NL8103570A - Onderplafond. - Google Patents

Description

Μ , * Ν/30.352-tM/f.

* “ Onderplafond.

De uitvinding heeft betrekking op een roostervormig onderplafond met paarsgewijs in hoofdzaak loodrecht aangebrachte geluiddempende platen, die door een aan het ruwe plafond opgehangen, uit T-rails samengesteld draag-5 frame vastgehouden worden, waarbij de platen op de armen van de dwarsbalken van de T-rails steunen.

Bij een dergelijk onderplafond (Duits Gebrauchsmuster 7 122 514) ia.het reeds bekend, uitgaande van een randvlak en van de achterzijde van den £>laat een 10 uitsparing zodanig aan te brengen,dafcxde plaat op de arm van de dwarsbalk van een T-vormige draagrail geplaatst kan worden, De platen liggen boven de draagrail tegen elkaar. Het draagframe is daarbij aan de railkruispunten opgehangen. Bij dit bekende onderplafond kunnen de platen niet op afstand van 15 elkaar aangebracht worden. De ophanging van het draagframe moet dus telkens op de aan de railkruispunten toegevoegde plaatsen van het ruwe plafond geschieden, wat niet steeds mogelijk is en dus omvangrijke hulpconstructies vereist.

De uitvinding beoogt een onderplafond 20 van de bovengenoemde soort zo uit te voeren, dat een ophanging van het draagframe onafhankelijk van de raiIkruispunten mogelijk is,

Dit wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat in de tegenover de zichtzijde gelegen achterzijde 25 yan elke plaat evenwijdig aan het aan de vertrekzijde gelegen randylak en op een afstand cfcarvan ten minste een langs·* sleuf is uitgespaard, waarin de arm van de dwarsbalk van de T-r-rail grijpt, en telkens twee langere platen een kortere plaat zijwaarts in lijn liggend begrenzen, en een kopzijdige, 30 in de langssleuf overgaande insnijding voor het opnemen van de dwarsbalk yan de kopzijdig aangrenzende T-rail bezitten, waarhij de diepte van de langssieuven resp. de insnijdingen yan de platen zo is gekozen, dat de paarsgewijs aangebrachte platen op een afstand van elkaar vastgehouden worden.

35 De maatregel om paarsgewijs aangebrachte platen op een afstand van elkaar aan te brengen, is reeds bekend uit het Duitse Offenlegungsschrift 1.815.781 maar daar bestaat het draagframe niet uit T-rails.

8103570 -2-

Het onderplafond volgens de uitvinding heeft het voordeel, dat van een zeer eenvoudig draagframe uit T-rails uitgegaan kan worden, waarop in de vereiste randschik-king alleen de platen met hun sleuven behoeven te worden 5 opgeschoven. De sleuven en insnijdingen kunnen in de platen reeds bij hun fabricage uiterst eenvoudig worden aangebracht, zodat de fabricagekosten voor de elementen van het onderplafond zeer laag gehouden kunnen worden. De montage kan eenvoudig en snel geschieden, waarbij de ophanging van de draag-10 rails niet aan vastgelegde railkruispunten maar op willekeurige plaatsen van het ruwe plafond kan worden uitgevoerd.

Een verder voordeel van het onderplafond volgens de uitvinding bestaat hierin, dat door het zijwaarts opschuiven van de platen om de ingrijping van de dwarsbalken van de T-rails 15 met de sleuven en insnijding te bereiken, geen extra vrije montageruimte naar boven naar het ruwe plafond nodig is.

Het onderplafond toont de vrije randvlakken van de platen, waarbij daartussen een decoratief werkzame schaduwgroef overblijft, waarvan de diepte door overeenkomstig aanbren-20 gen van de langssleuven en insnijdingen op de gewenste wijze uitgevoerd kan worden,

Op doelmatige wijze worden in elke plaat telkens ten minste twee evenwijdig aan elkaar verlopende langssleuven en in de langere platen bijbehorende kopzijdige 25 insnijdingen aangebracht. Daardoor kan bij overeenkomstige aanbrenging de gewenste schaduwgroefdiepte worden bereikt.

Wanneer de langssleuven en insnijdingen op gelijke afstanden van de evenwijdig tegenover elkaar liggende randylakken zijn aangebracht, behoeft de betreffende 30 plaat slechts te worden gedraaid, wanneer ëën van de randylakken beschadigingen heeft.

Een bijzonder gunstige stabilisatie van elk. platenpaar wordt yerkregen, doordat tussen telkens twee paarsgewijs aangebrachte platen in tegenoverliggende langs-35 sleuyeri en imnijdingen grijpende afstandslijsten zijn aangebracht, waaryan de breedte oyereenkomt met de dwarsdoor-snedelengte van de dwarsbalken van de T-rails. De afstandsli jsten kunnen uit betrekkelijk korte, op afstanden aangebrachte stukken bestaan, bijvoorbeeld metaalveren.

4Q Uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding 8103570 -3- V * zijn .in de tekeningen af geheeld.

Fig. 1 toont schematisch een onderaanzicht van een uitsnijding uit een onderplafond, fig. 2 een eerste uitvoeringsvorm van een 5 bijbehorend platenpaar en hun bevestiging in dwarsdoorsnede, fig. 3 een tweede uitvoeringsvorm van een bijbehorend platenpaar en hun bevestiging in dwarsdoorsnede, fig. 4 het platenpaar van fig. 3 met een andere uitvoeringsvorm van de bevestiging, 10 ’ fig. 5 perspectivisch een kruispunt van vier platenparen van het onderplafond, fig. 6 het kruispunt van fig. 5 van onderen en fig. 7 uit elkaar getrokken het kopdeel 15 van een langere plaat en een bijbehorend railkruispunt.

Het in fig. 1 afgeheelde onderplafond heeft een T-rails bestaand draagframe met doorgaande langsrails 3 en daartussen ingezette dwarsrails 2. De langs-rails 1 zijn loodrecht op de dwarsrails 2 aangebracht. Aan 20 de langsrails 3 zijn platen 3 toegevoegd, die de dubbele plaatbreedte langer zijn dan de korte platen 4, die tussen de langere platen 3 zo zijn aangebracht, dat hun buitenvlakken in lijn liggen net de kopvlakken van de langere platen 3, 25 De T-rails 3,2 bezitten een dwarsbalk 5, een lijf 6 en een aanzetstuk 7, waaraan de voor de ophanging aan het ruwe plafond 35 of een andere constructie toegepast draden 34 bevestigd zijn.

Zoals in fig. 2 is afgeheeld, zijn in de 30 kortere platen 4 op de tegenover de zichtzijde gelegen achterzijde op een afstand en evenwijdig aan de randvlakken 13 langssleuven 3.0 uitgespaard, Xn de langssleuven 10 grijpen de armen van de dwarsbalk 5 van de dwarsrail 2, waardoor de kortere platen 4 op vastgelegde afstand tot elkaar in 35 hoofdzaak loodrecht aangebracht zijn.

Op dezelfde wijze zijn in de langere platen 3 langssleuven 30 uitgespaard, zoals in fig. 7 te zien is. Om te zorgen, dat de langere platen kunnen grijpen om de toegekeerde arm van de betreffende dwarsrail 2, zijn in 40 de kopvlakken 37 insnijdingen 32 aangebracht, die overgaan 8103570 4· t -4- in de langssleuven 10. Bij deze uitvoering van de langere platen 3 en van de kortere platen 4 wordt de in fig. 1 in onderaanzicht, in fig. 5 perspectivisch en in fig. 6 als detail aan het knooppunt vergroot afgeheelde vierkante ho-5 ningraatvormige platenopstelling bereikt. Bij de montage worden de platen met hun langssleuven en voorzover aanwezig met hun insnijdingen op de armen van de dwarsbalken van de T-railS/ raat voor raat/ van opzij of in de langsrichting van de rails opgeschoven. Bij het in fig. 1 afgebeelde 10 draagframe kunnen dwarsrails 2 direct tegen de langsrails 1 aanstoten of met behulp van een kopzijdige smalle tong 18 daarover grijpen.

Bij de in fig. 3 afgebeelde uitvoeringsvorm zijn in de achterzijden van de kortere platen 4 aanvul-15 lend aan de langssleuven 10 langssleuven 11 aangebracht/ en wel op dezelfde afstand van de tegenoverliggende randvlak-ken 13. Op dezelfde wijze worden de langssleuven 10 en 11 in de niet-afgebeelde kortere platen met overeenkomstige insnijdingen 12 uitgevoerd. Bij deze uitvoering kan de dwars-20 rail 2 op de in fig. 3 afgebeelde wijze weer in de onderste langssleuven 10 worden aangebracht/ waardoor een schaduw-groef 16 met normale diepte ontstaat. Wanneer de dwarsrail 2 in de langssleüf 11 zou worden aangebracht/ zou men een zeer diepe schaduwgroef verkrijgen. Voor de stabilisatie 25 kunnen in de bovenste randvlakken 13 van de platen 4 - evenzo yan de platen 3 - klemmen 20 gedrukt worden.

Bij de in fig. 4 afgebeelde uitvoeringsvorm is de dwarsrail 2 in de bovenste langssleuven 11 gevoerd, terwijl in de onderste langssleuven 10 een afstandsstuk 9 in 30 de vorm van een lijst is aangebracht. Verder zijn bij deze uitygeringsyoria van het onderplafond op de bovenste rand-ylakken 13 dekplaten 8 gelegd.

De langssleuven 10 en 11 kunnen ook op verschillende afstanden van de randvlakken 13 worden aange-35 bracht, zodat de platen 3 en 4 in de gemonteerde toestand aan de vertrekzijde in een Vastgelegd patroon ten opzichte van de andere plaat van het paar verder uitsteken, waardoor yerdere optische effecten eventueel met behulp van kleurstellingen bereikt kunnen worden.

8103570

Claims (4)

1. Roostervormig onderplafond met paarsgewijs in hoofdzaak. loodrecht aangebrachte geluiddempende platen, die door een aan het ruwe plafond opgehangen, uit T-rails samengesteld draagframe vastgehouden worden, waarbij 5 de platen op de armen van de dwarsbalken van de T-rails steunen, met het kenmerk, dat in de tegenover de zichtzijde liggende achterzijde van elke plaat (3,41 evenwijdig aan het aan de vertrekzijde liggende randvlak (131 en op een afstand daarvan ten minste een langssleuf (IQ, 111 10 is uitgespaard, waarin de arm van de dwarsbalk (51 van een T-rail (1,21 grijpt, waarbij telkens twee langere platen (31 een kortere plaat (41 zijwaarts in lijn liggend begrenzen en een kopzijdige, in de langssleuf (10,111 overgaande insnijding (121 voor het opnemen van de dwarsbalk (51 van de kop-15 zijdig aangrenzende T-rail (21 bezitten, terwijl de diepte van de langssleuven (IQ, 11). resp. van de insnijdingen (121 van de platen (3,41 zo is gekozen, dat de paarsgewijs aange-hrachte platen op een afstand van elkaar gehouden worden.

2. Onderplafond volgens conclusie 1, m e t 20 h. e t kenmerk, dat in elke plaat (41 telkens ten minste twee evenwijdig aan elkaar verlopende langssleuven (10, 11L en in de langere platen (31 bijbehorende kopzijdige insnijdingen (121 zijn aangebracht.

3. Onderplafond volgens conclusie 2, m e t 25 h e t kenmerk, dat de langssleuven (10,111 en de insnijdingen (121 op gelijke afstanden van de aan elkaar evenwijdig tegenover elkaar liggende randvlakken (13) zijn aangebracht,

3 -5- C o n c 1' ti s' 1 e s.

4. Onderplafond volgens conclusie 2 of 3, 30 met het kenmerk, dat tussen telkens twee paarsgewijze aangebrachte platen (41 in tegenoverliggende langssleuven (lil en insnijdingen (12) grijpende afstandslijsten (9-1 zijn aangebracht, waarvan de breedte overeenkomt met de dwarsdoorsnedelengte van de dwarsbalken (51 van de T-rails 35 (1,21. 8103570