NL8104234A - Terugstelinrichting. - Google Patents

Description

813198/Ti/M/vL

Korte aanduiding: Terugstelinrichting

De uitvinding heeft betrekking op een terugstelinrichting voor een draaisehakelaar voor het terugstellen daarvan hij het beneden een vooraf bepaalde grensvaardédalen van een netspanning, met een mét het net te verbinden en met een anker uitgevoerde elektromagneet waarbij het 5 anker een, de draaisehakelaar in -de zin van een terugstellen uit een sehakelstand in een bepaalde uit gangs stand, brengend terugtrekmechanisme in afhankelijkheid van de bekrachtigingstoestand van de magneet vrijgeeft of remt.

Een dergelijke, uit de praktijk bekende, inrichting is voorzien 10 van een kniehefboomstelsel, dat samenwerkt met een met de aandrijf- resp. schakelas van de schakelaar draaivast verbonden arm, en voorzien is van drukveren, die het kniehefboomstelsel in een gestrekte stand trachten te drukken die overeenkomt met de uit gangs stand van de schakelaar.

De elektromagneet is daarbij aan de zijkant van de aandrijf- resp. sehakel-15 as aangebracht en houdt bij aangetrokken anker door middel van een pal het kniehefboomstelsel in de geknikte stand wanneer de schakelaar een van een uit gangs stand afwijkende sehakelstand inneemt.

Deze bekende inrichting heeft het nadeel dat het kniehefboomstelsel uit een groot aantal onderdelen bestaat en dat dit stelsel rela-20 tief veel ruimte inneemt, zodat een dergelijk stelsel in de praktijk slechts voor schakelaars met relatief grote diameters resp. doorsneden te gebruiken is. Dit laatste wordt vooral veroorzaakt doordat de elektromag-neer aan de zijkant van de aandrijf- resp. schakelas van de schakelaar aangebracht moet worden. Bovendien is het ook noodzakelijk te voorzien 25 in inrichtingen die knikken van het kniehefboomstelsel uit de gestrekte stand in de verkeerde richting zeker moeten verhinderen. Hierdoor wordt de terugstelinrichting verder gecompliceerd.

Een ander nadeel van het bekende kniehefboomstelsel is, dat het praktisch slechts voor schakelaars met slechts twee standen bruikbaar 30 is en bijvoorbeeld niet voor schakelaars met een uit-stand en twee in-standen voor bijvoorbeeld rechts- en linksomverdraaiing of voor het naar keuze inschakelen van twee gebruikers.

De uitvinding beoogt de nadelen van de bekende terugstelinrichting op te heffen en een inrichting te verschaffen die ook voor kleine, in 8104234 V *

* L

-2- het bijzonder een kleine diameter hebbende, draaischakelaars te gebruiken ia en die een eenvoudige uitvoering heeft. Bovendien moet zij ook voor schakelaars met meer dan twee schakelstanden te gebruiken zijn.

De terugstelinrichting volgens de uitvinding heeft daartoe als 5 kenmerk dat het anker van de elektromagneet ten minste één verschuifbaar blokkeerstuk stuurt, welkcblokkeerstuk, bij een zich in een van haar uitgangsposities verschillende positie bevindende schakelaar en aangetrokken anker tegen een nok aanligt of in een verdieping grijpt van tenminste één door -onder inwerking van een terugtrekveer staande met de aaadrijf-10 resp. schakelas in aandrijfverbinding terughalen. De inrichting- volgens de uitvinding is hierdoor dankzij het met uitsteeksels resp. verdiepingen samenwerkende blokkeerstuk gemakkelijk aan te passen voor schakelaars met meer dan twee schakelstanden, in het bijzonder schakelaars met een tussen twee in-standen liggende uit-stand.

15 De elektromagneet is bij voorkeur coaxiaal om de aandrijf- resp.

schakelas van de draaischakelaar aangebracht.

Door de coaxiale aanbrenging van de elektromagneet is het mogelijk om met een geringe plaatsinname van de inrichting in een loodrecht op de aandrijf- resp. schakelas staand vlak te volstaan, zodat de terug- 20 ... ... . . . .

stelmrichtmg volgens de uitvinding ook bij relatief kleine resp.

een kleine diameter hebbende draaischakelaars te gebruiken is zonder dat een vergroting van de diameter nodig is die bij de inbouw in een schakel-tafel problemen kan geven.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uit- 25 . . .

vinding is de terughaler voorzien van een m de richting van de aandrijf- resp. schakelas verlopend uitsteeksel of verdieping, waarbij ter verkrijging van een compacte uitvoering de blokkeerstukken in langsrichting van de aandrijf- resp. schakelas verschuifbaar zijn.

Ter verkrijging van een eenvoudige uitvoering verdient het verder 30 . . .

de voorkeur dat elke terughaler ia een vlak loodrecht op de aandrijf- resp. schakelas beweegbaar is.

In verband hiermee verdient het de voorkeur dat de terughaler als een draaivast op de aandrijf- resp. schakelas aangebrachte schijf uitgevoerd is. Op deze wijze is het zeer eenvoudig een naar rechts en naar 35 . .

links draaibare schakelaar m een middenstand te brengen in geval van een te grote verlaging van de netspanning. Het is daarbij voldoende twee tegengesteld werkende spiraalveren op de terughaler te laten inwerken, 8104234 -3- * 4 •waarvan, elk in slechts êên 'draairichting gespannen is, hetgeen door een geschikte aanbrenging van slechts eenzijdig werkende aanslagen eenvoudig te verkrijgen is. Bovendien is het bij een dergelijke uitvoering van de terughaler ook mogelijk grotere draaiboeken van de schakelas te beheersen, 5 zodat ook een schakelaar met tot 120° tegen de uit-stand verdraaide in-standen met een dergelijke terugstelinrichting verkregen kan worden.

Verder heeft de terugstelinrichting volgens de uitvinding een zeer eenvoudige uitvoering. Volgens een ander kenmerk van de uitvinding is de elektromagneet als potmagneet met een holle kern, waardoor de aandrijf-10 resp. schakelas gaan, uitgevoerd en is het anker als een met een met de aandrijf- resp* schakelas overeenstemmende en van een daarmee met speling doorgezette boring voorziene plaat uitgevoerd, die in het bereik van de kern een verdieping en bij voorkeur een indrukking heeft. Daardoor is het mogelijk gebruikelijke draaischakelaars van de terugstelinrichting 15 te voorzien resp. naderhand daarmee uit te rusten. Daarbij is het slechts nodig de aandrijfas van de schakelaar door middel van een koppeling te verlengen, door de terugstelinrichting te voeren en daarbij de behuizing van de schakelaar en van de terugstelinrichting onderling te verbinden.

Een bijzonder eenvoudige en doelmatige uitvoering wordt verkregen, 20 wanneer het anker tenminste één uitsteeksel heeft, dat wordt opgenomen in een uitsparing van een blokkeerstük, waarbij tussen de wand ervan en het uitsteeksel een drukveer is aangebracht, waarbij bij voorkeur het uitsteeksel of de uitsteeksels resp. de verdieping van de terughaler schuin op het bewegingsvlak ervan en op de bewegingsrichting ervan verlopende 25 flanken heeft en elk blokkeerstük tegengesteld-verlopende flanken heeft. Daarbij wordt in de praktijk door het aantrekken resp. afvallen van het anker de voorspanning veranderd van de veer waarmee het blokkeerstük tegen de terughaler resp. terughalers drukt, waarbij bij aangetrokken anker de terughaler geheven resp. vastgehouden wordt ondanks de daarop 30 werkende veerkracht. Pas bij afgevallen anker is de op de terughaler resp. terughalers werkende kracht van de veer resp. veren voldoende om het blokkeerstük terug te drukken en de schakelas tegen de kracht van de eontactveerkraeht in de uit gangs stand van de schakelaar terug te brengen. Dankzij de schuine flanken is bovendien een handbediening van de schake-35 laar mogelijk, waarbij de veren van elk blokkeerstük doorgedrukt worden.

Een in het bijzonder van de speciale eigenschappen van kunststof gebruikmakende uitvoering van de terughaler is zodanig, dat de terughaler 8104234 \ >

I I

-4- ' _ 1 resp. terughalers als tandheugel uitgevoerd is resp, zijn, die met een getande doorsnede op de aandrijf- resp. schakelas ingrijpen. Hiermee wordt bereikt, dat de uitschakelkracht direkt op de tandheugel inwerkt, die een lineaire verplaatsing ondergaat waardoor een nauwkeuriger wederzijdse 5 aanpassing van de verbreekvlakken en daardoor een geringere indrukking van de vlakken mogelijk is. Het laatste is van bijzonder belang omdat bij kunststof, als bekend, de wrijving in hoge mate afhangt van de vlakte-druk en daardoor een geringe vlaktedruk van bijzonder belang is. Een ander voordeel van deze oplossing is, dat met een eenvoudig te vervaardigen veer 10 de verlenging verkregen wordt en deze optimaal toepasbaar is. Bovendien geeft deze oplossing de mogelijkheid de omzetting tussen de terughaler en de as te kiezen waardoor een wederzijdse afstemming met de veer mogelijk is zodat deze laatste in het optimale bereik van haar kracht- weg-karakteristiek werkzaam is.

15 De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening, waar in':

Pig. T en 2 een doorsnede tonen van een schakelaar met een terug-stelinrichting volgens de uitvinding in de uitgangsstand resp. een schakel-stand van de schakelaar; 20 fig. 3 is een uit elkaar genomen perspectivische vorm de terug stelinrichting volgens de fig. 1 en 2 toont; fig. it· en 5 een doorsnede van. een tweede uitvoeringsvorm van de terugstelinrichting volgens de uitvinding met een schakelaar toont en fig. 6 in een uiteengenomen perspectivische vorm de tweede uit-25 voeringsvorm van de terugstelinrichting toont.

Bij de in de figuren getoonde uitvoeringsvormen heeft de aandrijf-resp. schakelas 1 een wigasvormige van binnen- resp. buitenvertanging voor-

, v . . *V V

ziene asdoorsneden 1 -1 , waarbij de doorsneden 1 en 1 de beide vlakken, van de schakelaar 2 resp. daarin aangebrachte contacten sturen en de door-30 snede 1111 voorzien is van een extra buitenvertanding 3 en de in de terug— • · · \ * y _ _

stelmrichtmg 4 verlopende asdoorsnede 1 *, 111 met de asdoorsnede 1 en V

1 draaivast verbindt.

De terugstelinrichting H bestaat in we zen..uit de beide huishelften 5 en 6 waarin de as delen 111 en 11 ’' gelegerd zijn. In de huishelften 5, 35 6 is een potmagneet 7 met het anker 8 ervoor gestoken resp. in geschikte sleuven van de huishelft 5 gevoerd, waarbij, de kern 9 van de magneet hol is en de as delen 1M en 1 ’'' daardoor gaan . . De spoel 10 van de magneet 7 8104234 * a <r jé -5- wordt "bij voorkeur via een. gelijkrichtbrug vanuit de netspanning bekrachtigd.

Het anker 8 Heeft lippen 12, die in uitsparingen ik van blokkeer-stukken 13 vallen, welke in gleuven van de huishelften 5 gebracht kunnen 5 worden en in de richting van de langsas van de aandrijf- resp. sehakelas 1 verschuifbaar zijn. Daarbij worden de blokkeerstukken 13 via de met de lippen 12 samenwerkende drukveren 11 tegen het anker 8 ondersteunt waarbij aangetrokken resp. afgevallen anker 8 verschillende voorspanningen van de drukveren 11 optreden. Om een zeker afvallen van het anker 8 te 10 verkrijgen bij het onderscheiden van een bepaalde minimale waarde van de netspanning is in het gebied van het anker 8 tegenover de kern 9 van de potmagneet 7 een indrukking 15 aangebracht waarmee de benodigde lueht-spleet verkregen wordt.

De blokkeerstukken 13 worden door de drukveren 11 tegen de terug-15 houder 16 (fig. H-6) resp. de terughouder 16* (fig. 1-3) gedrukt, die met de aandrijf- resp. sehakelas 1 bewegingsvrij verbonden is. Het blokkeer-stuk 13 is voorzien van een nok 18 met schuine flanken 17 waarmee het tegen de zich in axiale richting van de aandrijf- resp. sehakelas 1 verlopende nokken 19 van de resp. terughouders 16, 16’ te brengen is.

20 De nokken 19 hebben eveneens schuine flanken 20, waarvan de hoek met elk van die der flanken 17 van de neus 18 van het blokkeerstuk 13 overeenkomt resp. daarmee een hoek van 90° voltooit.

Indien gewenst kan in de stroomkring van de spoel 10 van de magneet 7 ook een, niet getoonde, door het wegbewegen van de schakelaar van 25 de uitgangspositie of voor de contacten van de schakelaar 2 in de zin van een sluiten van deze stroomkring bekrachtigde schakelaar opgenomen zijn. Met behulp van een dergelijke schakelaar wordt bereikt dat in de uitgangspositie de stroomkring van de spoel onderbroken is en daardoor in de uitgangspositie geen elektrische energie verbruikt wordt. Het is van 30 voordeel, wanneer het sluiten van deze in de spoelkring opgenomen schakelaar onmiddellijk na het wegschakelen van de uitgangspositie optreedt om met een geringe magneetkracht het aantrekken van het anker 8 door de magneet J te bereiken, en te vermijden, dat reeds bij het aantrekken van het anker 8 de drukveren 11 gespannen worden, waarvoor overeenkomstig grote 35 magneetkrachten reeds bij afgevallen anker 8 noodzakelijk zouden zijn.

De schuine flanken 20 van de terughouder 16 raken eerste de flanken 17 van de terughouders 13 nadat de magneet J gesloten heeft resp, het anker 8 8104234 * » . .--6- .

ervan aangetrokken is en daardoor grote houdkrachten van. de magneet 7 werkzaam zijn, en langs elkaar glijden, waarbij de tegen het anker 8 resp. de uitsteeksels 12 ervan en de terughouder 13 steunende drukveren 11 gespannen resp.- overdrukt worden.- Omdat de schuine flanken van de nokken 19 5 van de terughouders 16, 16’ in de uitgangspositie van de schakelaar resp. m de terugstelinrichting de flanken 17 van de terughouders 13 niet raken en daardoor de eenheid anker 8, drukveer 11 en terughouder 13 in het gebied van de mogelijke slag vrij beweegbaar is kan de magneet 7 bij bekrachtiging ervan'met een geringe aantrekkingskracht het anker 8 tot aan-10 leg brengen.

In de van de uitgangspositie van de schakelaar resp. van de terugstelinrichting verschillende schakelpositie-liggen daarentegen de schuine flanken 20 van de terughouders 16,. 16* tegen de schuine flanken 17 van de blokkeerstukken 13, omdat de drukveer 11 het blokkeerstuk 13 tegen de 15 terughouder 16, (fig. b t/m 6) resp. de terughouders 16’ (fig. 1-3) drukt. Voor zover de magneet bekrachtigd is en haar trekkracht voldoende is om de drukveer 11 gespannen te houden verhinderen de tegen elkaar liggende nokken 19 van de terughouders 16, 16’ en de neuzen 18 van de blokkeerstukken 13 dat de terughouders 16, 16 ’ ondanks het toelaten door de ge-20 spannen drukveren 21 van de aandrijf- resp. schakelas 1 binnen de uitgangspositie terug kunnen drukken, zodat de terugsteleenheid in een van de uitgangspositie verschillende schakelpositie is. Wanneer in deze positie de trekkracht van de magneet 7 door spanningsvermindering resp. wegvallen van de spanning over de spoel kleiner wordt dan is deze niet meer 25 voldoende om de rkacht op te nonen welke wordt uitgeoefend door de drukveren 11 resp. de blokkeerstukken 13, die ook via de schuine flanken 17 van hun neuzen en flanken 20 van de nokken 19 van de blokkeerstukken 16 door de drukveren 21 belast zijn, waardoor het anker 8 af valt en daarmee de voorspanning van de drukveren 11 en daarmee ook de op de terughouder 30 werkende remwerking van de blokkeerstukken 13 afneemt. Daardoor is dan de kracht van de veren 21 voldoende om de blokkeerstukken 16, 16’ en daarmee de aandrijf- resp. schakelas 1 onder overwinning van de contact-krachten van een schakelaar, in de uitgangspositie terug te draaien.

Bij de uitvoeringsvorm volgens de fig. 1-3 zijn de terughouders 16' 35 uitgevoerd als tandheugels, die met de extra buitenvertanding 3 van de asdoorsnede 1T *1 samenwerken en waaraan de tegen de huishelft 6 steunende .drukveren 21 steunen, waarbij in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld bij 8104234 Λ «- ft -Τ- het verdraaien van de aandrijf- resp. sehakelas 1 uit de met uitgangs-stand van hun schakelaar overeenstemmende positie de veren 21 de "beide terugjhouders indrukt en daarmee spannen. Deze uitvoeringsvorm is daarom slechts voor schakelaars met twee schakelposities geschikt, doch de terug-5 stelinrichting 4 is volgens de fig. 1 t/m 3 op eenvoudige wijze voor meer dan twee posities geschikt te maken. Het is daartoe voldoende de beide drukveren 21 tegen dezelfde wand van de huishelft 6 te brengen of een der beide drukveren 21 door een trekveer te vervangen, zodat in êên draairichting de ene veer gespannen wordt en in de andere draairichting de andere 10 veer gespannen wordt. Deze kleine wijziging, die, omdat de drukveren 21 tegen een ongeveer in het midden van de terughouder 16' verlopend lood-vlak steunen ook naderhand uitgevoerd kan worden en op een wijze dat een der drukveren 21 eenvoudig omgelegd wordt, kan de terugstelinrichting k ook voor schakelaars gebruikt worden die aan weerszijden van een uitgangs-15 stand hebben. Indien een dergelijke verandering gewenst is, dan moet vanzelfsprekend in de uitgangsstand van de terugstelinrichting k tussen de wanden van de huishelft 6 en de terughouder 6’ een geschikte speling zijn om een. overeenstemmende beweging ervan in elke richting mogelijk te maken. Bovendien moeten de beide veren 21 in de uitgangsstand in hoge 20 mate uitgebalanceerd zijn om. geen noemenswaardige draaimomenten op de aandrijf- resp. sehakelas 1 uit te oefenen. Bovendien is het daarbij van voordeel wanneer de veren 21 een zeer steile karakteristiek vertonen.

Een ander relatief eenvoudige mogelijkheid ter aanpassing van de terugstelinrichting k voor gebruik in..combinatie met schakelaars met meer 25 dan twee posities, waarbij de drukveren 21 evenzo tegen dezelfde wand van de huishelft 6 sternen of een drukveer 21 door een trekveer vervangen is, bestaat daarin, dat de buitenvertanging 3 van de doorsnede V11 van de aandrijf- resp, sehakelas gedeeltelijk verwijderd wordt, zodat bij het naar links of rechts draaien van de aandrijf- resp. sehakelas een uit 30 haar uitgangspositie steeds slechts êên terughouder 16' uit haar ruststand, waarin het tegen een wand van de huishelft 6 steunt, bewogen wordt en daarbij de aangebrachte veer 21 gespannen wordt. In dit geval kan, omdat het leger van de terughouder 16' in_-de uitgangspositie van de terugstelinrichting door een mechanische aanslag gevormd wordt, nl. een wand van 35 de huishelft 6, afgezien worden van de toepassing van uitgebalanceerde veren 21.

In het algemeen zal de uitgangspositie van de schakelaar 2 de 8104234

€ V

1 , · ‘ ............................. ~ -8- "uit"-stand ervan zijn; omdat de terugsteleenheid echter hij voorkeur met een kamvormige nokkenschakelaar samengesteld wordt worden noch in het aantal der te bekrachtigen contacten noch in het programma ervan (openen, sluiten, wisselen etc.) beperkingen opgelegd. Zo zijn, bijvoorbeeld in 5 de brandbeveiligingssystemen, toepassingen denkbaar, waarbij de Mintt-posi-tie van de schakelaar de uitgangspositie ervan is, d.w.z. dat bij het wegnemen van de spanning van de spoel 10 van de potmagneet 7 de contacten • ervan sluiten, om bijvoorbeeld een stroomkring te sluiten ter bekrachtiging van een Sprinklerinstallatie of dergelijke.

10 De voeding van de spoel 10 kan direkt door de, door middel van de schakelaar 2 in te schakelen resp. uit te schakelen, stroomkring of door een hulpstroomkring plaatsvinden, waarbij naar wens in serie met de spoel een schakelaar opgenomen kan worden.

Bij de uitvoeringsvorm van de terugstelinrichting U* volgens de 15 fig. b-6 zijn de terughouders 16’ vervangen door de als schijf uitgevoerde terughouder 16, die in een stuk met-de asdoorsnede l"’ uitgevoerd is. Deze terughouder 16 heeft twee diametraal tegenover elkaar liggende nokken 19 met schuine flanken 20, die zoals bij de uitvoeringsvorm volgens de fig·*·. 1-3 samenwerken met de neuzen 18 van het blokkeerstuk 13. 20 Verder zijn de drukveren 21 door een spiraal veer 22 vervangen, waarvan êén uiteinde in een boring 23 van de terughouder 16 grijpt en waarvan het tweede uiteinde in de hui shelf t 5 verankerd is. Wanneer de spiraalveer 22 in de uitgangspositie van de schakelaar 2 geen voorspanning heeft, kan de terugstelinrichting V voor naar twee richtingen verdraaibare schake-25 laars gebruikt wordt, waarbij deze naar beide richtingen meerdere schakel-posities kunnen hebben wanneer de terughouder 16 met een geschikt aantal nokken 19 voorzien is.

Wanneer echter als gevolg van de karakteristiek van de veer 22 een voórspanning in de uitgangspositie van de schakelaar 2 noodzakelijk 30 is, kan de terugstelinrichting b' zeer eenvoudig aangepast worden voor gebruik met een aan weerszijden van een uitgangspositieschakelpositie hebbende schakelaar. Het is daarvoor voldoende, zoals met een streeplijn in fig. 6 aangegeven, de boring 23 voor een cirkelsegmentvormige doorbreking 23'' te vervangen, waarbij tegen de. radiaal verlopende begrenzings-35 wanden daarvan de uiteinden van twee in‘ tegengestelde draairichtingen voorgespannen spiraalveren steunen zodat in elke draairichting een spiraalveer gespannen en de andere ontspannen wordt.

8104234 t * r* % -9- > '

De "beide weergegeven uitvoeringsvormen staan als gevolg van de schuine flanken 20 resp. 17 van de nokken 19 resp. van de neuzen 18 en de aandrijving van de blokkeerstukken 13 door middel van een veer 11 een terugstelling van de schakelaar 2 met de hand toe. In feite is het 5 ook mogelijk de blokkeerstukken 13 star met het anker 8 te verbinden en de blokkeerstukken tegen een loodrecht of bij benadering in de bewegingsrichting van de terughouder-16, 16’ staand vlak daarop te laten aangrijpen, waarbij vanzelfsprekend een zwakke veer gebruikt moet worden om het afvallen van het anker te verzekeren bij een overeenkomstig verder dalen 10 van netspanning- In dit geval kan het terugstellen van de schakelaar 2 slechts door onderbreking van de stroomkring van de spoel 10 bewerkstelligd worden, waarbij met een zeer zwak en daardoor klein magneet stelsel het uitschakelen mogelijk gemaakt wordt.

8104234

Claims (9)

1. Terugstelinrichting voor een draaischakelaar voor het terugstellen daarvan hij het beneden een vooraf bepaalde grenswaarde dalen van een netspanning, met een met het net te verbinden en met een anker uitgevoerde elektromagneet waarbij het anker een, de draaischakelaan in de 5 zin van een terugstellen uit een schakels tand in een bepaalde uitgangs-stand, brengend terugtfekmechanisme in afhankelijkheid van de bekrachti-gingstoestand van de magneet vrijgeeft of remt, met het kenmerk dat'het anker (8) van. de elektromagneet (7) tenminste êên verschuifbaar blokkeer-stuk (13) stuurt, welk blokkeerstuk, bij een zich in een van haar uitgangs— 10 posities verschillende po.sitier;bevindende schakelaar en aangetrokken anker (8) tegen een nok ('19') aanligt of in een verdieping grijpt van tenminste een onder inwerking van een terugtrekveer (21, 22) staande met de aandrijf-resp. schakelas (1) in aandrijf verbinding terughaler (16, 16').

2. Terugstelinrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de 15 elektromagneet coaxiaal om de aandrijf- resp. schakelas (1) van de draaischakelaar 2 aangebracht is.

3. Terugstelinrichting volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat de terughaler (16, 16' ) is voorzien van een in de richting van de aandrijf- resp- schakelas (1) verlopende nok (19) of verdieping. 20 k► Terugstelinrichting volgens conclusie 1, 2 of 3 met het kenmerk dat de blokkeerstukken (13) in langsridating van de aandrijf- resp.. schakelas (1) verschuifbaar zijn.

5. Terugstelinrichting volgens conclusie 1, 2, 3 of met het kenmerk dat elk der terughalers (16, 16') beweegbaar is in een vlak loodrecht 25 op de aandrijf- resp» schakelas (1).

6. Terugstelinrichting volgens êên of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de elektromagneet (7) is uitgevoerd als potmagneet met een holle kern (9) waardoor de aandrijf- resp. schakelas (1) gaat en het anker (8) uitgevoerd is als een met een met de aandrijf- resp. schakel- 30 as (1) corresponderende plaat waardoor de aandrijf- resp. schakelas met speling gaat en die in het gebied van de kern een verdieping en bij voorkeur een indrukking (15) heeft.

7. Terugstelinrichting volgens êên of meer der voorgaande conhlusies met het kenmerk dat het anker (8) tenminste êên uitsteeksel (12) heeft 81 04234· < '2. f ,, \ dat in een uitsparing (14) van een blokkeerstuk (13) uitsteekt en op welks wand, en het uitsteeksel, een drukveer (10 steunt.

8. Terugstelinrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat elke nok (19) resp. de verdieping van de terughaler 5 (16, 16’) schuin op het bewegingsvlak ervan en op de bewegingsrichting ervan verlopende flanken (20) heeft en het blokkeerstuk (13) "bij aan-legging daartegen corresponderend verlopende flanken (19) heeft.

9. Terugstelinrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de terughaler (16, 16’) als een draai vast op de aan- 10 drijf- resp. schakelas (1) geplaatste schijf uitgevoerd is.

10. Terugstelinrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de terughaler (l6i) als tandheugel uitgevoerd is, die met een getande doorsnede van de aandrijf- resp. schakelas samenwerkt , 8104234