NL8105254A - Analoog-digitaalomzetter. - Google Patents

Analoog-digitaalomzetter. Download PDF

Info

Publication number
NL8105254A
NL8105254A NL8105254A NL8105254A NL8105254A NL 8105254 A NL8105254 A NL 8105254A NL 8105254 A NL8105254 A NL 8105254A NL 8105254 A NL8105254 A NL 8105254A NL 8105254 A NL8105254 A NL 8105254A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
output
terminal
resistor
circuit
input
Prior art date
Application number
NL8105254A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL8105254A priority Critical patent/NL8105254A/nl
Priority to US06/438,123 priority patent/US4518948A/en
Priority to DE8282201451T priority patent/DE3269705D1/de
Priority to EP82201451A priority patent/EP0080231B1/en
Priority to CA000415894A priority patent/CA1194237A/en
Priority to JP57203505A priority patent/JPS5894230A/ja
Publication of NL8105254A publication Critical patent/NL8105254A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H03ELECTRONIC CIRCUITRY
    • H03KPULSE TECHNIQUE
    • H03K7/00Modulating pulses with a continuously-variable modulating signal
    • H03K7/06Frequency or rate modulation, i.e. PFM or PRM
    • HELECTRICITY
    • H03ELECTRONIC CIRCUITRY
    • H03MCODING; DECODING; CODE CONVERSION IN GENERAL
    • H03M1/00Analogue/digital conversion; Digital/analogue conversion
    • H03M1/12Analogue/digital converters
    • H03M1/60Analogue/digital converters with intermediate conversion to frequency of pulses

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Theoretical Computer Science (AREA)
  • Analogue/Digital Conversion (AREA)

Description

J- *'·+ r ^ EHN 10.199 1 N.V. Philips' Gloeilainpenfabrieken te Eindhoven.
Analoog-digitaalcmzetter.
De uitvinding heeft betrekking ¢¢) een analoog-digitaalom-zetter uitgevoerd met een serieschakeling tussen een in- en uitgangs-klem er van, bevattende een integrerende schakeling, een vergelijkscha-keling, een flip-flop en een koincidentiepoort, waarbij een klokpuls-5 ingang van de flip-flop en een ingang van de koincidentiepoort zijn vertonden met een klokpulsingangsklem van de anzetter, waarbij de omzetter is uitgevoerd met een in een terugkoppeling opgenomen, am-schakelbare strocmbronschakeling waarvan een strocmbronuitgangsklem is verbonden met een ingang van de integrerende schakeling die vender 10 met de ingangsklem van de cmzetter is gekoppeld en waarvan een stroanr bronamschakelklem is verbonden met een f lip-f lopuitgang.
Een dergelijke analoog-digitaalonzetter is beschreven in het itoerikaanse octrooischrift no. 4 112 428. Er is aangegeven dat de beschreven qpbouw van de anzetter met de anschakelbare stroambron-15 schakeling leidt tot een lineaire amzetting van het analoge ingangs-signaal in een pulstrein van de klokpulsen. De strcanhronschakeling is hierbij uitgevoerd met een strocmbron die is opgencmen in een brug-schakeling van schakelaars die worden bestuurd door uitgangssignalen van de flip-flop. De uitvoering van de integrerende schakeling is in 20 het midden gelaten en er is slechts gesteld dat een optimale integratie plaatsvindt. Alleen bij een dergelijke aanneming resulteert een lineaire anzetting.
De uitvinding beoogt de verwezenlijking van een analoog-digitaalonzetter waarmee een lineaire anzetting cp optimale wijze 25 bereikt wordt. Een uitvoering van een analoog-digitaalonzetter volgens de uitvinding vertoont daartoe het kenmerk, dat een eerste ingang van een in de integrerende schakeling aanwezige verschilversterker met de genoemde stroanbronuitgangsklem en via een serieschakeling bevattende een eerste kondensator en een eerste weerstand net een versterkeruit-30 gang is verbonden, van welke verschilversterker een tweede ingang en de genoemde uitgang via een tweede weerstand en een tweede kondensator in serie, elk zijn gekoppeld met een, een referentiespanning voerende 8105254 <r- ^ EHN 10.199 2 klem, waarbij het verbindingspunt van de tweede weerstand en de tweede kondensator de uitgang van de integrerende schakeling vomit en waarbij het produkt van de waarden van de eerste kondensator en de eerste weerstand min of meer gelijk is aan dat van de tweede kondensator en de tweede g weerstand.
De uitvinding berust op het inzicht dat bij de beschreven opbouw van de integrerende schakeling de keuze van de min of meer ge-lijke tijdkonstanten van de eerste en tweede kondensatoren en weerstanden leidt tot een optimale integratie.
10 De optimale integratie kan met zo min mogelijk kcxnponenten met verschillende waarden wcarden verkregen bij een omzetter die verder het kenmerk vertoont, dat de waarde van de eerste kondensator respektievelijk weerstand min of meer gelijk is aan die van de tweede.
Voor de optimale werkingvande analoog-digitaalcmzetter 15 volgens de uitvinding is het vereist dat de strocmbronscfoakeling nauw-keurig gedoseerde strocmstoten afgeeft aan de integrerende schakeling in de serieschakeling. Hiertoe vertoont een eenvoudige uitvoering van de enfetter volgens de uitvinding het kenmerk, dat in de stroambron-schakeling de stroomJxcxomschd<elklsn via ten minste een diode is gekoppeld 2o met een uitgang van een stroomhron aanwezig in de schakeling en de stroombronuitgangsklem via ten minste twee diodes, in serie en met de-zelfde richting als de eerder genoemde diode, met de genoemde uitgang van de stroctribron is gekoppeld.
Om te verkrijgen dat ook bij hoge frekwenties bij het amscha-25 kelen van de stroambronschakeling de omzetter op lineaire wijze werkzaam is, vertoont een uitvoering van de cmzetter volgens de uitvinding verder het kenmerk, dat de uitgang van de stroombron via een serieschakeling bevattende een spoel en een weerstand is gekoppeld met de genoerrde diodes.
De uitvinding zal aan de hand van de volgende figuren als 3g voorbeeld nader worden toegelicht, waarbij fig. 1 een uitvoering van een analoog-digitaalomzetter volgens de uitvinding, en fig. 2 als funktie van de tijd enige spanningsverlopen van in fig. 1 aangeduide signalen geeft.
35 Van de in fig. 1 getekende uitvoering van de analoog-digitaal omzetter is een ingangsklem met 1 en een uitgangsklem met 2 aangeduid .
Bij de ingangsklem 1 is aangegeven dat hieraan een signaal VS wordt toe-gevoerd. Het signaal VS is bij voorbeeld een videosignaal zoals dat 8105254 . * ·« PHN 10.199 3 .......bij televisie aanwezig is. In fig. 2 is van het signaal VS (en van andere, nader te beschrijven signalen) een spanningsverloop als funktie van de tijd t uitgezet. Voor de eenvoud van de uitleg van de werking van de cmzetter volgens fig. 1, is het spanningsverloop van het video-5 signaal VS van fig. 2 met drie konstante waarden VS1, ;VS2 en VS3 ge-tekend. Dit spanningsverloop is bijvoorbeeld aanwezig in een televisie lijnaftastduur THS. De voorafgaande respektievelijk volgende televisie lijnonderdrukkingsduur is (gedeeltelijk getekend) met THB1 respektievelijk THB2 aangeduid. Gedurende de lijnonderdrukkingstijdsduren (THB) 10 is in het videosignaal VS de massapotentiaal gelijk aan 0V, als referen-tiespanning, aanwezig, hetgeen verkregen is door een niet-getekende, aan de klem 1 voorafgaande klemschakeling. De lijnaftastduur THS vonrrt met de voorafgaande of de volgende lijnonderdrukkingsduur (THE) een televisielijnperiode. Het een en ander is bijvoorbeeld in televisie 15 standaarden vastgelegd. Normaliter heeft het videosignaal VS een kon-tinu veranderend verloop over de lijnaftastduur THS, afhankelijk van de inhoud van een opgenanen scene.
Bij de uitgangsklem 2 van de cmzetter volgens fig. 1 is een signaal CS aangegeven. Het in fig. 2 getekende signaal CS toont een 2o pulstrein met een aantal pulsen in de lijnaftastduur THS dat zal blijken te korresponderen met de geraiddelde spanningswaarde van het videosignaal VS.
Tussen de in- en uitgangsklemonen 1 en 2 van de analoog-digitaal-anzetter volgens fig. 1 is een serieschakeling (3, 4, 5, 6) aanwezig, 25 bevattende een integrerende schakeling 3, een als verschilversterker 4 uitgevoerde vergelijkschakeling (4), een flip-flop 5 van het D-type en een koincidentiepoort 6 die als EN-poort is getekend. De ingangsklem 1 is via een weerstand 7 verbonden met een (-) ingang van een verschilversterker 8 aanwezig in de integrerenfe schdceling 3. Een (+) ingang 30 van de versterker 8 ligt via een weerstand 7' aan massa. De weerstand 7' doet qp bekende wijze dienst voor karpensatiedoeleinden (offset) bij de versterker 8 en is bijvoorbeeld min of iteer gelijk aan de weerstand 7 of is afwezig. Een uitgang van de versterker 8 ligt via een serieschakeling (9, 10) bevattende een kondensator 9 en een weerstand 10, aan 35 (”) ingang er van. De kondensator 9 en de weerstand 10 kunnen van plaats worden verwisseld. De uitgang van de versterker 8 is via een weerstand 11 met een (+) ingang van de verschilversterker 4 en via 8105254 PHN 10.199 . 4 j ' i t -een kondensator 12 met massa verbonden. Van de verschilversterker 4 is een (-) ingang aan massa gelegd, ter kompensatie van de weerstand 11 kan een min of meer gelijke weerstand in deze verbinding zijn opge-nomen. Voor de verbindingen met massa geldt dat zij korresponderen 5 met aansluitingen op een, een referentiespanning voerende klem waarbij de referentiespanning gelijk is aan de massapotentiaal.
Essentieel voor de integrerende sdhakeling 3 is dat het produkt van de waarden van de kondensator 9 en de weerstand 10 min of meer gelijk is aan dat van de kondensator 12 en de weerstand 11.
. io Dit essentiele verband zal worden afgeleid na de uitleg van de working van de analoog-digitaalanzetter volgens fig. 1.
De (+) ingang van de verschilversterker 4 ligt aan de uit-gang van de Integrerende schakeling 3, welke uitgang gevormd wordt door het verbindingspunt van de weerstand 11 en de kondensator 12, t5 en krijgt een signaal IVS toegevoerd, waarvan het spanningsverloop in fig. 2 is getekend. Bij de verschilversterker 4 is tussen de (+) en (-) ingang (met massapotentiaal) een spanningswaarde Od getekend, die verder bij het signaal IVS van fig. 2 is aangegeven.
Een spanningswaarde in het signaal IVS beneden de spanningswaarde Ud 20 leidt tot een lage uitgangsspanning van de versterker 4 en een waarde gelijk aan of hogerdan de waarde Ud leidt tot een hoge versterkeruitgangsspanning.
De uitgang van de versterker 4 ligt aan een D-ingang van de flip-flop 5 die van het D-type is. Het D-type is als voorbeeld 25 gegeven en andere uitvoeringen van de flip-flop 5 zijn mogelijk.
De flip-flop 5 is uitgevoerd met een klokpulsingang CP die is verbonden met een klokpulsingangsklem 13 van de omzetter volgens fig. 1. Bij de klem 13 zijn pulsen van een klokpulssignaal CPS getekend, dat verder in fig. 2 is uitgezet. Als voorbeeld wordt een klokpulsfrekwentie 30 van ongeveer 5 MHz gegeven. Een Q-uitgang van de flip-flop 5 ligt aan een ingang van de pcort 6. De Q-uitgang geeft een signaal DS af waarvan het spanningsverloop verder in fig. 2 is getekend. Een andere ingang van de poort 6 ligt aan de klokpulsingangsklem 13 en de uitgang er van is voor de afgifte van het signaal' CS verbonden met de klem 2.
