 | 2013-03-05 | Illinois Tool Works Inc | Fastening tool with blind guide work contact tip |
US8746526B2 (en) * | 2009-09-15 | 2014-06-10 | Robert Bosch Gmbh | Fastener driver with blank fire lockout |
TW201117930A (en) * | 2009-11-19 | 2011-06-01 | De Poan Pneumatic Corp | Driving device for resetting a nail hitting bar the a pneumatic nail gun |
CA2945276C (en) * | 2015-10-16 | 2024-05-28 | Brian Keith Orchard | Deck clip magazine |
TWI751176B (zh) * | 2016-08-31 | 2022-01-01 | 日商工機控股股份有限公司 | 打釘機、壓力調節器和打釘單元 |
US10898995B2 (en) * | 2017-02-22 | 2021-01-26 | Illinois Tool Works Inc. | Powered fastener driving tool having fuel/gas mixture compressed ignition |
Family Cites Families (10)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3088440A (en) * | 1960-08-01 | 1963-05-07 | Ingersoll Rand Co | Impact tools |
US3261526A (en) * | 1964-03-27 | 1966-07-19 | Fastener Corp | Fastener driving apparatus |
US3498517A (en) * | 1967-04-21 | 1970-03-03 | Fastener Corp | Fastener driving tool |
US3804544A (en) * | 1971-12-29 | 1974-04-16 | R Adams | Drill feed control |
US4040554A (en) * | 1972-12-06 | 1977-08-09 | Haytayan Harry M | Pneumatic apparatus |
US3834602A (en) * | 1973-01-26 | 1974-09-10 | Fastener Corp | Fastener driving tool |
US3964659A (en) * | 1975-03-12 | 1976-06-22 | Senco Products, Inc. | Safety firing control means for a fluid operated tool |
US4122904A (en) * | 1977-01-27 | 1978-10-31 | Pneutek, Inc. | Pneumatic hammer driver |
FR2411568A1 (fr) * | 1977-12-16 | 1979-07-13 | Schlumberger Cie N | Pistolet d'abattage a air comprime |
US4196833A (en) * | 1978-10-10 | 1980-04-08 | Haytayan Harry M | Pneumatic tacking tool |
-
1980
- 1980-12-17 DE DE19803047638 patent/DE3047638A1/de active Granted
-
1981
- 1981-10-26 FI FI813348A patent/FI813348L/fi not_active Application Discontinuation
- 1981-11-02 CH CH6999/81A patent/CH652638A5/de not_active IP Right Cessation
- 1981-11-05 AT AT0475581A patent/AT390755B/de not_active IP Right Cessation
- 1981-11-16 MX MX190140A patent/MX154466A/es unknown
- 1981-11-20 GB GB8135105A patent/GB2089271B/en not_active Expired
- 1981-11-30 ES ES507575A patent/ES8300037A1/es not_active Expired
- 1981-12-04 CA CA000391530A patent/CA1170401A/en not_active Expired
- 1981-12-08 US US06/328,741 patent/US4448338A/en not_active Expired - Fee Related
- 1981-12-08 FR FR8122928A patent/FR2495985B1/fr not_active Expired
- 1981-12-09 PL PL23415381A patent/PL234153A1/xx unknown
- 1981-12-10 IT IT25507/81A patent/IT1140098B/it active
- 1981-12-15 NO NO814285A patent/NO152867C/no unknown
- 1981-12-15 NL NL8105654A patent/NL8105654A/nl not_active Application Discontinuation
- 1981-12-16 SE SE8107546A patent/SE448437B/sv not_active IP Right Cessation
- 1981-12-16 DK DK557981A patent/DK557981A/da not_active Application Discontinuation
- 1981-12-16 BE BE0/206847A patent/BE891494A/fr not_active IP Right Cessation
- 1981-12-17 JP JP56202607A patent/JPS57121482A/ja active Pending
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NO152867C (no) | 1985-12-04 |
PL234153A1 (nl) | 1982-07-05 |
ES507575A0 (es) | 1982-10-01 |
FR2495985B1 (fr) | 1985-09-20 |
SE448437B (sv) | 1987-02-23 |
CA1170401A (en) | 1984-07-10 |
IT8125507A0 (it) | 1981-12-10 |
DE3047638C2 (nl) | 1990-05-31 |
CH652638A5 (de) | 1985-11-29 |
AT390755B (de) | 1990-06-25 |
MX154466A (es) | 1987-08-28 |
DK557981A (da) | 1982-06-18 |
FR2495985A1 (fr) | 1982-06-18 |
ATA475581A (de) | 1989-12-15 |
IT1140098B (it) | 1986-09-24 |
FI813348L (fi) | 1982-06-18 |
JPS57121482A (en) | 1982-07-28 |
BE891494A (fr) | 1982-04-16 |
GB2089271A (en) | 1982-06-23 |
GB2089271B (en) | 1984-05-31 |
ES8300037A1 (es) | 1982-10-01 |
DE3047638A1 (de) | 1982-07-22 |
NO152867B (no) | 1985-08-26 |
US4448338A (en) | 1984-05-15 |
SE8107546L (sv) | 1982-06-18 |
NO814285L (no) | 1982-06-18 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8105654A (nl) | Luchtdruknagelapparaat. | |
TWI671169B (zh) | 打釘機 | |
US5263842A (en) | Nail driver with improved nosepiece assembly | |
US3498517A (en) | Fastener driving tool | |
US6189759B1 (en) | Fastener driving device with enhanced magazine latch assembly | |
US2993208A (en) | Nailing apparatus and nail feeding mechanism therefor | |
GB1163790A (en) | Improvements in or relating to Nailing Tools | |
GB1286996A (en) | Fastener driving tool | |
KR960704480A (ko) | 브러시(Brush) | |
GB1170675A (en) | Compressed Air-Operated Apparatus for Driving Fasteners | |
US4630757A (en) | Toy gun | |
US4053093A (en) | Air-actuated stapling gun improvement | |
JPH0626797B2 (ja) | 鋲打機 | |
JPH0632308Y2 (ja) | 空気圧式釘打機 | |
US3580455A (en) | Fastener driving device operating means | |
US4194664A (en) | Firing safety for a pneumatic nailer | |
US3929056A (en) | Stapler release safety mechanism | |
US4165676A (en) | Firing safety for a pneumatic nailer | |
JP4964624B2 (ja) | 打ち込み機 | |
US3490545A (en) | Safety mechanism for pneumatic fastener driving machines | |
US3107584A (en) | Air operated tool and piston therefor | |
US2652564A (en) | Nail-driving mechanism | |
US4864839A (en) | Actuating arrangement for a rivet setting tool | |
ES338534A1 (es) | Sistema regulador automatico de repeticion en un aparato neumatico para clavar. | |
US3321122A (en) | Stud driver |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BV | The patent application has lapsed |