NL8105442A - Inrichting voor het afsnijden van de koppen van ampullen en dergelijke. - Google Patents

Description

V

·%

Inrichting voor het afsnijden van de koppen van ampullen en dergelijke.

De uitvinding betreft een inrichting voor het afsnijden van de koppen van ampullen van glas en dergelijke, waarbij door middel van een snijorgaan of dergelijke op het halsgedeelte van de ampul een kras wordt aangebracht, waarna 5 de kop van de ampul door afbreken wordt verwijderd.

Ampullen van glas en dergelijke zijn in het algemeen zo uitgevoerd, dat het lichaam van de ampul, dat de vloeistof opneemt, voorzien is van een kop, terwijl tussen het lichaam van de ampul en de kop een ingesnoerde hals aanwezig 10 is, die dient als breukplaats. Voor het openen van de ampul wordt op de hals van de ampul met een orgaan in de vorm van een vjjL, bijvoorbeeld een krasmes of een vijl een kras aangebracht, waarna de kop van de ampul door het uitoefenen van een dwarsge-richte kracht op het vrije eind van de kop van de ampul afge-15 broken kan worden, zodat het lichaam van de ampul een'van splin ters of dergelijke vrije uitgietopening krijgt. In de medische wereld, in het bijzonder in ziekenhuizen, echter ook in dokterspraktijken en dergelijke, wordt een groot aantal ampullen voor de verschillende doeleinden gebruikt. Het telkens openen van 20 de ampullen met de hand vereist tenminste twee handelingen en voor het volgens voorschriften onberispelijk openen van de ampullen is een bepaalde zorgvuldigheid en aandacht nodig, terwijl tijd voor andere belangrijke werkzaamheden verloren gaat.

De uitvinding beoogt een inrichting voor het 25 afsnijden van de koppen van ampullen en dergelijke te verschaffen, waarbij de handelingen automatisch elkaar opvolgend uitgevoerd worden en welke inrichting eenvoudig te bedienen is. De inrichting voor het openen van de ampullen wordt overeenkomstig de uitvinding gekenmerkt door een op een huis verschuif-30 bare oplegging voor een ampul, een geleiding van de ampul ter plaatse van de hals, een krasinrichting in de vorm van een slijp-of messchijf in het vlak van de geleiding van de ampul en een 8105442

V

- 2 - slaginrichting voor het afslaan van de kop van de ampul.

Door een dergelijke samenstelling van de inrichting kan het openen automatisch plaatsvinden, waarbij men de zekerheid heeft dat het aanbrengen van een kras op de ampul 5 op de juiste plaats, dat wil zeggen op het diepste gedeelte van de hals, bij het verschuiven van de oplegtafel plaatsvindt en na het aanbrengen van de kras onmiddellijk de van een kras voorziene kop door het afslaan verwijderd wordt van het lichaam van de ampul. Door de automatisch werkende inrichting behoeft 10 bet openen geen bijzondere aandacht, zodat het met de hand ge leiden van de ampul, respectievelijk van de opleginrichting zuiver mechanisch kan plaatsvinden. Met de beweging van de op-legtafel langs de geleiding ontstaan automatisch de voor het openen van de ampul noodzakelijke maatregelen, zodat aan het 15 eind van de schuifbeweging de geopende ampul afgenomen kan wor den van de oplegtafel. Door de automatische inrichting wordt tijd bespaard. Bovendien werkt de inrichting betrouwbaar en kunnen de afgeslagen koppen van de ampullen gemakkelijk verzameld worden. Voor het opnemen van de ampul en de geleiding hiervan 20 bezit het huis bij voorkeur aan de voorzijde een in het huis geleide slede, waarop de ampul-oplegging is aangebracht. Hierbij is de oplegging in de slede onder veerwerking dwars verschuifbaar gelegerd. Dit maakt het mogelijk dat de ampul bij het ver--schuiven in de slede in de juiste stand gebracht wordt, zonder 25 dat klemmingen kunnen ontstaan. De oplegging is in dwarsdoorsne de gezien haaks uitgevoerd. Deze kan echter ook trogvormig zijn uitgevoerd. De geleiding van de ampul vindt bij voorkeur plaats door een sleuf, die bestaat uit twee op afstand van elkaar aangebrachte geleidingsrails, waarbij de hals van de ampul zich 30 bevindt tussen de geleidingsrails. Hierdoor wordt de in de ge- leidingssleuf geplaatste ampul met zekerheid in het halsgedeelte hiervan geleid.