35 De Q-uitgang van de D-flip-flop 5 is teruggekoppeld bij de serieschakeling (3, 4, 5, 6) en wel naar de ingang van de integrerende schakeling 3 die overeenkamt met een, met 14 aangeduid aansluitpunt ----tussen de weerstand 7 en de (-) ingang van de versterker 8. Tussen de "ΎΐΤδϊΙΪ ( * ΪΒΝ 10.199 5 Q-uitgang van de flip-flop 5 en het (ingangs) aansluitpunt 14 is in de anzetter volgens fig. 1 een anschakelbare stroarfcronschakeling 15 aanwezig. Van de strooribranschakeling 15 is een stroanhronuitgangs-klem 16 verbonden met het (ingangs) aansluitpunt 14 en is een stroont-5 bronanschakelklem 17 verbonden met de Q-uitgang van de flip-flop 5.
Aldus is in de anzetter volgens fig. 1 een terugkoppeling (17, 15, 16) aanwezig. In de strconbronschakeling 15 is met 18 een stroanbron aan-geduid die aan een uitgang 19 er van een konstante stroan I levert.
De uitvoering van de stroanbron 18 wordt in het midden gelaten, 10 bij een voedingsaansluiting op de stroanbron 18 is een + teken aange-geven waarbij de richting van de konstante stroan I behoort.
De stroanbron 18 heeft de uitgang 19 verbonden net een serie-schakeling (20, 21) bevattende een weerstand 20 en een spcel 21. De van de weerstand 20 afgekeerde aansluiting van de spoel 21 is via een 15 diode 22 met de klem 17 en via twee diodes 23 en 24 in serie, met de klem 16 verbonden. Van de diode 22 respektievelijk 24 is de kathode aan de klem 17 respektievelijk 16 gelegd.
Voor de uitleg van de working van de crozetter volgens fig. 1 geldt het volgende, waarbij wordt uitgegaan van een toestand 20 waarin geen stroan van de klem 16 wordt betrokken. Verder is in de
signalen VS, IVS, DS en CS (fig. 2) de massapotentiaal van 0V
aanwezig. In fig. 2 is schematisch een mogelijk spanningsverloop van het videosignaal VS getekend. Er wordt gesteld dat op een tijdstip t1, aan het begin van de lijnaftastduur THS, een spanningssprong van 25 OV tot -1V = VS1 in het signaal VS optreedt. Deze sprong van 1V is in het gegeven voarbeeld de piek-piekwaarde van het videosignaal VS.
De negatieve spanningswaarde VS1 geeft aan de uitgang van de versterker 8 een positieve spanning, waarbij de integrerende schakeling 3 in het signaal IVS een spanningsstjgging geeft waarvan in fig. 2 met S1 de 30 helling is aangeduid. Gesteld wordt dat juist voor of op een tijdstip t2 de spanning in het signaal IVS de waarde Ud heeft bereikt.
Hierbij voert de uitgang van de versterker 4 de hoge spanningswaarde.
Op het tijdstip t2 treedt in het klokpulssignaal CPS een opgaande pulsflank qp van bijvoorbeeld 0V tot +5V. Deze opgaande pulsflank 35 geeft als trekkerflank (pijlpunt) bij de flip-flop 5 dat de Q-uitgang de hoge waarde aanwezig aan. de D-ingang ovemeemt; de flip-flop 5 klapt on zoals bij het signaal DS is getekend. Verdere klokpulsflanken die als trekkerflanken werkzaam zijn, en tot een cpiklappen. leiden van de flip-flop 5, zijn in fig. 2 evenzo van pijlpunten 8105254 PHN 10.199 6 ^ * voorzien. De op het tijdstip t2 optredende hoge waarde van bijvoor-teeld +5V aan de Q-uitgang geeft de pcort 6 vri j, waardoor deze vanaf het tijdstip t2 de toegevoerde klokpuls doorgeeft, zoals uit het getekende signaal CS blijkt. Verder heeft de vanaf het tijdstip t2 5 optredende puls in het signaal DS tot gevolg dat de diode 22 gesperd raakt. Voor het tijdstip t2 was de diode 22 namelijk geleidend en voerde de strocm 1/ waarbij uitgaande van een diodespanningsval gelijk aan Q/7V, deze spanning op de anode aanwezig was. Hierbij waren, zoals gesteld, de diodes 23 en 24 gesperd, daar zij cm te 10 kunnen geleiden minstens +1,4V spanning nodig hebben. Het op het tijdstip t2 sperren van de diode 22 heeft tot gevolg dat de diodes 23 en 24 wel in geleiding kunnen kcmen, waarbij op de anode van de diode 23 de spanning gelijk aan +1,4V aanwezig is, zoals in fig. 1 met het signaal DS* getekend.
15 Het gevolg is dat vanaf het tijdstip t2 de konstante strocm I langs de klem 16 vloeit. Er wordt gesteld dat deze strocm I, die een spanningsdaling in het signaal TVS zou verocrzaken,een helling van de spanningsdaling zou geven die in dit signaal met -S1 (gestippeld) is aangeduid. Hierbij is nog steeds de negatieve spanningswaarde VS1 20 aanwezig die de spanningsstijging met de helling S1 (gestippeld) zou geven. Het resultaat is dat de spanningsdaling de spanningsstijging kcmpenseert, zodat vanaf het tijdstip t2 de spanningswaarde (Ud) van het signaal IVS niet verandert.
