NL8103625A - Zwaardvormig aandrijfdeel voor door rails geleide voertuigen van amusementsinrichtingen. - Google Patents

Description

It - It - I -

Zwaardvormig aandrijfdeel voor door rails geleide voertuigen van amusementsinrichtingen.

De uitvinding heeft betrekking op een zwaardvormig aandrijfdeel voor door rails geleide voertuigen van amusementsinrichtingen, bij voorbeeld achtbanen, carrousels en dergelijke inrichtingen, bestaand uit een aan de onderzijde van het rij-5 gestel in een vertikaal langsvlak naar omlaag zich uitstrekkend plankvormig element, tegen de buitenvlakken waarvan aandrijfwielparen aangrijpen.

Dergelijke aandrijfinrichtingen zijn bekend uit het Duitse octrooischrift 1 478 271- Bij deze bekende amusements-10 inrichting gaat het om een nagenoeg cirkelvormige, in een schuin vlak gelegde railbaan, waarbij de lengte van het afzonderlijke voertuigstel groter is dan de afstand van de vast aangebrachte aandrijfwielparen. Op deze wijze gelukt het metbehulp van de aandrij fwielparen, die inwerken op het 15 zwaardvormig aandrijfdeel van de afzonderlijke voertuigen, een betrekkelijk grote versnelling, snelheid en vertraging te bewerken. Weliswaar moeten bij deze bekende inrichting de zwaardvormige aandrijfdelen volgens de kromming van de railleiding zijn gebogen. Dergelijke aandrijfelementen kunnen 20 daarom niet bij andere amusementsinrichtingen worden gebruikt, waarbij de spoorgeleiding in de richting dwars en loodrecht op het aardoppervlak wisselt.

Aan de uitvinding ligt daarom het probleem ten grondslag een zwaardvormig aandrijfdeel voor door rails geleide 25 voertuigen van amusementsinrichtingen te ontwikkelen, dat de voorwaarde biedt om de voertuigen door vast aangebrachte aandrijfwielparen over willekeurige kromme delen, hellingen en stijgingen van spoorvoeringen te bewegen.

Dit probleem is nieuw.

30 Het wezen van de uitvinding bestaat daarin, dat het zwaardvormige aandrijfdeel bestaat uit een reeks achter elkaar aangebrachte segmentparen, die tussen elkaarten minste twee , bij voorkeur drie doorlopende kettingen opnemen, waarbij de binnenvlakken van de segmenten zijn voorzien van 35 aan de kettingen ongeveer aangepaste profileringen alsmede van vlak tegen elkaar liggende aanslagvlakken voor het vaste verbinden van de segmenten van elk segmentpaar.

8103625 * / -2-

Bij deze inrichting volgens de uitvinding nemen dus de kettingen, die van een willekeurige soort kunnen zijn, de trek- en schuifkrachten op zich. Opdat de kettingen bij het inwerken van deze krachten niet zijdelings kunnen uitwijken, 5 grijpen de segmenten van de afzonderlijke segmentparen om hen heen. De segmenten van ieder segmentpaar zijn onderling vast verbonden, zodat de daarin aanwezige kettingschal-men daarin kunnen steunen. De verbinding van het ene segmentpaar met het andere vindt daarentegen via deze kettingen 10 plaats. Op deze wijze wordt een in de langsrichting betrekkelijk stijf lichaam (zwaardvormig aandrijfdeel) gevormd, dat echter de mogelijkheid heeft in al de drie dimenties binnen >bepaalde grenzen buigzaam te zijn. Daarom is de mogelijkheid aanwezig een zwaardvormig aandrijfdeel volgens de uitvinding 15 voor door rails geleide voertuigen te gebruiken, waarvan de rails willekeurig worden geleid over rechtse en linkse krommingen, stijgingen en hellingen. Het bijzondere voordeel van de uitvinding bestaat daarin, dat tengevolge van het zwaardvormig aandrijfdeel, dat volgens de uitvinding is uit-20 gevoerd, ook liggen over elkaar van deze krommingen respek-tievelijk hellingen respektievelijk stijgingen kan worden beheerst, omdat het zwaardvormig aandrijfdeel volgens de uitvinding om de langsas kan worden gewrongen.

Het zwaardvormige aandrijfdeel volgens de uitvinding 25 is uiteraard op passende wijze verbonden met het rijgestel van het door rails geleide voertuig. Daartoe is het aan te bevelen, wanneer het eerste en laatste segmentpaar van het zwaardvormig aandrijfdeel in koppelingsdelen van de voertuigen om vertikale assen scharnierend zijn opgehangen. Verder 30 is gunstig, wanneer ten minste ëën van de koppelingsdelen in de rijrichting aan zijn rijgestel verend bevestigd is geleid. Te dien einde zal het koppelingsdeel met een in de rijrichting zich uitstrekkende tap in een leger van het voertuig kunnen zijn geleid en met aan beide zijden van het 35 leger aangebrachte schotelveren zijn geklemd.

Essentieel is slechts, dat het rijgestel van het door rails geleide voertuig noodzakelijkerwijs stijf moet zijn, terwijl daarentegen het zwaardvormige aandrijfdeel volgens de uitvinding elastisch moet blijven. Dientengevolge zou 40 een stijve verbinding van het zwaardvormige aandrijfdeel met 8103625 ê - 3 - JE * het rijgestelzinloos zijn en daarom verdient een scharnierende verbinding met het rijgestel volgens de uitvinding de voorkeur.

Een gunstige uitvoeringsvorm volgens de uitvinding bestaat daarin, dat de tussen de binnenvlakken van de bij el-5 kaar behorende segmenten overblijvende holle ruimte alsmede de tussen de segmentparen aanwezige, door de afstand bepaalde spleet zijn gevuld met een verstijvende, elastisch werkende massa, bij voorbeeld ongevulcaniseerde rubber, synthetische rubber of dergelijk materiaal. Daarbij blijkt doelmatig 10 de onderdelen van de segmentparen in een vorm te leggen, daarop de kettingen te plaatsen en dan de kettingen met de andere segmentdelen te bedekken, waarna de vorm wordt gesloten en de segmentdelen van de afzonderlijke segmentparen onderling worden verbonden. Vervolgens giet men in de tussen de 15 segmenten en de kettingen overb]ijvende holle ruimte het elastische middel, waarbij het is aan te bevelen dat de binnenvlakken van de segmenten met de buitenzijden verbindende ontluchtingsboringen hebben. Op deze wijze vindt een elastische omhulling van de kettingen binnen de segmenten plaats, 20 waardoor de kettingen enigszins vast zijn geleid maar binnen bepaalde grenzen ten opzichte van de segmenten beweegbaar zijn, wat door de elastische massa's bereikbaar is.

De kettingschalmen worden bij het leggen in de segmenten door de profileringen daarvan in de gestrekte toestand 25 gecentreerd. Tussen de segmenten kunnen echter de kettingschalmen slap zijn. Wanneer echter de ëhstische massa wordt ingegoten, moeten de kettingen gestrekt worden op de maat, die door het afzonderlijke voertuig door de scharnierende tappen voor het inhangen van het zwaardvormige aandrijfdeel 30 vooraf is gegeven. Een zodanig uitgevoerd zwaardvormig aandrijfdeel gedraagt zbh eerst als een stijf lichaam. Onder de belasting van de aandrijfwielparen en onder de leiding van de voertuigen door de gekromde rails past echter het zwaardvormige aandrijfdeel volgens de uitvinding zich aan 35 aan de omstandigheden en laat een perfecte krachtoverdraging toe.

In het raam van de uitvoering volgens de uitvinding is er in voorzien, dat de buitenste kettingschalmen in de segmentparen, die het zwaardvormigaaandrijfdeel begrenzen, door 40 middel van sterke weerstand tegen afschuiving biedende bouten 8103625

*» V

- 4 - 4 zijn gehouden. Daarbij zou de afstand van de bouten tussen het eerste en laatste segmentpaar moeten overeenkomen met de afstand van de buitenste kettingschalmen bij gestrekte kettingen. Op deze wijze wordt vermeden, dat de kettingen op 5 volle trek- of drukbelasting binnen de segmentparen uitscherende bewegingen uitvoeren.

Voorwerp van de uitvinding is verder de maatregel, dat de kopvlakken van de segmentparen convex zijn uitgevoerd of op dergelijke wijze afgeschuind. Daarbij moet tus-10 sen de kopvlakken van de afzonderlijke segmentparen een speelruimte aanwezig zijn, die bij het bovengenoemde volgieten van het zwaardvormige aandrijfdeel met een elastische massa eveneens wordt gevuld. Tussen de segmentparen van het zwaardvormige aandrijfdeel worden dus elastische, lijstvor-15 mige scharnieren gevormd, die het uitbreken van de afzonderlijke segmentparen onder de inwerkende krachten verhinderen, maar toch een kromming van het zwaardvormige aandrijfdeel in drie dimensionale richting mogelijk maakt.

Voor de sterkte is het aan te bevelen het zwaardvormige 20 aandrijfdeel in zijaanzicht gezien, van voren naar achteren gezien, visbuisvormig uit te voeren. Daarbij is het aan te bevelen, wanneer de bovenrand van het zwaardvormige aandrijfdeel rechtlijnig en de onderrand van het zwaardvormige aandrijfdeel convex loopt.

25 De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een uitvoeringsvorm van een zwaardvormig aandrijfdeel volgens de uitvinding is weergegeven. In de tekening toont: fig. 1 een zijaanzicht van een zwaardvormig aandrijfdeel 30 volgens de uitvinding? fig. 2 een bovenaanzicht van het zwaardvormige aandrijfdeel volgens fig. 1; fig. 3-6: verschillende krommingsverhoudingen voor het zwaardvormige aandrij fdeel; 35 fig. 7 een vertikale doorsnede door een segmentpaar vol gens fig. 1? fig. 8 een dwarsdoorsnede volgens de lijn VIII-VIII volgens fig. 7 en fig. 9 een horizontale doorsnede volgens de lijn IX-IX 40 van fig. 7.

8103625 ï , *

Het zwaardvormige aandrijfdeel, dat in fig. 1 en 2 is weergegeven, bestaat uit een groot aantal segmentparen 2.

Ieder segmentpaar 2 is samengesteld uit door een vertikaal vlak 12 gescheiden segmenten 3,4. De segmentparen 2 staan 5 niet rechtstreeks met elkaar in verbinding. Het gaat veeleer om een losse reeks van een groot aantal van dergelijke segmentparen 2.

De binnenvlakken van de afzonderlijke segmenten 3,4 zijn echter voorzien van profileringen 20 (zie fig. 7-9), 10 waarop kettingen 5,6,7 kunnen steunen. Deze kettingen zijn over de lengte van het zwaardvormige aandrijforgaan 1 heen geleid en aan tegen afschuiving weerstand biedende tappen 10 van het beginsegmentpaar 8 en van het eindsegmentpaar 9 gehouden.

15 Zoals fig. 1 toont, heeft het zwaardvormige aandrijf- deel 1 in zijaanzicht gezien een visbuikachtige vorm. Dit betekent, dat de bovenrand van het zwaardvormige aandrijf-deel rechtlijnig en de onderrand convex gewelfd loopt. Aan deze vormgeving is de lijngeleiding van de afzonderlijke 20 kettingen 5,6,7 aangepast. De bovenketting 5 heeft praktisch een rechtlijnige vorm en is daarom de kortste. De onderste ketting 7 volgt de visbuikachtige kromming, terwijl de middelste ketting 6 een tussenstand inneemt. Dientengevolge is de lengte van de afzonderlijkekefetingen5,6,7 verschillend.

25 Daaris. nu in voorzien, dat de holle ruimten, die zich bevinden tussen de segmenten 3,4 en de kettingen 5,6,7 alsmede de segmentparen 2, worden volgegoten met een elastische massa 15 (zie fig. 2), die bij voorbeeld bestaan kan uit ongevulcaniseerde rubber, synthetische rubber, kunststof 30 of dergelijk materiaal. De onvermijdelijke speelruimte tussen de kettingen 5-7 en de segmenten 3,4 wordt gevuld door dit volgieten. Het gevolg daarvan is, dat bij trekbelasting de kettingen 5-7 nauwkeurig passend op de segmentparen 2 inwerken en dat bij drukbelasting de segmentparen 2 nauwkeurig 35 passend inwerken op de kettingen 5-7 zonder dat deze gelegenheid hebben zijdelings uit te buigen.

Het is aan te bevelen de kopvlakken 13 van de segmenten 3,4 respektievelijk segmentparen 2 convex of - wigvormig in convexe richting af te schuinen. Bovendien is het aanbe-40 velenswaardig tussen de segmentparen 2 een zekere speling 8103625 - 6 - 14 aan te brengen. Het bovengenoemde volgieten van de segmenten met de elastische massa 15 leidt er namelijk toe, dat ook de tussenruimten tussen de segmentparen 2 worden gevuld, waardoor na het stijf worden van de vloeibaar inge-5 goten massa 15 elastisch werkende lijsten ontstaan, die een buiging van het zwaardvormige aandrijfdeel 1 in driedimensionale richting mogelijk maakt.

In het voorbeeld van fig. 3 is bij voorbeeld een aandrijf radpaar 16 weergegeven, dat inwerkt op het zwaardvor-10 mige aandrijfdeel 1 volgens de uitvinding, terwijl dit een naar boven gebogen baan doorloopt.

In fig. 4 is de omgekeerde toestand weergegeven, volgens welke de aandrijfwielparen 16 inwerken op een zwaardvormig aandrijfdeel 1, dat in een naar onder gebogen baan 15 loopt.

In de fig. 5 en 6 zijn bovenaanzichten of inrichtingen volgens de fig. 3 en 4 weergegeven, waaruit blijkt, dat de aandrijfwielparen 16 ook inwerken op zwaardvormige aandrijf-delen 1, die dwars op de in de fig. 3 en 4 weergegeven 20 standen gebogen moeten worden.

Wat in de tekening niet is weergegeven maar zonder moeite duidelijk is, heeft betrekking op een ligging over elkaar van de krachtinwerkingen volgens de fig. 3-6 in de zin van een verwringing van het zwaardvormige aandrijfdeel 1. 25 In de voorbeelden van fig. 7-9 zijn nu vertikale, dwars- en langsdoorsneden van een afzonderlijk segmentpaar 2 weergegeven, waaruit blijkt hoe in het uitvoering svoorbeeld de nauwkeurig aansluitende verbinding van de afzonderlijke kettingen 5,6,7 met de segmenten 3,4 kan worden verkregen.

30 Ten eerste moet er voor gezorgd worden, dat de afzonder lijke segmenten 3,4 met inbegrip van de. kettingen 5-7 met elkaar verbindbaar, in het bijzonder schroefbaar zijn. Te dien einde hebben de segmenten 3,4 aanslagvlakkenl8, waarop de segmenten 3,4 bij verbinding tegen elkaar steunen. Het 35 is zeker mogelijk de segmenten 3,4 aaneen te lassen. Volgens de uitvinding wordt er echter de voorkeur aan gegeven de segmenten 3,4 aaneen te schroeven en daarom', hebben enige van de aanslagvlakken 18 schroefboringen 17. Het aandraaien van van de schroeven (niet weergegeven) is slechts zo ver moge-40 lijk, tot de aanslagvlakken 18 van de segmenten 3,4 tegen 8103625 - 7 - elkaar komen te liggen.

In de fig. 7-9 zijn bovendien de profileringen 20 zichtbaar, die tussen afzonderlijke kettingschalmen 5-7 grijpen en daardoor een trek- en schuifvaste verbinding van de ket-5 tingen 5-7 met de segmenten 3,4 verschaffen.

Tenslotte is in de fig. 7-9 de aanbrenging van ontluch-tingsboringen 19 zichtbaar, waarvan de taak in hoofdzaak daarin bestaat de bij het ingieten van de elastische massa 15 ontstane luchtstuwing af te leiden.

10 Met de fig. 7-9 moet verduidelijkt worden, dat de ket tingen 5-7 de gewone kettingen van rondstaafijzer kunnen zijn, in al de .dimensies hauwkeurig-'-.-passend met de segmenten 3,4 verbonden zijn, doordat zij steunen tegen profileringen 20 onder tussenvoeging van de elastische massa 15.

15 Het is natuurlijk mogelijk andere kettingvormen te ge bruiken om bij voorbeeld de segmentparen door kettingveel-hoeken te verbinden, die volgens de techniek van het voorspannen van beton in omhullingen zijn verankerd. Volgens de uitvinding is het essentieel dat de rechtstreeks niet verbon-20 den segmentparen 2 indirect via tussenorganen zodanig zijn verbonden, dat daaruit een stijf lichaam ontstaat, dat zich uitstrekt in de rijrichting maar in driemensionale richting binnenbepaalde grenzen vervormbaar is.

-Conclusies- 8103625

Claims (15)

1. Zwaardvormig aandrijfdeel voor door rails geleide voertuigen van amusementsinrichtingen, bijv. achtbanen, carrousels en dergelijke inrichtingen, bestaand uit een aan de onderzijde van het rijgestel in een vertikaal langsvlak 5 naar omlaag zich uitstrekkend plankvormig element, tegen de buitenvlakken waarvan aandrijfwielparen aangrijpen, met het kenmerk, dat het zwaardvormige aandrijfdeel (1) bestaat uit een reeks achter elkaar aangebrachte segmentparen / (2), die tussen elkaar ten minste twee, bij voorkeur drie 10 doorlopende kettingen (5 tot 7). opnemen, waarbij de binnenvlakken van de segmenten (3,4) zijn voorzien van aan de kettingen (5 tot 7) ongeveer aangepaste profileringen (20) alsmede van vlak tegen elkaar liggende aanslagvlakken (18) voor het stevige verbinden van de segmenten (3,4) van elk 15 segmentpaar (2).

2. Zwaardvormig aandrijfdeel. volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de holle ruimten, die over-blijven tussen de binnenvlakken van de bij elkaar behorende 20 segmenten (3,4), alsmede de spleten (14), die zich bevinden tussen de segmentparen (2) en door de afstand bepaald worden, volgegoten zijn met een stijf wordende, elastisch, werkende massa (15) , bijv. ongevulcaniseerde rubber, synthetische rubber of dergelijk materiaal. 25

3. Zwaardvormig aandrijfdeel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de segmenten (3,4) , die telkens een segmentpaar (2) vormen, aaneengeschroefd (17) zijn. 30

4. Zwaardvormig aandrijfdeel volgens éên der voorgaande conclusies, me t het kenmerk, dat de segmenten (3,4) ontluchtingsboringen (19)' , die het binnenvlak met de buitenzijde verbinden, bezitten. 35

5. Zwaardvormig aandrij fdeel volgens één der voorgaande conclusies ,met h. et kenmerk, dat de buitenste 8103625 - 9 - > kettingschalmen in de segmentparen (8,9), die het zwaard- ♦ vormig aandrijfdeel (1) begrenzen, door middel van tappen (10) zijn gehouden, die sterke weerstand tegen afschuiving bieden.

6. Zwaardvormig aandrijfdeel volgens conclusie 5, met 5 het kenmerk, dat de afstand van de tappen (10) tussen het eerste en laatste segmentpaar (8,9) overeenkomt met de afstand van de buitenste kettingschalmen bij gestrekte kettingen ( 5 tot 7) .

7. Zwaardvormig aandrijfdeel volgens ëên der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kopvlakken (13) van de segmentparen (2) convex zijn uitgevoerd of op dergelijke wijze afgeschuind.

8. Zwaardvormig aandrijfdeel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tussen de kopvlakken (13) van de afzonderlijke segmentparen (2) een speelruimte (14) aanwezig is.

9. Zwaardvormig aandrijfdeel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het in zijaanzicht gezien visbuikvormig is uitgevoerd (fig. 1).

10. Zwaardvormig aandrijfdeel volgens één der voorgaande 25 conclusies, met het kenmerk, dat het eerste en laatste segmentpaar (8,9) aan koppelingsdelen van de voertuigen om vertikale assen scharnierend opgehangen zijn.

11. Zwaardvormig aandrijfdeel volgens conclusie 10, me t 30 het kenmerk, dat ten minste één van de koppelingsdelen in de rijrichting aan zijn rijgestel verend bevestigd is geleid.

12. Zwaardvormig aandrijfdeel volgens conclusie 11, me t 35 het kenmerk, dat het koppelingsdeel met een tap, die zich uitstrekt in de rijrichting, in een leger van het voertuig is gevoerd en met aan beide zijden van het leger aangebrachte schotelveren is geklemd. 8103625 V- '? - 10 -

13. Zwaardvorinig aandrijf deel volgens ëén der voorgaande ‘ conclusies, met het kenmerk, dat de segmenten (3,4) bestaan uit gegoten metaal, bij voorkeur uit gehard alu-kobilgietsel (Alu-Kobillenguss).

14. Zwaardvormig aandrijfdeel volgens ëën der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de buitenvlakken van de segmenten (3,4) zijin geruwd, in het bijzonder bedekt met zand.

15. Zwaardvormig aandrijfdeel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de buitenvlakken van de segmenten (3,4) zijn voorzien van brons. 8103625