De krasinrichting in de vorm van een slijp-of messchijf bevindt zich aan het voorste eind van de as van 35 een elektromotor. Hierbij is de gehele krasinrichting, dat wil 8105442 * .Μ - 3 - zeggen de elektromotor met de slijpschijf of dergelijke in dwarsrichting ten opzichte van de geleidingssleuf zwenkbaar gelegerd op een lange hefboom, die gevormd wordt door de elektromotor met de naar verhouding ver uitstekende as. De uit-5 wijkbeweging staat hierbij onder invloed van een veer. Op deze manier wordt een zekere aanligging van de krasinrichting tegen de hals van de ampul verzekerd, zodat de kracht van het aanbrengen van een kras op de hals van de ampul afhankelijk van de wanddikte van de ampul en ook van de grootte van de hals 10 van de ampul werkzaam wordt.

Volgens een ander kenmerk van de uitvinding wordt de elektromotor aan het achtereind zodanig gesteund, dat de steun een hoekrail bezit, waarvan de evenwijdig aan elkaar lopende benen door middel van een onder een veerdruk staan-15 de bout in verbinding staat met een vast ondersteuningsgedeelte.

Hierdoor wordt bereikt dat de elektromotor met de schijf alleen in een horizontaal vlak naar buiten kan zwenken. Voorts is de steun van de elektromotor voorzien van een uitstekend aanzetstuk, dat samenwerkt met een vast aangebrachte microschakelaar voor 20 het uitschakelen van de elektromotor in de ruststand, dat wil zeggen in de niet naar buiten gezwenkte stand. In de ruststand is zodoende de elektromotor uitgeschakeld. Alleen bij het dóórgeleiden van een ampul langs de geleidingssleuf bevindt zich de krasinrichting in zijn bedrijfsstand. Ha het beëindigen van 25 het aanbrengen van een kras komt de elektromotor onmiddellijk buiten werking.

De slaginrichting bezit overeenkomstig een ander kenmerk van de uitvinding een hamervormig gedeelte, dat op een lange hefboomarm onder veerwerking zwenkbaar is gelegerd.

30 Het slaan vindt hierbij mechanisch plaats. Hiertoe kan het hamer vormig gedeelte van de slaginrichting een in de asrichting uitstekend gedeelte, bijvoorbeeld een pen of dergelijke, bezitten, die samenwerkt met een geleidingsgedeelte van de slede. Bij voorkeur is het gleidingsgedeelte uitgevoerd als een driehoek-35 vormige groef, waarbij een schuin naar boven lopend vlak van 8105442 ‘ s % - k - de groef dient voor het inspannen van de slaginrichting hij het naar beneden gaan van de slede, terwijl door een aansluitend horizontaal gedeelte van de groef de slaginrichting voor het afslaan van de kop van' de ampul wordt vrijgegeven. Be slagin-5 richting werkt zodoende afhankelijk van de beweging van de opleg ging voor het schuiforgaan, dat de ampul bevat. Dit vindt mechanisch.plaats. Een elektrische besturing voor het afslaan is niet nodig. Tevens bevindt zich de krachtwerking van het hamervormig gedeelte van de slaginrichting voor het afsnijden 10 van de kop van de ampul in een nauwkeurig gerichte baan, zodat steeds een onberispelijk afsnijden van de kop van de ampul is verzekerd.

Het huis van de inrichting voor het openen van de ampul is bij voorkeur zo uitgevoerd, dat het gedeelte 15 van het huis, dat de elektrische delen opneemt, door een dwars- wand is afgesloten van het voorste gedeelte van het huis, waarin zich de bedieningsorganen bevinden. De voorzijde van het huis is afgedekt door een kap, die alleen een sleuf voor de oplegging van de ampul bezit. De kap is aan de binnenzijde 20 voorzien van een veiligheidsschakelaar, die zich bevindt in de stroomtoevoerleiding voor de elektromotor. Zodra de veiligheids-kap wordt geopend, wordt de stroomtoevoer naar de elektromotor automatisch onderbroken.

In het onderste gedeelte van het huis bevindt 25 zich een ruimte voor een verzamelbak, waarin de afgeslagen koppen van de ampullen worden opgevangen. Voor het naar buiten trekken van de verzamelbak uit het huis dient het schuiforgaan met een meenemer, waardoor het uitnemen van de verzamelbak uit het huis vergemakkelijkt wordt. Bij voorkeur loopt de voorzijde 30 van het huis schuin naar binnen, zodat de geopende ampul min of meer naar boven gericht uit de inrichting kan worden uitgenomen. Hierdoor wordt vermeden dat de inhoud van de ampul na het openen naar buiten kan stromen. Men kan de schuine stand van de voorzijde van het huls ook zover laten gaan dat de ampul tijdens 35 de beweging hiervan door de inrichting zich bevindt in een ver- 8105442 Λτ '« - 5 - tikale of bijna vertikale stand.

Een uitvoerings voorbeeld van de uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de beschrijving en bijgevoegde tekeningen, waarbij: 5 figuur 1 de inrichting voor het openen van de ampullen in aanzicht schematisch weergeeft; figuur 2 een langsdoorsnede is over de inrichting volgens figuur 1 volgens de lijn II - II in figuur 3; figuur 3 een bovenaanzicht is in de richting 10 van de pijl III in figuur 2; figuur i* een doorsnede is volgens de lijn IV - IV in figuur 2; figuur 5 een aanzicht is in de richting van de pijl V in figuur 2, waarbij de daar achter gelegen delen zijn 15 weggelaten; figuur 6 een bovenaanzicht is van figuur 3 bij een stand van de delen tijdens het aanbrengen van een kras op de hals van de ampul, waarbij het huis is weggelaten; figuur 7 een vooraanzicht is van figuur 5 20 in een stand van de delen waarbij de slede diep naar beneden is gedrukt.

De inrichting 1 voor het afsnijden van de koppen van de anqpullen en dergelijke bezit een huis 2, waarin een opneeminrïchting 3 voor de legering en de geleiding van een 25 ampul, een geleidingsinrichting k voor de ampul ter plaatse van de hals hiervan, een inrichting 5 voor het aanbrengen van een kras met een slijpschijf of dergelijke in het vlak van de geleiding van de ampul, en een slaginrichting 6 voor het afslaan van de van een kras voorziene kop van de ampul zijn aan-30 gebracht.

Voor het opnemen en geleiden van een ampul 7 bezit het huis 2 aan zijn voorzijde een slede 8, die in het voorste gedeelte 9 van het huis door groeven 10 en 11 verschuifbaar is geleid. In de slede 8 is een ampul-oplegging 12 aanwezig, 35 die in dwarsdoorsnede bij voorkeur haaks is uitgevoerd of ook 8105442 Γ * - 6 - trogvormig kan zijn uitgevoerd. De oplegging 12 is ten opzichte van de in langsrichting verschuifbare slede 8 in dwarsrichting verschuifbaar gelegerd. Hiertoe kan de oplegging 12 geleid zijn op een dwarspen 13 en staan onder de werking van een veer 5 1 k. De dwarsverschuifbaarheid van de oplegging 12 maakt een automatisch rangschikken van de op de oplegging' 12 liggende ampul ten opzichte van de geleiding ter plaatse van de hals mogelijk. De geleiding ^ voor de hals van de ampul wordt gevormd door een sleuf 16, die begrensd wordt door de geleidingsrails 10 17 en 18 en aan het boveneind door een afgeschuind gedeelte 18a een verbreed invoergedeelte kan krijgen.

De inrichting 5 voor het aanbrengen van een kras op de hals van de ampul bezit een elektromotor 20 met een naar buiten stekende as 21, op welks eind een slijp- of mes-15 schijf 22 is aangebracht. De elektromotor 20 met de as 21 en de slijpschijf 22 is in zijn geheel in horizontale richting zwenkbaar gelegerd. De motor 20 bevindt zich in een steun 23, die aan het achtereind een hoekrail 2b bezit, waarvan de evenwijdig aan elkaar lopende benen 2^a liggen op een been 25a van 20 een vaste ondersteuning 25, waarbij de beide benen 2ka en 25a verbonden zijn door op afstand van elkaar aangebrachte bouten 26, die staan onder de werking van een drukveer 27. Hierdoor is de elektromotor 20 met de as 21 en de slijpschijf 22 als het ware zwenkbaar om een vertikale as gelegerd.. De verbindingslijn 25 van de bouten 26 vormt de zwenkas, waarbij de veren 27 de steun 23 met de elektromotor 20 in de uitgangsstand evenwijdig aan de geleiding 4 houden, zoals figuur 3 aangeeft. In deze stand is de stroomtoevoer naar de motor 20 onderbroken. Dit kan bereikt worden door een microschakelaar 28, waarbij met de 30 uitstekende schakelpen 29 hiervan een aanzetstuk 30 samenwerkt, dat verbonden is met de steun 23. In de niet uitgezwenkte stand is de stroomtoevoer naar de elektromotor 20 onderbroken. Pas bij het naar buiten zwenken van de steun 23 van de motor 20, van de as 21 en de slijpschijf 22 door een op deze plaats voorbij 35 bewogen hals van de ampul wordt de motor kortstondig in bedrijf 8105442 \ir * - τ - gesteld. Zodra het aaribrengen van een kras is beëindigd, gaan de delen terug naar de stand ran figuur 3, vaardoor de stroomtoevoer naar de elektromotor door middel van de microscha-kelaar 28 automatisch vordt onderbroken.

5 De slaginrichting 6 voor het afslaan van de van een kras voorziene kop van de ampul bezit een hamervormig gedeelte 32, dat door middel van een naar verhouding lange hefboomarm 33 zvenkbaar om een as 3k is gelegerd, waarbij de hefboomarm 33 staat onder de invloed van de veer 35· Het naar 10 buiten zwenken van het hamervormige gedeelte 32 met de hefboom arm 33 wordt gestuurd door een kromme afhankelijk van de stand van het schuiforgaan 8. Op de achterzijde van het schuiforgaan 8 bevindt zich een driehoekvormig verlopende groef 36, waarmee een met het hamervormige gedeelte 32 verbonden aanzetstuk 37, 15 bijvoorbeeld een pen of dergelijke, samenwerkt. De groef 36 verloopt in een driehoek, waarbij een schuin naar boven lopend vlak 36a dient voor het naar buiten zwenken van het hamervormige gedeelte 32, dat wil zeggen voor het spannen van de slaginrichting. Op deze schuine groef sluit een horizontale groef 36b aan, 20 waardoor de pen in de onderste stand van het schuiforgaan 8 voor het uitvoeren van de slagbeweging van het hamervormige gedeelte 32 wordt vrijgegeven. Het andere groefgedeelte 36c verbindt de beide groefgedeelten 36a en 36b. Op deze manier wordt door het verschuiven van de slede 8 met de oplegging 12 het hamer-25 vormige gedeelte 32 naar buiten gezwenkt en zodoende gespannen, totdat de slede met de oplegging 12 en de zich daarin bevindende ampul de onderste stand na het aanbrengen van een kras heeft bereikt, waarna door de horizontale groef 36b het hamervormige gedeelte 32 wordt vrijgegeven, hetgeen het afslaan van de kop 30 van de ampul in een bepaalde richting tot gevolg heeft. Door het vrijgeven van het hamervormige gedeelte 32 kan de slagmassa van het hamervormige gedeelte dienovereenkomstig versneld worden. De besturing voor het afsnijden van de kop van de ampul vindt zuiver mechanisch plaats afhankelijk van de stand van de slede 35 8, die de oplegging 12 draagt.

8105442 - 8 -

Het huisgedeelte, dat de elektromotor 20 en de elektrische toevoer opneemt, is van het voorste huisgedeelte 9 gescheiden door een dwarswand 9a5 die alleen sleuven voor de dwarsbeweging van de as 21 van de elektromotor en van de hef-5 boomarm 33 bezit·. Het geheel wordt omgeven door het huis 2, waarbij in het onderste gedeelte hiervan een verzamelbak 39 geplaatst kan worden. Door middel van een schuiforgaan 4θ, dat een meenemer 41 bezit, kan de verzamelbak 39 gemakkelijk uit het huis naar buiten en hierin geschoven worden, waarbij het 10 schuiforgaan 1+0 voorzien kan zijn van een handgreep 42. De ver zamelbak is bij voorkeur een eênwegbak, die door een (niet weergegeven) snapdeksel kan worden afgesloten.

Het schuiforgaan 8, respectievelijk de voorzijde van het huisgedeelte 9 wordt afgedekt door een kap 43» 15 die een langssleuf 44 bezit, waarlangs de oplegging 12 voor de ampul kan worden bewogen. De kap 43 kan aan de onderzijde grijpen over tappen 45 en aan de bovenzijde door een schroef 46 of dergelijke bevestigd zijn aan het huis 2. Het bovenste gedeelte van de sleuf 44 is door tongen kj van elastisch materiaal afge-20 dekt, opdat glasdeeltjes van de ampullen, niet naar boven naar buiten geslingerd kunnen worden. De kap 43 werkt aan zijn binnenzijde samen met een op het huis 2 aangebrachte schakelaar, waardoor de stroomtoevoer naar de elektromotor wordt onderbroken, wanneer de kap van het huis 2 wordt, afgenomen. Hierdoor is 25 men ervan verzekerd dat bij het afnemen van de beschermkap 43 voor het schoonmaken van de binnenruimte van het voorste huisgedeelte 9 de elektrische inrichting is afgeschakeld van de stroomtoevoer.

De voorzijde van het huis 2 loopt bij voorkeur 30 schuin naar binnen, opdat de ampullen bij het openen een min of meer schuine stand innemen. De schuine stand van de voorzijde van het huis kan overgaan in een horizontale stand, zodat het afsnijden van de.koppen van de ampullen bij een vertikale stand van de ampullen plaatsvindt.

35 Voor het openen van de ampullen 7 wordt de 8105442 - 9 - ampnl ter plaatse van de hals hiervan gevoerd door de geleiding 16, waarbij de ampul T wordt afgenomen van de oplegging 12. Bij een verder naar beneden drukken van de ampul met de oplegging 12 komt de hals van de ampul te liggen ter hoogte van de slijp-5 schijf 22, die tezamen met de elektromotor iets uitwijkt, waardoor de elektromotor automatisch in werking wordt gesteld. Ha het aanbrengen van een kras wordt de oplegging 12 met de ampul nog verder naar beneden gedrukt, waarbij het hamervormige gedeelte 32 gebracht wordt in de spanstand. In de onderste stand van de 10 slede 8 is het hamervormige gedeelte 32 vrijgegeven, zodat dit met een dienovereenkomstige kracht kan slaan tegen de kop van de ampul. De afgeslagen kop van de ampul valt dan in de verzamelbak 39· De slede 8 staat dan onder invloed van een veer. Wanneer een ampul is weggenomen gaat de slede 8 met de oplegging 12 15 terug naar de bovenste aanvangsstand. Bij een eventuele uitvoe ring zonder terugstelveer wordt de slede door op te heffen teruggebraeht in de uitgangsstand. Door de openingsinrichting kan de kop van de ampul onberispelijk gescheiden worden, waarbij de handelingen door het verschuiven van de slede 8 op juiste 20 wijze op elkaar zijn afgestemd.

8 1 0 5 4 42

Claims (13)

1. Inrichting voor het afsnijden van de kop van een ampul van glas of dergelijke, waarbij door middel van een snijorgaan of dergelijke een kras wordt aangebracht op het 5 halsgedeelte van de ampul,, waarna de kop van de ampul door af breken wordt verwijderd, gekenmerkt door een op een huis (2.) verschuifbare oplegging (12) voor een ampul, een geleiding (k) voor de ampul ter plaatse van de hals, een inrichting (5) voor het aanbrengen van een kras in de vorm van een slijp- of mes-10 schijf (22) in het vlak van de geleiding (k) voor de ampul, en een slaginrichting (6) voor het afslaan van de kop van de ampul.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het huis (2) aan zijn voorzijde een in het voorste huisgedeelte (9) geleide-slede (8) bezit, waarop de oplegging 15 (12) voor de ampul is aangebracht, en dat de oplegging (12) op de slede (8) dwars verschuifbaar is gelegerd en onder veerwer-king (ik) staat.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de geleiding (12) in dwarsdoorsnede haaks 20 of trogvormig is uitgevoerd. k. Inrichting volgens een van de conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat de geleiding (k) voor de ampul ter plaatse van de hals wordt gevormd door twee op afstand van elkaar aangebrachte geleidingsrails (17* 18). 25 5· Inrichting volgens één der conclusies 1 tot k, met het kenmerk, dat de slijp- of messchijf (22) van • de inrichting voor het aanbrengen van een kras is aangebracht op de as (21) van de elektromotor (20), die in dwarsrichting ten opzichte van de geleiding (l6) zwenkbaar is gelegerd.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat voor het naar buiten zwenken van de slijpschijf of dergelijke de steun (23) van de elektromotor (20) aan het achtereind een hoekrail (2k) bezit, waarvan de evenwijdig aan elkaar lopende benen (2ka) door middel van onder 35 veerdruk staande bouten (26, 27) in verbinding staan met een 8105442 Λ τ: * - 11 - f* vast steungedeelte (25, 25a).

7. Inrichting volgens een der conclusies 1 tot 6, met het kenmerk» dat de steun (23) van de elektromotor (20) een uitstekend aanzetstuk (30) bezit, dat samenwerkt 5 met een vast aangebrachte microschakelaar (28, 29) voor het uitschakelen van de elektromotor in de ruststand.

8. Inrichting volgens êên der conclusies 1 tot 7, met het kenmerk, dat de slaginrichting (6) een hamervormig gedeelte (32) bezit en op een lange hefboomarm (33) onder 10 veerwerking (35) zvenkbaar is gelegerd.

9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het hamervormige gedeelte (32) van de slaginrichting een in de asrichting uitstekend gedeelte (37), bijvoorbeeld een pen of dergelijke bezit, die samenwerkt met 15 een geleidingsgedeelte (36) van de slede (8).

10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat het geleidingsgedeelte (36) is uitgevoerd als een in een driehoek verlopende groef, waarvan het schuin naar boven lopend vlak (36a) dient voor het spannen van de 20 slaginrichting en de gespannen slaginrichting wordt vrijgegeven door het horizontale groefgedeelte (36b) hiervan.

11. Inrichting volgens een der conclusies 1 tot 10, met het kenmerk, dat het huisgedeelte (25), dat de elektrische delen opneemt, van het voorste huisgedeelte (9) is 25 afgesloten door een dwarswand (9a).

12. Inrichting volgens één van de conclusies 1 tot 11, met het kenmerk, dat in het onderste gedeelte van het huis (2) een ruimte aanwezig is voor het plaatsen van een verzamelbak (39) en dat een schuiforgaan (40) met een meenemer (41) 30 voor het naar buiten trekken van de verzamelbak ($) hierop is aangebracht.

13· Inrichting volgens een der conclusies 1 tot 12, met het kenmerk, dat de voorzijde van het huis (2) is voorzien van een beschermkap (43) en dat in het bovenste 35 gedeelte van de sleuf voor de beweging van de oplegging (12) 8105442 * - 12 - ’ afdektongen (i+T) van elastisch materiaal zijn aangebracht. ‘ 1V. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de beschermkap (1*3) samenwerkt met een in het inwendige van het huis (2) aangebrachte schakelaar voor 5 de elektromotor voor het onderbreken van de stroomtoevoer, wan neer de beschermkap is afgenomen.

15. Inrichting volgens éên der conclusies 1 tot 1U, met het kenmerk, dat de voorzijde van het huis (2) schuin naar binnen loopt.

16. Inrichting in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekeningen. 8105442