Op een tijdstip t3 treedt weer een qpgaande pulsflank in 25 het klokpulssignaal CPS op. Op dit tijdstip t3 heeft de spanning aan de uitgang van de versterker 4 nog steeds de hoge waarde die evenzo aanwezig is aan de Q-uitgang van de flip-flop 5 zodat deze niet ciriklapt. Hetzelfde als na het tijdstip t2 beschreven, geldt voor na het tijdstip t3. Het resultaat is dat via het signaal DS de poort 30 6 vrijgegeven blijft en de strocmhronschakeling de strocm I onver-anderd aan de klem 16 afgeeft.
Bij het videosignaal VS van fig. 2 is getekend dat op een tijdstip t4 de spanningswaarde VS1 afneemt tot de helft (VS2), Hierbij is de helling van de spanningsstijging evenzo met de helft afge-35 ncmen zoals met de helling S2 (gestippeld) bij het signaal IVS is getekend. De helling -S1 van de spanningsdaling blijft onveranderd aanwezig zodat de spanning van het signaal IVS na het tijdstip t4 afneemt.
8105254
* C
' f EHN 10.199 7
Op een volgend tijdstip t5 treedt een opgaande pulsflank op in het klokpulssignaal CPS, waarbij op dit tijdstip de spanningswaarde in het signaal IVS de helft is van die tussen de tijdstippen t2 en t4 en coder de spanningswaarde Ud ligt. De uitgangsspanning g van de versterker 4 is hierbij laag, zodat de Q-uitgang van de flip-flop 5 moet anklappen van de hoge waarde naar de lage waarde, hetgeen in het signaal DS van fig. 2 is getekend. Hierbij is vanaf het tijdstip t5 de poort 6 gesperd, zodat in het signaal CS geen klokpuls optreedt. Verder is vanaf het tijdstip t5 de stroonbronschakeling 15 10 angeschakeld, waarbij geen strocm I meer vloeit langs de klem 16.
Het resultaat is dat nu alleen het signaal VS met de spanningswaarde VS2 de spanning in het signaal IVS beinvloedt. De spanningsstijging zal hierbij de helling S2 hebben.
Op een tijdstip t6 kcmt de spanningswaarde Ud wser voor 15 in het signaal IVS op walk tijdstip verder een opgaande klokpulsflank optreedt. De Q-uitgang van de flip-flop 5 zal hierbij de hoge waarde aanwezig aan de D-ingang moeten ovememen, zodat een anklappen volgt. Bij het tijdstip t6 wordt dan de poort 6 vrijgegeven en de strocm I weer langs de klem 16 afgegeven. Na het tijdstip t6 werkt 20 de cmzetter als beschreven na het tijdstip t4.
Bij het videosignaal VS van fig. 2 is getekend dat op een tijdstip t7 de (halve) spanningswaarde VS2 weer met de helft afneerat tot de waarde VS3. Hierbij behoort in het signaal IVS een spanningsstijging met de helling S3 (gestippeld). De helling S3 heeft een steil-25 heid die in absolute zin gelijk is aan eenvierde van de helling -S1.
Op een tijdstip t8 (de volgende opgaande klokpulsflank) heeft het signaal IVS een spanningswaarde die gelijk is aan eenvierde van die tussen de tijdstippen t2 en t4. Op het tijdstip t8 is de flip-flop 5 cmgeklapt naar de lage waarde, zodat enerzijds geen klokpulsen via 30 de poort 6 warden doorgegeven en anderzijds de stroonbronschakeling 15 geen strocm via de klem 16 levert.
Vanaf het tijdstip t8 stijgt de spanning in het signaal IVS totdat cp een tijdstip t9 de spanningswaarde Ud wordt bereikt en een opgaande klokpulsflank optreedt. De flip-flop 5 klapt cm en het 35 vanaf het tijdstip t7 beschreven gebeuren treedt weer op, en wsl tot een tijdstip t1Q dat korrespondeert met het tijdstip t8.
Gedurende de aanwazigheid van de spanningswaarde VS3 in het videosignaal VS herhaalt zich datgene dat beschreven is tussen 8105254
J
PHN 10.199 8 de tijdstippen t7 en t9. Op een tijdstip t11 begint de lijnonderdrukkings-duur THB2 waarbij 0V aanwezig is in het videosignaal VS. Vanaf het tijdstip til neemt de resterende spannings in het'signaal-IVS'Vanfig.2 af;tot£ Uit fig. 2 blijkt, 'in het bijzonder uit de signalen VS en CS, dat 5 de maximale spanningswaarde VS1 overeehkcmt met een pulstrein met de klokpulsf rekwentie, de halve waarde V52 met een pulstrein met de halve klokpulsfrequentie en de §£nvierde waarde VS3 met een pulstrein met eenvierde van de klokpulsf rekwentie. De analoog-digitaal-cmzetter volgens fig. 1 is dus op lineaire wijze werkzaam. De pulstrein 10 in het signaal CS genomen over de lijnaftastduur THS korrespondeert hierbij met (nagenoeg) de gemiddelde waarde van de spanning van het videosignaal VS.
In het voorafgaande is voor de eenvoud gesteld dat het bereiken van de spanningswaarde Ud samenvalt met het optreden van een 15 van de opgaande klokpulsf lanken. Vanzelfsprekendzal in de praktijk deze waarde enigszins kunnen warden overschreden tot het optreden van de eerstkanende opgaande klokpulsf lank.
Het signaal DS van fig. 2 representeert niet alleen de spanning aan de Q-uitgang van de flip-flop 5f maar kan op ampdre-schaal 20 tevens dienen als illustratie voor de stroom I zoals deze via de klem 16 vloeit. De strocm I vloeit langs de klem 16 in nauwkeurig gedoseerde stroomstoten. De in fig. 1 getekende uitvoering van de stroombronscha-keling 15 opgenonen in de terugkoppeling (11, 15, 16) garandeert de nauwkexirige dosering. Hierbij is de stroorribronamschakelklem 17 ook 25 werkzaam als tweede strocmbronuitgangsklem; de konstante stroom I moet vloeien of langs de klem 16 of langs de klem 17. Hierbij is het vereist dat de klem 16 via ten minste e&n diode extra (23 of 24) ten opzichte van de klem 17 is gekoppeld met de uitgang 19 van de strocmbaron 18. Ten opzichte van andere mogelijke uitvoeringen van de 30 strocmbronschakeling met een aparte cmschakelklem en twee croschakelbare uitgangsklettmen, biedt de gegeven uitvoering de voordelen van eenvoud en nauwkeurigheid. De strocmbron 18 kan verder de konstante stroom I leveren met verschillend instelbare waarden. Hiermede kan de gewenste helling -S1 (gestippeld getekend bij het signaal IVS van fig. 2) 35 van de maximale spanningsverandering naar wens warden ingesteld.
Ms voorbeeld voor de klokpulsfrekwentie is 5 MHz genoemd.
Het blijkt uit het in fig. 2 getekende signaal DS dat de amschakelbare 8105254 t PHN 10.199 9 stroanbranschakeling 15 hierbij een maximale cmschakelfrekwentie kan hebben van 2,5 MHz (tussen de tijdsduren t5 en t8). Om te verkrijgen dat ook bij deze maximale anschakelfrekwentie een voldoend nauwkeurige dosering van de stroanstoten via de klem 16 aanwezig is, is de spoel 21 5 in serie met de weerstand 20 aangebracht. De hierdoor verkregen hogere impedantie bij hogere anschakelfrekwenties handhaaft de lineariteit van de anzetter met de nauwkeurige strocmdosering via de terugkoppeling (17, 15, 16). De weerstand 20 doet hierbij dienst als dempingsweerstand.
Voor de lineariteit van de cmzetting is niet alleen de stroon-10 bronschakeling 15 van belang in verband met de nauwkeurige stroom-dosering, maar ook de uitvoering van de integrerende schakeling 3.
De schakeling 3 dient namelijk een (ideale) optimale integratie van de aan het (ingangs) aansluitpunt 14 toegevoerde stronen te geven.
De in fig. 1 gegeven uitvoering voldoet bij een bepaalde berreting 15 van weerstands- en kondensatorwaarden hieraan zoals uit de volgende berekening blijkt:
Gesteld wordt dat de versterkingsfaktor en de ingangsimpe-dantie van de versterker 8 zeer groot zijn en via het (ingangs) aansluitpunt 14 een stream -i wordt aangebeden aan de schakeling 3.
20 Voor de wserstanden 10 en 11 geldt dat zij een waarde R10 en R11 hebben en voor de kondensatoren 9 en 12 gelden waarden C9 en Cl 2.
Met w wordt de radiaalfrekwentie aangeduid.
Er geldt voor de uitgangsspanning (V8) van de versterker 8: 25 V8 = i*(R10 + j^g) (1)
De spanningsdeling over de weerstand 11 en kondensator 12 geeft voor de spanning van het signaal IVS: _1_ spanning (IVS) = -^-12— . V8 (2) 30 R11 + jwC12
Indien nu geldt R10 = R11 en C9 = C12 (3) volgt uit de betrekkingen (1), (2) en (3) spanning (IVS) = i . (4) 35 De betrekking (4) duidt een (ideale) optimale integratie aan.
Uit de betrekking (1) en (2) is afleidbaar: spaantog d») - i . jjy . \ + (5) 8105254 EHN 10.199 10 »
Indien nu geldt: R1QC9 = R11C12 (6) volgt uit betrekking (5) en (6) spanning (IVS)= i . (7)
Ook de betrekking (7) duidt een (ideale) optimale integratie aan.
5
Het blijkt dat een optimale integratie kan warden verkregen wanneer de tijdkonstanten R10C9 en R11C12 gelijk warden gekozen of ' voor de weerstandwaarden geldt R10 = R11 en voor de kondensatorwaarden geldt C9 = C12. De laatste oplossing is de eenvoudigste bij het toe- passen van zo min mogelijk komponenten met verschillende waarden. Bij een keuze van ongelijke waarden kan de waarde RTQ warden gekozen voor het verkrijgen van een gewenste versterkingsfaktor en de waarde R11 voor het verkrijgen van een gewenste uitgangsirnpedantie, waarbij de waarden C9 en C12 moeten zijn aangepast.
Voor een in de praktijk goed werkende analoog-digitaal- omzetter waarbij het signaal VS het beschreven videosignaal is, geldt R10 = R11 = 464 ohm en G9 = C12 = 3.9 hF. Verder geldt. als voorbeeld voor de strocmbronschakeling 15 een strocm I die naar keuze instelbaar is op 0/3 of 1/4 mA., waarbij de zelfinduktie van de spoel 21 gelijk is aan 330 ,uH en de weerstand 20 een waarde van 562 ohm heeft. De weer-20 / stand 7 heeft bij voorbeeld een waarde van 1000 ohm, hetgeen bij voorbeeld ook geldt voor de weerstand 7' wanneer het signaal VS afkonstig is van een min of meer ideale spanningsbron.
25 30 35 ~ΤΓ05254’~

Claims (4)

1. Analoog-digitaalanzetter uitgevoerd met een serieschakeling tussen een lit- en uitgangsklem. er van, bevattende een integrerende schakeling,een vergelijkschakeling, een flip-flop en een kolncidentie-poort, waarbij een klokpulsingang van de flip-flop en een ingang van 5 de koincidentiepoort zijn verbonden met een klokpulsingangsklem van de anzetter, waarbij de amzetter is uitgevoerd met een in een terug-kqppeling opgenanen, anschakelbare strocmbronschakeling waarvan een stroaribronuitgangsklem is verbonden met een ingang van de Integrerende schakeling die vender met de ingangsklem van de anzetter 10 is gekoppeld en waarvan een stroanbronanschakelklem. is verbonden met een flip-flopuitgang, met het kenmerk, dat een eerste ingang van een in de integrerende schakeling aanwezige verschilversterker net de genoemde strocmbrcnuitgangsklem en via een serieschakeling bevattende een eerste kondensator en een eerste weerstand met een versterkeruit-15 gang is verbonden, van welke verschilversterker een tweede ingang en de genoemde uitgang via een tweede weerstand en een tweede konden-sator in serie, elk zijn gekoppeld met een, een referentiespanning voerende klem, waarbij het verbindingspunt van de tweede weerstand en de tweede kondensator de uitgang van de integrerende schakeling 20 vomit en waarbij het produkt van de waarden van de eerste kondensator en de eerste weerstand min of meer gelijk is aan dat van de tweede kondensator en de tweede weerstand.
2. Analoog-digitaalcmzetter volgens konklusie 1, met het kenmerk, dat de waarde van de eerste kondensator respektievelijk weerstand 25 min of meer gelijk is aan die van de tweede.
3. Analoog-digitaalcrozetter volgens konklusie 1 of 2, net het kenmerk, dat in de strocmbronschakeling de stroonbronanschakel-klem via ten minste een diode is gekoppeld met een uitgang van een stroanbron aanwezig in de schakeling en de stroaribronuitgangsklem 30 via ten minste twee diodes, in serie en met dezelfde richting als de eerder genoemde diode, met de genoemde uitgang van de stroanbron is gekoppeld.
4. Analoog-digitaalanzetter volgens konklusie 3, met het kenmerk, dat de uitgang van de stroanbron via een serieschakeling bevat- 35 tende een spoel en een weerstand is gekoppeld met de genoemde diodes. 8105254
NL8105254A 1981-11-20 1981-11-20 Analoog-digitaalomzetter. NL8105254A (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8105254A NL8105254A (nl) 1981-11-20 1981-11-20 Analoog-digitaalomzetter.
US06/438,123 US4518948A (en) 1981-11-20 1982-11-01 Analog-to-digital converter
DE8282201451T DE3269705D1 (en) 1981-11-20 1982-11-17 Analog-to-digital converter
EP82201451A EP0080231B1 (en) 1981-11-20 1982-11-17 Analog-to-digital converter
CA000415894A CA1194237A (en) 1981-11-20 1982-11-18 Analog-to-digital converter
JP57203505A JPS5894230A (ja) 1981-11-20 1982-11-19 アナログ−デジタル変換器

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8105254 1981-11-20
NL8105254A NL8105254A (nl) 1981-11-20 1981-11-20 Analoog-digitaalomzetter.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8105254A true NL8105254A (nl) 1983-06-16

Family

ID=19838415

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8105254A NL8105254A (nl) 1981-11-20 1981-11-20 Analoog-digitaalomzetter.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US4518948A (nl)
EP (1) EP0080231B1 (nl)
JP (1) JPS5894230A (nl)
CA (1) CA1194237A (nl)
DE (1) DE3269705D1 (nl)
NL (1) NL8105254A (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4866442A (en) * 1987-06-01 1989-09-12 Steim Joseph M Analog to digital converter employing delta-sigma modulation
GB2222333A (en) * 1988-07-30 1990-02-28 Omega Electric Ltd Voltage to frequency converter
DE19653566A1 (de) * 1996-12-20 1998-07-02 Microchip Tech Inc Spannungsfrequenzwandler
US5894282A (en) * 1996-12-27 1999-04-13 International Business Machines Corporation Floating triangle analog-to-digital conversion system and method

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3818246A (en) * 1971-04-06 1974-06-18 Ibm Switching circuits particularly useful for analog-to-digital converters
DE2232825C3 (de) * 1972-07-04 1981-02-12 Siemens Ag, 1000 Berlin Und 8000 Muenchen Spannungs-Frequenz-Umsetzer
US3778794A (en) * 1972-09-18 1973-12-11 Westinghouse Electric Corp Analog to pulse rate converter
HU172591B (hu) * 1976-01-02 1978-10-28 Nehezvegyipari Kutato Intezet Ehlektroskhema dlja ponizhenija otklonenija prjamolinejnosti naprjazhjonno-chastotnogo pereobrazovatelja

Also Published As

Publication number Publication date
EP0080231B1 (en) 1986-03-05
CA1194237A (en) 1985-09-24
EP0080231A1 (en) 1983-06-01
JPS5894230A (ja) 1983-06-04
DE3269705D1 (en) 1986-04-10
US4518948A (en) 1985-05-21
JPH0544205B2 (nl) 1993-07-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4620312A (en) Pulse signal processing circuit
DE2427592B2 (de) Oszillatorschaltung
US3934173A (en) Circuit arrangement for generating a deflection current through a coil for vertical deflection in a display tube
US4652778A (en) I2 L delay circuit with phase comparator and temperature compensator for maintaining a constant delay time
NL8105254A (nl) Analoog-digitaalomzetter.
US3781470A (en) Phase control system for signal conditioning circuits
DE3020270A1 (de) Signalintegrierungsschaltung
US3097310A (en) Resettable delay flop utilizing capacitor in feedback circuit
US3304439A (en) Frequency multiplying monostable multivibrator
DE2903042C2 (de) FM-Zähldiskriminator
US4311921A (en) Sine-squared pulse shaping circuit
DE2358673B2 (de) Schaltungsanordnung fuer die digitale frequenzanzeige in einem rundfunkgeraet
DE1288124B (de) Vertikalablenkschaltung für Fernsehempfänger
DE2317403B2 (de) Phasenkomparatorschaltung
JPS58501400A (ja) 精密差動型弛張発振器回路
DE2116145C3 (de) Schaltungsanordnung zum Erzeugen einer Sägezahn- oder Dreieckspannung
US3681617A (en) Multistable circuit including elements preset for conduction
DE2461606C2 (de) Vertikalablenkkreis
US3502902A (en) Sweep circuit having a variable hold-off time interval
US4361786A (en) Apparatus for synchronizing deflection signal generators to the _corresponding synchronization signals in a television system
JP3531770B2 (ja) リミッタ回路
DE2120772C3 (de) Schaltungsanordnung zum Synchronisieren der Zeilenablenkung eines Fernsehempfangers
JPH0411409A (ja) データ遅延回路
SU758493A2 (ru) Генератор пилообразного тока
DE2150277C3 (de) Selbstschwingende Sägezahngeneratorschaltung vorzugsweise für Ablenkschaltungen in Fernsehempfängern

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed