NL8103071A - Schijfbergfoedraal. - Google Patents

Schijfbergfoedraal. Download PDF

Info

Publication number
NL8103071A
NL8103071A NL8103071A NL8103071A NL8103071A NL 8103071 A NL8103071 A NL 8103071A NL 8103071 A NL8103071 A NL 8103071A NL 8103071 A NL8103071 A NL 8103071A NL 8103071 A NL8103071 A NL 8103071A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
disc
jacket
disk
tone
display window
Prior art date
Application number
NL8103071A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Victor Company Of Japan
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Victor Company Of Japan filed Critical Victor Company Of Japan
Publication of NL8103071A publication Critical patent/NL8103071A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D85/00Containers, packaging elements or packages, specially adapted for particular articles or materials
    • B65D85/54Containers, packaging elements or packages, specially adapted for particular articles or materials for articles of special shape not otherwise provided for
    • B65D85/544Containers, packaging elements or packages, specially adapted for particular articles or materials for articles of special shape not otherwise provided for for gramophone records
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B23/00Record carriers not specific to the method of recording or reproducing; Accessories, e.g. containers, specially adapted for co-operation with the recording or reproducing apparatus ; Intermediate mediums; Apparatus or processes specially adapted for their manufacture
    • G11B23/38Visual features other than those contained in record tracks or represented by sprocket holes the visual signals being auxiliary signals
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B23/00Record carriers not specific to the method of recording or reproducing; Accessories, e.g. containers, specially adapted for co-operation with the recording or reproducing apparatus ; Intermediate mediums; Apparatus or processes specially adapted for their manufacture
    • G11B23/38Visual features other than those contained in record tracks or represented by sprocket holes the visual signals being auxiliary signals
    • G11B23/40Identifying or analogous means applied to or incorporated in the record carrier and not intended for visual display simultaneously with the playing-back of the record carrier, e.g. label, leader, photograph

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Packaging For Recording Disks (AREA)

