NL8103187A - Sandwichpaneel, werkwijze ter vervaardiging hiervan en daarbij gebruikte inrichting. - Google Patents

Description

4 ‘ ; *

Sandwichpaneel, werkwijze ter vervaardiging hiervan en daarbij gebruikte inrichting.

De uitvinding betreft een sandwichpaneel bevattende een buitenlaag en een daarmee verbonden, bij voorkeur gesprofileerde binnenplaat, waartussen een isolerende verhardende vulmassa is aangebracht. Dergelijke of gelijkaardige sandwichpanelen zijn bekend. Zij kunnen worden 5 gebruikt zowel voor dak- als voor wandconstructies. Met de sandwichpanelen van de tot nog toe bekende soorten zijn bijzondere maatregelen te treffen om de voeg tussen de langswanden van twee naast elkaar liggende panalen met een isolerend materiaal te 'overtrekken. Bij dakconstructies vormt deze voeg een bijzonder kwetsbare verbinding tussen twee panalen.

10 Een plaatselijke belasting, bijvoorbeeld wanneer op het dak wordt gelopen, kan doorbuigen van het overhangend gedeelte van het paneel tot gevolg hebben zodat de isolerende vulmassa, gewoonlijk isolatieschuim, van de buitenlaag die als buitenbeschermingslaag fungeert, kan loskomen. Ook het aanbrengen, op de buitenlaag, ter hoogte van de voeg tus-15 sen twee panelen van een verbindingsband is een tijdrovende oplossing.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van sandwichpanelen volgens de uitvinding.

Bij de tot nog toe bekende werkwijzen wordt de isolerende verhardende vulmassa, in de vorm van een schuim meestal continu tussen de ge-20 profileerde binnenplaat en de daarbij gebruikte buitenlaag ingespoten.

Bij deze werkwijze ligt de metalen binnenplaat aan de onderkant zodat de componenten van de vulmassa bij het reageren en verharden onregelmatigheden kunnen vertonen doordat de vulmassa op een niet effen vlak wordt gespoten. In elk geval ontstaan langs de bovenzijde van het on-25 dertussen verharde schuim, luchtbellen die, wanneer de buitenlaag op het verharde schuim wordt aangebracht, zwakke plaatsen vertonen. Ook de afwisselende uitwerkingen van warmte en koude hebben op de buitenlaag ter plaatse van déze luchtbellen nadelige gevolgen. Het afgewerkte sandwichpaneel vertoont dan langs de zijde die bestemd is om de buiten-30 wand te vormen, hetzij als wand, hetzij als dak, onregelmatigheden die niet alleen onesthetisch zijn maar ook uit een zuiver technisch oogpunt zeer nadelig kunnen zijn.

Bij de hierboven beschreven werkwijze moet er ook zorg voor gedragen worden dat de lucht regelmatig aan één zijde van de continu afge-35 wikkelde elementen van het paneel kan ontsnappen. Indien. dit niet het geval is zal de tussen het schuim en de buitenlaag gevatte lucht de werking van oneffenheden en blaren nog erger in de hand werken. 1 8103187 ----- \ 2

De uitvinding heeft tot doel deze en andere nadelen zowel van de bekende sandwichpanelen als van de ter vervaardiging hiervan gebruikte werkwijze te verhelpen.

Te dien einde wordt, in het sandwichpaneel volgens de uitvinding, 5 bovenbedoelde buitenlaag gevormd door de als definitief te beschouwen waterdichte niet metalen afdichtingslaag.

Een detail van de uitvinding bestaat hierin dat het sandwichpaneel volgens de uitvinding langs één zijde een overlappingsstrook of flap vertoont die, in de afgewerkte dak- of muurconstructie, op de rand van 10 een naastliggend paneel kan worden gehecht.

Voordelig is bovenbedoelde vulmassa langs de zijden die met naastliggende panelen in contact moeten komen, schuin geprofileerd zodat alle panelen onder dezelfde hoek op elkaar aansluiten.

Voordelig is bovenbedoelde buitenlaag ook met de geprofileerde 15 zijden van bovenbedoelde vulmassa in contact.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op de werkwijze voor het vervaardigen van een sandwichpaneel volgens de uitvinding en op de inrichting voor het vervaardigen van een dergelijk sandwichpaneel.

Andere details en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit 20 de hierna volgende beschrijving van een sandwichpaneel volgens de uitvinding alsook van de werkwijze voor het vervaardien van een dergelijk sandwichpaneel en van de inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze.

Fig. 1 is een dwarsdoorsnede van een sandwichpaneel volgens de 25 uitvinding.

Fig. 2 is een dwarsdoorsnede door een zelfde sandwichpaneel en door een gedeelte van een aansluitend tweede sandwichpaneel1

Fig. 3 is een perspectivische voorstelling van een sandwichpaneel volgens de uitvinding met de losse overhangende flap en de in de langs-30 richting uitstekende geprofileerde plaat.

De fig. 4 en 5 illustreren schematisch twee stappen van de werkwijze ter vervaardiging van een sandwichpaneel volgens de uitvinding.

Fig. 6 is eveneens een schematische voorstelling van de inrichting voor'het uitvo.eren van de werkwije van de uitvinding.

35 Fig. 7 is, op een vergote schaal, een doorsnede door twee uiteinden van naast elkaar liggende sandwichpanelen.

Fig. 8 illustreert de voordelen van het sandwichpaneel volgens de uitvinding bij het doorbuigen van één uiteinde van een dergelijk pa- ' neel.

40 Fig. 9 vertoont de nadelen van sandwichpanelen waarbij de buiten- 8103 187 r « 3 beschermingslaag niet tot voorbij de uiterste hoek, langs de langsrand van het paneel is aangebracht.

Het sandwichpaneel volgens fig. 1, 2 en 3 is een z.g. monoliet sandwichpaneel voor industriële toepassing zowel voor dak- als wandcon-5 structies. Het dakpaneel is samengesteld uit een binnenplaat 1 die bij voorkeur een koud geprofileerde metaalplaat is. Langs de buitenzijde is het sandwichpaneel gevormd uit een buitenlaag 2 die de waterafdich-tingslaag vormt. Deze laag kan uit elk waterdicht, bij voorkeur synthetisch materiaal bestaan. Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van een 10 mengsel van bitumen en van polypropyleen. Een bewapening uit niet geweven polyestervezels kan in het mengsel aanwezig zijn. Een als buitenbe-dekkingslaag geschikt produkt is bijvoorbeeld het onder de benaming "ASCOFLEX ES" in de handel gebracht materiaal.

Tussen de geprofileerde metalen plaat 1 en de buitenlaag 2 is een 15 isolatielaag uit een zelfdovend isolatieschuim aangebracht. Verschillende materialen zijn hiervoor bruikbaar, onder meer polyurethaan, po-lyisocyanuraat en dergelijke. Het gebruikte schuim moet een duurzame aanhechting mogelijk maken zowel met de geprofileerde binnenplaat 1 als met de buitenlaag 2. Het sandwichpaneel vertoont zijdelings en in de 20 langsrichting een flap 4 die een overlapping vormt van de langsrand van een naastliggend sandwichpaneel. Langs de tegenoverliggende rand van het sandwichpaneel dit is de rand die aan de overzijde van het paneel voorkomt ten opzichte van de flap 4 is afgeschuind en langs deze afgeschuinde rand loopt de buitenlaag 2 door.

25 De voordelen van deze structuur blijken zeer duidelijk uit de fig.

7, 8 en 9. In de fig. 7 en 8 wordt aangetoond hoe de flap 4 over het waterafdichtingsmateriaal 2 is gelijmd of aan dit materiaal is gehecht en hoe dit materiaal 2 langs de afgeschuinde langsrand van een paneel* is bevestigd. Onder invloed van een belasting, bijvoorbeeld wanneer men 30 op het dak loopt, kan êên der panelen wel doorbuigen maar de aanhechting tussen de flap 4 van de buitenlaag 2 van een paneel en de laag 2 van een naastliggend paneel zijn zodanig aan elkaar gehecht en de aanhechting van de buitenlaag langs de afgeschuinde langsrand van een paneel werkt zodanig aan deze aanhechting dat de buitenlaag 2 niet van 35 het daaronder voorkomend isolatiemateriaal loskomt zoals dit is afge-beeld in fig. 9. Deze fig. illustreert inderdaad de nadelen van panelen waarvan de buitenlaag niet verder doorloopt dan de schuine langsrand van het paneel.

In fig. 3 zijn twee sandwichpanelen naast en boven elkaar gete-40 kend. In elk sandwichpaneel is de flap 4 goed zichtbaar en is ook dui- ------^ 8103 187 ♦ ^ , 4 delijk gemaakt dat de geprofileerde binnenplaat 1 over een afstand uit de isolerende kern 3 steekt, zodat een goede verbinding mogelijk is ook langs de kopzijde van de panelen. Om, zoals reeds hierboven vermeld, te komen tot sandwichpanelen die als monolietpanelen uitstekend aan de 5 vereisten voldoen, dient het gebruikte schuim goed aan de materie waaruit de binnenplaat en de buitenlaag zijn vervaardigd, te hechten. De hierboven aangegeven materialen voldoen uitstekend aan deze vereisten maar het is duidelijk dat ook andere materialen met het zelfde doel zouden kunnen worden toegepast.

10 De werkwijze voor het vervaardigen van sandwichpanelen volgens de uitvinding geschiedt volgens een semicontinu proces dat de volgende stappen omvat: 1. De geprofileerde binnenplaat wordt aan de boventafel 5 van de inrichting bevestigd. Dit betekent dat bij het inspuiten van de compo- 15 nenten van het isolerend schuim de geprofileerde metaalplaat bovenaan en de buitenlaag onderaan in de inrichting voorkomen. Deze opstelling heeft bijzondere voordelen waarop reeds is gewezen in de inleiding en waarop hierna nog zal worden teruggekomen. De bevestiging van de binnenplaat 1 aan de boventafel 5 kan geschieden door middel van zuignap-20 pen of door gebruikmaking van andere bekende technieken.

2. Op de ondertafel 6 van de inrichting wordt de buitenlaag gelegd. De ondertafel is langs de langsranden voorzien van twee over-langse geprofileerde elementen 6’ en 6" die zijn afgeschuind overeenkomstig het profiel van de binnenplaat 1. Langs de binnenzijde van het 25 element 6* wordt de rand van de binnenplaat omgebogen, welke rand in contact dient te blijven met het in te spuiten schuim dat de isolerende binnenkern 3 vormt. Onder het element 6" loopt het gedeelte van de buitenlaag door dat de flap 4 van het sandwichpaneel moet vormen.

3. De boventafel 5 wordt dan zo dicht bij de ondertafel 6 gebracht 30 dat de afstand tussen de op de ondertafel 6 rustende buitenlaag 2 en de geprofileerde plaat 1 beantwoordt aan de dikte van het afgewerkte paneel d.i. de dikte van de isolerende kern wanneer de componenten hebben gereageerd. De boventafel 5 kan in de richting van de ondertafel 6 worden gebracht en in de nodige stand ten opzichte van deze tafel wor-35 den gehouden door hydraulische zuigers 7 die bevestigd zijn aan en kunnen bewegen ten opzichte van de dwarsbalken 8. Deze dwarsblaken zijn uitgerust met in de punten 9 scharnierende armen 10. De armen 10 zijn onderaan uitgerust met haken 11 die bij de verplaatsing van de dwarsbalken 8 tegen overlangse stootstangen 12 worden geblokkeerd. Bij een 40 opwaartse beweging van de dwarsbalken 8, onder invloed van het naar .

81 03 1 8 7 '· ......... _ _ t _ , 5 ί1 « bulten bewegen ven de drukcilinders worden de armen 10 naar de onderta-fel 6 toegezwaaid doordat deze airmen 10 langs vaste nokken 13 worden verplaatst·

De reagerende componenten van de vulmassa kunnen dan nog tijdelijk 5 een bepaalde druk uitoefenen tegen de aan de boventafel 5 bevestigde binnenplaat 1. Na de reactietijd hecht de vulmassa volledig zowel aan de binnenplaat 1 als aan de buitenplaat 2. Na de reactietijd kan door het uitvallen van de druk in de hydraulische cilinders 7 de boventafel 5 van de ondertafel 6 worden losgemaakt door het vrijkomen van de haken 10 11 uit de overlangse stootstangen 12*

Door het bevestigen van de geprofileerde binnenplaat 1 uit metaal of een dergelijk materiaal dat voldoende weerstand biedt, moeten de nadelige gevolgen van het aan het bovenoppervlak van de schuim voorkomende luchtbellen niet meer gevreesd worden. De binnenplaat 1 kan ook zon-15 der problemen de oneffenheden van de vulmassa opnemen. Wanneer men daarentegen de buitenlaag 2 langs de bovenzijde zou aanbrengen, dan heeft men af te rekenen met de verschijnselen die in de aanhef van de beschrijving zijn genoemd.

De uitvinding is uiteraard niet beperkt tot de hierboven beschre-20 ven uitvoeringsvorm en vele veranderingen zouden hieraan kunnen worden aangebracht zonder buiten het raam van de octrooiaanvrage te treden.

8103187

Claims (17)

1. Sanwichpaneel bevattende een buitenlaag en een daarmee verbonden, bij voorkeur geprofileerde binnenplaat, waartussen een isolerende verhardende vulmassa is aangebracht, met het kenmerk, dat genoemde buitenlaag gevormd wordt door de als definitief te beschouwen waterdichte 5 niet metalen buitenafwerkingslaag.

2. Sandwichpaneel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat langs een langsrand van het paneel een overlappingsstrook of flap voorkomt die, in de afgewerkte .dak- of muurconstructie, op de rand van een naastliggend paneel kan worden gehecht.

3. Sandwichpaneel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat ge noemde vulmassa langs de zijden die met naastliggende panelen in contact moeten komen, schuin geprofileerd zijn zodat alle panelen onder dezelfde hoek op elkaar aansluiten.

4. Sandwichtpaneel, met het kenmerk, dat genoemde buitenlaag ook 15 langs de geprofileerde langsrand van de uit isolatiemateriaal bestaande kern daarmede in contact is.

5. Sandwichpaneel volgens êên van de vorige conclusies, met het kenmerk, dat genoemde buitenlaag een bij voorkeur gewapende wateraf-dichtlaag is.

6. Sandwichpaneel volgens êên van de vorige conclusies, met het kenmerk, dat genoemde waterdichte afwerkingslaag een thermoplastische stof is.

7. Sandwichpaneel volgens êên van de conclusies 1 tot en met 5, met het kenmerk, dat genoemde waterdichte afwerkingslaag minstens een 25 mengsel is van bitumen en een thermoplastische stof.

8. Sandwichpaneel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat genoemde thermoplastische stof polypropyleen is.

9. Sandwichpaneel volgens êên van de conclusies 5 tot en met 8, met het kenmerk, dat genoemde bewapening gevormd wordt door niet gewe- 30 ven polyestervezels.

10. Sandwichpaneel volgens één van de conclusies 1 tot en met 9, met het kenmerk, dat genoemde binnenplaat een geprofileerde staalplaat is.

11. Sandwichpaneel volgens één van de conclusies 1 tot en met 10, 35 met het kenmerk, dat minstens langs één kopzijde de geprofileerde binnenplaat uit de isolerende vulmassa steekt.

12. Werkwijze voor het vervaardigen van een sandwichpaneel volgens één van de conclusies 1 tot en met 11, met het kenmerk, dat men eerst 8103 187 de genoemde buitenlaag op een ondertafel plaatst, welke ondertafel daartoe van overlangse elementen is voorzien die een gietvorm bepalen, een genoemde vulmassa op de ondertafel rust en de buitenlaag stort, voor de componenten van de vulmassa hebben gereageerd en men op een af-5 stand van de vulmassa de boventafel met de daaraan tijdelijk bevestigde binnenplaat instelt en men middelen voorziet om, tijdens de reactieuit-zetting van de componenten van bedoelde vulmassa, genoemde tafel ten opzichte van de ondertafel te blokkeren.

13. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclu-10 sie 12, met het kenmerk, dat deze in wezen bestaat uit een' ondertafel en een boventafel aan de onderkant waarvan de geprofileerde binnenplaat tijdelijk kan worden bevestigd en middelen om de boventafel ten opzichte van de ondertafel te blokkeren op een afstand van deze laatste die nagenoeg overeenstemt met de dikte van de vulmassa na de reactie van de 15 componenten hiervan.

14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat genoemde middelen onder meer bestaan uit dwarsbalken waaraan telkens minstens êên drukcilinder is bevestigd voor het verplaatsen van genoemde boventafel ten opzichte van bedoelde dwarsbalk, en dus ook ten opzichte van 20 de ondertafel, waarbij de opgaande beweging van genoemde dwarsbalken onder invloed van het naar buiten bewegen van de drukcilinders kan worden beperkt door in vertikale vlakken scharnierende trekarmen die scharnierend aan bedoelde dwarsbalken zijn bevestigd, onderaan haken vertonen die door een nok in de richting van genoemde tafel kunnen wor-25 den verplaatst en ten opzichte van deze ondertafel worden geblokkeerd wanneer de aan genoemde dwarsbalk bevestigde boventafel, onder invloed van de reagerende vulmassa van de ondertafel af wordt verplaatst.

15. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de haken die onder aan genoemde trekarmen voorkomen, tegen overlangse stootarmen 30 die op de ondertafel zijn bevestigd, geklemd worden.

16. Inrichting volgens êên van de conclusies 13 en 14, met het kenmerk, dat het bovenvlak van de ondertafel boogvormig is.

17. Inrichting volgens êên van de conclusies 13 tot en met 15, met het kenmerk, dat het bovenvlak van de ondertafel bepaald wordt door 35 twee schuine vlakken die naar het midden van de boventafel naar elkaar toelopen. -----iJk 8103187