NL8103668A - Hechtmiddel, alsmede hechtmiddelbevattend maandverband. - Google Patents

Description

I 'f

Hechtmiddel, alsmede hechtmiddelbevattend maandverband.

De uitvinding heeft betrekking op een hecht-middel en in het bijzonder op een hechtmiddel, dat geschikt is voor het lamineren en versterken van poreuze absorberende substraten.

In de laatste tijd heeft een nieuw type maand-5 verband belangrijk kommercieel succes geoogst. Dit bijzondere type maandverband is bekend als een panty-inleg en heeft een beperkte kapaciteit en is bestemd om te worden gebruikt voor vaginale afscheiding tussen de roenstruatieperioden of op andere tijdstippen, indien tijdens de menstruatie een geringe afscheiding optreedt.

10 Maandverbanden van het panty-inlegtype zijn, als gevolg van het feit, dat zij zijn ontworpen om slechts minimale hoeveelheden vloeistof te bevatten, kleiner en kompakter dan de grotere en meer absorberende gebruikelijke maandverbanden.

Maandverbanden van dit type worden zo ontwor-15 pen, dat zij buigzaam en zacht zijn. De buigzaamheid is noodzakelijk om er verzekerd van te zijn, dat de panty-inleg zich aanpast aan de vorm van het perineum, in het bijzonder bij het bewegen van de draagster. De buigzaamheid is bijzonder belangrijk aan de cm-treksranden omdat de mogelijkheid van schuren bestaat als gevolg 20 van de ruwe randen, die in kontakt komen met de tere huid in het perineumgebied.

Een in de handel zijnde panty-inleg verkrijgt de zachtheid langs de langwerpige zijden door de buitenwikkel en het abosrptiemiddel om te vouwen, waardoor een zachte rand langs 25 de zijkanten van het maandverband wordt verkregen. Dit kan zonder speciale moeilijkheden langs de zijkanten geschieden, maar niet aan de lengte-uiteinden. Deze uiteinden vertonen samenvallende lagen van de wikkel en het absorberende kussen en kunnen schuren veroorzaken. De lagen kunnen zich ook scheiden, waardoor het 30 schuren niet alleen wordt versterkt doordat een aantal uiteinden wordt blootgesteld aan zacht weefsel, maar er bestaat ook de neiging dat de samenhang van het maandverband verloren gaat en zelfs 8 j v o ΐ) 6 8 r- * \ \ - 2 - bij de lage vloeiniveaus, waarvoor het maandverband bestemd is, kunnen lekgebieden optreden.

Pogingen om het delamineren aan de uiteinden van de panty-inleg te voorkomen zi.jn in twee algemene richtingen 5 gegaan. De eerste maakt gebruik van comprimeren of profileren van de lagen aan de uiteinden. De tweede benadering bestaat uit het aanbrengen van hechtmiddel op de uiteinden om de wikkel aan het absorberende kussen in dat gebied te doen hechten. Beide oplossingen hebben problemen veroorzaakt. Hoewel het hechtmiddel het lamineren 10 doeltreffend tegengaat maakt het de eindgedeelten ook stugger, waardoor de gewenste buigzaamheid verloren gaat en de mogelijkheid om het maandverband tijdens de beweging van de draagster op zijn plaats te doen blijven afneemt. Indien daarentegen slechtsprofileren wordt toegepast, blijft de zachtheid behouden, maar indien de 15 uiteinden nat zijn treedt dikwijls lamineren on. Delaminering treedt in feite zelfs in droge toestand on na enige tijd bewaren, daar het kussen een vochtevenwichtstoestand bereikt. Het delamineren kan ook optreden tijdens het gebruik als gevolg van de bewegingen, die de uiteinden tijdens het bewegen van de draagster onder-20 gaan. De nadelen van deze beide methoden worden door de onderhavige uitvinding overwonnen.

Hen poging om dit probleem op te lossen is ook beschreven in de Amerikaanse octrooiaanvrage. 153*210, waarbij een emulsiehechtmiddel op waterbasis wordt gebruikt in kombinatie 25 met een profileerbewerking om tegen delaminering bestemde uiteinden te verkrijgen met behoud van de gewenste buigzaamheid in deze gebieden. Dit werd bewerkstelligd door gebruik te maken van normale emulsiehechtmiddelen op waterbasis in kombinatie met een vochtbe-handeling om het hechtmiddel te heraktiveren. De uitvinding beoogt 30 een verbetering van deze uitvindings gedachte te verschaffen. Daarnaast verschaft de uitvinding een uniek hechtmiddel, dat bijzonder bruikbare eigenschappen bezit voor het samenwerken met poreuze materialen met een lage cohesiesterkte.

Volgens de uitvinding wordt een hechtmiddel, 35 dat bijzonder geschikt is voor het indringen en versterken van een \ . \ . eVo 3 6 6 8 % f - 3 - poreus substraat en on een oppervlak van dat substraat aan een oppervlak te doen hechten, verkregen, waarbij gebruik wordt gehaakt van een uit twee komponenten bestaand hechtmiddelsysteen. De eerste komponent is een wateramulsiepolymeer, gekozen uit deklasse, be-5 staande uit polyvinylacetaat (PYAc)homopolymeren, vinylaeetaat-ethyleen (VA-E)copolymeren, polyvinylacetaatmaleaat (PVAeM)copolymer en , acrylpolymeren en PVAc-acrylpolyraeren. De wateremulsiepoly-meren worden gemengd met een in water oplosbaar polymeer, dat is gekozen uit een groep, bestaande uit polyvinylpyrrolidone (PVP) en 10 een gedeeltelijk of volledig gehydrolyseerde polyvinylalkohol (PVA).

De voorkeur wordt momenteel gegeven aan een polyvinylacetaathomopolymeer, zoals "Vinac XX-230”, in de handel , gebracht door Air Products and Chemicals, Inc., Allentown, PA..

Als gevolg van de brosheid van deze speciale polymeer is echter 15 een weekmaker noodzakelijk om de buigzame hechtmiddelfilm te verkrijgen, die voor de meeste hechtmiddeltoepassingen gewenst is.

Een geschikte weekmaker is dipropyleenglycoldibenzoaat. Deze verbinding dient als een doeltreffende weekmaker en hechtmiddelpro-motor. "Benzoflex 9-88" is een in de handel verkrijgbare dinrony-20 leenglvcoldibenzoaat-weekmaker, geleverd door Velsicol Chemical

Corporation, Chicago, 111. en verdient momenteel de voorkeur.

Andere bruikbare weekmakers zijn dihutvlfta-laat, "Panticizer 160", een dibutylbenzylftalaat, 'Santicizer 1U1*', een cresylfenvlfosfaat, ’Santicizer 8", een N-ethyl-ortho en para-25 tolueensulfonamiden, alle verkrijgbaar bij de Monsanto Chemical

Company, St. Louis, Mo.

De (VA-E)copolymeren zijn "geschikt alternatieven’1 en hebben soortgelijke hechteigenschappen als de (PVAc)po-lymeren, maar als gevolg van de aanwezigheid van het ethyleenco-30 monomeer is weinig of geen weekmaker vereist voor het verkrijgen van de buigzaamheid en bepaalde hechtingstypen, in het bijzonder aan een niet-noreus substraat. Een geschikt (YA-E)copolymeer is Airflex k00, geproduceerd door Air Products and Chemicals, Ine., Allentown, Pa.

35 Geschikte in water oplosbare polymeren voor 8-1 0 3 6 0 8 r- ♦ - If - dit hechtmiddel zijn polyvinylpyrrolidon (PVP), dat uitstekende in wateroplosbaarheid vertoont in kombinatie met goede bevochti-gingseigenschappen voor het substraat. PVP verdient momenteel de voorkeur als het in water oplosbare polymere bestanddeel. Andere 5 in water oplosbare polymeren, die volgens de uitvinding bruikbaar zijn, zijn gedeeltelijk en volledig gehydrolyseerde polyvinylalko-holen. Gedeeltelijk gehydrolyseerde polyvinylalkoholen zijn verkrijgbaar in een uiteenlopende reeks molekuulgewichten en worden geleverd door de Monsanto Chemical Company en in de handel gebracht 10 als Gelvatol-harsen. PVA-polymeren zijn in het bijzonder bruikbaar op grond van hun grote cohesiesterkte en hun goede filmvormende eigenschappen. De keuze van de polymeerkwaliteit in het trajekt van de gedeeltelijk gehydrolyseerde polyvinylalkoholen hangt af van de viskositeit, die voor de beoogde toepassing als hechtmiddel ge-15 wenst is. Dit zal hierna uitvoeriger worden toegelicht, maar kan in feite afhangen van de wijze van aanbrengen van het hechtmiddel. Indien bijvoorbeeld het hechtmiddel wordt aangebracht door be-sproien verdient de meest oplosbare kwaliteit PVA-polymeer met het laagste molekuulgewicht de voorkeur. Volledig gehydrolyseerde PVA-20 polymeren worden geleverd door de E.I. DuPont de Nemours & Company, Wilmington, Delaware, onder het handelsmerk Elvanol. Opgemerkt wordt, dat polyvinylalkoholpolymeren worden bereid door eerst het polyvinylacetaatpolymeer te vormen en dit vervolgens te hydroly-seren om een PVA-polymeer te vormen. Gedeeltelijk gehydrolyseerde 25 soorten polyvinylalkohol bevatten derhalve 10-25? vinylacetaat-groepen, terwijl de volledig gehydrolyseerde kwaliteiten minder dan 1? vinylacetaatgroepen bevatten. De volledig gehydrolyseerde PVA-polymeren zijn bruikbaar voor hechtmiddeltoepassingen, waarbij een extra vochtbestendigheid in de hecthmiddelbinding is vereist.

30 Naast de weekmakers kunnen de hechtmiddelen volgens de uitvinding kleine hoeveelheden, bijvoorbeeld 0,1-0,2?, bevochtigingsmiddelen en/of middelen voor het tegengaan van het schuimen bevatten om de houdbaarheid van het vloeibare hechtmiddel te bevorderen en de schuimvorming tijdens het aanbrengen van het 35 hechtmiddel te onderdrukken. Geschikte bevochtigingsmiddelen zijn a—- 8103668 5 * - 5 - ’'Aerosol 0T:’, van American Cyanamid Company, Wayne, ÏÏ.J. en ''Triton X-100" van Hohm % Haas Company, Philadelphia, Pa.. Een ander middel voor het tegengaan van het schuimen is Nopco JMY, geleverd door de Nonco Chemical Company, Newark, ÏÏ.J..

• 5 In het alremeen bevat het hechtmiddel volgens de uitvinding 20-90« van de wateremulsiepolymeercomnonent en 5-50¾ van de in water oplosbare nolymeercomnonent. Deze percentages zijn gewichtspercentages van de vaste bestanddelen van het hechtmiddel, veeleer dan nrocenten van de in de handel zijnde bestand-10 delen, die water bevatten. De gewenste hoeveelheden van de bestanddelen variëren met de gewenste mate en snelheid van de penetratie van het noreuze substraat, alsmede met de mate van rest-hechting, die noodzakelijk is op het oppervlak van het absorberende substraat, alsmede van andere faktoren, die op het gebied van de 15 hechtmiddelen alremeen bekend zijn. Een weekmaker is in het algemeen aanwezig is een hoeveelheid van 5-^0 gew.$ van het hechtmiddel, waarbij de hoeveelheid weekmaker afhankelijk is van de speciale keuze van het wateremulsiepolymeer en de gewenste mate van buigzaamheid, alsmede van het oppervlak, waarop het poreuze substraat moet 20 worden bevestigd.

De toepassing van dit hechtmiddel in de panty-inler volrens de uitvinding kan gemakkelijk worden begrepen aan de hand van de bijgaande figuur 1, die een perspektivisch aanzicht toont, gedeltelijk in dwarsdoorsnede, van een met dit hechtmiddel 25 vervaardigde panty-inleg.

Bij deze speciale uitvoeringsvorm wordt het kussen opgebouwd door houtpulpdons U met behulp van lucht af te zetten op een dragerlaag van dun linnen 5· Een dunne laag van het hechtmiddel volgens de uitvinding wordt daarna aangebracht op het 30 bovenste deel van het dons en een afdekmateriaal, zoals een gebonden gekaart vlies 2 met een geprofileerd patroon 1 wordt aangebracht op het met hechtmiddel beklede dons h. Het hechtmiddel wordt daarna aan gebracht op de linnen drager en dringt daarin, waardoor deze aan het dons ^ wordt bevestigd. Het hechtmiddel verschaft 35 ook samenhang aan de donslaag U en bindt deze aan het afdekmate- -ï-, 8103668 - 6 -

V

riaal 2. Hoewel de werkwijze volgens de Amerikaanse octrooiaanvrage 153.210 een geschikte binding aan het afdekmateriaal verschaft, is deze minder doeltreffend voor het verbeteren van de samenhang met de donslaag en zelfs met de daarin beschreven behandeling kan

V

5 de donslaag-'loslaten.

Op dit tijdstip van de bewerking vallen alle lagen samen langs hun gehele omtrek· en wordt een produkt verkregen in lange rollen met ongeveer tweemaal de breedte van het gerede kussen. Extra hechtmiddel volgens de uitvinding'wordt daarna aan-10 gebracht op het gebied 3. De constructie wordt omgevouwen langs de zijkanten, zodat de randen langs deze zijkanten tegen elkaar komen te liggen. Zoals uit figuur 1 blijkt geeft dit een vormgeving, waarbij de buitenlagen, zowel aan de boven- als aan de onderzijde bestaan uit afdekmateriaal 2. Het linnen dragermateriaal 15 wordt op zichzelf omgevouwen als binnenste laag en het dons 1 wordt geplaatst tussen de afdekking 2 en de linnen drager 5 aan beide zijden van het linnen. De vouw wordt door zacht samendrukken in stand gehouden en de zachte omgevouwen rand 10 wordt verkregen. Een voor water ondoordringbaar schot 6 wordt vervolgens hechtend 20 bevestigd in het aangrenzende gebied.

Daarna wordt de rol aan beide uiteinden geprofileerd om het geplooide einde 3 te verkrijgen. KLedinghecht-middel en lossingspapier worden daarna op de gebruikelijke wijze aangebracht en de uiteinden worden gevormd. Vervolgens wordt het 25 maandverband gesneden.

Een in het bijzonder de voorkeur verdienend hechtmiddel volgens de uitvinding ten gebruike als eindafdichting voor panty-inlegmaterialen bestaat uit een mengsel van 70# poly-vinylacetaathomopolymeer met 10# PVP en 10# gedeeltelijk gehydro-30 lyseerd PVA en 10# dipropyleenglycoldibenzoaat als weekmaker. Het PVP verleent het substraat de bevochtigende en penetrerende eigenschappen, die nodig zijn om de samenhang te handhaven en verhindert het delamineren van de verschillende absorberende lagen aan de uiteinden van het kussen, terwijl het gedeeltelijk gehydroly-35 seerde PVA de noodzakelijke hechtmiddelfilmsterkte verschaft voor ?"· 8103668 « - 7 - het verkrijgen van een gewenste binding tussen de wikkel en de absorberende materialen.

8103668

Claims (10)

1. Hechtmiddel, in het bijzonder geschikt voor het penetreren en versterken van een poreus substraat en voor het doen hechten van een oppervlak van dat substraat aan een ander 5 oppervlak, met het kenmerk, dat dit hechtmiddel bevat a) ten minste een wateremulsiepelymeer, gekozen uit polyvinylacetaathomopolymeren, vinylacetaatethyleenpoly-meren, polyvinyl, acetaat-maleaatcopolymeren, polyvinylacetaat-acrylcopolymeren en acrylcopolymeren, alsmede 10 b) ten minste een in water oplosbaar polymeer, gekozen uit polyvinylpyrrolidon, een gedeeltelijk gehydrolyseerde polyvinylalkohol en een volledig gehydrolyseerde polyvinylalkohol.

2. Hechtmiddel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het wateremulsiepolymeer aanwezig is in een hoeveel- 15 heid tussen 20 en 90 gev.% van het hechtmiddel.

3· Hechtmiddel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het in water oplosbare polymeer bestaat uit polyvinylpyrrolidon en aanwezig is in een hoeveelheid tussen 5 en 50 gewΛ van het hechtmiddel. 20 ^. Hechtmiddel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het in water oplosbare polymeer een gedeeltelijk gehydrolyseerde polyvinylalkohol is en aanwezig is in een hoeveelheid van 5-25 gew.$.

5. Hechtmiddel volgens een der voorgaande 25 conclusies, met het kenmerk, dat daarin een weekmaker aanwezig is.

6. Hechtmiddel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat dipropyleenglycoldibenzoaat wordt toegevoegd in een hoeveelheid van 5-^0 gev.%.

7· Maandverband, dat een hechtmiddel bevat, 30 dat in het bijzonder geschikt is voor het penetreren en versterken van een poreus substraat en om een oppervlak van dat substraat aan een oppervlak te doen hechten, met het kenmerk, dat dit maandverband een hechtmiddel bevat als gedefinieerd in conclusie 1.

8. Maandverband volgens conclusie 7, met het 35 kenmerk, dat dit een panty-inleg is. 8103668 - 9 -

9· Maandverband volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het hechtmiddel wordt gebruikt voor het bevestigen van een uit meerdere lagen opgebouwd absorptiemiddel aan een voor vloeistof doordringbare wikkel. 5 10· Maandverband volgens conclusie 7, 8 of 9, met het kenmerk, dat het hechtmiddel een wateremulsienolvmeer bevat in een hoeveelheid tussen 20 en 80 gev.% van het hechtmiddel.

11. Maandverband volgens conclusie 7, 8 of 9, met het kenmerk, dat het in water oplosbare polymeer een polyvinyl- 10 pyrrolidon is en aanwezig is in een hoeveelheid tussen 5 en 50 gew.* van het hechtmiddel.

12. Hechtmiddel en maandverband volgens een der voorgaande conclusies, in hoofdzaak zoals beschreven in de voorafgaande beschrijving en/of toegelicht aan de hand van de figuur. < Φ v81 0 o 6 6 8