NL8104738A - Inrichting voor het omrollen van sigarenwikkels met op maat gesneden dekbladdelen. - Google Patents

Inrichting voor het omrollen van sigarenwikkels met op maat gesneden dekbladdelen. Download PDF

Info

Publication number
NL8104738A
NL8104738A NL8104738A NL8104738A NL8104738A NL 8104738 A NL8104738 A NL 8104738A NL 8104738 A NL8104738 A NL 8104738A NL 8104738 A NL8104738 A NL 8104738A NL 8104738 A NL8104738 A NL 8104738A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
roller
nest
roll
wrapper
jacket
Prior art date
Application number
NL8104738A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Villiger Soehne Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Villiger Soehne Ag filed Critical Villiger Soehne Ag
Publication of NL8104738A publication Critical patent/NL8104738A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A24TOBACCO; CIGARS; CIGARETTES; SIMULATED SMOKING DEVICES; SMOKERS' REQUISITES
    • A24CMACHINES FOR MAKING CIGARS OR CIGARETTES
    • A24C1/00Elements of cigar manufacture
    • A24C1/26Applying the wrapper
    • A24C1/30Devices for applying the wrapper to the bunch

Landscapes

  • Making Paper Articles (AREA)
  • Coating Apparatus (AREA)
  • Wrapping Of Specific Fragile Articles (AREA)
  • Replacement Of Web Rolls (AREA)

Description

1 J
- N.0. 30511 1
Inrichting voor het omrollen van sigarenwikkels met op maat gesneden dekbladdelen.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het omrollen van sigarenwikkels met op maat gesneden dekbladdelen met een uit tenminste drie uit dezelfde richting aangedreven rollen bestaand rolnest, een eerste toevoerinrichting voor de op maat gesneden dekbladdelen en 5 een tweede toevoerinrichting voor de wikkels en een afvoerinrichting voor de omgerolde sigaren.
Bij een bekende inrichting van dit type bestaat het rolnest uit vier met hun rotatie-assen in de hoekpunten van een vierkant liggende rollen met ongeveer gelijke en in ongeveer met de wikkeldiameter over-10 eenkomstige buitendiameter. Een grijptang voert steeds een wikkel in het rolnest, waartoe tenminste een van de rollen van de andere zo weg kan worden bewogen dat de binnenruimte van het rolnest voor de wikkel toegankelijk is. Na het plaatsen van de wikkel wordt de weg bewogen rol weer in zijn oorspronkelijke stand gebracht. Door de draaiing in gelij-15 ke richting van alle rollen draait ook de wikkel. De eerste toevoerinrichting, bijvoorbeeld een transportband, eindigt boven het rolnest en voert de op maat gesneden dekbladdelen afzonderlijk toe. Een flexibele naald moet door het rolnest worden geregen en grijpt het ter beschikking gestelde op maat gesneden dekbladdeel. Hiertoe is het noodzakelijk 20 dat het dekbladdeel van zogenaamde "oren" is voorzien opdat het door de naald kan worden gegrepen. Als alternatief daarvoor is het ook bekend het op maat gesneden dekbladdeel met behulp van druklucht uit overeenkomstig ingestelde mondstukken In het rolnest te drukken. In plaats van een grijptang kan ook een met onderdruk werkende toevoergrijper aanwe-25 zig zijn. Als de wikkel is omgerold, wordt de beweegbare rol van het rolnest weer opzij gezwenkt, zodat de grijptang of de grijper de omgerolde wikkel weer kan uitnemen. Bij deze bekende inrichtingen is het bezwaar dat de constructie ervan duur en gevoelig voor storingen is. In het bijzonder is de invoer van de naald van de op maat gesneden dek-30 bladdelen gecompliceerd en geeft vaak aanleiding tot onderbrekingen bij het overrollen. Van bijzonder nadeel is echter het geringe werkvermogen van deze bekende inrichtingen, die slechts ligt bij 18 tot 20 omgerolde wikkels per minuut. Een geringe verhoging van het vermogen tot 30 tot 35 omgerolde wikkels per minuut kan met behulp van een zogenaamde bobi-35 netoevoer worden bereikt, waarbij het in het bijzonder noodzakelijk is de op maat gesneden dekbladdelen tevoren op een folie of een drager te hechten.
8104738 2
Aan de uitvinding ligt het doel ten grondslag een inrichting van het boven genoemde type te vereenvoudigen en tegelijkertijd het vermogen ervan dat wil zeggen de opbrengst aan omgerolde wikkels, belangrijk \ te verhogen.
5 Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt doordat een van de rollen ten opzichte van de andere een belangrijk grotere buitendiameter bezit en dat op de mantel ervan de eerste toevoerinrichting voor de op maat gesneden dekbladdelen is gevormd.
Uit deze uitvoering van de inrichting resulteren belangrijke voor-10 delen. In de eerste plaats kan de opbrengst aan omgerolde wikkels zonder moeilijkheden worden verhoogd, waarbij met bobinetoevoer ongeveer 100 omgerolde wikkels per minuut of meer bereikbaar zijn. De inrichting is wat betreft zijn technische uitvoering belangrijk vereenvoudigd. De op maat gesneden dekbladdelen zijn kleiner en bezitten geen "oren”, om-15 dat geen verdere aangrijpvlakken voor een invoernaald of de persluchtmondstukken noodzakelijk zijn. De inrichting werkt vergaand automatisch en munt in het bijzonder uit door zijn ongevoeligheid voor storingen. Door de in het rolnest geïntegreerde eerste toevoerinrichting voor de op maat gesneden dekbladdelen wordt de mechanische uitvoering van de 20 inrichting geringer. Ook verdere regelorganen en een de dekbladdelen behandelend element vallen weg.
Om de inrichting volgens de uitvinding verder te vereenvoudigen heeft het de voorkeur dat als afgeefinrichting voor elke omgerolde sigaar in de mantel van.de rol een ongeveer evenwijdig met de langsrich-25 ting van het rolnest verlopende open rand is aangebracht, die zich in draairichting van de rol achter het de toevoerinrichting voor de op maat gesneden dekbladdelen vormende manteldeel bevindt. Dit resultaat wordt bereikt omdat ook de afvoerinrichting voor de omgerolde wikkel in het rolnest is geïntegreerd, en ómdat deze functie door de voor het om-30 rollen zonder meer noodzakelijke rol wordt overgenomen. De opbrengst aan de omrolde sigaren kan op meer eenvoudige wijze worden vergroot doordat de mantel is onderverdeeld in twee of meer delen met gelijke booglengte waarbij steeds een rolvlak met daarin gebrachte toevoerinrichting voor op maat gesneden dekbladdelen en een groef is aange-35 bracht. Een een deel van het rolnest vormende rol kan dan bij elke omwenteling twee of meer op maat gesneden dekbladdelen toegevoerd krijgen en twee of meer omrolde sigaren afgeven. De afstand in tijd tussen de na elkaar toegevoerde op maat gesneden dekbladdelen wordt hierdoor bijzonder kort.
40 Een bijzonder eenvoudige uitvoeringsvorm van de inrichting volgens 8104738 3 de uitvinding verkrijgt men doordat de groef in dwarsdoorsnede een ach-tersneden uitkeling met een ongeveer met de diameter van de wikkel overeenkomstige diepte is, waarvan de ene en in draairichting van de rol achterliggende begrenzingswand overhangt en waarvan de andere en in 5 draairichting voorliggende begrenzingswand als scheve rand is uitgevoerd. De groef voor het afvoeren van de omrolde sigaren kan bijzonder gemakkelijk in de mantel van de rol worden gevormd. Hij vervult zijn functie met hoge betrouwbaarheid omdat hij gedwongen in werking komt en automatisch de omrolde wikkel uit het rolnest afvoert.
10 De mechanische uitvoering van de inrichting wordt principieel sterk vereenvoudigd doordat de rol hol is uitgevoerd en zijn mantel luchtdoorlatend bij voorkeur geperforeerd is, en doordat de binnenruimte van de rol onder onderdruk kan worden gebracht. Deze sterke vereenvoudiging wordt verkregen doordat behalve de zonder meer wat betreft 15 zijn functie noodzakelijk aangedreven rol geen mechanisch beweegbare elementen noodzakelijk zijn en wel doordat het toe te voeren op maat gesneden dekbladdeel door inwerking van onderdruk dienovereenkomstig wordt vastgehouden.
Een verdere en in het bijzonder voor de praktijk geschikte uitvoe-20 ringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt verkregen doordat de cylindrische binnenruimte van de rol ongeveer langs een in een verlenging door het midden van het rolnest gaand diametraalvlak door een scheidingswand met glijafdichtingen in langsrichting is gedeeld, doordat de scheidingswand relatief ten opzichte van de draaiende mantel 25 van de rol vaststaat, en doordat de onder de af te voeren sigaren liggende helft onder overdruk en de andere helft onder onderdruk kan worden gebracht. Het onder onderdruk brengen van het op maat gesneden dekbladdeel heeft nu slechts langs de baan plaats waarover het omslagdeel moet worden getransporteerd. Aan het einde van deze toevoerbaan heeft 30 niet alleen geen onderdruktoevoer meer plaats maar dan wordt gewerkt onder overdruk, waardoor het dekbladdeel op betrouwbare wijze in het rolnest en om de wikkel buigt. Omdat zowel het onder onderdruk brengen als ook het onder overdruk brengen in ten opzichte van de draaiende rol vaststaande kamers plaats heeft, zijn geen noemenswaardige technische 35 ingrepen noodzakelijk om de onderdrukzone van de overdrukzone te scheiden.
Opdat het dekbladdeel onder alle omstandigheden op betrouwbare wijze om de wikkel wordt gelegd respectievelijk in het rolnest wordt gevoerd, heeft het de voorkeur dat op het naar het rolnest toegekeerde 40 einde van de toevoerbaan van elk op de mantel liggend dekbladdeel een 8104738 *'· V» * ' · - 4 inrichting is aangebracht voor het plaatsen van het dekbladdeel op een zich in het rolnest bevindende wikkel. Ook is het mogelijk dit uit te voeren doordat de inrichting een drukluchtmondstuk is waarvan de uit-blaasrichting vanuit de binnenruimte van de rol door de luchtdoorlaten-5 de mantel naar buiten is gericht. In het bijzonder worden met de laatstgenoemde uitvoering verdere beweegbare elementen vermeden voor het heffen van het dekbladdeel aan het einde van zijn toevoerbaan. Natuurlijk zou volgens de op een na laatste maatregel ook een mechanisch deel verantwoordelijk kunnen zijn voor het heffen van het dekbladdeel. 10 Uitmuntende resultaten zijn verkregen bij een uitvoeringsvorm vol gens de uitvinding die het kenmerk heeft dat de twee rollen ongeveer een met de wikkeldiameter overeenkomstige diameter bezitten, terwijl de buitendiameter van de rol ongeveer met de acht tot twaalf voudige bij voorkeur de tien voudige diameter van de wikkel overeenkomt waarbij de 15 rol ongeveer in het midden onder de andere rollen is geplaatst, De grote diameter van de op zijn mantel het dekbladdeel toevoerende rol geeft aanleiding tot een betrekkelijk geringe mantelkroraming, waardoor het dekbladdeel slechts op te verwaarlozen wijze wordt gebogen en reeds bij geringe uitoefening van onderdruk foutloos en nauwkeurig aanligt.
20 Omdat het rolnest bij de inrichting volgens de uitvinding betrek kelijk vrij van alle zijden toegankelijk kan worden aangebracht heeft het in het bijzonder de voorkeur dat voor het aanbrengen van lijm op het vrije oppervlak van het dekbladdeel op de rolmantel een lijmop-brengelement is aangebraeht. Het opbrengen van lijm op het op maat ge-25 sneden dekbladdeel heeft direct plaats voor het binnenkomen ervan in het rolnest, zodat een betrekkelijk snel hardend hechtmiddel kan worden toegepast en tegelijkertijd het gevaar vergaand is uitgeschakeld dat delen van de inrichting door lijmspuitinrichtingen worden bevuild.
Een verdere doelmatige uitvoering van de uitvinding wordt verkre-30 gen doordat de rol aan zijn diametraal tegenover het rolnest liggende zijde een plaatsingsinrichting voor dekbladdelen bezit en dat zich tussen deze inrichting en het rolnest een sigarenverzamelaar bevindt, waarin de omrolde sigaren automatisch worden geplaatst. Zowel de plaatsingsinrichting als ook de sigarenverzamelaar worden op deze wij ze di-35 reet in de inrichting geïntegreerd, waardoor voor alle toe- en afvoerende delen korte banen worden verkregen. De inrichting is compact opgebouwd en vraagt weinig plaats.
Een bijzondere uitvoering wordt verkregen doordat in het rolnest de beide rollen met een tussenspleet ongeveer in een horizontaal vlak 40 liggen, dat ter vergroting van de tussenspleet tenminste één van de 8104738 - «v » 5 rollen ten opzichte van de andere verplaatsbaar is, en dat boven de tussenspleet de uitlaat van de tweede toevoerinrichting voor de wikkels is aangebracht, op zodanige wijze dat de wikkels bij grotere tussenspleet in vrije val direct in het rolnest komen. Hierbij wordt dus de 5 zwaartekracht benut om de wikkel in het rolnest te brengen. Hiermede wordt bespaard op dure en gecompliseerd te regelen elementen die tot dusverre voor het aanbrengen en eventueel weer verwijderen van de wikkels noodzakelijk waren.
Het toevoeren van de wikkels aan het rolnest kan dan op bijzondere 10 wijze worden verkregen met een uitvoeringsvorm, die het kenmerk heeft, dat de tweede toevoerinrichting een aandrijfbare rol met op regelmatige afstanden in de omtrek van de rol verdeeld aangebrachte opneemgroeven voor steeds een wikkel is die in een opslag beschikbare wikkels afzonderlijk opnemen, waar bij de walsmantel een vaststaande afdekking is 15 aangebracht, die direct voor de tussenspleet eindigt. Het toevoeren van de wikkels heeft daarbij bijzonder voorzichtig plaats wat bij het vaak gevoelige oppervlak van de wikkels een belangrijk oogmerk is. Omdat de afzonderlijke beweegbare elementen van de inrichting direct in het rolnest inwerken kan de synchronisering van de bewegingsafloop van deze 20 elementen die op bijzonder eenvoudige wijze verzekerd is. Afhankelijk van de rotatiesnelheid van de rollen van het rolnest worden alle bewegingen van de daarmee samenwerkende elementen gepulst.
Aan de hand van een tekening, waarin een uitvoeringsvorm van de uitvinding is weergegeven, wordt de uitvinding hierna nader beschre-25 ven.
Figuur 1 toont een zijaanzicht van een het rolnest voor het omrollen van sigarenwikkels bevattende deel van een inrichting in een werk-fase, waarin net begonnen wordt een wikkel met een op maat gesneden dekbladdeel te omrollen.
30 Figuur 2 toont het rolnest volgens figuur 1 in een werkstand waar in het omrollen juist is afgesloten.
Figuur 3 toont het rolnest van de inrichting volgens figuur 1 in een werkstand waarin net een gerede omrolde wikkel wordt afgevoerd en een nieuwe wikkel in het geopende rolnest wordt gebracht.
35 Een inrichting voor het omrollen van sigarenwikkels 9 met op maat gesneden dekbladdelen 10 is in figuur 1 met 1 in het algemeen aangegeven. De inrichting bestaat in hoofdzaak uit een rolnest 2, een tweede toevoerinrichting 3 voor de wikkels, een plaatsingsinrichting 4 voor de dekbladdelen, een lijmstation 5 voor de dekbladdelen 10, een eerste 40 toevoerinrichting 6 voor de dekbladdelen, een verzamelinrichting 7 voor 8104738 * d* ' 6 omrolde sigarenwikkels en een opslag 8, voor het plaatsen van de sigarenwikkels.
Het rolnest 2 wordt door drie in dezelfde richting aangedreven rollen 12, 13 en 16 gevormd, waarbij de rollen 12, 13 via steunliggers 5 14 op vaste steuntappen 15 worden vastgehouden en zoals bij planeetdra- gers door een groot zonnewiel 36 worden gedraaid. De rol 16 wordt door een niet nader weergegeven aandrijving in een draairichting met gelijke snelheid gebracht. De rollen 12 en 13 liggen ongeveer in hetzelfde horizontale vlak en liggen met een tussenafstand Z tegenover elkaar.
10 De mantel 17 van de rol 16 is in omtreksrichting in twee even lange delen 17b (rolvlakken) verdeeld, waarvan in elk een verder opper-vlakdeel 17a aanwezig is. Zoals uit figuur 1 duidelijk blijkt ligt op het oppervlakdeel 17a een dekbladdeel 10, zodat dit oppervlakdeel 17a als eerste toevoerinrichting moet worden beschouwd. Het oppervlakver-15 schil in omtreksrichting gezien - dat in draairichting van de rol (linksom) achter het oppervlakdeel 17a achterblijft is een rolvlak dat wordt gebruikt voor het omrollen. Achter elk rolvlak respectievelijk het oppervlakdeel 17b is een ongeveer evenwijdig met de langsrichting van het rolnest 2 verlopende groef 24 in de mantel 17 gevormd. Zoals 20 uit figuur 2 blijkt bezit de groef 24 ongeveer een diepte, die overeenkomt met de diameter van een wikkel 9. De in draairichting voorste be-grenzingswand van de groef 24 is als scheef terugwijkende rand 33 uitgevoerd, terwijl de achterliggende begrenzingswand 32 overhangt. De groef is als afgeronde uitkeling uitgevoerd. Hoewel de rol 16 in figuur 25 1 slechts met twee oppervlakdelen 17b en twee rollen 24 is uitgevoerd, kan bij overeenkomstig groot gedimensioneerde rol 16 ook een groter aantal van dergelijke delen op de mantel aangebracht worden. De rol 16 is hol. Zijn binnenruimte 18 wordt door een vertikaal staande schei-dingwand 19, die in een in ongeveer door het midden van het rolnest 30 gaand diametervlak ligt, in twee helften 18a en 18b verdeeld. De helft 18b wordt door een afdekking met zuigleiding 20 naar buiten toe afgesloten waarbij de zuigleiding op een onderdrukbron is aangesloten. Op deze wijze staat de helft 18b onder onderdruk. In de andere helft 18a is een drukluchtmondstuk 21 aanwezig, bij voorkeur een monstuk met bre-35 de sleuf, die zich over de gehele lengte, van de rol 16 uitstrekt, en op een drukleiding 22 is aangesloten. Het drukluchtmondstuk 21 is zo gericht dat de druklucht ongeveer in de richting naar het midden van het rolnest 2 kan worden uitgeblazen,
De mantel 17 van de rol 16 is van ongeveer radiaal verlopende ka-40 nalen 23 voorzien, die de mantel lucht doorlatend maken. Uit de figuren 8104738 «. -i- * 7 2 en 3 is de plaatsing van de kanalen 23 duidelijker aangegeven.
De tweede toevoerinrichting 3 voor de wikkels 9 bestaat uit een boven het rolnest 2- aangebrachte wals 25, die in het weergegeven uit-voeringsvoorbeeld vier gelijkmatig over de omtrek verdeelde naar buiten 5 toe open groeven 26 bezit. De groeven 26 hebben ongeveer een dwarsdoorsnede, die overeenkomt met de dwarsdoorsnede van de wikkel 9. Bijna de halve omtrek van de wals 25 wordt door een dicht daarbij aangebrachte afdekking 27 afgedekt, die zich in draairichting van de wals 25 (linksom) tot nabij de tussenspleet Z van het rolnest 2 uitstrekt.
10 In het lijmstation 5 is een eerste wals 28 draaibaar aangebracht, die een verhoogd omtreksdeel 29 bezit, die wat betreft zijn boogafme-ting overeenkomt met de lengte van een dekbladdeel 10. De wals 28 werkt met een lijmopbrengwals 30 samen, die in een lijmhouder 31 draaibaar is.
15 De sigarenverzamelaar 7 bestaat bijvoorbeeld uit een V-vormige transportband of een transportgoot 32. Deze is tussen het rolnest 2 en de plaatsingsinrichting 4 aangebracht. De plaatsingsinrlchting 4 voor de dekbladdelen kan hetzij door het geperforeerde oppervlak 4a van een toevoertrommel met onderdruk of door een transportband 4b worden ge-20 vormd.
De inrichting werkt als volgt:
In figuur 1 is in het rolnest 2 reeds de wikkel 9 geplaatst, die uit de lege groef 26 naar beneden is gevallen, waarbij tevoren de rol 13 (figuur 3) tegen het zonnewiel 36 aanliggend naar rechts verplaatst 25 tot de tussenspleet Z tot de afmeting Z1 is vergroot en de wikkel 9 kan passeren (pijl 35). Door de draaibeweging van de rollen 12 en 13 en van de rol 16 wordt de wikkel in draaiing gebracht. Op het omtreksdeel 17a is tevoren door de plaatsingsinrichting 4 een dekbladdeel 10 geplaatst, waarbij de onderdruk in de helft 18b voor het vasthouden van het dek-30 bladdeel gezorgd heeft. Bij zijn passeren langs de wals 28 verkrijgt het dekbladdeel 10 een lijmlaag. Zodra het in draairichting van de rol 16 voorste einde van het dekbladdeel 10 over de scheidingswand 19 uittreedt vervalt de onderdruk. In het bijzonder werkt dan de straal uit het drukluchtmondstuk 21 die het voorste einde van het deel 10 op de 35 wikkel 9 drukt. Bij verdere draaiing wordt de wikkel 9 met het dekbladdeel 10 omrolt. In de in draairichting van de rol 16 voor het rolnest 2 liggende sleuf 24 wordt een reeds omrolde wikkel respectievelijk een omrolde sigaar 11 afgevoerd die bij verdere draaiing automatisch uit de groef 24 treedt en in de verzamelinrichting 7 valt. De groef 24 is dan 40 vrij, zoals blijkt aan de hand van de in figuur 1 onderste rol 24. Uit 8104738 8 de voorraadruimte 8 die door een scheef naar beneden hellende baan wordt gevormd, rollen wikkels 9 steeds automatisch in een van de voorbij lopende groeven 26. De afdekking 27 zorgt bij de verdere draaiing van de wals 25 ervoor dat de in de groeven 26 liggende wikkels steeds 5 eerst dan in het rolnest 2 kunnen vallen, als de overeenkomstige gleuf 26 zich in het gebied van de tussenspleet Z bevindt.
Uit figuur 2 blijkt hoe de wikkel 9 reeds volledig met het dek-bladdeel 10 is omrold. De vrije groef 24 nadert reeds het rolnest, terwijl de met een nieuwe wikkel gevulde groef 26 van de wals 25 in de na-10 bijheid van de tussenspleet Z komt. Achter de lege groef 24 wordt reeds een nieuw dekbladeel 10 toegevoerd.
Op het ogenblik waarop de omrolde wikkel 11 in de vrije gleuf 24 valt, wordt de rol 13 met een steuntap 14 naar rechts bewogen zodat de tussenspleet tot de afmeting Z1 wordt geopend. Uit de ondertussen daar 15 staande groef 26 van de wals 25 valt de wikkel 9 door zijn eigen gewicht vrij tot op de mantel 17 van de rol 16 van het rolnest 2. Daarna wordt het rolnest 2 door het instellen van de tussenspleet tot zijn afmeting Z weer gesloten. Bij verdere draaiing komt dan de punt van het dekbladdeel 10 op de wikkel. Deze wordt daarop weer op de hierboven be-20 schreven wijze omrold.
In plaats van de bij de uitvoeringsvorm volgens figuren 1 tot 3 in het rolnest geïntegreerde afvoerinrichting in de vorm van gleuven 14 kan ook een bekende toevoer- en afvoerinrichting, bijvoorbeeld met zuiggrijpers worden toegepast. In plaats van de wals 25 zou ook een an-25 dere tweede toevoerinrichting voor de wikkels kunnen worden gebruikt. Van belang is slechts dat in het rolnest de eerste toevoerinrichting voor de dekbladdelen geïntegreerd is, die als bekend gevoelig zijn en moeilijk in het rolnest zijn te transporteren.
8104738

Claims (13)

1. Inrichting voor het omrollen van sigarenwikkels met op maat gesneden dekbladdelen met een uit tenminste drie in dezelfde richting aangedreven rollen bestaand rolnest, een eerste toevoerinrichting voor 5 de dekbladdelen, een tweede toevoerinrichting voor de wikkels en een afvoerinrichting voor de omrolde sigaren, met het kenmerk, dat een (16) van de rollen (12, 13, 16) ten opzichte van de andere een belangrijk grotere buitendiameter bezit, en dat op zijn mantel (17) de eerste toevoerinrichting voor de dekbladdelen (10) is gevormd.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat als af voerinrichting voor elke omrolde sigaar (11) in de mantel (17) van de rol (16) een ongeveer evenwijdig met de langsrichting van het rolnest (2) verlopende open sleuf (245) is gevormd, die zich in draairichting van de rol (16) achter het toevoerinrichting voor de dekbladdelen vor- 15 mende manteldeel (17a, 17b) bevindt.
3. Inrichting volgens een van de conclusies 1 of 2, met het kenmerk, dat de mantel (17) in twee of meer delen (17a, 17b) van gelijke booglengte is onderverdeeld waarin steeds in een rolvlak (17b) met ingebrachte toevoerinrichting (17a) voor dekbladdelen en een groef 24 is 20 voorzien.
4. Inrichting volgens een van de conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat de groef (24) in dwarsdoorsnede een achtersneden uitkeling met een met ongeveer de diameter van de wikkel (9) overeenkomstige diepte is, waarvan de ene en in draairichting van de rol (16) achter- 25 liggende begrenzingswand (32) overhangt en waarvan de andere en in draaiingsrichting voorliggende begrenzingswand als scheve rand (33) is uitgevoerd.
5. Inrichting volgens een van de conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat de rol (16) hol is uitgevoerd en zijn mantel (17) luchtdoor- 30 laatbaar, bij voorkeur geperforeerd (bij 23) is, en dat de binnenruimte (18) van de rol (16) onder onderdruk kan worden gebracht.
6. Inrichting volgens een van de conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat de cylindrische binnenruimte (18) van de rol (16) ongeveer langs een in een verlengde door het midden van het rolnest (2) gaand 35 diametervlak door een scheidingswand (19) met glijafdichtingen (34) in langsrichting is gedeeld, dat de scheidingswand (19) ten opzichte van de draaiende mantel (17) van de rol vaststaat en dat de onder de af te voeren sigaren (11) liggende helft (18a) onder overdruk en de andere helft (18b) onder onderdruk kan worden gebracht.
7. Inrichting volgens een van de conclusies 4 tot 6, met het ken- 8104738 merk, dat aan het naar het rolnest (2) toegekeerde einde van de toe-voerbaan van elk op de mantel (17) liggend dekbladdeel (10) een inrichting (21) voor het plaatsen van het dekbladdeel (10) op een in het rolnest (2) aanwezige wikkel (9) is aangebracht.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de inrich ting (21) een drukluchtmondstuk is, waarvan de uitblaasrichting uit de binnenruimte (18) van de rol door de luchtdoorlatende mantel (17) naar buiten is gericht.
9. Inrichting volgens een van de conclusies 1 tot 8, met het ken-10 merk, dat de twee rollen (12, 13) ongeveer een met de wikkeldiameter overeenkomstige diameter bezitten, terwijl de buitendiameter van de rol (16) ongeveer met het 8 tot 12voudige bij voorkeur met het lOvoudige van de wikkeldiameter overeenkomt, waarbij de rol (16) ongeveer in het midden onder de rollen (12, 13) is aangebracht.
10. Inrichting volgens een van de conclusies 1 tot 9, met het kenmerk, dat voor het aanbrengen van lijm op het vrije oppervlak van het dekbladdeel bij de rolmantel (17) een lijmopbrengelement (28) is aangebracht.
11. Inrichting volgens een van de conclusies 1 tot 9, met het 20 kenmerk, dat de rol (16) aan zijn diametraal tegenover het rolnest (2) liggende zijde een plaatsingsinrichting (4) voor dekbladdelen (10) bezit en dat zich tussen de plaatsingsinrichting (4) en het rolnest (2) een sigarenverzamelaar (7, 32) bevindt, waarin de omrolde sigaren (11) automatisch worden geplaatst.
12. Inrichting volgens een van de conclusies 1 tot 11, met het kenmerk, dat in het rolnest (2) de beide rollen (12, 13) met een tus-senspleet (Z) ongeveer in een horizontaal vlak liggen, dat ter vergroting van de tussenspleet (Z/Zl) tenminste één (13) van de rollen (12, 13. ten opzichte van de andere verplaatsbaar is, en dat boven de tus-30 senspleet (Z) de uitlaat van de tweede toevoerinrichting (25) voor de wikkels (9) is aangebracht, op zodanige wijze dat de wikkels bij grotere tussenspleet (Zl) in vrije val direct in het rolnest (2) komen.
13. Inrichting volgens een van de conclusies 1 tot 12, met het kenmerk, dat de tweede toevoerinrichting (25) een aandrijf bare wals met 35 op regelmatige afstanden in omtreksrichting verdeelde opneemgroeven (26) voor steeds een wikkel (9) is, die in een voorraadhouder (8) geplaatste wikkels (9) afzonderlijk opnemen, en dat aan de walsmantel een vaststaande afdekking (27) is toegevoegd, die direct voor de tussenspleet (Z) eindigt. 40 ************* 8104738
NL8104738A 1980-10-20 1981-10-19 Inrichting voor het omrollen van sigarenwikkels met op maat gesneden dekbladdelen. NL8104738A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE19803039531 DE3039531A1 (de) 1980-10-20 1980-10-20 Vorrichtung zum ueberrollen von zigarrenwickeln
DE3039531 1980-10-20

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8104738A true NL8104738A (nl) 1982-05-17

Family

ID=6114770

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8104738A NL8104738A (nl) 1980-10-20 1981-10-19 Inrichting voor het omrollen van sigarenwikkels met op maat gesneden dekbladdelen.

Country Status (5)

Country Link
CH (1) CH652571A5 (nl)
DE (1) DE3039531A1 (nl)
FR (1) FR2492230A1 (nl)
NL (1) NL8104738A (nl)
SE (1) SE8106149L (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0227425A1 (en) * 1985-12-19 1987-07-01 Imperial Tobacco Limited Apparatus for wrapping preformed rods of smoking material
ES2421403T3 (es) * 2009-07-07 2013-09-02 Imp Tobacco Ltd Procedimiento para envolver barras de artículos para fumar

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB396631A (en) * 1932-01-26 1933-08-10 Johan Walther Kjaer Improvements in apparatus for applying cigar, cheroot or the like wrappers
US4103692A (en) * 1977-07-21 1978-08-01 Gulf & Western Corporation Cigar wrapping machine and method

Also Published As

Publication number Publication date
FR2492230B1 (nl) 1984-11-23
SE8106149L (sv) 1982-04-21
CH652571A5 (en) 1985-11-29
DE3039531A1 (de) 1982-05-19
FR2492230A1 (fr) 1982-04-23

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3847710A (en) Apparatus for applying securing tabs to diapers, sanitary towels, compresses and similar absorbent bodies
US4856725A (en) Web winding machine and method
FI80418C (fi) Anordning och foerfarande foer utbredning av en omslagsfilm vid inveckling.
EP0315568B1 (en) Roll cutting machine
ES2295659T3 (es) Procedimiento para producir rollizos de material en banda y maquina rebobinadora que pone en practica dicho procedimiento.
EP0016066A1 (en) Packing machines
US6723033B1 (en) Method and apparatus for producing particle bearing filter rod
GB2088815A (en) Cigarette packaging machine
US3881719A (en) Sheet feeding arrangement
US3094128A (en) Mouthpiece cigarette making machine
JPS6112808B2 (nl)
US4614075A (en) Packaging machine with a supply holder for reels
US5542901A (en) Vacuum arrangement on combiner
US4603534A (en) Apparatus for wrapping articles, especially cigarette groups
US5996309A (en) Packaging machine with a rotary folding unit for manufacturing (soft) pouch-type packets for cigarettes
EP1156721B1 (en) Method and apparatus for producing particle bearing filter rod
US4848059A (en) Apparatus for packing a cylindrical stack of disk-like workpieces
JPS5924929B2 (ja) 巻き煙草の包装装置
NL8104738A (nl) Inrichting voor het omrollen van sigarenwikkels met op maat gesneden dekbladdelen.
EP0839719B1 (de) Vorrichtung zum Herstellen von Verpackungen aus dünnem Verpackungsmaterial
JP2005507252A (ja) たばこ加工産業のマルチセグメントフィルタを製造するためにフィルタセグメントのグループを被覆材料で被覆する装置とマルチセグメントフィルタ製造装置
CZ75897A3 (en) Device for preparing rolls from dough sheets and separation sheets
JP2854004B2 (ja) たばこ加工産業において棒状の物品を四列から二列に移行配列替えする方法および装置
US2237033A (en) Cigarette manufacturing machine
JPH0451408B2 (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed