NL8103264A - Lamineerpers. - Google Patents

Lamineerpers. Download PDF

Info

Publication number
NL8103264A
NL8103264A NL8103264A NL8103264A NL8103264A NL 8103264 A NL8103264 A NL 8103264A NL 8103264 A NL8103264 A NL 8103264A NL 8103264 A NL8103264 A NL 8103264A NL 8103264 A NL8103264 A NL 8103264A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
rollers
contact
roller
alignment
plate
Prior art date
Application number
NL8103264A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Keuffel & Esser Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Keuffel & Esser Co filed Critical Keuffel & Esser Co
Publication of NL8103264A publication Critical patent/NL8103264A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G03PHOTOGRAPHY; CINEMATOGRAPHY; ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ELECTROGRAPHY; HOLOGRAPHY
    • G03FPHOTOMECHANICAL PRODUCTION OF TEXTURED OR PATTERNED SURFACES, e.g. FOR PRINTING, FOR PROCESSING OF SEMICONDUCTOR DEVICES; MATERIALS THEREFOR; ORIGINALS THEREFOR; APPARATUS SPECIALLY ADAPTED THEREFOR
    • G03F3/00Colour separation; Correction of tonal value
    • G03F3/10Checking the colour or tonal value of separation negatives or positives
    • G03F3/102Lamination or delamination method or apparatus for colour proofing systems
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T156/00Adhesive bonding and miscellaneous chemical manufacture
    • Y10T156/10Methods of surface bonding and/or assembly therefor
    • Y10T156/1089Methods of surface bonding and/or assembly therefor of discrete laminae to single face of additional lamina
    • Y10T156/1092All laminae planar and face to face
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T156/00Adhesive bonding and miscellaneous chemical manufacture
    • Y10T156/17Surface bonding means and/or assemblymeans with work feeding or handling means
    • Y10T156/1702For plural parts or plural areas of single part
    • Y10T156/1705Lamina transferred to base from adhered flexible web or sheet type carrier

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Delivering By Means Of Belts And Rollers (AREA)
  • Laminated Bodies (AREA)
  • Rotary Presses (AREA)
  • Paper Feeding For Electrophotography (AREA)

Description

* 4 N/30.326-tM/f.
Lamineerpers.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het uitlijnen en combineren van een paar buigzame platen met hun oppervlakken op elkaar geplakt. Deze inrichting is bijzonder nuttig op het gebied van de 5 grafische techniek voor het maken van samengestelde meerla-gige prenten, zoals kleuroverdrukken, die beschreven zijn in de Amerikaanse octrooiaanvrage 795.339.
Bij dat kleurdrukprocédë worden een serie afzonderlijke kleurbeelden gemaakt op aparte dragerplaten 10 en de beelddragende plakmiddellagen van deze platen worden dan overgebracht op een enkele opneemplaat in precieze uitlij ning over elkaar. Hoewel andere kleurdruksystemen lichtgevoelige lagen overbrengen op een opneemlaag voordat in uitgelijnde toestand belichting plaatsvindt via een kleur-15 srcheidingnegatief en dus geen behoefte hebben aan het handhaven van uitlijning tijdens een lamineerbewerking, heeft het overbrengen van een beelddragende laag in het bovengenoemde procédé een behoefte geschapen naar de precisie -lamineerpers volgens.de onderhavige uitvinding.
2Q De persinrichting volgens de onderhavige uitvinding omvat een paar rollen, wa’arop respectievelijk een opneemplaat en een beeldplaat met een drukgevoelige plak-middellaag worden gemonteerd, die een beeld in een kleur van een stel afdrukkleuren bevat. Middelen, zoals uitlijn-25 pennen worden gebruikt om tijdelijk de beeldlaag precies op zijn plaats te houden op zijn rol. De opneemplaat anderzijds wordt stevig bevestigd op het oppervlak van zijn rol, daar anders dan de meerdere beeldplaten, die achter elkaar Verwerkt worden, de opneemplaat tijdens het gehele drukpro-3Q cêdê op de pers blijft zitten.
Met de betreffende platen aldus gemonteerd op het rollenpaar, worden de rollen aan hun omtrek uitgelijnd ten opzichte van de uitgelijnde stand van de beeldplaat door middel van een arreteerorgaan en kinematische kop-35 pelelementen en samengebracht onder een aanzienlijke druk door een eerste aandrijforgaan, waarddor een precies geplaatste aanvankelijke, plakmiddelaanhechting tussen de oppervlakken van de Beeldplaat en opneemplaat wordt bewerkstel- 8103264 -2- s ligd. Ten minste één van de rollen wordt dan door een tweede ' aandrijforgaan zo gedraaid/ dat de beeldplaat en de opneem- plaat onder druk in de kneep van de inrichting worden getrokken en geleidelijk de beeldlaag wordt aangehecht aan de op-5 neemplaat.
Bij het voltooien van het lamineren, keert het eerste aandrij forgaan om om de rollen te scheiden en wordt de beeldplaatdrager verwijderd van de beeldlaag/ waardoor het beeld van de eerste kleur wordt afgezét op de opneemplaat.
IQ Opneemplaten met de tweede en volgende kleuren worden evenzo precies op hun plaats gebracht op de uitlijnrol/ elk op zijn beurt, en de beeldlagen worden overgebracht op de samengestelde opneemplaat om de kleurenoverdruk te vormen.
De inrichting kan daarna worden gebruikt' 15 om een meerkleurenprent te lamineren op een uiteindelijk spiegelblad van papier, film, folie of. dergelijke.
Een serie samenwerkende regelorganen zijn aangebracht in de inrichting om de volledige drukaangrij-ping tussen de rollen te verzekeren voordat de lamineervoort-20 beweging van de platen kan plaatsvinden. Deze regelorganen leveren verder een belangrijke mate van veiligheid voor de hedieningsman tijdens de verwerking van de verschillende platen.
De uitvinding zal hierna worden toege-25 licht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvorm van de uitvinding is afgeheeld.
Fig. 1 is een perspectivisch rechterach-teraanzicht van een lamineerpers volgens de uitvinding.
Fig. 2 is een gedeeltelijk rechter zij-3Q aanzicht van de inrichting van fig. 1 en toont de sluithewer-king daarvan,
Fig. 3 is een linker zijaanzicht gedeeltelijk in doorsnede volgens de lijn 3-3 van fig. 4 en toont een arreteerorgaan en koppelinguitlijnmiddelen.
35 Fig. 4 is een' doorsnede volgens de lijn 4-4 van fig. 3 en toont een andere afbeelding van het arreteerorgaan en de koppelingmiddelen,
Fig. 5 is een vergroot deel van de afbeelding van het arreteerorgaan en de koppelingmiddelen in 4Ö fig. 3.,' 8103264 i % -3-
Fig. 6 is een doorsnede volgens de lijn 6-6 van . fig. 5.
Fig. 7 is een schema van de regelorganen voor de inrichting van fig. 1.
5 Fig. 8 is een bovenaanzicht van een paar beeld platen en toont hun standen tijdens de verwerking op een la-mineerpers volgens de uitvinding.
Zoals in het algemeen is afgeheeld in fig. 1 omvat een uitvoering van de lamineerpers een frame IQ,, dat IQ een paar trommels of rollen 11, 23 ondersteunt, die zijn gemonteerd op evenwijdige assen 12, 14. De as 12 van de rol 11 is gelegerd in kussenblokken 15, die zijn bevestigd op het frame 10, zodat de rol 11 op een vaste plaats op het frame IQ ligt. De rol 13 daarentegen is met zijn as 14 gelegerd 15 in legerblokken 22, die zijn bevestigd op assen 23, die in de langsrichting kunnen bewegen in legers 21 van steunen 20, die zijn bevestigd aan het frame 10. Door deze langsbeweging van de assen 23 met de legerblokken 22 kan de rol 13 vanaf de rol 11 of in aanraking met het oppervlak van de rol 11 20 worden geplaatst, zoals bij 13*.
Als de rollen 11, 13 in de gescheiden of open stand staan, kunnen een opneemplaat 45 en een beeldplaat 48 gemakkelijk op de betreffende rollen worden gemonteerd, zoals later meer in bijzonderheden zal worden beschreven. Om het 25 monteren van deze platen tè. vergemakkelijken, kan de as 14 van de rol 13 normaal vrij draaien in de legerblokken 22, terwijl een aandrijforgaan 18 van de rol 11 is voorzien van een normaal uitgeschakelde elektromechanische koppeling, zodat de rol 12 ook vrij kan draaien in zijn legers.
30. ^ Wanneer de platen 45, 48 aldus op hun plaats zijn aangebracht, wordt de rol 13 in aanraking met de rol 11 gebracht door middel van het sluitmechanisme, dat in fig.
1 is afgebeéld en meer in detail in fig. 2, waarin een as 16 is gelegerd in legers op het frame 10 en zich dwars op de 35 breedte van de rollen 11, 13 evenwijdig aan de assen 12, 14 uitstrekt. Aan elk eind van de as 16 steekt een tap 28 uit, die excentrisch ten opzichte van de hartlijn van de as ligt.
Op elk van deze tappen 28 is een leger 27 aangebracht, waaraan trekstangen 24 zijn bevestigd met een voldoende lengte 40 om zich uit te strekken door de platen 25, die stevig zijn 81 03 264 -4- bevestigd aan de betreffende legerblokken 22 door middel van uitstekende bouten 26. De verbinding tussen de trekstangen 24 en de platen 25 geschiedt via stapèls samendrukbare ringen 33 en instelmoeren 35, die aangrijpen op de schroefdraadein-5 den van de trekstangen 24. Door middel van de moeren 35 kan de contactdruk tussen· de rollen 11,1.3 naar wens worden ingesteld, terwijl de rollen in de gesloten contactstand liggen.
> De rol 13 met een as 14 in de 3égerblokken 22 ondersteund op de assen 23 zoals boven is opgemerkt, wordt IQ normaal naar zijn open stand 13, die in fig. 2 is afgebeëld, gedrukt door de werking van drukveren 29. Pennen 36, die omlaag steken uit de legerblokken 22 zijn nauwpassend opgesloten tussen evenwijdige stangen 34, die zich uitstrekken tussen beugels 32, die zijn bevestigd aan het frame 10 eri de 15 legerblokken 22 loodrecht houden. Een eerste aandrijforgaan 19 met een omkeerbare motor en een elektromechanische rem is gemonteerd op het frame 10 en werkzaam verbonden via een ket-tingwiel en een ketting 17 om de as 16. te draaien. De werking van het sluitmechanisme, waarbij de beeldplaatrol in 20. zijn gesloten stand 13f in aanraking met de rol 11 wordt gebracht, omvat de bediening van het aandrijf orgaan 19 om de as 16 in de richting van de wij zers van het uurwerk in draaiing te brengen, gezien in fig. 2, zodat de eindlegers 27 zich verplaatsen in de richting vanaf de legerblokken 22.
25 Deze werking wordt via de trekstangen 24 overgebraeht om de platen 25 en de legerblokken 22 te· verplaatsen naar hun aangegeven standen 25’, 22’, zodat de aanraking tussen de oppervlakken van de rollen 11, 13' optreedt.
Met de as 16 draait de nok 71, die aanvan-30- kelijk is bediend om de schakelaar 72 te sluiten, ten einde de sluithandeling van de rollen mogelijk te maken, zoals later meer in het bijzonder zal worden beschreven, en voortgaat om de contacten van de schakelaar 73 te openen na een draaiing van 18Q° om het aandrijforgaan 19 af te remmen en stil te 35 zetten na een verplaatsing van de pennen 28 en het daarmee verbonden sluitmechanisme over de maximum beschikbare afstand.
In dit stadium van de werking van de pers liggen de oppervlakken van de opneemplaat 45 en de beeldplaat 48 stevig in aan-vankeüjk contact langs de lijn waar. -rollen 11, 13 elkaar 40. met ' hun omtrekken aanraken.
81 03 2 6 4 _ * 1 -5-
De bovengenoemde kleurprentconstructie brengt mee, dat achtereenvolgens meerdere kleurenbeelden worden aangehecht aan de opneemplaat en daarom is het noodzakelijk, dat de begincontactlijn tussen deze opneemplaat en elke 5 beeldplaat precies wordt geplaatst met betrekking tot het uitlijnmerk van het samengestelde beeld. Dit vereist, dat de rollen 11, 13 in precies dezelfde omtreksstand liggen tijdens elke opvolgende sluitwerking. Deze precieze uitlij-ning wordt verzekerd door middel van het arreteerorgaan en 10 koppelingmechanisme, dat is afgebeeld in fig. 3-6. Zoals in het algemeen in fig. 3-4 is afgebeeld, zijn deze uitlijnmechanismen bevestigd aan aangrenzende eindvlakken van de rollen 11, 13 en werken ze samen om deze rollen elk in een precieze stand te houden wat betreft de draaiing om hun 15 assen.
De aanvankelijke plaatsing van de rollen 11, 13 wordt verkregen door toepassing van het arreteerorgaan, dat is afgebeeld in fig. 6. Een blok 51, dat stevig is bevestigd op het eindvlak 43 van de rol 11 heeft langs zijn 2Q bovenvlak een greefelement, dat evenwijdig loopt aan de straal van de rol. In de onderhavige uitvoering is dit groefelement eenvoudig uitgevoerd als een paar evenwijdige stangen 62, die worden gehouden in een sleuf in de bovenzijde van het lichaam 51 door de schouder van bouten 63. Een 25 op het frame IQ bevestigde plaat 42 ondersteunt een arre -teerkogel, die samenwerkt met de groef van het blok 51. Dit arreteerorgaan omvat een van.uitwendige schroefdraad voorziene buis 64, waarin de kogel 66 is opgesloten, zodat deze i gedeeltelijk uit de buis 64 uitsteekt onder de druk van de 30. drukveer 67. De speling tussen de stangen 62 en het eind van de buis 64 wordt door de schroefdraadverbinding tussen de buis en de plaat 42 ingesteld, waarna het kogelarreteer-orgaan stevig op zijn plaats wordt vergrendeld door middel van een moer 65. In bedrijf wordt de rol 11 in zijn vrij-35 draaiende toestand met de hand gedraaid om het blok 51 in de stand te brengen, waar de stangen 62 aan weerszijden in aanraking met de kogel 66 liggen. Op deze manier wordt de draaiing van de rol 11 door de werking van de veer 67 verhinderd, 4CL Een soortgelijk arreteerorgaan is aangebracht 81 03 26 4 ^ * -6-
V
op de rol 13 en omvat een blok 54 met een paar radiaal geplaatste stangen 62, 63, die samenwerken met een tweede arreteerkogel , die uit de plaat 42 steekt. De aanbrenging van het groefelement van elk arreteerorgaan, waarbij in het 5 bijzonder de rol 13 althans nagenoeg evenwijdig is met de rolstraal, maakt éen voortgezette werking van het arreteerorgaan mogelijk om draaiing van de rollen te verhinderen, zelfs als de rol-.13 bij het sluiten in aanraking met de rol 11 beweegt.
IQ De beschreven arreteerorganen zijn echter niet nauwkeurig genoeg, bijvoorbeeld tengevolge van de tolerantie tussen de kogel 66 en de buis 64, om de nauwkeurige uitlijning van de rollen 11, 13 te bewerkstelligen, die nodig is om de vereiste uitlijning van de op deze rollen j.5 gemonteerde platen te handhaven. De uitvinding verschaft derhalve een koppelingsamenstel, dat werkzaam wordt tijdens de sluithandeling om de rollen in een relatieve stand te houden, die binnen ongeveer 0,25 mm reproduceerbaar is. In de onderhavige uitvoering omvat dit secundaire uitlijnsamen-20, stel een eerste ondersamenstel', dat is voorzien van een paar tongelementen 52, die uit hét blok 51 steken en waartussen een penelement 53 is ondersteund, waarvan de as evenwijdig is aan de as 22 en althans nagenoeg is gecentreerd op de groef van het blok 52, en een tweede samenwerkend onder-25 samenstel, dat bestaat uit een staaf 55, die is· gelegerd in een rechtlijnig leger in het blók 54.
De as van de staaf 55 is althans nagenoeg evenwijdig aan het groefelement van het blok 54 en zijn nabij liggende eind bézit een dwarse V-groef 61 met een 3Q voldoende grootte óm de pen 53 op te nemen, zoals is af geheeld in fig. 5. Het afliggende eind van de staaf 55 is omringd door een kraag 56, die verstelbaar langs de staaf 55 is geplaatst. Pennen 58, 59 steken uit het lichaam 54 resp. de kraag 56 voor het verankeren van de einden van een paar 35 trekyeren 57.Onder de kracht van deze veren 57 wordt de staaf 55 normaal naar de pen 53 gedrukt tijdens de openings-cyclus van de rollen 22, 23, waarbij de kraag 56 in aanraking komt met het blok 54, zoals bij 56’ in fig... 5 is af geheeld, om. de afstand waarover, de staaf 55 uitsteekt, en de 4GL uiteindelijk door de veren 57 ontwikkelde kracht te bepalen.
8103264 -7- f
De werking van dit secundaire uitlijnmiddel is af geheeld in fig. 5, die rol en de kraag toont in Iiun open standen 13’, 56* en hun gesloten standen 13/ 56. Tijdens de sluithandeling Beweegt het blok 54 met zijn draagrol 13 om 5 het van de V-groef voorziene eind van de staaf 55 in aanraking met de pen 53 te Brengen, waarBij het uitsteken van de staaf 55 zÖ is ingesteld, dat het aanvankelijk contact tussen de groef 61 en de pen 53 optreedt, voordat de rollen 11, 13 met hun oppervlakken in aanraking met elkaar komen.
IQ De verdere uiteindelijke Beweging bij de sluit handeling daarna komt onder de invloed van de trekveren 57, als het blok 54 verder beweegt met de rol 13, terwijl het eind van de staaf 55 stil tegen de pen 53 wordt aangehouden. Daar de precieze uitlijning van de arreteergroefelementen op een 15 lijn, die zich uitstrekt tussen de hartlijnen van de assen 12, 14 gewoonlijk niet in de praktijk kan worden bereikt tijdens de montage van de inrichting, verdient het de voorkeur dat deze onderdelen met opzet verplaatst of enigszins hellend worden aangebracht ten opzichte van deze lijn om het koppelen 2Q van de V-groef 61 en de pen 53 op een voorafbepaald punt eveneens ten opzichte van deze lijn· verplaatst te verzekeren, waardoor een dwarskrachtcoraponent wordt uitgeoefend, die een geringe draaiing aan de rollen 11, 13 in een gegeven richting meedeelt om op steeds gelijkblijvende wijze de ver-25 melde -toleranties op te nemen en andere variabelen te overwinnen, die behoren Bij de arreteerorganen en rolsteunsamen-stellen. Op het tijdstip van het werkelijke contact tussen de rollen 11, 13 wordt hun uitlijning dus beheersd door de precieze kinematische uitvoering, die wordt.verkregen door 30 de koppeling van de schacht 55 en de pen 53 onder de druk van de veren 57. Op deze manier wordt de uitlijning tussen de roloppervlakken en hun betreffende platen reproduceerbaar bereikt.
Na dit instellen van de aanvankelijke lijn 35 van aanhechtingscontact tussen de platen 45, 48 hangt de reproduceerbare uitlijning van plaat tot plaat bij het over-Brengen van hét samengestelde Beeld af van de mechanische uitvoering van de rolsamenstellen. Daar het lamineren van elk beeld op precies dezelfde contactlijn Begint worden mechani-40 sche fouten precies gereproduceerd tijdens de lamineerhande- 8103264 -8- * ·- \ ling van de rollen en. wordt de vereiste steeds gelijkblijvende uitlijning gehandhaafd.
De volgende lamineerwerking wordt begonnen door bediening van het tweede aandrijforgaan 18/ dat de rol 5 11 en derhalve de. aanrakende rol 13 draait. Bij het begin van de roldraaicyclus wordt de aandrukking* van de veren 67 van de kogelarreteersamenstellen overwonnen en de blokken 51/ 54 worden vrijgemaakt om met hun betreffende rollen te bewegen. Tegelijk bewegen de oppervlakken van de pen 53 en IQ de groef 61 van het koppelingsamenstel. buiten aanraking met elkaar. De draaiing van de rollen wordt dan voortgezet totdat de platen 45/ 48 met hun gehele beeldzone in drukcon-tact aan de kneep van de rollen zijn gebracht. Daarna wordt het aandrijforgaan 18 uitgeschakeld om de draaiing van de 15 rollen te beëindigen en het aandrijforgaan 19 wordt in de omgekeerde richting bediend om de rolopeningshandeling uit te voeren.
De regelschakeling van de onderhavige uitvoering is afgebeéld. in het schema van fig. 7, waarin het eerste 2Ct aandrijfmiddel 19 als motor 19 is weergegeven die mechanisch -. is gekoppeld met de nok 71 en een elektromagnetische rem 74 en het tweede aandrijforgaan 18 als motor 18, die mechanisch is gekoppeld met de elektromechanische koppeling 75. Naast de aangegeven geleiders, beschermingsdioden en condensatoren 25 en gelijkrichter omvat de schakeling relais 76-79, schakelaars 91-94 en een signaallamp 96. De schakelaar 91 is de hoofdaan/uitschakelaar, die is geplaatst tussen de contact-steker en de verschillende aangegeven aftakkingen in de bedrading.. De schakelaars 92-94 zijn normaal open en worden .30. ingedrukt door de hédieningsman tijdens de verschillende werkcycli van de inrichting. .
Zoals in fig, 7 is afgeheeld, hevindt de regelschakeling zich in de toestand, die bestaat als de rollen van de pers in de volgeopende stand liggen. De nok 71 35 houdt de normaal gesloten schakelaar 72 in de open stand, terwijl de schakelaar 73 contact kan maken met zijn eerste pool,zoals is afgeheeld om het relais 76 te kunnen bedienen Via normaal .geopende schakelaars 92, die als beveiliging in serie zijn geschakeld en ver uit elkaar zijn geplaatst op 40. het toestel,, zodat ze door de bedieningsman met de beide han- 8103264 ' ------ - ---..... - ............ ...... « ί -9- den moeten worden bediend.. Het relais 77 staat in zijn onwerkzame toestand en het relais 76 kan bediend worden via de schakelaars 92. Het relais 78 is onwerkzaam en zijn schakelaar sluit het circuit om de rem 74 te bedienen, waardoor de 5 beweging van het sluitmechanisme wordt verhinderd. Het relais 79 is onwerkzaam en zijn schakelaars zijn open waardoor de koppeling 75 normaal is uitgeschakeld.
Als de platen 45, 48 op de rollen liggen, zoals later meer in detail zal worden besproken, drukt de IQ hedieningsman om de sluitcyclus op gang te brengen de schakelaars 92 in , waardoor het relais 76 wordt bediend, waarvan de schakelaars de polariteit van de motor 19 op de voorwaartse sluitwerking instellen en aanvullend de keten wordt gesloten om de stroom te leveren om de motor 19 te laten werken 15 en de sluitcyclus te beginnen. Het sluiten van de relais- schakelaar bekrachtigt ook het relais 78, waardoor zijn schakelaar open gaat en de rem 74 wordt uitgeschakeld.
De sluitcyclus gaat zolang voort als de schakelaars 92 zijn ingedrukt of totdat de as 16 is gedraaid 20. en de excentrische pennen 28 180° zijn verplaatst en de volledige aanraking tussen de rollen 11, 13 heeft plaatsgevonden. Op dit punt zorgt de nok 71, dat het contact van de schakelaar 73 wordt versteld naar zijn tweede pool, waardoor de keten naar het relais 76 wordt geopend, de bekrachtiging 25 van de motor 19 en het relais 78 wegvalt, waardoor de rem 74 wordt ingeschakeld en het sluitmechanisme wordt stilgezet.
Dit contact aan de tweede pool van de schakelaar 73 sluit de keten via de signaallamp 96 osm de voltooiing van de sluitcyclus aan te 'geven en het relais 79 te kunnen bedienen via 3(1 de schakelaars 93. Voor het regelen van de werking van de motor 18 en de draaicyclus staan de normaal open schakelaars 93 in serie om de bedieningsraan te beschermen op de wijze van de schakelaars 92.
De draaiing van de rollen 11, 13 om de 35 platen 45, 48 te lamineren wordt ingeleid doordat de bedie-ningsman de schakelaars 93 indrukt om het relais.79 te bedienen, waardoor de elektromechanische koppeling 75 wordt ingeschakeld en de motor 18 begint te werken. De draaicyclus kan worden voortgezet totdat de beelden 46, 49 over 4Q hun gehele lengte in aanraking met elkaar zijn gebracht. Het 81 03264 V % -10- vrijlaten van de schakelaars 93 beëindigt de. draaicyclus.
Aan het begin van de sluitcyclus maakt de beweging van de nok 71 door de motor 19 het mogelijk, dat de schakelaar 72 het circuit sluit om het relais 77 te kunnen 5 bedienen door êên van de normaal open schakelaars 94, die als verdere veiligheidsmaatregel parallel zijn geschakeld zodat ëën daarvan ogenblikkelijk werkzaam is bij aanraking. Wanneer de rollen 11, 13 moeten worden gescheiden, bij voltooiing van de lamineerprocedure of ingeval van nood, 10 drukt de bedieningsman ëën van de schakelaars -94 in om het relais Tl te bedienen en de openingscyclus te beginnen. Een schakelaar van het relais 77 staat parallel aan de schake-laars 94 diént eenmaal gesloten om de openingscyclus te handhaven tot voltooiing bij het openen van de schakelaar 72 15 door de nok 71. De bediening van het relais 77 verzekert ook dat het relais 76 wordt uitgeschakeld, dat in zijn onwerkzame toestand het omkeren van de polariteit' van de motor 19 naar de openingswijze bewerkstelligÏL. Het sluiten van.de andere schakelaar van het relais 77 bekrachtigt de motor 19 en het 2Q relais 78 om de rem 74 los te maken en het draaien van de as 16 toe te laten zodat de rollen 11, 13 worden gescheiden.
Zoals in de bovengenoemde Amerikaanse octrooiaanvrage is beschreven, omvat hét kleurdrukprocêdë waarvoor de onderhavige lamineerpers bij zonder geschikt is, 25 de vorming van een aantal complementaire beelden op afzonderlijke platen door middel van belichting via fcleurscheidings-negatieven, gevolgd door selectieve verwijdering van Beschermende bovenlagen eri aanbrenging van verschillende poederpig-mentkleureri op de beeldsgewijs blootgelegde drukgevoelige 30 plakmiddelonderlageri, De overige beschermende bovenlagen van de platen worden dan verwijderd om de gekleurde poederbeelden op te levers®:,.., die zijn geplaatst in een achtergrond van drukgevoelig plakmiddel op het oppervlak van elk van de beeldplaten, die in de tekening worden voorgesteld door de 35 plaat 48. Een opneémplaat 45 van papier of film, bij voorkeur met een laag-drukgevoelig plakmiddel, wordt met zijn oppervlak in plakmiddelcontact gebracht met het oppervlak van een eer-~ ste beeldplaat door middel van hét toestel volgens de onderhavige uitvinding,. De filmplaat, die de drager is van de 4GL beeldplaat 48 wordt dan afgetrokken van het samenstel, zodat 8103264 ψ -11- zijn heeldlaag gedeponeerd op de opneemplaat 45 achterhlijft. Het procédé wordt dan herhaald met elke andere beeldplaat 48, maar deze opvolgende lamineringen moeten met precieze regeling van de uitlijning worden uitgevoerd, zoals wordt ver-5 schaft door de onderhavige lamineerpers.
Verwijzend naar de tekening toont fig. 1 en 8 de onderhavige inrichting, die in dit stadium wordt toegepast bij het voorbereiden van een kleurendruk, dat wil zeggen in het stadium waarin een eerste kleurenbeeld, eenvoudig IQ voorgesteld als een blauw schaakbordpatroon 46, is overgebracht op de opneemplaat 45 en een tweede helrood schaakbordpatroon 49 op het punt staat om te worden overgebracht van zijn dragerplaat 48 voor het vormen van een samengesteld blauwrood schaakbordpatroon. In fig. 8 zijn de platen 45, 48 15 duidelijkheidshalve in twee dimensies afgeheeld, maar opgemerkt wordt, dat deze platen in werkelijkheid zijn gemonteerd op de rollen 11, 13 zoals is afgebeeld in fig. 1.
Aan het begin van het procédé wordt een kale opneemplaat 45 stevig bevestigd aan het oppervlak van de 2Q rol 11 door een geschikt middel, zoals de aangegeven eenvoudige stroken van dubbel drukgevoelig plakband 47. Om steeds dezelfde omstandigheden te verkrijgen tijdens, het gehele lamineerprocédë geschiedt het aanvankelijk monteren van de opneemplaat 45 bij voorkeur in een machinale lamineerstap.
25 Een eerste stuk band 47 wordt daarom aangebracht op de rol 11 of de opneemplaat 45 en de hele plaat doorloopt een lamineer-cyclus in de inrichting totdat de achterrand geheel in aanraking is gekomen met de tweede bandstrook 47. Het is gebleken, dat op deze manier de opneemplaat 45 op de juiste wijze is 3Q gestrekt en geplaatst op de rol 11 en aldus op steeds dezelfde wijze reageert tijdens elke volgende lamineercyclus.
Het monteren van een beeldplaat 48 op de rol 13 geschiedt met toepassing van tijdelijke montagemiddelen daar zoals eerder is beschreven de hele plaat wordt overge-35 bracht op de opneemplaat en de drager daarna wordt verwijderd van de beelddragende plakmiddellaag. Een systeem van uitlijnpennen die zijn bevestigd aan het oppervlak van de rol 13 en nauwkeurig geponste gaten en sleuven in de beeldplaten is in de praktijk bevredigend gebleken als uitlijn- en montage-40 middel voor het onderhavige procédé. Een bij voorkeur toegepas- 8103264 -12- te ponsgatenrangschikking is afgebeeld in fig. 8 en omvat een centraal voorrandgat, dat nauwkeurig de uitlijnpen 81 opneemt, een paar zijsleuven 83 bij de langsranden van de beeldplaat 48, die nauwkeurig de uitlijnpennen 82"over bun 5 breedteafmeting kunnen opnemen en de langssleuf 85 aan het midden van de achterrand van de plaat 48, die nauwkeurig de uitlijnpen 84 over zijn breedte kan opnemen. Deze uitvoering • zorgt voor een gemakkelijke montage van de platen 48, terwijl daarbij nauwkeurig en reproduceerbaar de aanvankelijke 10. contactlijn"; voorgesteld bij 87, 88, tussen de opneemplaat •45 en elke..beeldplaat 48 wordt verkregen.
Een economische rollenconstructie omvat een cilinder 41 van stijf materiaal zoals staal,, waarop eindpla-ten 43 zijn bevestigd, die zijn gemonteerd op een centrale 15 as 12. Deze constructie kan in grote hoeveelheden worden vervaardigd en machinaal afgewerkt op een standaarddiameter om de volgende montage te vereenvoudigen. Ondanks de· eigen stijfheid en sterkte van het materiaal van de cilinder wordt enige' buiging van de rollen ondervonden bij de lamineerdruk-2Q ken, die worden ontwikkeld in de inrichting. Om een compensatie voor deze buiging te verkrijgen en om holten.„of onvolkomenheden aan het oppervlak, zoals bewerkingsstrepen op te vullen, en een volledige uitdrijving van de lucht tussen de .platen 11,13 tijdens het lamineren te. verzekeren, verdient 25 het de voorkeur, dat het oppervlak van ten minste êén van de rolcylinders is bedekt met een gladde veerkrachtige laag 44 . van rubber, kunststof of dergelijke.- In de handel verkrijgbaar zelfplakkerid drukdekenmateriaal is hiervoor zeer dienstig gebleken. , 3CL Hoewel het materiaal van de laag 44 niet meer dan 1 of 2 millimeter dik is,, vormt het daardoor verkregen verschil tussen de diameters van de rollen 11,13 , die samenwerken met de samendrukking en vervorming .van de laag 44 in de kneep van de 'contactrollen een toestand, waarin de 35 beeldplaat 48, wanneer deze eenmaal vastplakt via de opneemplaat 45 aan de aandrijfrol 11 wordt getrokken door de kneep met een snelheid, die de bewegingssnelheid van het oppervlak van de rol 13 overschrijdt. Als gevolg beweegt de beeldplaat 48. voorwaarts ten opzichte van de beweging, van. de rol 13, 4(1 ' wanneer de diameter van die rol groter is dan de diameter van 8103 264 * -13- de rol 11. Deze diameterverhouding wordt bij. voorkeur toege- past om de genoemde voorwaartse relatieve verplaatsing van de plaat 48 te verzekeren, die kan worden opgenomen door de langs- 85 ligging van de sleuf*aan de achterrand van de plaat.
2 Het overbrengen van een tweede schaakbordpa troon 49 in uitlijning met het eerder op de.opneemplaat 45 overgebrachte eerste patroon 46 gaat op de volgende manier.
Met de beide rollen 11, 13 in de vrijdraaiende toestand tengevolge van de uitschakeling van de koppeling en de rem van de 2q aandrijforganen 18, 19 draait de bedieningsman rollen in de betreffende standen,, waarin de arreteerkogels 66 worden opgenomen tussen de stangenparen 62. De plaat 48, die tevoren is geponst en bewerkt om het beeld 49 te verkrijgen, wordt gemonteerd op de rol 13 door de uitlijnpennen aan te brengen in 25 de betreffende gaten of sleuven zoals is afgeheeld in fig. 8. Eet is gebleken, dat een nuttig middel om de achterrand van de plaat 48 in oppervlaktecontact met de rol 13 te houden, en daarbij de voortbeweging van de plaat over het oppervlak van de laag 44 toe'te laten, bestaat uit één of meer magneten 2Q 86. De grootte van deze magneten is ζδ gekozen, dat een glij-weerstand van slechts enkele grammen wordt verkregen, die werkzaam is om een voldoende trek te verschaffen om dè plaat 48 glad op het roloppervlak te houden.
Terwijl de plaat 48 aldus is geplaatst op de 25 rol 13 begint de bedieningsman de sluitcyclus van de inrichting, zoals eerder is beschreven,· om een nauwkeurig uitgelijnd lijncontact tussen de plaatoppervlakken langs de lijnen 87, 88 te verkrijgen* Wanneer de platen aldus stevig in ingrijping met elkaar zijn gebracht, maakt de bedieningsman de voorrand 3Q van de plaat 48 los van de pennen 81, 82 en brengt hij de draaicyclus van de inrichting op gang. Terwijl de platen 45, 48 voortbewegen in de kneep tussen de rollen 11, 13 wordt geleidelijk alle lucht tussen de platen uit gedreven en worden hun plakmiddeloppervlakken in innig contact gebracht met 35 het kleurenbeeld en elkaar onder de ontwikkelde druk, die 2 groter is dan ongeveer 3,5 g/mm .
Als het lamineren van.de platen voortgeschreden is tot het punt, waar de gehele beeldzones zijn samengebracht, beëindigt de bedieningsman de draaicyclus, verwijdert 40. hij de vasthoüdmagneten en maakt hij de plaat 48 los van de 8103264 -14- ven 84. De openingscyclus wordt dan op gang gebracht en de rol 13 teruggetrokken buiten, contact met de plaat 48, die nu stevig is vastgehecht op de 'opneemplaat 45 met zijn heelddragende plakmiddellaag precies uitgelijnd op het beeld 5 van de opneemplaat 46 om het meerkleurige schaakbordpatroon 46/49 te voltooien. Als het samenstellen van het kleurenbeeld is voltooid, kan de bedieningsman eenvoudig de opneemplaat 45 scheiden van de 'vasthoudbanden 47 om een doorschijnende prent te krijgen' of de dragerplaat of film van de uiteinde-. IQ lijke beeldplaat 48 kan worden afgetrokken van de gelamineerde plakmiddellagen eri een afzonderlijke plaat van echt drukmateriaal kan worden gelamineerd op de samengestelde beeldlagen in een laatste passage door de pers voorafgaand aan verwijdering vanaf de rol 11 om een uiteindelijke prent 15 te verkrijgen met de structuur en tint, die in buitengewone mate het. product van de drukpers dupliceert.
*» « •V* 8103264

Claims (7)

1. Lamineerpers, voorzien van een paar evenwijdige rollen/ die zijn gemonteerd op een frame in legers, waarvan ten minste één stel heen en weer beweegbaar is om zijn rol in en buiten oppervlaktecontact met de andere 5 rol te plaatsen, een aandrijforgaan voor het bewerkstelligen van deze heen en weergaande beweging, een aandrijforgaan voor het bewerkstelligen van de draaiing van ten minste één rol, wanneer de rollen in oppervlaktecontact met elkaar zi.jn, èen vasthoudrol om een buigzame plaat vast te houden op één van 10 de rollen en plaatsingsmiddelen om een andere buigzame plaat precies op de andere rol te plaatsen, zodat althans nagenoeg de gehele oppervlakken van de platen geleidelijk in aanraking met elkaar kunnen worden' geperst door de samenwerkende draaiing van de rollen, met het kenmerk 15 dat de pers verder is voorzien van uitlijnmiddelen (53, 55, 62, 661 bij elke rol (11, 131 om de rollen minstens tot hun oppervlakken elkaar aanraken in nauwkeurige omtreksuitlij-ning te houden.
2. Pers volgens conclusie l,met het 2Q kenmerk, dat de uitlijnmiddelen’ arreteerorganen (64, 661 op het frame omvatten, die aangrijpen op elke rol (11, 13) en bepaalde omtrekszones van deze rollen bij elkaar houden, wanneer de rollen buiten aanraking met elkaar zijn, waarbij koppelingmiddelen (53, 551 bij elke rol zijn aangebracht, om 25 wanneer de rollen in aanraking met elkaar bewegen, in elkaar te grijpen en minstens totdat de oppervlakken van de rollen in aanraking met elkaar komen, de rollen in nauwkeurige om-treksuitlijning houden.
3. Pers volgens conclusie 2, m e t het 3Q kenmerk, dat de koppelingmiddelen een lichaam (511 omvatten, dat is bevestigd op één van de rollen (11) en een eerste contactelement (531 bij de omtrekszone van dé rol heeft, een lichaam (54), dat is bevestigd op de andere rol (131 en een tweede contactelemenfc (61)- bij het eerste con- 35 tactelement heeft op een evenwijdig aan de·, richting van de heen en weergaande beweging verlopende lijn, waardoor de ingrijping van deze elementen tijdens de relatieve rollen-beweging is ve'rzëkerd, waarbij middelen (54, 55) zijn aange- 8103264 -16- V · V bracht om één van de contactelementen (61) heen en weer beweegbaar te monteren in de richting, van deze heen en weer-gaande beweging en waarbij middelen (57) het éne contactele-ment (611 in de richting van het andere contactelement (53) 5 drukken/ zodat een kracht bij aangrijping van de contact-elemeriten wordt opgewekt/ die de toleranties in de uitlijnmiddelen opheft voordat de rollen in aanraking met elkaar komen.
4. Pers volgens conclusie 3/ m e t het IQ k e n m e r k, dat de contactelementen' (53, 61) zijn aange- bracht op een lijn, die Versprongen is uit het vlak van de hartlijnen 112,.14) van de rollen (11, 23).
5. Pers volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het eerste aandrijf orgaan een motor (19) 15 omvat, middelen (16, 24) om de aandrijfkracht van de motor over te brengen en de legers (22) te verplaatsen, en een rem (74)r die de overbrengmiddelen stilzet als de motor (19) niet bekrachtigd is.
6. Pers volgens conclusie 1, m e t het 2Q kenmerk, dat het tweede aandrijf orgaan een motor (18) omvat, die is verbonden met een koppeling (75), die normaal is uitgeschakeld, behalve wanneer de motor is bekrachtigd en de rollen (11, 13) in oppervlaktecontact met elkaar zijn, waardoor wordt verzekerd, dat de uitlijning van de rollen 25 wordt aangehouden, totdat ten minste een aanvankelijk uitgelijnd contact tussen de daarop gemonteerde platen^45, 48) heeft plaatsgevonden.
7. Pers volgens conclusie 1, m-e t het kenmerk, dat het oppervlak van ten minste êên van de 3Q. rollen een laag (44) van veerkrachtig elastomeer materiaal bevat. 8103264
NL8103264A 1980-07-10 1981-07-08 Lamineerpers. NL8103264A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US16823580 1980-07-10
US06/168,235 US4350555A (en) 1980-07-10 1980-07-10 Precision laminating press

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8103264A true NL8103264A (nl) 1982-02-01

Family

ID=22610667

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8103264A NL8103264A (nl) 1980-07-10 1981-07-08 Lamineerpers.

Country Status (14)

Country Link
US (1) US4350555A (nl)
JP (1) JPS6027568B2 (nl)
AU (1) AU539353B2 (nl)
BR (1) BR8104395A (nl)
CA (1) CA1151518A (nl)
CH (1) CH643486A5 (nl)
DE (1) DE3125584C2 (nl)
ES (1) ES8203707A1 (nl)
FR (1) FR2486458A1 (nl)
GB (1) GB2081180B (nl)
IT (1) IT1137693B (nl)
MX (1) MX152875A (nl)
NL (1) NL8103264A (nl)
SE (1) SE8104259L (nl)

Families Citing this family (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CA1268737A (en) * 1986-02-19 1990-05-08 Vadeko International, Inc. Constant velocity transfer mechanism
JP2745333B2 (ja) * 1989-10-04 1998-04-28 コニカ株式会社 像転写方法
US5938880A (en) * 1989-10-06 1999-08-17 Moore Business Forms, Inc. Apparatus and process for perimeter pressure sealing
US5397427A (en) * 1989-10-06 1995-03-14 Moore Business Forms, Inc. Pressure seal adhesive system with rollers
CA2031837A1 (en) * 1989-12-11 1991-06-12 Nobumasa Sasa Method for transferring an image and apparatus therefor
AU650636B2 (en) * 1990-02-05 1994-06-30 Molins Plc Image applying method and apparatus
EP0497094B1 (en) * 1991-01-30 1997-06-18 Moore Business Forms, Inc. Method and apparatus for activating pressure sensitive adhesive
US5183527A (en) * 1991-04-12 1993-02-02 Moore Business Forms, Inc. Perimeter pressure seal module
US6145563A (en) * 1994-06-28 2000-11-14 Moore Business Forms, Inc. Vertical pressure sealer apparatus
US5943955A (en) 1997-08-29 1999-08-31 Goss Graphic Systems, Inc. Printing press having cantilevered self-driven cylinders
US7316395B1 (en) * 2003-05-23 2008-01-08 Bally Gaming, Inc. Enhanced reel strip and method for assembling same
NL2005046C2 (nl) * 2010-07-07 2012-01-10 Jean Henry Robert Madern Lagerbloksamenstel, alsmede walsinrichting voorzien van dergelijke lagerbloksamenstellen.
BR302012003198S1 (pt) 2012-01-02 2014-10-14 Brita Gmbh Configuração aplicada a garrafa de bebida
CN211330038U (zh) * 2019-10-24 2020-08-25 深圳市欣驰科技有限公司 一种过胶机的防卡膜结构

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2733655A (en) * 1951-05-15 1956-02-07 Microscopic printing ey planographic means
GB781118A (en) * 1954-05-15 1957-08-14 Goebel Gmbh Maschf Proofing press
US2859691A (en) * 1958-01-17 1958-11-11 American Type Founders Co Inc Web printing presses
US3453165A (en) * 1963-05-13 1969-07-01 Best Plastic Prodducts Inc Method of making cold formed transparent laminates
US3404057A (en) * 1966-02-07 1968-10-01 Du Pont Stripping and laminating machine
DE1966986A1 (de) * 1969-06-24 1976-02-05 Ibm Deutschland Umschaltvorrichtung fuer die transportrichtung eines farbtuches
DE2014753C3 (de) * 1970-03-26 1974-01-10 Roland Offsetmaschinenfabrik Faber & Schleicher Ag, 6050 Offenbach Antrieb einer Rotationsdruckmaschine
IT949997B (it) * 1971-03-26 1973-06-11 Windmoeller & Hoelscher Gruppo di stampa per rotocalco indiretto

Also Published As

Publication number Publication date
AU539353B2 (en) 1984-09-20
ES503746A0 (es) 1982-04-16
CH643486A5 (fr) 1984-06-15
BR8104395A (pt) 1982-03-30
MX152875A (es) 1986-06-25
ES8203707A1 (es) 1982-04-16
IT8122828A0 (it) 1981-07-09
IT1137693B (it) 1986-09-10
DE3125584A1 (de) 1982-06-24
US4350555A (en) 1982-09-21
DE3125584C2 (de) 1987-01-15
AU7271181A (en) 1982-01-14
JPS5751465A (en) 1982-03-26
CA1151518A (en) 1983-08-09
JPS6027568B2 (ja) 1985-06-29
GB2081180A (en) 1982-02-17
SE8104259L (sv) 1982-01-11
GB2081180B (en) 1984-08-22
FR2486458A1 (fr) 1982-01-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8103264A (nl) Lamineerpers.
RU2066277C1 (ru) Рулонное печатное устройство
EP0419773B1 (de) Vorrichtung und Verfahren zum Prägen von feinen Strukturen
JPS591190B2 (ja) 裁断及び罫線装置における位置決めヘツド
WO2002040291A3 (en) Lenticular card and processes for making
JPS62257847A (ja) オフセツト輪転印刷機の5胴印刷装置用の調節装置
US5213038A (en) Plate exchange apparatus for rotary press
EP0579002B1 (de) Verfahren und Einrichtung zum An- und Abstellen der Bogenwendung bei der Förderung von Bogen durch eine Druckmaschine
JPH04232053A (ja) 印刷機
JPS61252572A (ja) 電子写真複写装置における転写ロ−ラの駆動機構
US4793229A (en) Multifunctional web rotary module
AU667139B2 (en) Image-transfer apparatus with highly accurate registering performance
US6011574A (en) Line thermal head printer apparatus
JP2866037B2 (ja) 輪転印刷機のための枚葉紙引き渡し胴
CN1155504A (zh) 热转印印纸的接纸方法和装置
JPH04232745A (ja) オーバープリント用リール供給ロータリプレス
JP4800133B2 (ja) 枚葉紙材料用の加工機を制御するための方法
JPH036914B2 (nl)
JPS62452Y2 (nl)
JP2002137518A (ja) 孔版印刷装置
EP0976569A1 (en) Stencil printer
JP2000318285A (ja) 印刷画像左右位置調節機構を備えた版胴式印刷装置
JPH054328A (ja) 円筒状胴表面のシート状物保持装置
JPH1158169A (ja) クリアランス調整装置
JPS6013832B2 (ja) 印字装置

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
DNT Communications of changes of names of applicants whose applications have been laid open to public inspection

Free format text: KEUFFEL & ESSER OF NEW JERSEY, INC.

CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: SAGE TECHNOLOGY, INC.

BV The patent application has lapsed