Description

ë Λ -1-
Schijfbergfoedraal
De uitvinding heeft algemeen betrekking op foedralen voor het bergen van draaibare opneerrmediums (in het volgende aangemerkt als schijven), en meer in het bijzonder op een schijfbergfoedraal, dat er op geconstrueerd is om de 5 cppervlakzijde van de binnen het foedraal geborgen schijf te tonen.
In het algemeen wordt een schijf, waarop inlichting- signalen opgencmen zijn zoals een videosignaal en een audio- signaal met hoge dichtheid, geborgen binnen een schij f foedraal 10 teneinde het oppervlak van de schijf te behoeden voor vuil, krassen en dergelijke. In het gebruikelijke geval was er een schij f foedraal, voorzien van een stevige mantel voor het bergen, van een schijf, en een bak met een voorste deel, dat aangegrepen wordt door aangrijpingsorganen bij voltooide 15 inbrenging van het schij f foedraal binnen een weergeef inrichting en een rondlopendof ringgedeelte, bevestigd aan het voorste deel voor het ongeven van de buitenomtrek van de schijf.
De in het voorgaande vermelde weergeef inrichting, die samenwerkt met het schijf foedraal, waarin de schijf geborgen wordt, is 20 zo geconstrueerd dat wanneer dit schijf foedraal ingebracht wordt binnen de weergeefinrichting tot een bepaalde positie, het aangrijpingsorgaan van de weergeefinrichting aangrijpt en zich vasthoudt op het voorste deel van de bak. Bijgevolg wordt, wanneer de mantel uitgetrokken wordt van binnen de 25 weergeefinrichting, de schijf vastgehouden door het rondlopende gedeelte van de bak en relatief uit de mantel geschoven bij de bepaalde in het voorgaande vermelde/positie, en rust het buitenomtreks-randdeel van de schijf op en wordt dit ondersteund door een ondersteuningsmechanisme binnen de weergeefinrichting. Vervolgens 30 rijst een draaitafel relatief binnen de binnenzijde van het ondersteuningsmechanisme, en wordt de schijf geplaatst qp en als één geheel geroteerd met de draaitafel, cm de weergave uit te voeren. Na voltooiing van de weergave, wanneer de lege 81 03 0 71 s.
-2- mantel ingébracht wordt in de weergeef inrichting, wordt de schijf relatief ingebracht in de mantel samen met het rondlopende gedeelte van de bak, en wordt de aangrijping van de aangrijpingsorganen vrijgegeven. Zodoende worden, wanneer de 5 mantel uit de weergeef inrichting getrokken wordt, de schijf en de bak buiten de weergeefinrichting gekregen samen met de mantel in een toestand, waarin de schijf en de bak ingevat zitten binnen de mantel. Derhalve wordt de schijf niet direct gehanteerd door de bedieningspersoon wanneer de schijf relatief IQ uit de mantel getrokken wordt, en wanneer de schijf relatief . ingébracht wordt in de mantel cm daarin geborgen te worden.
Bij het in het voorgaande vermelde schijf foedraal, voor toepassing bij de gebruikelijke weergeefinrichting, wordt het omtrekszijoppervlak van de schijf dus vastgehouden 15 door het aangegrepen rondlopende gedeelte van de bak en blijft de schijf binnen de weergeefinrichting bij het uit de weergeefinrichting trékken van de mantel. Zodoende verandert de betrekking tussen de oppervlakzijde van de bak en de oppervlakzijde van de binnen de weergeefinrichting gelaten 2Q schijf niet. Bovendien is de betrekking tussen de oppervlakzijde van de bak en de oppervlakzijde van de schijf constant wanneer de mantel ingébracht wordt in de weergeefinrichting om de schijf binnen de mantel te bergen.
Aan de andere kant wordt een lege mantel niet noodzakelijk 25 ingébracht in de weergeefinrichting in een toestand, waarbij de betrekking tussen de oppervlakzijde van de lege mantel en de speeloppervlakzijde van de binnen de weergeefinrichting geladen schijf constant is. Voorts is de mantel in het algenneen gevormd van een ondoorzichtige kunsthars, en kan zelfs wanneer 30 etiketten op de schijf vastgehecht zijn zoals bij de gebruikelijke audio-opnamen, de schijf niet direct gezien worden. Zodoende is een vertoning vereist voor het tonen van de bepaalde oppervlakzijde van de binnen de mantel geborgen schijf, met betrekking tot de oppervlakzijde van .....35 de mantel.
81 03 0 71 J' i -3-
Bijgevolg waren, in het gebruikelijke geval vertoningen "1" en "2" (of "AH en "B") respectievelijk aangebracht ter plaatse van het dekselgedeelte van de bak, teneinde te tonen welke oppervlakzijde van de schijf dé "1" of de "2" ("A" of 5 de "B")-zijde is. Zodoende werden de vertoningen op de bak blootgesteld als zij zich buiten de mantel bevinden, in een toestand, waarbij de bak in aangrijping is met de mantel.
Dat wil zeggen, de oppervlakzijde van de schijf wordt indirect getoond door de vertoning op de oppervlakzijde van de bak, 10 door gebruikmaking van het feit dat de betrekking tussen de oppervlakzijde van de schijf en de oppervlakzijde van de bak constant is ongeacht de uitgevoerde schij fopneem- en schijfberg-verrichtingen.
Derhalve worden in een geval, waarbij de schijf en de 15 bak geborgen zijn binnen de mantel in een verkeerde toestand, waarbij of de schijf of de bak zich in een tegenovergestelde betrekking ten opzichte van een bepaalde betrekking tussen de oppervlakzijden van de schijf en de bak bevindt (wanneer de oppervlakzijde "1” van de schijf samenvalt met de oppervlakzijde 20 "2" van de bak bijvoorbeeld), gedurende een proces om de schijf binnen de mantel te bergen in een vervaardigingsfase, de oppervlakzijde van de schijf, die op de bak getoond wordt, en de werkelijke oppervlakzijde van de schijf, die pp de schijf getoond wordt, tegenovergesteld aan elkaar. Een correcte 25 oppervlakzij devertoning zou dus niet verkregen kunnen worden wanneer de betrekking tussen de oppervlakzijden van de schijf en de bak geen bepaalde betrekking is, daar de gebruikelijke oppervlakzijdevertoning geen directe vertoning is en de oppervlakzijde van de schijf indirect getoond wordt door de vertoning op 30 de bak.
Eveneens kan de correcte oppervlakzijdevertoning niet verkregen worden wanneer de bak en/of de schijf met de hand uit de mantel getrokken worden voor een bepaald doeleinde, en vervolgens worden de bak en/of de schijf verkeerd geborgen 35 binnen de mantel in een toestand, waarbij de betrekking tussen 8103071 i -*Γ -4- de oppervlakzijden van de schijf en de bak een tegenovergestelde betrekking is evenals in het in het voorgaande beschreven geval.
In aanvulling daarop zijn pogingen gedaan cm de gehele 5 mantel van een transparante of half-transparante kunsthars te vormen. In dit geval wordt het oppervlakzijdetoonetiket aan de schijf vastgehecht, en kan het toonetiket van de schijf, die binnen de mantel geborgen is, door de mantel gezien worden cm herkend te worden. De transparante kunsthars is 10 echter minder vergeleken met de ondoorzichtige kunsthars voor wat betreft duurzaamheid, dat wil zeggen, duurzaamheid tegen schok en warmte. Bovendien zijn de kosten van de transparante kunsthars hoog, en is deze moeilijk tot practische toepassing te brengen.
15 Kort cmschreven is het zodoende een algemeen oogmerk van de onderhavige uitvinding om te voorzien in een nieuw en nuttig schijfbergfoedraal, waarbij de in het voorgaande beschreven problemen ondervangen zijn.
Een ander en meer specifiek oogmerk van de uitvinding 20 is om te voorzien in een schijfbergfoedraal, dat de oppervlakzi j de van een schijf direct tonen kan. Bij het schijf foedraal volgens de uitvinding kan de correcte oppervlakzijdevertoning steeds verkregen worden, daar de oppervlakzijde van de schijf niet^irect getoond wordt door een onderdeel zoals een bak 25 of een dekselplaat zoals bij het gebruikelijke schijf foedraal, maar direct getoond wordt door de mantel.
Nog een ander oogmerk van de uitvinding is om te voorzien in het schijfbergfoedraal, dat voorzien is van een transparant toonvenster in een bepaalde positie in de nabijheid van 30 het middengedeelte van het ondoorzichtige schijf foedraal, en zo geconstrueerd is dat een oppervlakzi j detoondeel, dat aangébracht is ter plaatse van een deel van de schijf, direct geïdentificeerd kan worden door het transparante toonvenster.
De uitvinding wordt in het volgende nader toegelicht 35 aan de hand van in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden ___________________daarvan.--------------------------------------------—--------------------------------------------------------------------------- 81 0 3 0 7 1 \ ir » -5-
Fig. 1 is een gedemonteerde afbeelding in perspectief, waarin een uitvoering van een schij fbergfoedraal volgens de uitvinding weergegeven is in een toestand, waarbij een te tonen oppervlakzijde antioog gekeerd is? 5 fig. 2 is een cborsnedeschema, waarin het in fig. 1 weergegeven schij fbergf oedraal volgens II-II gezien wordt; fig. 3 is een gedemonteerde afbeelding in perspectief, waarin de in fig. 1 weergegeven uitvoering van het schijfberg-foedraal weergegeven is in een toestand, waarbij de andere te 10 tonen oppervlakzijde onhoog gekeerd is; fig. 4 is een schema voor het uitleggen van de toestand van de vertoning door een toonvenster; en fig. 5A en 5B zijn respectievelijk schema's, waarin andere uitvoeringen van een toondeel van de schijf weergegeven 15 zijn.
Zoals in fig. 1 en 3 gezien wordt, is een schijf foedraal 10 van een mantel 11 en een dekselplaat 12. De mantel 11 is samengesteld uit een paar mantelhelften 13a en 13b, en heeft is open een platte ruimteholte daarin. Deze ruimte7ter plaatse van 20 een opening 14 aan de voorzijde van de mantel 11 en is gesloten aan de andere drie zijden, en bergt een schijf 15.
De dikte van de in het voorgaande vermelde ruimte is iets groter dan die van de schijf 15. De mantelhelften 13a en 13b zijn bijvoorbeeld vervaardigd van ondoorzichtige styrolhars 25 (GPPS (General Purpose Poly-Styrene d.w.z. polystyreen voor algemene doeleinden) 60%, HIPS (High Impact Poly-Styrene d.w.z. schokvaste polystyreen) 40%), en heeft bij voorkeur een zodanige flexibiliteit dat de verwijding van de opening 14 mogelijk wordt, en heeft ook een geschikte hardheid om de 30 daarin geborgen schijf 15 te beschamen.
De dekselplaat 12 heeft een plaatvormige hoofddekselrcmp 16, die ingébracht wordt in het voorste gedeelte van de ruimte door de opening 14 van de mantel 11 en de opening 14 sluit, en een randgedeelte 17 als één geheel daarmee gevormd — 35 ter plaatse van de voorrand van de hoofddékselrcrap 16, dat 81 03 0 71 -6- aan de voorrand van de mantel 11 bevestigd is en de opening 14 niet binnengaat. De dekselplaat 12 is bijvoorbeeld vervaardigd van acrylonitrilebutadieenstyreen (ABS) -hars. Een boogvormig deel 18 met een kromtestraal groter dan de straal van de 5 schijf 15, is gevormd ter plaatse van het achtereinddeel van de hoofddekselromp 16. Een paar aangrij pingsarmen 19 en 19, die elastisch vervormd kunnen worden, zijn gevormd aan weerszijden van de hoofddekselromp 16. Een uitsteeksel 20, dat in aangrijping komt met een (niet weergegeven) uitholling, die aangebracht is 10 ter plaatse van het binnenzijoppervlak van de mantel 11, is aangébracht ter plaatse van de buitenzijde op elk van de aangri jpingsarmen 19.
Bij inbrenging van de dekselplaat 12 in een bepaalde positie binnen de mantel 11 grijpt het uitsteeksel 20 in de 15 uitholling in de zijwand van de mantel 11 dankzij de flexibiliteit van de aangri jpingsarmen 19. Zodoende wordt verhinderd dat de dekselplaat 12 uit de mantel 11 glijdt. In de in het voorgaande vermelde toestand komt de schijf 15, die binnen de mantel 11 geborgen is, in contact met de binnenzijwand van 20 de mantel 11 voor wat betreft de rechter en linker richtingen, een uitsteeksel 21, dat binnen de mantel aangebracht is, voor wat betreft de achterwaartse richting, en het centrale gedeelte van het boogvormige deel 18 van de dekselplaat 12 voor wat betreft de voorwaartse richting. De schijf 15 wordt dus vastgehouden 25 in een positie binnen de mantel 11 dankzij de in het voorgaande vermelde contacten. Bijgevolg vallen in een toestand, waarbij de schijf 15 binnen de mantel 11 geborgen is en de dekselplaat 12 in aangri jping is met de mantel 11, de dekselplaat 12 en de schijf 15 niet uit de mantel 11 zelfs wanneer de mantel 11 30 geschud wordt. Bovendien bevindt de schijf 15 zich steeds in een bepaalde positie binnen de mantel 11 zonder onnodig in contact te kernen met de mantel 11.. In aanvulling daarop wordt verhinderd dat stofdeeltjes in de mantel 11 terecht komen, daar de mantel 11 gesloten is door de dekselplaat 12.
_ 35 Vooruitstekende groefbeschermingen 15a en 15b zijn ________________ .....respectievelijk gevormd.ter plaatse van het buitenomtreksdeel en 8103071 — > -7- het binnencmtreksdeel van de schijf 15, en inlichtingsignalen worden opgenanen binnen een deel 15c dat aangébracht is tussen de in het voorgaande vermelde groefbeschermingen 15a en 15b.
Een middengat 22, dat over een positiecentreernechanisme past, 5 dat in verband met een draaitafel van de weergeefinrichting aangébracht is, is gevormd ter plaatse van het middenste deel van de schijf 15. De in het voorgaande vermelde constructie van de schijf 15 is dezelfde voor wat betreft in de eerste zijde "l” (zijde A) 15A en een tweede zijde ”2" (zijde B) 15B 10 van de schijf 15. Op één bepaalde zijde van de schijf 15 echter, dat wil zeggen op de eerste zijde (zijde A) 15A bijvoorbeeld, is een eerste zijde-(zijde A) -toongedeelte 23 gevormd in een ringmodel in een bepaalde positie binnen een plat deel van de schijf 15 tussen de binnenste groefbescherming 15b en 15 het middengat 22.
Wanneer de kleur van de schijf 15 bijvoorbeeld zwart is, wordt de kleur van het toongedeelte 23 geselecteerd op een kleur, die gemakkelijk onderscheidbaar is door het contrast in kleur tussen de schijf 15 en het toongedeelte 23. Dat wil 20 zeggen, de kleur van het toongedeelte 23 wordt bijvoorbeeld op wit geselecteerd in het in het voorgaande vermelde geval waarbij de kleur van de schijf 1*5 zwart is. Bij de voorgestelde uitvoering van de uitvinding bestaat het toongedeelte 23 uit een wit gekleurde toonlijn met een breedte van een millimeter, 25 die vastgehecht is op de schijf 15 ander toepassing van een warme stampnethode. De constructie van het toongedeelte 23 is niet beperkt tot die van de in het voorgaande vermelde uitvoering, en de kleur van het toongedeelte 23 kan van een dan wit andere kleur zijni Voorts kan de breedte van de toonlijn 30 breed zijn, om een toonband van een breed ringmodel te vormen.
Bij de voorgestelde uitvoering van de uitvinding worden de constructie en kleur van het toongedeelte 23 echter gekozen zoals in het voorgaande beschreven is, daar het optreden van het toongedeelte 23 gemakkelijker te onderscheiden is wanneer een deel 35 van de witte toonlijn van het toongedeelte 23 en een deel ._ van de zwarte schijf 15 tegelijk gezien kunnen worden,, zoals in het 81 03 0 71 -8- volgende beschreven zal worden.
Bij de voorgestelde uitvoering van de uitvinding is geen toongedeelte op de andere zijde van de schijf 15 aangebracht, dat wil zeggen, op de tweede zijde fcijde B)15 B van 5 de schijf 15, zoals in fig. 3 weergegeven is. Een toongedeelte van de een andere vorm dan die van de toongedeelte 23 dat op de eerste zijde (zijde A) 15A van de schijf 15 aangebracht is, zoals een toonlijn van een andere kleur dan wit bijvoorbeeld, kan aangebracht worden qp de tweede zijde (zijde B) 15B van de 10 schijf 15.
Een toonvenster 24 is aangebracht in een bepaalde positie in de nabijheid van het middenste gedeelte van één mantelhelft 13a van de mantel 11. Het toonvenster 24 bestaat uit een opening 25 en een dun transparant blad of plaat 26, 15 dat of die vastgehecht wordt van de binnenzijde van de mantel 11 om de opening 25 te bedekken, zoals in fig. 2 weergegeven is. De transparante plaat 26 wordt vastgehecht binnen een rond de opening 25 gevormde uitholling, en de transparante plaat 26 steekt niet uit het (niet weergegeven) binnenopper-20 vlak van de mantelhelft 13a. Zodoende kamt de transparante plaat 26 niet in contact met de schijf 15.
Het toonvenster 24 is aangebracht in een positie tegenovergesteld aan het toongedeelte 23 van de schijf 15 die binnen de mantel 11 geborgen is. Derhalve kan in een zo 25 toestand, waarbij de schijf 15'geborgen in de mantel 11 dat de eerste zijde (zijde A) ISA gekeerd is in een richting tegenovergesteld aan de mantelhelft 13a (zodat de eerste zijde 15A omhoog gekeerd is in fig. 1), een deel van het toongedeelte 23 van de schijf 15 direct gezien· worden door de transparante 30 plaat 26 die ter plaatse van de opening 25 aangebracht is.
Men kan dus direct herkennen dat de bovenzijde van de schijf 15 de eerste zijde (zijde A) 15A van de schijf 15 is.
Bij de voorgestelde uitvoering van de uitvinding kruist een deel van het witte ringvormige toongedeelte 23 een 35 hoofdzakelijk middengedeelte van het toonvenster 24 in de dwars- 8103071 -9- richting zoals in fig. 4 weergegeven is. Daar de kleur van het gebied aan weerszijden van de witte toonlijn zwart is, wat een deel van de schijf 15 is, kan het witte toongedeelte 24 duidelijk en gemakkelijk gezien worden dankzij het contrast 5 in kleur.
zo
In een geval waarbij de schijf 15 ^gébracht is in de mantel 11 dat de tweede zijde (zijde B) 15B gekeerd is in een richting tegenovergesteld aan de mantelhelft 13a, kan het toongedeelte 23 niet gezien worden door het toonvenster 10 24, en is alleen de zwarte kleur van de schijf 15 zichtbaar.
Zodoende herkent men in dit geval dat de bovenzijde van de schijf 15 de tweede zijde (zijde B) 15B van de schijf 15 is. Bijgevolg kan, ongeacht welke zijde van de schijf 15 omhoog gekeerd en binnen de weergeef inrichting geborgen is, 15 de zijde van de schijf 15 gemakkelijk herkend worden. Wanneer een lege mantel 11 ingebracht wordt in de weergeefinrichting cm de schijf 15 te betrekken, kan de mantel 11 ingébracht worden in de weergeefinrichting can de schijf 15 binnen de mantel 11 te bergen en daarbij niet te letten op de betrekking tussen de 20 speelzijde van de schijf 15 en de oppervlakzijde van de mantel 11, door het willekeurig inbrengen van de mantel 11 zodat de oppervlakzijde van de mantel in een van de twee mogelijke richtingen gekeerd is.
Bij het foedraal voor het bergen van de schijf volgens 25 de uitvinding is het werkingsrendement dus verbeterd wanneer het foedraal voor het bergen van een schijf samengesteld wordt door het bergen van de schijf 15 in het schijffoedraal 10 en het sluiten van het schijf foedraal 10 door de dekselplaat 12, daar de zijde van de schijf direct gezien kan worden, en er 30 geen noodzaak is on de betrekking tussen de oppervlakzijde van de de schijf 15 en'oppervlakzijde van de dekselplaat 12 in acht te manen zoals bij het gebruikelijke foedraal.
Bij de in het voorgaande vermelde uitvoering van de uitvinding is het toonvenster 24 alleen op één mantelhelft 35 13a aangebracht. De toonvensters kunnen echter respectievelijk 81 03 0 71 -10- aangebracht worden op het paar mantelhelften 13a en 13b.
In dit geval kunnen de mantelhelften 13a en 13b uit dezelfde vorm verkregen worden.
Wanneer de afmeting van het toonvenster 24 afgesteld 5 wordt op een afmeting in de orde van de binnenste groef-bescherming 15b, treden scheeftrekkingen en vervorming gemakkelijk op in het platte gedeelte van de mantelhelft, die van een hars gevormd is. Verder kunnen delen van de schijf 15, die niet vereist zijn voor het tonen van de oppervlakzij den 10 van de schijf 15, ock gezien worden door het toonvenster 24 in dit geval, en kan de herkenning van het toongedeelte moeilijk worden. Bijgevolg wordt bij de in het voorgaande vermelde uitvoering van de uitvinding de afmeting van het toonvenster 24 betrekkelijk klein afgesteld, dat wil zeggen van 15 zo dat één zijde van het toonvenster 24 in de orde'enkele millimeters of enkele tientallen millimeters is. Daar het toonvenster 24 betrekkelijk klein is en aangebracht is in een positie in hoofdzaak ter plaatse van het middens te gedeelte van de mantelhelft, gaat de effenheid van het 20 platte oppervlak van de mantelhelft niet verloren door het optreden van het toonvenster.
. In aanvulling daarop bevindt, daar het toongedeelte 23 in een ringmodel gevormd is bij de in het voorgaande vermelde uitvoering van de uitvinding, een deel van het 25 toongedeelte 23 zich steeds tegenovergesteld aan het toonvenster 24 ongeacht de roterende positie van de schijf 15, die binnen de mantel 11 geborgen is, waardoor de vertoning van de oppervlakzijde van de schijf 15 positief verkregen kan worden.
30 Hèt toongedeelte 23 bestaat uit een witte ringvormige lijn (band) bij de in het voorgaande vermelde uitvoering van de uitvinding, maar de vormgeving en het model van het toongedeelte kunnen van elke vorm zijn, zo lang de oppervlakzi jde van de schijf 15 door het toonvenster 24 herkend kan 35 worden. Bijvoorbeeld kunnen,' zoals in fig. 5A en 5B weergegeven .......... is,, waarbij een deel van het toongedeelte achterwege gelaten.is,..
81 03 0 71 -11- een tocngedeelte 23A en een toongedeelte 23B toegepast worden. In het toongedeelte 23A worden getallen "1", die de oppervlakzijde van de schijf 15 aangeven, gerangschikt en aangébracht in een ringvorm op de binnenzijde van de 5 binnenste groefbescherming 15b, op de eerste zijde (zijde A) van de schijf 15. Aan de andere kant worden in het toongedeelte 23B getallen "2”, die de oppervlakzijde van de schijf 15 aangeven, gerangschikt en aangebracht in een ringvorm op de binnenzijde van de binnenste beschermingsgroef 15b, op de tweede zijde 10 (zijde B) van de schijf 15. Letters "A" en "B" kunnen gebruikt worden in plaats van de getallen "1" en "2". Bij het in het voorgaande vermelde foedraal worden de afmeting en vorm van getallen of letters natuurlijk zo gekozen dat tenminste één getal of letter zichtbaar is door het toonvenster 15 24.
Kort samengevat is in het voorgaande een schijfberg-foedraal beschreven, voorzien van een ondoorzichtige mantel met een openingsgedeelte aan één einde daarvan voor het bergen van een schijf, waarop inlichtingsignalen cpgenomen 20 zijn, binnen een inwendige ruimte, die in de mantel gevormd is, en een onderdeel voor het sluiten van het openingsgedeelte van de mantel waarin de'schijf geborgen is. De schijf is voorzien van een toongedeelte voor het tonen van de oppervlak-zijde van de schijf, in een bepaalde positie daarvan. De 25 mantel heeft een toonvenster aangebracht in een positie tegenovergesteld aan een deel van een tocngedeelte van de binnen de mantel geborgen schijf voor het kunnen zien van het deel van het toongedeelte door het toonvenster van buiten de mantel.
30 \hcris -vcrdt opgemefkt dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier voorgestelde uitvoeringen maar dat verschillende variaties en modificaties uitgevoerd kunnen worden zonder buiten het kader daarvan te treden.
81 03 0 71

Claims (9)

1. Schrij fbergfoedraal, voorzien van een ondoorzichtige mantel net een openingsgedeelte aan één einde daarvan voor het bergen van een schijf, waarop inlichtingsignalen opgenanen zijn, binnen een inwendige ruimte, die in de mantel gevormd 5 is, en een onderdeel voor het sluiten van het openingsgedeelte van de mantel waarin de schijf geborgen is, gekenmerkt doordat de schijf (15) voorzien is van een toongedeelte (23) voor het tonen van de oppervlakzijde van de schijf in een bepaalde positie daarvan, en de mantel (11) een toonvenster (24) heeft, 10 dat aangebracht is in de positie tegenovergesteld aan een deel van het toongedeelte van de binnen de mantel geborgen schijf voor het kunnen zien van het deel van het toongedeelte door het toonvenster van buiten de mantel.
2. Schij fbergf oedraal volgens conclusie 1, gekenmerkt 15 doordat de mantel een paar mantelhelften heeft, en het toonvenster (24) een opening (25) heeft, die door de dikte van één mantelhelft heen dringt, en een transparante plaat of plaatonderdeel (26) voor het bedekken van de opening.
3. Schij fbergf oedraal volgens conclusie 1, gekenmerkt 20 doordat het toongedeelte (23) van de schijf van een ringvorm is, en-.het toonvenster (24) aangebracht is in een positie op de mantel tegenovergesteld aan een deel van het ringvormige toongedeelte van de binnen de mantel geborgen schijf.
4. Schij fbergfoedraal volgens conclusie 3, gekenmerkt 25 doordat het toongedeelte (23) voorzien is van een ringvormige lijn of band 'met een andere kleur dan de basiskleur van de schijf, die op de schijf vastgehecht is, en het toonvenster (24) aangebracht is in een tegenovergestelde positie zodat de ringvormige lijn of band in hoofdzaak ter plaatse van het midden .30 van het toonvenster kruist en zo gevormd is dat de basisplaat van de schijf tegelijk zichtbaar is ter plaatse van de binnen-en buitenzijden van de ringvormige lijn of band van het toongedeelte.
5. Schij fbergfoedraal volgens conclusie 3, gekenmerkt 81 0 3 0 7 1 * ' 9 -13- doordat het toongedeelte (23Ά, 23B) voorzien is van getallen of letters, die de oppervlakzij de van de schijf aangeven, in een ringvorm gerangschikt, en het toonvenster (24) zo gevormd is dat tenminste ëen getal of letter van het toon-5 gedeelte zichtbaar is door het toonvenster.
6. Schij fbergfoedraal volgens oonclusie 4, gekenmerkt doordat de basiskleur van de schijf zwart is, en de kleur van de ringvormige lijn of band van het toongedeelte wit is.
7. Schi j fbergf oedraal volgens conclusie 2, gekenmerkt 10 doordat het toongedeelte (24) alleen aangebracht is op één bepaalde oppervlakzijde van de schijf, en het toonvenster (24) alleen gevormd is op één mantelhelft.
8. Schij fbergf oedraal volgens conclusie 1, waarbij de schijf een buitenste groefbescherming en een binnenste 15 groefbescherming heeft, die respectievelijk aangebracht zijn ter plaatse van de buiten- en binnenarttreksdelen daarvan, en een middengat, dat ter plaatse van het midden daarvan gevormd is, gekenmerkt doordat het toongedeelte (23) gevormd is in een positie op de mantel tegenovergesteld aan een deel 20 van de schijf tussen de binnenste groefbescherming (15b) en het middengat (22).
9. Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekeningen. t 81 03 0 7 f
NL8103071A 1980-06-27 1981-06-25 Schijfbergfoedraal. NL8103071A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP1980090304U JPS5715488U (nl) 1980-06-27 1980-06-27
JP9030480 1980-06-27

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8103071A true NL8103071A (nl) 1982-01-18

Family

ID=13994791

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8103071A NL8103071A (nl) 1980-06-27 1981-06-25 Schijfbergfoedraal.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US4428483A (nl)
JP (1) JPS5715488U (nl)
KR (1) KR850001431Y1 (nl)
DE (1) DE3124886A1 (nl)
FR (1) FR2485784A1 (nl)
GB (1) GB2078678B (nl)
NL (1) NL8103071A (nl)

Families Citing this family (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS6141171Y2 (nl) * 1980-10-09 1986-11-22
US4463850A (en) * 1983-05-10 1984-08-07 Rca Corporation Video disc caddy
US4485421A (en) * 1984-04-10 1984-11-27 Toyo Bussan Kabushiki Kaisha Colored floppy diskette
US4670314A (en) * 1984-09-06 1987-06-02 Fuji Photo Film Co., Ltd. Colored jacket for floppy disk
US4609105A (en) * 1984-09-27 1986-09-02 Storage Technology Partners Ii Information recording disk cartridge protective structure
JP2641394B2 (ja) * 1994-06-23 1997-08-13 日本テクノ株式会社 ショーケースおよび自動販売機の冷却方法および冷却装置
JP2000011574A (ja) * 1998-06-26 2000-01-14 Toshiba Corp ディスクカートリッジおよびこれを備えたカートリッジシステム
US8177129B2 (en) * 2004-02-17 2012-05-15 Timothy D. Larin Interactive multimedia smart affinity card with flash memory
US7213749B2 (en) * 2004-02-17 2007-05-08 R&R Card Systems, Inc. Interactive multimedia smart affinity card
CA2592064A1 (en) * 2004-12-23 2006-06-29 Media Technology Pty Ltd A package for cds and alike
US9376655B2 (en) 2011-09-29 2016-06-28 Life Technologies Corporation Filter systems for separating microcarriers from cell culture solutions
CN112004601B (zh) 2018-03-02 2022-10-04 生命科技股份有限公司 用于端口和管固定器组件附接装置的系统及使用方法

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2353369A (en) * 1941-11-05 1944-07-11 Richard W Sears Record
BE510761A (nl) * 1951-04-18
IL32823A0 (en) * 1968-09-11 1969-11-12 Decca Record Co Ltd Improvements in record sleeves
DE1949736A1 (de) * 1969-10-02 1971-04-22 Adam Curtze Graphischer Betrie Schallplattentraeger
DE2037800A1 (de) * 1970-07-30 1972-02-03 Wittmoser Schall oder Bildplatte
US3932895A (en) * 1974-09-10 1976-01-13 Information Terminals Corporation Reversible magnetic recording disk unit
GB1485690A (en) * 1975-10-31 1977-09-14 Information Terminals Corp Reversible magnetic recording disc unit
DE2709988A1 (de) * 1977-03-08 1978-09-14 Paul Banaschik Kennzeichnung einer schallplatte fuer den plattenspieler
GB1595977A (en) * 1978-05-30 1981-08-19 Ringham M S Gramophone record sleeves

Also Published As

Publication number Publication date
DE3124886A1 (de) 1982-04-01
FR2485784A1 (fr) 1981-12-31
GB2078678B (en) 1984-03-14
GB2078678A (en) 1982-01-13
KR850001431Y1 (ko) 1985-07-08
DE3124886C2 (nl) 1987-08-13
JPS5715488U (nl) 1982-01-26
FR2485784B1 (nl) 1983-05-20
US4428483A (en) 1984-01-31

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0335461B1 (en) Cassette
NL8103071A (nl) Schijfbergfoedraal.
US5041923A (en) Data storage case having a write/protect assembly
US4330161A (en) Storage unit for tape cassettes
US5796713A (en) Disc cartridge with opening detector
NL8105425A (nl) Inrichting ter voorkoming van het onbedoeld wisselen van een informatiedrager.
US5757764A (en) Disc cartridge having a write protect operating portion disposed within the cartridge body
KR920001497A (ko) 디스크 카트리지
AU621478B2 (en) Integral data storage disk card
US5638239A (en) Tape cassette having a plurality of detection holes for use with a recording/reproducing device having a dection pin located in one of a plurality of positions
EP0493845A2 (en) Holder for a rectangular cassette
JP3490554B2 (ja) ディスクカートリッジ装置
KR19980702176A (ko) 디스크 카트리지의 수납 케이스
JP3409360B2 (ja) 収納ケース
US6014365A (en) Disc cartridge and indication label for the same
JP3380932B2 (ja) 記録媒体収納カートリッジ
JP3755680B2 (ja) ディスクカートリッジ用の収納ケース
JPH0216457Y2 (nl)
JP3947928B2 (ja) レンタルおよび販売用記録媒体のケ−ス
JPH0510288Y2 (nl)
US20060207897A1 (en) Disk casing and index card for the disk casing
KR200321792Y1 (ko) 디스크 케이스
JP3025891U (ja) 記録媒体収納用容器
JPH08198365A (ja) カートリッジ収納ケース
JP3531321B2 (ja) ディスクカートリッジ

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed