NL8104327A - Werkwijze voor de bereiding van een koolwaterstofmengsel. - Google Patents

Werkwijze voor de bereiding van een koolwaterstofmengsel. Download PDF

Info

Publication number
NL8104327A
NL8104327A NL8104327A NL8104327A NL8104327A NL 8104327 A NL8104327 A NL 8104327A NL 8104327 A NL8104327 A NL 8104327A NL 8104327 A NL8104327 A NL 8104327A NL 8104327 A NL8104327 A NL 8104327A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
rct
asphalt
mixture
residue
catalytic
Prior art date
Application number
NL8104327A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Shell Int Research
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Shell Int Research filed Critical Shell Int Research
Priority to NL8104327A priority Critical patent/NL8104327A/nl
Priority to DE8282200689T priority patent/DE3279051D1/de
Priority to EP19820200689 priority patent/EP0068543B1/en
Priority to CA000404858A priority patent/CA1182770A/en
Priority to GB08218263A priority patent/GB2100748B/en
Priority to JP57109103A priority patent/JPH0631334B2/ja
Priority to FI822278A priority patent/FI78496C/fi
Priority to US06/391,891 priority patent/US4396494A/en
Priority to AU85196/82A priority patent/AU543734B2/en
Priority to AR28976882A priority patent/AR241922A1/es
Priority to MX19329682A priority patent/MX170898B/es
Publication of NL8104327A publication Critical patent/NL8104327A/nl
Priority to SG67784A priority patent/SG67784G/en

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C10PETROLEUM, GAS OR COKE INDUSTRIES; TECHNICAL GASES CONTAINING CARBON MONOXIDE; FUELS; LUBRICANTS; PEAT
    • C10GCRACKING HYDROCARBON OILS; PRODUCTION OF LIQUID HYDROCARBON MIXTURES, e.g. BY DESTRUCTIVE HYDROGENATION, OLIGOMERISATION, POLYMERISATION; RECOVERY OF HYDROCARBON OILS FROM OIL-SHALE, OIL-SAND, OR GASES; REFINING MIXTURES MAINLY CONSISTING OF HYDROCARBONS; REFORMING OF NAPHTHA; MINERAL WAXES
    • C10G45/00Refining of hydrocarbon oils using hydrogen or hydrogen-generating compounds
    • C10G45/02Refining of hydrocarbon oils using hydrogen or hydrogen-generating compounds to eliminate hetero atoms without changing the skeleton of the hydrocarbon involved and without cracking into lower boiling hydrocarbons; Hydrofinishing
    • C10G45/04Refining of hydrocarbon oils using hydrogen or hydrogen-generating compounds to eliminate hetero atoms without changing the skeleton of the hydrocarbon involved and without cracking into lower boiling hydrocarbons; Hydrofinishing characterised by the catalyst used
    • C10G45/06Refining of hydrocarbon oils using hydrogen or hydrogen-generating compounds to eliminate hetero atoms without changing the skeleton of the hydrocarbon involved and without cracking into lower boiling hydrocarbons; Hydrofinishing characterised by the catalyst used containing nickel or cobalt metal, or compounds thereof
    • C10G45/08Refining of hydrocarbon oils using hydrogen or hydrogen-generating compounds to eliminate hetero atoms without changing the skeleton of the hydrocarbon involved and without cracking into lower boiling hydrocarbons; Hydrofinishing characterised by the catalyst used containing nickel or cobalt metal, or compounds thereof in combination with chromium, molybdenum, or tungsten metals, or compounds thereof
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C10PETROLEUM, GAS OR COKE INDUSTRIES; TECHNICAL GASES CONTAINING CARBON MONOXIDE; FUELS; LUBRICANTS; PEAT
    • C10GCRACKING HYDROCARBON OILS; PRODUCTION OF LIQUID HYDROCARBON MIXTURES, e.g. BY DESTRUCTIVE HYDROGENATION, OLIGOMERISATION, POLYMERISATION; RECOVERY OF HYDROCARBON OILS FROM OIL-SHALE, OIL-SAND, OR GASES; REFINING MIXTURES MAINLY CONSISTING OF HYDROCARBONS; REFORMING OF NAPHTHA; MINERAL WAXES
    • C10G2300/00Aspects relating to hydrocarbon processing covered by groups C10G1/00 - C10G99/00
    • C10G2300/10Feedstock materials
    • C10G2300/107Atmospheric residues having a boiling point of at least about 538 °C

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Oil, Petroleum & Natural Gas (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • General Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Production Of Liquid Hydrocarbon Mixture For Refining Petroleum (AREA)

Description

K 5604 NET
WERKWIJZE VOOR DE BEREIDING VAN EEN KOOLWATERSTOFMENGSEL
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor de bereiding van een koolwaterstofmengsel met een Ramsbottom Carbon Test value (RCT) van a gew.% en een beginkookpunt van T^C.
5 De RCT is een belangrijke parameter bij de beoorde- ling van de geschiktheid van zware koolwaterstofmengsels als voeding voor katalytische conversieprocessen zoals kataly-tisch kraken, al of niet in tegenwoordigheid van waterstof, ter bereiding van lichte koolwaterstofdestillaten zoals 10 benzine en kerosine. Naarmate de voeding een hogere RCT bezit, treedt bij deze processen een snellere deactivering van de katalysator op.
Residuale koolwaterstofmengsels zoals residuen verkregen bij de destillatie van een ruwe aardolie en asfalt afge-15 scheiden bij de oplosmiddelontasfaltering van genoemde destillatieresiduen of van residuen verkregen bij de destillatie van een met waterstof behandelde residuale fractie van een ruwe aardolie bezitten als regel een te hoge RCT on als zodanig als voeding voor bovengenoemde katalytische conversie-20 processen in aanmerking te komen. Daar de RCT van residuale koolwaterstofmengsels in hoofdzaak wordt bepaald door de hoeve'elheid asfaltenen welke in de mengsels aanwezig is, kan een RCT verlaging van deze mengsels worden verkregen door het asfaltanengehalte te verlagen. Dit kan in principe op 25 twee manieren worden bereikt. Men kan een deel van de 8104327 4! ** -2- asfaltenen uit het mengsel afscheiden door oplosmiddelont-asfaltering of men kan een deel van de asfaltenen omzetten door het mengsel aan een katalytische waterstofbehandeling te onderwerpen. Voor de verlaging van de RCT van destillatie-5 residuen verdlent laatstgenoemde methode de voorkeur omdat daarbij in de eerste plaats de opbrengst aan zwaar produkt met lage RCT hoger is en verder omdat als bijprodukt een waardevol C5+ atmosferisch destillaat verkregen wordt in tegenstelling tot eerstgenoemde methode waarbij als 10 bijprodukt asfalt verkregen wordt. Met het oog op de geringe opbrengst bij toepassing van eerstgenoemde methode op asfalt, komt voor de bereiding van zwaar produkt met lage RCT uit asfalt of uit mengsels van asfalt met destillatie-residu, uitsluitend laatstgenoemde methode in aanmerking.
15 Een bezwaar van de laatstgenoemde methode is evenwel dat daarbij een ongewenste C%~ fractie ontstaat, waarvan de vorming bovendien een belangrijke bijdrage levert aan de waterstofconsumptie van het proces.
Door Aanvraagster is een onderzoek uitgevoerd intake 20 verlaging van de RCT door middel van katalytische waterstofbehandeling van mengsels van een asfalt afgescheiden bij de oplosmiddeiontasfaltering van een residu verkregen bij de destillatie van een ruwe aardolie (verder kortheids-halve in deze octrooiaanvrage aangeduid als "asfalt I") 25 met een asfalt afgescheiden bij de oplosmiddeiontasfaltering van een residu verkregen bij de destillatie van een met waterstof behandelde residuale fractie van een ruwe aardolie (verder kortheidshalve in deze octrooiaanvrage aangeduid als "asfalt II"), welke mengsels per 100 gew. delen asfalt I 30 minder dan 50 gew. delen asfalt II •bevatten. Hierbij is gevonden dat naarmate de katalytische waterstofbehandeling onder zwaardere condities wordt uitgevoerd ten einde een grotere RCT reductie te bereiken, de parameter "C4” produktie 8104327 ' i -3- per % RCT reductie" (verder kortheidshalve in deze octrooi-aanvrage aangeduid als "G"), aanvankelijk practisch constant blijft (Gc) en daarna een vrij scherpe toename vertoont.
Met het oog op de waterstofconsumptie van het proces is het 5 van belang om ervoor zorg te dragen dat de RCT reductie de waarde waarbij G » 2 x Gc niet overschrijdt. Dit betekent dat zicb in de praktijk een aantal gevallen zullen voordoen waarbij het ongewenst is om uitgaande van een mengsel van een asfalt I met een asfalt II welk mengsel per 100 gew.
10 delen asfalt I minder dan 50 gew. delen asfalt II bevat, door uitsluitend katalytische waterstofbehandeling een produkt te bereiden waaruit na afscheiding van een atmos-ferisch destillaat, een olie verkregen kan worden met een beginkookpunt van Τχο0 en een RCT van a gew.In 15 die gevallen is het niettemin mogelijk om op aantrekkelijke wi jze uit een mengsel van een asfalt I en een asfalt II, welk mengsel per 100 gew. delen asfalt I minder dan 50 gew. delen asfalt II bevat (verder kortheidshalve in deze octrooiaanvrage aangeduid als "residuaal voedingsmengsel”), 20 een olie met genoemd beginkookpunt en RCT te bereiden.
Hiertoe wordt het produkt verkregen bij de katalytische waterstofbehandeling door destillatie gescheiden in een atmosferisch destillaat en een atmosferisch residu met een beginkookpunt van Tx°C. Men kan nu op twee manieren 25 verder te werk gaan. In de eerste plaats kan men door oplosmiddelontasfaltering uit het atmosferisch residu zoveel asfalt afscheiden dat een ontasfalteerd atmosferisch residu verkregen wordt met de gewenste RCT van a gew.%. In de tweede plaats kan men het atmosferisch residu door 30 destillatie scheiden in een vacuumdestillaat en een vacuumresidu en uit het vacuumresidu door oplosmiddelontasfaltering zoveel asfalt afscheiden dat een ontasfalteerd vacuumresidu met een zodanige RCT wordt verkregen dat bij 8104327 -u- opmengen van dit ontasfalteerd vacuumresidu met het eerder afgescheiden vaeuumdestillaat, een olie verkregen wordt met de gewenste RCT van a gew.%. De meest aantrekkelijke balans tussen opbrengst aan: C4~ fractie, C5+ atmosferisch destil-5 laat, asfalt en olie met een beginkookpunt van Tj^C en een RCT van a-gew.% wordt verkregen indien.de katalytische waterstofbehandeling onder zodanige condities wordt uitge-voerd dat G ligt tussen 1,5 x Gc en 2,0 x Gc. Bij uitvoering van de katalytische waterstofbehandeling onder jq zodanige condities dat G < 1,5 x Gc wordt weliswaar een lage C4” produktie verkregen doch de opbrengst aan olie met een beginkookpunt van TiPC en een RCT van a gew.% in het combinatieproces laat te wensen over. Bij uitvoering van de katalytische waterstofbehandeling onder zodanige condities dat G > 2,0 x Gc wordt weliswaar een hoge opbrengst aan olie met een beginkookpunt van T]/C en een RCT van a gew.% in het combinatieproces verkregen, doch dit gaat gepaard met een ontoelaatbaar hoge C4" produktie.
Uit het onderzoek door Aanvraagster is gebleken dat de 2q RCT reducties bij de katalytische waterstofbehandeling van een residuaal voedingsmengsel waarbij waarden voor G worden bereikt welke overeenkomen met 1,5 x Gc en 2,0 x Gc af“ hankelijk zijn van: 1) het gewenste beginkookpunt van de te bereiden olie 25 met een RCT van a gew.% (Ti°C), 2) de RCT van asfalt I (b gew.%), 3) het gemiddelde moleculair gewicht van asfalt I (M), 4) de RCT van asfalt II (c gew.%), en 5) de asfalt II/asfalt I mengverhouding in het residuale 30 voedingsmengsel uitgedrukt in gew. delen asfalt II per 100 gew. delen asfalt I (r gew. delen), en gegeven worden door de relatie: 8104327 + i -5- RCT reductie =. x 100 a d pl>3x[188,5-32, Ixlog M-(18,6-5.36xlog M)xb]+Ulx(l-P) ^ e o_ 100+r
100 - —- , ,--“ Z
1,4-1,08χ10“3χΤι+1,4χ10“3χγ 100 waarin 100 x b p =· ----- —-» 100 x b + r x c 5 d “ de RCT van het residuale voedingsmengsel, en e =* de RCT van het atmosferisch residu met een beginkook-punt van T^°C van het met waterstof behandelde produkt.
De door Aanvraagster gevonden relatie biedt in de eerste plaats de gelegenheid om na te gaan of het met het oog op de maximaal toelaatbare waarde voor G (overeen- komende met 2,0 x Gc) mogelijk is om uitsluitend door katalytische waterstofbehandeling uitgaande van een residuaal voedingsmengsel met een mengverhouding r, waarin de asfalt I 13 een RCT van b gew.% en een gemiddeld moleculairgewicht M. bezit en de asfalt II een RCT van c gew.% bezit, een produkt te bereiden waaruit door destillatie een atmosferisch residu kan worden verkregen met een gegeven beginkookpunt van Ti°C en een gegeven RCT van a gew.%. Indien dit volgens de relatie niet mogelijk blijkt te zijn en derhalve de com-binatieroute moet worden toegepast, geeft de relatie verder aan tussen welke grenzen de RCT reductie bij de katalytische waterstofbehandeling in de combinatieroute moet worden ' gekozen om de combinatieroute optimaal te doen verlopen.
De onderhavige octrooiaanvrage heeft derhalve betrekking op een werkwijze voor de bereiding van een koolwaterstof- 8104327 * * -6- mengsel met een RCT van a gew.% en- een beginkookpunt van Ti°C, waarbij een residuaal voedingsmengsel aan een katalytische waterstofbehandeling wordt onderworpen, waarbij het verkregen produkt door destillatie wordt gescheiden in 5 een atmosferisch destillaat en een atmosferisch residu met een beginkookpunt van Ti°C, waarbij hetzij uit het atmosferisch residu door oplosmiddelontasfaltering zoveel asfalt wordt afgescheiden dat een ontasfalteerd atmosferisch residu wordt verkregen met de gewenste RCT van a gew.%» hetzij het 10 atmosferisch residu door destillatie wordt gescheiden in een vacuumdestillaat en een vacuumresidu, uit welk vacuumresidu door oplosmiddelontasfaltering zoveel asfalt wordt afgescheiden dat een ontasfalteerd vacuumresidu verkregen wordt met een zodanige RCT dat daaruit door opmengen met 15 het vacuumdestillaat een mengsel met de gewenste RCT van a gew.% verkregen wordt en waarbij de katalytische waterstofbehandeling onder zodanige condities wordt uitgevoerd dat daarbij voldaan wordt aan bovenstaande relatie.
Bij de werkwijze volgens de uitvinding dienen de 20 RCT (b) van de als voedingscomponent toegepaste asfalt X, de RCT (c) van de als voedingscomponent toegepaste asfalt II, de RCT (a) van het te bereiden koolwaterstofmengsel en de RCT (e) van het atmosferisch residu met een beginkookpunt van TieC van het met waterstof behandelde produkt, bekend 25 te zijn. Indien het te bereiden koolwaterstofmengsel een mengsel is van een vacuumdestillaat en een ontasfalteerd vacuumresidu, dienen bovendien de RCT's van de beide com-ponenten van het mengsel alsmede de RCT van het vacuumresidu dat werd ontasfalteerd, bekend te zijn. Wat betreft 30 de wijze waarop de RCT's van de verschillende koolwaterstof-mengsels worden bepaald, kunnen de volgende drie gevallen worden onderscheiden.
a) Het te onderzoeken koolwaterstofmengsel heeft een 8104327 1 * -7- dermate hoge viscositeit dat uitvoering van de RCT bepaling volgens ASTM methode D 524 niet mogelijk is·
In dit geval wordt van het mengsel de CCT (Conradson Carbon Test value) bepaald volgens ASTM-methode D 189 5 en wordt de RCT uit de CCT berekend volgens de formule: RCT » 0,649 x (CCT)1»144 b) Het te onderzoeken koolwaterstofraengsel heeft welis-waar een zodan’ige viscositeit dat RCT bepaling volgens ASTM methode D 524 mogelijk is, doch deze methode 10 levert een waarde voor de RCT welke ligt boven 20,0 gew.%.
In dit geval wordt evenals vermeld onder a), de CCT van het mengsel bepaald volgens ASTM methode D 189 en wordt de RCT berekend uit de CCT volgens de onder a) vermelde formule.
15 c) Het te onderzoeken koolwaterstofmengsel heeft een zodanige viscositeit dat RCT bepaling volgens ASTM methode D 524 mogelijk is en deze methode levert een waarde voor de RCT welke niet meer dan 20,0 gew.% bedraagt. In dit geval geldt de aldus gevonden waarde 20 als de RCT van het betreffende mengsel.
In de praktijk zal men veelal voor de bepaling van de RCT van vacuumdestillaten, atmosferische residuen, ontasfalteerde destillatieresiduen en mengsels van vacuum destillaten en ontasfalteerde destillatieresiduen, kunnen 25 volstaan met de directe methode zoals beschreven onder c).
Bij de bepaling van de RCT van vacuumresiduen vinden zowel de directe methode zoals beschreven onder c) als de indirecte methode zoals beschreven onder b) toepassing. Bij de bepaling van de RCT van asfalt komt veelal alleen de indirecte 30 methode zoals beschreven onder a) in aanmerking.
Bij de werkwijze volgens de uitvinding dient het ge-middelde moleculair gewicht (M) van de als voedingscom-ponent toegepaste asfalt I bekend te zijn. Dit gemiddelde 8104327 Λ * -^8- moleculair gewicht (aantal gemiddelde) dient te worden bepaald volgens ASTM methode D3592-77 onder gebruikmaking van tolueen als oplosmiddel.
De werkwijze volgens de uitvinding is een twee-staps-5 proces waarbij verlaging van de RCT wordt bereikt door verlaging van het asfaltenengehalte. In de eerste stap van het proces wordt het asfaltenengehalte verlaagd door een deel van de asfaltenen te converteren door middel van een katalytische waterstofbehandeling. In de tweede 10 stap van het proces wordt het asfaltenengehalte verlaagd door een deel van de asfaltenen af te scheiden door middel van oplosmiddelontasfaltering.
Residuale voedingsmengsels bevatten als regel een aanzienlijke hoeveelheid metalen, vooral vanadium en 15 nikkel. Indien deze residuale voedingsmengsels aan een katalytische behandeling worden onderworpen, bijvoorbeeld een katalytische waterstofbehandeling ter verlaging van de RCT zoals bij de werkwijze volgens de uitvinding, zetten deze metalen zich af op de RCT reductiekatalysator en 20 verkorten daardoor de levensduur. Met het oog hierop verdient het voorkeur om residuale voedingsmengsels met een vanadium + nikkelgehalte van meer dan 50 gdpm, aan een ontmetallisering te onderwerpen alvorens deze met de RCT reductiekatalysator in contact te brengen. Deze 25 ontmetallisering kan zeer geschikt plaats vinden door het residuale voedingsmengsel in tegenwoordigheid van waterstof in contact te brengen met een katalysator welke voor meer dan 80 gew.% uit silica bestaat. Zowel katalysatoren welke volledig uit silica bestaan, als katalysatoren welke 30 een of meer metalen met hydrogenerende activiteit bevatten, in het bijzonder' een combinatie van nikkel en vanadium, op een in hoofdzaak uit silica bestaande drager, komen voor dit doel in aanmerking. Zeer geschikte ontmetalliseringskata- 8104327 < -9- lysatoren zijn die welke aan bepaalde gegeven eisen met betrekking tot hun porositeit en deeltjesgrootte voldoen en welke zijn beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage No.7309387. Indien bij de werkwijze volgens de uitvinding 5 een katalytische ontmetallisering in tegenwoordigheid van waterstof wordt toegepast op bet residuale voedingsmengsel kan deze ontmetallisering in een afzonderlijke reactor worden uitgevoerd. Daar de katalytische ontmetallisering en de katalytische RCT reductie onder dezelfde condities kunnen worden uitgevoerd, kan men ook zeer geschikt beide processen in dezelfde reactor uitvoeren welke achtereenvolgens een bed van de ontmetalliseringskatalysator en een bed van de RCT reductiekatalysator bevat.
Opgemerkt dient te worden dat bij de katalytische j5 ontmetallisering, naast verlaging van het metaalgehalte, enige verlaging van de RCT optreedt. Hetzelfde geldt voor de katalytische RCT verlaging waarbij, naast verlaging van de RCT, enige verlaging van het metaalgehalte plaatsvindt.
Voor toepassing van de relatie waarop de onderhavige uit-20 vinding is gebaseerd, geldt dat onder RCT verlaging dient te worden verstaan de totale RCT verlaging welke optreedt bij de katalytische waterstofbehandeling (d.w.z. inclusief die welke optreedt bij een eventueel uit te voeren katalytische ontmetallisering).
25 Geschikte katalysatoren voor het uitvoeren van de katalytische RCT verlaging zijn die welke ten minste een metaal gekozen uit de groep gevormd door nikkel en cobalt en bovendien ten minste een metaal gekozen uit de groep gevormd door molybdeen en wolfraam op een drager bevatten, welke 30 drager voor meer dan 40 gew.% uit alumina bestaat. Zeer geschikte RCT reductiekatalysatoren zijn die welke de metaalcombinatie nikkel/molybdeen of cobalt/molybdeen op alumina als drager bevatten.
8104327 -10-
De katalytische RCT verlaging wordt bij voorkeur uitgevoerd bij een temperatuur van 300 - 500°C, een druk van 50 - 300 bar, een ruiratelijke doorvoersnelheid van 0,02 - 10 g.g*"^.uur”^ en een H2/voeding verhouding 5 van 100 - 5000 Nl/kg. Bijzondere voorkeur bestaat voor het uitvoeren van de katalytische RCT verlaging bij een temperatuur van 350 - 450eC, een druk van 75 - 200 bar, een ruimtelijke doorvoersnelheid van 0,1-2 g.g“l.uur“* een een H2/voeding verhouding van 500 - 2000 Nl/kg.
Ten aanzien van de condities welke bij een eventueel uit te voeren katalytische ontmetallisering in tegenwoordigheid van waterstof worden toegepast, geldt dezelfde voorkeur als hierboven aangegeven voor de katalytische RCT verlaging. ' De gewenste RCT verlaging in de eerste stap van de 15 werkwijze volgens de uitvinding kan bijvoorbeeld worden bereikt door toepassing van de bij die RCT verlaging behorende ruimtelijke doorvoersnelheid (of temperatuur) welke wordt afgelezen uit een grafiek welke is samengesteld aan de hand van een aantal verkennende katalytische water-20 stofbehandelingsexperimenten met het residuale voedings-mengsel uitgevoerd bij verschillende ruimtelijke doorvoer-snelheden (of temperaturen) en waarin de bereikte RCT verlagingen zijn uitgezet tegen de toegepaste ruimtelijke doorvoersnelheden (of temperaturen). Afgezien van de ruimte-25 lijke doorvoersnelheid of temperatuur welke variabel is, worden de overige condities bij de verkennende experimenten constant gehouden en gelijk gekozen aan die welke bij toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding in de praktijk zullen worden gebruikt.
30 . De tweede stap van de werkwijze volgens de uitvinding is een oplosmiddelontasfaltering toegepast op een destil-latieresidu van het met waterstof behandelde produkt uit de eerste stap. Als destillatieresidu waarop de oplosmiddelont- 8104327 -11- asfaitering wordt uitgevoerd kan zowel een atmosferisch residu als een vacuumresidu van het met waterstof behandelde produkt worden toegepast. Bij voorkeur past men voor dit doel een vacuumresidu van het met waterstof behandelde 5 produkt toe. Geschikte oplosmiddelen voor het uitvoeren van de oplosmiddelontasfaltering zijn paraffinische kool-waterstoffen met 3-6 koolstofatomen per molecule zoals n-butaan en mengsels daarvan zoals mengsels van propaan met n-butaan en mengsels van n-butaan met n-pentaan. Geschikte 10 oplosmiddel/olie gewichtsverhoudingen liggen tussen 7:1 en 1:1 en in het bijzonder tussen 4:1 en 2:1. De opl'osmiddelont-asfaltering wordt bij voorkeur uitgevoerd bij een druk tussen 20 en 100 bar. Bij gebruik van n-butaan als oplos-middel wordt de ontasfaltering bij voorkeur uitgevoerd bij 15 een druk van 35 - 45 bar en een temperatuur van 100 -150°C.
Indien de RCT verlaging in de tweede stap van de werk-wijze volgens de uitvinding plaats vindt door oplosmiddelontasfaltering van een atmosferisch residu, kan de gewenste RCT 20 van het ontasfalteerd atmosferisch residu bijvoorbeeld worden bereikt, door toepassing van de bij die RCT behorende ontasfalteringstemperatuur welke kan worden afgelezen uit een grafiek welke is samengesteld aan de hand van een aantal verkennende ontasfalteringsexperimenten met het atmosferisch 25 residu uitgevoerd bij verschillende temperaturen en waarin de RCT's van de verkregen ontasfalteerde atmosferische residuen zijn uitgezet tegen de toegepaste temperaturen. Afgezien van de temperatuur welke variabel is, worden de overige condities bij de verkennende experimenten constant 30 gehouden en gelijk gekozen aan die welke bij toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding in de praktijk zullen worden gebruikt.
Indien de RCT verlaging in de tweede stap van de 8104327 -12- werkwijze volgens de uitvinding plaats vindt door oplos-middelontasfaltering van een vacuumresidu, waarna het ontasfalteerde vacuumresidu wordt opgemengd met het eerder afgescheiden vacuumdestillaat, dienen de RCT van het 5 ontasfalteerde vacuumresidu alsmede de hoeveelheid daarvan als volgt te worden afgesteld op de hoeveelheid en RCT van het vacuumdestillaat· Indien een gegeven hoeveelheid vacuumdestillaat (VD) van A gew. delen met een gegeven RCTvd beschikbaar is, dan zullen om door mengen daarvan 10 met ontasfalteerd vacuumresidu (OVR) een mengsel M met gegeven RC% te verkrijgen, B gew. delen ontasfalteerd vacuumresidu bereid moeten worden met RCTqvr zodanig dat voldaan wordt aan de relatie: A x RCTyj) + B x RCTqvr 22 ————— RCTm ,
A + B
of anders uitgedrukt A(RCTM-RCTvp) == B(RCT0VR-RCTm) ♦
In bovenstaande vergelijking is het linker lid bekend. Bovendien is in het rechter lid RCT^ bekend· Aan de 20 hand van een aantal verkennende ontasfalteringexperimenten uitgevoerd met het vacuumresidu bijvoorbeeld bij ver-schillende temperaturen, kan een grafiek worden samengesteld waarin de term B(RCTqvr"RC%) is uitgezet tegen de toegepaste temperatuur. De temperatuur welke bij de ont-25 asfaltering in de tweede stap van de werkwijze volgens de uitvinding dient te worden toegepast kan worden afgelezen uit deze grafiek. Dit is namelijk de temperatuur waarbij de term B(RCTqvr~RC%) de gegeven waarde A(RCT^-RCTyd) bezit. Afgezien van de temperatuur welke variabel is, worden 30 de overige condities bij de verkennende ontasfalteringsexpe-rimenten constant gehouden en gelijk gekozen aan die welke bij toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding 8104327 -13- in de praktijk zullen worden gebruikt.
Naast de RCT is ook het metaalgehalte een belangrijke parameter bij de beoordeling van de geschiktheid van zware koolwaterstofolien als voeding voor katalytische 5 conversieprocessen, al of niet in tegenwoordigheid van waterstof, ter bereiding van lichte koolwaterstofdestil-laten zoals benzine en kerosine. Naarmate de voeding een hoger metaalgehalte bezit, treedt bij deze processen een snellere deactivering van de katalysator op. Residuale 10 voedingsmengsels bezitten als regel naast een te hoge RCT, ook een te hoog metaalgehalte om als zodanig als voeding voor bovengenoemde katalytische conversieprocessen in aanmerking te komen. Bij de werkwijze volgens de uit-vinding wordt als produkt een ontasfalteerd atmosferisch 15 residu of een mengsel van een vacuumdestillaat en een ontasfalteerd vacuumresidu verkregen, welk produkt naast een lage RCT, een zeer laag metaalgehalte bezit. Dit wordt in belangrijke mate veroorzaakt doordat het metaalhoudende destillatieresidu dat aan de oplosmiddelontasfaltering wordt 20 onderworpen een katalytische waterstofbehandeling heeft ondergaan. Oplosmiddelontasfaltering van dergelijke metaalhoudende residuen vertoont namelijk een zeer hoge selec-tiviteit voor metaalverwijdering.
De bij de werkwijze volgens de uitvinding als component 25 voor de voeding voor de eerste stap toegepaste asfalt II dient te zijn afgescheiden bij de oplosmiddelontasfaltering van een residu verkregen bij de destillatie van een met waterstof behandelde residuale fractie van een ruwe aardolie. Voorbeelden van genoemde residua-le fracties 30 zijn atmosferische- en vacuumresiduen verkregen bij de destillatie van een ruwe aardolie en asfalt afgescheiden bij de oplosmiddelontasfaltering van deze residuen. Een zeer aantrekkelijke uitvoeringsvorm van de werkwijze 8104327 -1U- volgens de uitvinding is die waarbij als asfalt II welke wordt toegepast als component voor de voeding voor de eerste stap, gebruik wordt gemaakt van de asfalt welke wordt verkregen bij de. oplosmiddelontasfaltering in de 5 tweede stap. Voor het vaststellen van de condities waarbij de gewenste RCT verlaging in de eerste stap van de werkwijze wordt bereikt bij toepassing van asfaltrecirculatie kan men als volgt te werk gaan. Aan de hand van da gevonden relatie wordt vastgesteld welke RCT reductie bij de katalytische 10 waterstofbehandeling moet worden toegepast om het combinatie-proces optimaal te bedrijven bij gebruik van uitsluitend asfalt I als voeding. Aan de hand van een aantal verkennende katalytische waterstofbehandelingsexperimenten met asfalt I als voeding wordt vastgesteld welke ruimtelijke doorvoersnel-15 heid daartoe moet worden toegepast. Onder gebruikmaking van deze ruimtelijke doorvoersnelheid wordt in het combinatie-proees een olie bereid met de gewenste RCT van a gew.% en het gewenste beginkookpunt van T^°C en wordt als bijprodukt een asfalt (asfalt A) verkregen. Vervolgens wordt aan de 20 hand van de gevonden relatie vastgesteld welke RCT reductie bij de katalytische waterstofbehandeling moet worden toegepast om het combinatieproces optimaal te bedrijven bij gebruik van een mengsel van asfalt I en asfalt A met de gewenste verhouding r als voeding. Aan de hand van een 25 aantal verkennende katalytische waterstofbehandelingsexperi-menten met het mengsel van asfalt I en asfalt A als voeding wordt vastgesteld welke ruimtelijke doorvoersnelheid daartoe moet worden toegepast. Onder gebruikmaking van deze ruimtelijke doorvoersnelheid in het combinatieproces wordt een 30 olie bereid met de gewenste RCT van a gew.% en het gewenste beginkookpunt van Tj°C en wordt als bijprodukt een asfalt (asfalt B) verkregen. Een en ander wordt eventueel nog een of meerdere malen herhaald, telkens onder toepassing van de • 8104327 -15- afgescheiden asfalt uit een vorige experimentserie als mengcomponent voor asfalt I (blj constante r) in een volgende experimentserie, totdat het moment is aangebroken dat twee opeenvolgende experimentseries een afgescheiden asfalt 5 leveren met nagenoeg dezelfde RCT. De ruimtelijke doorvoer-snelheid voor praktische toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding onder gebruikmaking van asfaltrecirculatie is hiermede vastgesteld* Als regel zijn een twee- of drietal experimentseries voldoende voor het bereiken van de statio-XO naire toestand.
De uitvinding wordt thans toegelicht aan de hand van het volgende voorbeeld.
Voorbeeld
Bij het eerste deel van het onderzoek werd een residuaal 15 voedingsmengsel AB toegepast dat was verkregen door mengen van 1Q0 gew. delen van een asfalt A met 35 gew. delen van een asfalt B. Asfalt A was afgescheiden bij de oplosmiddel-ontasfaltering met propaan van een vacuumresidu van een ruwe aardolie. Asfalt A had een RCT van 25,4 gew.% (berekend uit 20 de volgens ASTM methode D 189 bepaalde CCT), een vanadium + nikkelgehalte van 250 gdpm en een gemiddelde moleculair gewicht van 1400. Asfalt B was afgescheiden bij de oplos-middelontasfaltering met butaan van een vacuumresidu verkregen bij de destillatie van een met waterstof behandelde 25 asfalt, welke laatstgenoemde asfalt was afgescheiden bij de oplosmiddelontasfaltering van een vacuumresidu van een ruwe aardolie. Asfalt B had een RCT van 40 gew.% (berekend uit de volgens ASTM methode D 189 bepaalde CCT) een vanadium + nikkelgehalte van 125 gdpm.
30 Ten aanzien van de vraag in hoeverre het mogelijk is om, met het oog op de maximaal toelaatbare waarde voor G, uitgaande van het residuale voedingsmengsel AB door uit-sluitend katalytische waterstofbehandeling, een produkt te 8104327 -16- bereiden waaruit door destillatie een atmosferisch residu verkregen kan worden met een beginkookpunt van 370°C en een lagere RCT dan die van het residuale voedingsmengsel AB leert toepassing van de gevonden relatie in de vorm: 5 K 55 ^max (waarin Fmax de maximale waarde van het rechter lid van de relatie voorstelt), bij substitutie van b-25,4, c-40, ra35, Ti=370 en Ms1400, dat dit zonder bezwaar mogelijk is, zolang het te bereiden atmosferisch residu met een beginkook-10 punt van 370°C, een RCT (e) bezit van raeer dan 14,4 gew.%.
Dit betekent dus bijvoorbeeld, dat voor de bereiding van een atmosferisch residu met een beginkookpunt van 370°C en een RCT (e) van 18 gew.%, uitgaande van het residuale voedingsmengsel AB, volstaan kan worden met uitsluitend een kata-15 lytische waterstofbehandeling.
Indian men echter uit het residuale voedingsmengsel AB een olie wenst te bereiden met een beginkookpunt van 370°C en een RCT van 3,0 gew.%, kan met het oog op de maximaal toelaatbare waarde voor G niet volstaan worden met uit-20 sluitend katalytische waterstofbehandeling. Men dient dan naast de katalytische waterstofbehandeling een oplosmiddelont-asfaltering toe te passen. Toepassing van de gevonden relatie in de vorm: maximale RCT reductie s Fmax, en 25 minimale RCT reductie = Fmin (waarin Fmax en Fmin de maximale resp. minimale waarde van het rechter lid van de relatie voorstellen), leert, bij substitutie van ba25,4, ca40, r=35, Ti=370 en M=1400, dat voor het optimaal bedrijven van het combinatieproces moet 30 worden zorg gedragen voor een RCT reductie bij de katalytische waterstofbehandeling tussen 36,7 en 50,7%.
Ter bereiding van atmosferische residuen met een beginkookpunt van 370°C en verschillende RCT's (e) werd het 8104327 -17- residuale voedingsmengsel AB in ean elftal experimen-ten aan een katalytische waterstofbehandeling onderworpen.
De experimenten werden uitgevoerd in een reactor van 1000 ml waarin zich twee vaste katalysatorbedden bevonden 5 met een totaalvolume van 600 ml. Het eerste katalysatorbed bestond uit een Ni/V/Si02 katalysator welke 0,5 gew. delen nikkel en 2,0 gew.delen vanadium per 100 gew.delen silica bevatte. Het tweede katalysatorbed bestond uit een C0/M0/AI2O3 katalysator welke 4 gew.delen cobalt 10 en 12 gew.delen molybdeen per 100 gew.delen alumina bevatte.
De gewichtsverhouding tussen de Ni/V/Si02 en C0/M0/AI2O3 kata-lysatoren bedroeg 1:2. Alle experimenten werden uitgevoerd bij een temperatuur van 385eC, en druk van 150 bar en een H2/olie verhouding van 1000 Nl/kg. Bij de experimenten 15 werden verschillende ruimtelijke doorvoersnelheden toegepast. De resultaten van de experimenten 1-10 zijn weergegeven in tabel A. De opgegeven waarden hebben betrekking op waar-nemingen uitgevoerd op run uur 430.
In de tabel is voor elk experiment opgegeven de toege-20 paste ruimtelijke doorvoersnelheid, de bereikte RCT reductie (—x 100) en de daarbij behorende ¢4- produktie (berekend in gew.% op voeding). De experimenten 1-10 werden twee aan twee uitgevoerd waarbij telkens tussen twee experimenten een zodanig verschil in ruimtelijke doorvoersnelheid 25 werd toegepast dat een verschil in RCT reductie van circa 1,0% werd bereikt. In de tabel is verder voor elke twee bij elkaar behorende experimenten de C4” produktie per % RCT reductie (G) opgegeven.
8104327 3^ -18- S in on on sr n <u cm n cn <r ^ ω o.oooo MM** * ., 0.0 o o o 0
M
0
•H
JJ
JH _ ^ _ 3 ^ vD>jD00CT\<rOr^CN ιΛΟ
Ό · CM^fsOCOCrioncMvOCrivO
05 NOS'i^tceoN'^vfNon
5,,,1(1) Μ M M M M Μ Μ Μ Λ M
¢, M 0-0 0 0.0 O f-» —i CM 04 sr u
3>S
M
OJ
•H
4-1
<jo Ni-tvfi^-on-itinonvOLO
J) **********
Γ-Ι Τ3 Oi-lO'-tvDr^.O'-tiOO
(Udj —4—(CMeMoncominoo J2. m c8
H H
q
Pi
M
o 0 T) * -3 φ ·Η —4 ji <υ i ·<—> JS u „
•H rH 3 04 CO CN O Nf <N 04 CO >-H O
tH<u3 cm i-h >«o o on on —i ·—i ·—i —i Φ (3 ( * Λ * * * *> Λ * M *
CO rH rH r-H ^D ^D CD CD C? Ο O
SMI rl 41 M 3 O .
Pi. > 60 o z 4-1 3 0) ....- g
•H f-icNon-cf'invop^ooCT'O
M -4 3 a 3 8104327 -19-
Experiment 11 werd uitgevoerd bij—een ruimtelijke door-voersnelheid van 0,25 g.g”^.uur“^·. De RCT reductie bedroeg 43,5% en de 04“ produktie 1,15 gew.%.
Van de experimenten 1-11 zijn alleen de experimenten 5 6, 7 en 11 experimenten volgens de uitvinding. De overige experimenten vallen buiten het kader van de uitvinding.
Zij zijn ter vergelijking in de octrooiaanvrage opgenomen.
* Zoals uit tabel A blijkt is G bij de experimenten 1-2 en 3-4, waarbij RCT reducties werden bereikt van resp. omstreeks 10 11 en 21%, nagenoeg constant (Gc). Bij de experimenten 5-6 en 7-8 waarbij RCT reducties werden bereikt van resp. omstreeks 37 en 51% bedroeg G resp. omstreeks 1,5 x Gc en 2,0 Gc.
Bij de experimenten 9-10 waarbij RCT reducties werden bereikt van omstreeks 66% was G groter dan 3 x Gc.
15 Bij vergelijking van de experimenten 6 en 9 blijkt dat door verlaging van de ruimtelijke doorvoersnelheid van 0,32 naar 0,11 g.g”^.uur“^ bij een constante temperatuur van 385°C, een verhoging van de RCT reductie optreedt van 37 naar 66% en een toename van de C4“ produktie 20 van 0,93 naar 2,30 gew.%. Ter vergelijking met experiment 6 werd nog een experiment 12 uitgevoerd waarbij een verhoging van de RCT reductie van 37 naar 66% werd gerealiseerd door verhoging van de temperatuur van 385 naar 420°C bij een constante ruimtelijke doorvoersnelheid van 0,32 g.g”^.uur“*. Bij 25 experiment 12 bedroeg de C4" produktie 4,06 gew.% (i.p.v.
2,30 gew.% zoals bij experiment 9).
De produkten verkregen bij de katalytische waterstofbe-handeling uitgevoerd volgens de experimenten 4, 9 en 11 werden in een drietal experimenten (resp. de experimenten 30 13, 14 en 15) door achtereenvolgende atmosferische- en vacuum- destillatie gescheiden in een C4" fractie, een H2S + NH3 fractie, een C5 - 370°C atmosferisch destillaat, een 370 - 520°C vacuumdestillaat en een 520°C+ vacuumresidu.
8104327 -20-
De vacuumresiduen warden bij een druk van 40 bar en een oplosmiddel/olie gewichtsverhouding van 3:1 ontasfalteerd met n-butaan en de verkregen ontasfalteerde vacuumresiduen werden opgemengd met de bijbehorende vacuumdestillaten. De 5 resultaten van deze experimenten (waarvan alleen experiment 15 een experiment volgens de uitvinding is) zijn vermeld in tabel B.
8104327 -21-
Tabel B
Experiment No. 13 14 15
Met Hg behandelde produkt afkomstig uit experiment No. 4 9 11
Destillatie
Opbrengst aan produkten betrokken op 100 gew.delen van bet residuale voedingsmengsel AB, gew.delen C4" 0,5 2,3 1,1 H2S+NH3 2,0 4,2 3,5 C5 - 370’C 9,1 14,7 13,2 370-520eC (vacuumdestillaat) 18,2 24,2 22,7 520*C+' (vacuumresidu) 71,2 57,6 61,3 RCT van het vacuumdestillaat, gew.% 0,3 0,3 0,3 RCT van het vacuumresidu gew.% 28,7 14,1 22,5
Oncasfaltering
Temperatuur, aC 131 130 128
Opbrengst aan ontasfalteerd vacuumresidu, gew.delen 29,4 38,4 34,0
Opbrengst aan asralt, gew.delen 41,8 19,2 27,3 RCT van het ontasfalteerd vacuumresidu, gew.S 4,7 4,7 4,8
Menging
Opbrengst aan mengsel van vacuumdestillaat en ontasfalteerd vacuumresidu, gew.delen 47,6 62,6 56,7
Beginkookpunt van het mengsel, aC 370 370 370 RCT van het mengsel, gew.Z 3,0 3,0 3,0 8104327 -22-
Bij het tweede deel van het onderzoek werden een tweetal experimenten (experimenten 16 en 17) uitgevoerd ter bereiding van een olie met een beginkookpunt van 370°C en een RCT van 3,0 gew.%. Bij de experimenten werden twee 5 verschillende residuale voedingen aan een katalytische waterstofbehandeling onderworpen. De experimenten werden uitgevoerd in een reactor van 1000 ml waarin zich twee vaste katalysatorbedden bevonden met een totaalvolume van 600 ml.
De katalysatorbedden bestonden uit dezelfde Ni/V/Si02 en 10 C0/M0/AI2O3 katalysatoren welke bij de experimenten 1-12 werden toegepast. De gewichtsverhouding tussen de Ni/V/Si02 en C0/M0/AI2O3 katalysatoren bedroeg Is2. De experimenten werden uitgevoerd bij een temperatuur van 400°C, een druk van 145 bar en een H2/olie verhouding van 1000 Nl/kg. De 15 produkten van de katalytische waterstofbehandeling werden door achtereenvolgende atmosferische- en vacuumdestillatie gescheiden in een 04“ fractie, een H2S + NH3 fractie, een C5 -370°C atmosferisch destillaat, een 370-520°C vacuumdestillaat en een 520 °C*" vacuumresidu. De vacuum-20 residuen werden bij een druk van 40 bar en een oplos-middel/olie gewichtsverhouding van 3:1 ontasfalteerd met n-butaan en de verkregen ontasfalteerde vacuumresiduen werden opgemengd met de bijbehorende vacuumdestillaten. Experiment 16 25 Bij dit experiment werd als voeding asfalt A toegepast.
Toepassing van de gevonden relatie in de vorm: maximale RCT reductie = Fmax, en minimale RCT reductie = leert bij substitutie van ^25,^, c=0, r=0, Ti=370 en M=1400, 30 dat voor het optimaal bedrijven van het combinatieproces moet worden zorg gedragen voor een RCT reductie bij de katalytische waterstofbehandeling tussen 51,0 en 61,4%. Bij de katalytische waterstofbehandeling van experiment 16 werd een ruimtelijke 8104327 -23- doorvoersnelheid van 0,22 g.g“^.uur“^ toegepast en werd een RCT reductie van 56% bereikt. Bij de oplosmiddelontasfaltering van experiment 16 werd een asfalt C afgescheiden met een RCT van 36 gew.%.
5 Experiment 17
Bij dit experiment werd als voeding een residuaal voedingsmengsel AC toegepast dat was verkregen door mengen van 100 gew. delen van asfalt A met 25 gew. delen van de bij experiment 16 afgescheiden asfalt C. Toepassing van de 10 gevonden relatie in de vorm: maximale RCT reductie * Fmay, en minimale RCT reductie ** Fm^n, leert bij substitutie van b*25,4, c=36, r=25, T2*370 en M=*1400, dat voor het optimaal bedrijven van het combinatieproces 15 moet worden zorg gedragen voor een RCT reductie bij de katalytische waterstofbehandeling tussen 41,0 en 54,0%.
Bij de katalytische waterstofbehandeling van experiment 17 werd een ruimtelijke doorvoersnelheid van 0,21 g.g^.uur"·*· toegepast en werd een RCT reductie van 47,5% bereikt. Bij 20 de oplosmiddelontasfaltering werd een asfalt D afgescheiden met een RCT van 36 gew.%.
Daar de RCT van asfalt D dezelfde is als die van asfalt C is hiermede de stationaire toestand voor de recycle operatie bereikt. De resultaten van de experimenten 16 en 17 zijn 25 vermeld in tabel C.
8104327 -2U-
Tabel C
Experiment No. 16 17
Destlllatie
Opbrengst aan produkten betrokken op 100 gew.delen voeding C4“ 2,22 2,0 H2S + NH3 3,4 2,9 C5 - 370°C 17,0 14,4 37Q-52Q*C (vacuumdestillaat) 13,4 16,0 520°C+ (vacuumresidu) 61,0 66,7 RCT van het vacuumdestillaat, gew.% 0,4 0,4 RCT van het vacuumresidu gew.% 14,5 17,9
Ontasfaltering
Temperatuur, 9C 132 133
Opbrengst aan ontasfalteerd vacuumresidu, gew.delen 41,5 38,0
Opbrengst aan asfalt, gew.delen 19,5 28,7 RCT van het ontasfalteerd vacuumresidu, gew.% 4,2 4,1 RCT van de asfalt, gew.% 36 36
Menging
Opbrengst aan mengsel van vacuumdestillaat en ontasfalteerd vacuumresidu, gew.delen 59,9 54,0
Beginkookpunt van het mengsel, 9C t 370 370 RCT van het mengsel, gew.% 3,0 3,0 8104327

Claims (12)

1. Werkwijze voor de bereiding van een koolwaterstof-mengsel met een RCT van a gew.% en een beginkookpunt van Ti°C, met het kenmerk, dat een mengsel van een asfalt I verkregen bij de oplosmiddelontasfaltering van een destil-5 latieresidu van *een ruwe aardolie, welke asfalt I een RCT van b gew.% en een gemiddeld moleculair gewlcht M bezit, en een asfalt II afgescheiden bij de oplosmiddelontasfaltering van een residu verkregen bij de destillatie van een met waterstof behandelde residuale fractie van een ruwe aardolie, 10 welk asfalt II een RCT van c gew.% bezit en welk mengsel per 100 gew. delen asfalt I minder dan 50 gew. delen asfalt II bevat, ter verlaging van de RCT aan een katalytische waterstof behandeling wordt onderworpen, dat het verkregen produkt door destillatie wordt gescheiden in een atmosferisch 15 destillaat en een atmosferisch residu met een beginkookpunt van Ti°C, dat hetzij uit het atmosferisch residu door oplosmiddelontasfaltering, zoveel asfalt wordt afgescheiden dat een ontasfalteerd atmosferisch residu verkregen wordt met de gewenste RCT van a gew.%, hetzij het atmosferisch 20 residu door destillatie wordt gescheiden in een vacuumdestil-laat en een vaeuumresidu, uit welk vacuumresidu door oplosmiddelontasfaltering zoveel asfalt wordt afgescheiden dat een ontasfalteerd vacuumresidu verkregen wordt met een 8104327 t * -26- zodanige RCT dat daaruit door opmengen met het vacuum- destillaat een mengsel met de gewenste RCT van a gew.% verkregen wordt en dat de katalytische waterstofbehande-ling onder zodanige condities wordt uitgevoerd dat daarbij 5 voldaan wordt aan de relatie: RCT reductie s ^~e x 100 = d
100 P1» 8x[188, 5-32, lxlog M-(18,6-5,36xlog M)xb]+lllx(l-P) + 5 2χ 100+r 1,4-1,08xl0“3xT i+l,4xl0*“3xr “ * 100 waarin 100. b p = -—, 100. b + r x c 10 d = de RCT van het mengsel van asfalt I en asfalt II, e = de RCT van het atmosferisch residu met een beginkook-punt van TjeC van het met waterstof behandelde produkt, en r = het aantal gewichtsdelen asfalt II per 100 gew. delen 15 asfalt I in het voedingsmengsel·
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bij de eerste stap van de werkwijze als voedingscompo-nent toegepaste asfalt II, is verkregen bij de in de tweede stap van de werkwijze uitgevoerde oplosmiddelont- 20 asfaltering.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat bij de katalytische waterstofbehandeling ter verla-ging van de RCT een katalysator wordt toegepast welke ' ten minste een metaal gekozen uit de groep gevormd door 25 nikkel en cobalt en bovendien ten minste een metaal gekozen uit de groep gevormd door molybdeen en wolfraam op een drager bevat, welke drager voor meer dan 40 gew.% uit alumina bestaat. 8104327 -27-
4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat bij de katalytische waterstofbehandeling ter verlaging van de RCT een katalysator wordt toegepast welke de metaal-combinatie nikkel-molybdeen of cobalt-molybdeen op alumina 5 als drager-bevat.
5. Werkwijze volgens conclusies 3 of 4, met het kenmerk, dat het mengsel van asfalt I en asfalt II een vanadium + nikkelgehalte bezit van meer dan 50 gdpm en dat dit mengsel bij de katalytische waterstofbehandeling achtereenvolgens 10 net twee katalysatoren in contact wordt gebracht waarvan de eerste katalysator een ontmetalliseringskatalysator is welke voor meer dan 80 gew.% uit silica bestaat en de tweede katalysator een RCT reductiekatalysator zoals omschreven in de conclusies 3 of 4.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de ontmetalliseringskatalysator de metaalcombinatie nikkel-vanadium op silica als drager bevat.
7. Werkwijze volgens een der conclusies 1 - 6, met het kenmerk, dat de katalytische waterstofbehandeling wordt uit- 20 gevoerd bij een temperatuur van 300 - 500°C, een druk van 50 - 300 bar, een ruimtelijke doorvoersnelheid van 0,02-10 g.g”l.uur”l en een H2/voeding verhouding van 100 - 5000 Nl/kg·
8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de 25 katalytische waterstofbehandeling wordt uitgevoerd bij een temperatuur van 350 - 450eC, een druk van 75 - 200 bar, een ruimtelijke doorvoersnelheid van 0,1-2 g.g“*.uur"“* en een H2/voeding verhouding van 500 - 2000 Nl/kg.
9. Werkwijze volgens een der conclusies 1 - 8, met het ken-30 merk, dat de oplosmiddelontasfaltering wordt toegepast op een vacuumresidu van het met waterstof behandelde produkt.
10. Werkwijze volgens een der conclusies 1-9, met het ken- 8104327 -28- merk, dat de oplosmiddelontasfaltering wordt uitgevoerd onder toepassing van n-butaan als oplosmiddel bij een druk van 35 - 45 bar en een teraperatuur van 100 - 150°C.
11. Werkwijze voor de .bereiding van een koolwaterstof-5 mengsel gesehikt om te dienen als voeding voor een kata- lytisch conversieproces zoals katalytisch kraken, al of niet in tegenwoordigheid van waterstof, ter bereiding van lichte koolwaterstofdestillaten zoals benzine en kerosine, welk koolwaterstofmengsel wordt bereid uitgaande van een mengsel 10 van een asfalt I verkregen bij de oplosmiddelontasfaltering van een destillatieresidu van een ruwe aardoiie en een asfalt II afgescheiden bij de oplosmiddelontasfaltering van een residu verkregen bij de destillatie van een met waterstof behandelde residuale fractie van een ruwe aardoiie, 15 en welke bereiding wordt uitgevoerd in hoofdzaak zoals in het voorafgaande beschreven en in het bijzonder under ver-wijzing naar de experimenten 6, 7, 11, 15 en 17.
12. Koolwaterstofmengsels bereid volgens een werkwijze zoals beschreven in conclusie 11. 8104327
NL8104327A 1981-06-25 1981-09-21 Werkwijze voor de bereiding van een koolwaterstofmengsel. NL8104327A (nl)

Priority Applications (12)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8104327A NL8104327A (nl) 1981-09-21 1981-09-21 Werkwijze voor de bereiding van een koolwaterstofmengsel.
DE8282200689T DE3279051D1 (en) 1981-06-25 1982-06-04 Process for the preparation of a hydrocarbon mixture
EP19820200689 EP0068543B1 (en) 1981-06-25 1982-06-04 Process for the preparation of a hydrocarbon mixture
CA000404858A CA1182770A (en) 1981-06-25 1982-06-10 Process for the preparation of a hydrocarbon mixture
JP57109103A JPH0631334B2 (ja) 1981-06-25 1982-06-24 炭化水素混合物の製法
GB08218263A GB2100748B (en) 1981-06-25 1982-06-24 Process for the preparation of a hydrocarbon mixture
FI822278A FI78496C (fi) 1981-06-25 1982-06-24 Foerfarande foer framstaellning av en kolvaeteblandning.
US06/391,891 US4396494A (en) 1981-09-21 1982-06-24 Process for reducing ramsbottom carbon test of asphalt
AU85196/82A AU543734B2 (en) 1981-06-25 1982-06-24 Reduction of ramsbottom coke value of cat cracker feedstock
AR28976882A AR241922A1 (es) 1981-06-25 1982-06-24 Un procedimiento para la preparacion de una mezcla de hidrocarburos que tiene un ecr ajustado,a partir de una mezcla de hidrocarburos que contiene asfaltenos.
MX19329682A MX170898B (es) 1981-06-25 1982-06-24 Procedimiento para la preparacion de una mezcla de hidrocarburos
SG67784A SG67784G (en) 1981-06-25 1984-09-21 Process for the preparation of a hydrocarbon mixture

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8104327 1981-09-21
NL8104327A NL8104327A (nl) 1981-09-21 1981-09-21 Werkwijze voor de bereiding van een koolwaterstofmengsel.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8104327A true NL8104327A (nl) 1983-04-18

Family

ID=19838094

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8104327A NL8104327A (nl) 1981-06-25 1981-09-21 Werkwijze voor de bereiding van een koolwaterstofmengsel.

Country Status (2)

Country Link
US (1) US4396494A (nl)
NL (1) NL8104327A (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8103121A (nl) * 1981-06-29 1983-01-17 Shell Int Research Werkwijze voor de bereiding van een koolwaterstofmengsel.
NL8104326A (nl) * 1981-09-21 1983-04-18 Shell Int Research Werkwijze voor de bereiding van een koolwaterstofmengsel.
US4883581A (en) * 1986-10-03 1989-11-28 Exxon Chemical Patents Inc. Pretreatment for reducing oxidative reactivity of baseoils
US4846958A (en) * 1988-05-26 1989-07-11 Lummus Crest, Inc. High severity visbreaking with recycle
RU2753602C1 (ru) * 2021-05-17 2021-08-18 Роман Николаевич Демин Способ каталитической переработки легких углеводородных фракций и установка для его осуществления

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CA639761A (en) * 1962-04-10 Gulf Research And Development Company Treatment of petroleum fractions
US3068168A (en) * 1955-02-28 1962-12-11 Exxon Research Engineering Co Conversion of asphaltic materials
US2847353A (en) * 1955-12-30 1958-08-12 Texas Co Treatment of residual asphaltic oils with light hydrocarbons
US2914457A (en) * 1957-06-28 1959-11-24 Texaco Inc Petroleum refining process
US3362903A (en) * 1964-08-17 1968-01-09 Texaco Inc Hydrogen purification in hydroconversion processes
US3377267A (en) * 1965-08-06 1968-04-09 Chevron Res Vapor-liquid phase separation of hydroconversion process effluent with the use of hydrogen and steam
JPS4817443B1 (nl) * 1967-07-29 1973-05-29
US3532618A (en) * 1968-08-08 1970-10-06 Sinclair Oil Corp Pour point depressant made by hydrovisbreaking and deasphalting a shale oil
US3718577A (en) * 1971-07-16 1973-02-27 Mobil Oil Corp Control of hydrocracking process for constant conversion
US3796653A (en) * 1972-07-03 1974-03-12 Universal Oil Prod Co Solvent deasphalting and non-catalytic hydrogenation
JPS541306A (en) * 1977-06-07 1979-01-08 Chiyoda Chem Eng & Constr Co Ltd Hydrogenation of heavy hydrocarbon oil
US4364819A (en) * 1981-04-24 1982-12-21 Uop Inc. Conversion of asphaltene-containing charge stocks

Also Published As

Publication number Publication date
US4396494A (en) 1983-08-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9309472B2 (en) Hydrocracking of gas oils with increased distillate yield
CA1119986A (en) Process for preparing hydrocarbons
KR20160025512A (ko) 정제소 중질 잔사유를 석유화학물질로 업그레이드하는 방법
CA3074616A1 (en) Process and system for upgrading low-quality oils
JPH03177496A (ja) 硫黄含有原料油の品質向上方法
CA2966887A1 (en) Hydroprocessing for distillate production
CA2939367C (en) Method for making middle distillates and a heavy vacuum gas oil fcc feedstock
NL8201119A (nl) Werkwijze voor de bereiding van koolwaterstofoliedestillaten.
WO2019050725A1 (en) HYDROTREATING CRACKED FRACTIONS OF HIGH DENSITY
EP0068543B1 (en) Process for the preparation of a hydrocarbon mixture
NL8105660A (nl) Werkwijze voor de bereiding van koolwaterstofoliedestillaten.
NL8104327A (nl) Werkwijze voor de bereiding van een koolwaterstofmengsel.
Ahmed et al. Effect of catalyst deactivation on vacuum residue hydrocracking
US4396493A (en) Process for reducing ramsbottom test of short residues
NL8202827A (nl) Werkwijze voor de bereiding van asfaltenenarme koolwaterstofmengsels.
NL8103067A (nl) Werkwijze voor de bereiding van een koolwaterstofmengsel.
NL8103576A (nl) Werkwijze voor de bereiding van een koolwaterstofmengsel.
NO172898B (no) Fremgangsmaate for overfoering av en tungoljefraksjon til lettere fraksjoner
NL8103396A (nl) Werkwijze voor de bereiding van een koolwaterstof mengsel.
NL8104326A (nl) Werkwijze voor de bereiding van een koolwaterstofmengsel.
JP6548223B2 (ja) 燃料油基材の製造方法
WO2015048588A1 (en) Process for producing transportation fuels from oil sands-derived crude
JP7308061B2 (ja) ヘキサン溶剤の製造方法
NL8103121A (nl) Werkwijze voor de bereiding van een koolwaterstofmengsel.
US7727378B2 (en) Process to prepare a Fischer-Tropsch product

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed