NL8102729A - Compacte meerbeeld-camera. - Google Patents

Description

V 4

Compacte meerbeeld-camera

De onderhavige uitvinding betreft een meerbeeld-camera en meer in het bijzonder een compacte verpakking van de camera en het optisch systeem hiervan waardoor een lichtgewichte verpakking van kleine afmetingen wordt verkregen waardoor 5 meerdere beelden van een scherm achtereenvolgens gericht kunnen worden naar verschillende delen van een fotografische film.

Bij bepaalde typen van medische analyse en diagnose wordt de elektromagnetische of andere stralingsenergie met behulp van een passende aftastinrichting ontvangen van 10 het lichaam van de patient en deze wordt omgezet in elektrische signalen en gevoerd naar een oscilloscoop of videomonitor voorzien van een scherm, waarop een weergave verschijnt, welke een bruikbare medische informatie verschaft. Door de steeds wisselende aard van de weergave op het scherm van de oscilloscoop 15 is het in de praktijk gebruikelijk een blijvende fotografische registratie te maken van de weergave, waarbij gebruik gemaakt wordt van een standaardfilm van 8 bij 10 inch. In het algemeen wordt elektronisch, optisch of beide de weergave op het scherm van de oscilloscoop in afmetingen verkleind, waardoor op êén 20 enkel vel een reeks van vier, zes of negen beelden, die achter- een-volgens verschijnen op het beeldscherm, kan worden gefotografeerd. Een aantal verschillende typen camera’s en combinaties van een camera en oscilloscoop zijn ontwikkeld om het optisch beeld van het beeldscherm in twee richtingen, in de X- en Y-25 richting, ten opzichte van de film te kunnen verschuiven, waardoor een passend aantal van onderling op afstand van elkaar staande en nauwkeurig geplaatste beelden hierop wordt verkregen.

Een meerbeeld-camera van dit type is weergegeven in het Amerikaanse octrooischrift k.027.316, waarbij een film 30 is geplaatst voor en evenwijdig aan het beeldscherm van de oscilloscoop, terwijl een optisch systeem tussen beide is geplaatst. Het optisch systeem draagt een lens, die vertikaal en 81 0 2 7 2 3 35 2 * % * horizontaal beweegbaar is in X- en Y-richtingen in het algemeen evenwijdig aan het vlak van het beeldscherm, waardoor het gewenste patroon en aantal beelden van de videoweergave wordt verkregen.

In vergelijking met een camera met een filmdrager die zowel 5 in X- als in de Y-richting beweegbaar is, vereist de uitvoering met een beweegbare lens kleinere bewegingen van de lens en vormt kleinere problemen betreffende het afsluiten van het licht. Een dergelijke, uitvoering vereist echter dat de verschuifbare lens in de meeste standen buiten de hartlijn wordt bediend. Dit is 10 optisch ongewenst omdat dan verschillen in helderheid ontstaan, en indien de videomonitor een gebogen scherm bezit, een variabele vervorming van de ene naar de volgende stand van de lens eveneens wordt verkregen. Omdat er bovendien een minimale lengte van de optische baan, vereist door de gewoonlijk gebruikte lenzen, 15 is tussen de film en het beeldscherm, zijn de uitvoeringen van dit type weergegeven in het Amerikaanse octrooischrift ongewenst groot. De optische baanlengte vereist een grotere afstand tussen het beeldscherm en de filmdrager om een lens en de film op juiste plaatsen direkt voor het beeldscherm onder te brengen.

20 Omdat bij dit type camera's in het algemeen andere aftast- inrichtingen en inrichtingen voor het vaststellen van de diagnose behoren, zijn de afmetingen en vereiste ruimten van grote betekenis. Aldus vereist een meerbeeld-camera waarvan het type weergegeven in het Amerikaanse octrooischrift een grote tafel of 25 horizontale ondersteuning, indien het beeldscherm gericlt is in een vertikaal vlak. Om een horizontale ruimte te behouden is de beweegbare lens van de meerbeeld-camera vaak op de bodem aangebracht, waarbij het beeldscherm gericht is in een horizontaal vlak, echter ook dit vereist een uitzonderlijk grote vertikale 30 ruimte.

Een ander type van een meerbeeld-camera gebruikt voor medische doeleinden verschaft een uitvoering,waarbij het lenssysteem is bevestigd aan de monitor en het systeem van de monitor en de lens in de X- en Y-richting bewogen wordt ten 35 opzichte van een vaste film. Deze uitvoering geeft een oplossing 81 0 2 7 2 9 - 3 - * ï \ voor het optisch probleem van het verken buiten de hartlijn, echter deze uitvoering i s eveneens uitzonderlijk groot en omvangrijk. Omdat de monitor niet alleen horizontaal maar eveneens vertikaal bewogen moet worden stelt dit bovendien aan-5 zienlijke eisen aan de ondersteunings- en aandrijfconstructie, die de gehele monitor en het optisch samenstel omhoog moet bewegen. Ook deze uitvoering is ongewenst groot om redenen gelijk aan die betreffende de afmetingen van een camera met een bewegende lens.

10 Ofschoon het gebruik van een spiegel in een optisch systeem van het afbuigen van een optische baan bekend is en bijvoorbeeld is weergegeven in een Amerikaans octrooi-schrift 2.166.1*1*0, zijn geen camera's bekend,die de totale verpakkingsafmetingen met een meerbeeld-formaat tot een minimum 15 terugbrengen, terwijl het evenmin bekend is gebruik te maken van een optimale uitvoering van een afgebogen optische baan met een bepaalde beweging van de cameradelen, waardoor een combinatie van een videomonitor en een camera met minimale afmetingen wordt verkregen.

20 Voor het uitvoeren van de principes van de onderhavigeuitvinding is in overeenstemming met een voorkeursuitvoeringsvorm hiervan een gevouwen optisch systeem zodanig uitgevoerd, dat het licht van een beeldscherm van een oscilloscoop wordt overgebracht via een optische uitgaande baan geplaatst 25 achter het scherm en in het algemeen evenwijdig eraan. De oscilloscoop en het optisch systeem zijn voor een beweging in twee richtingen geplaatst in een eerste richting, terwijl de film voor de beweging in twee richtingen geplaatst is in een tweede en dwarsrichting, waardoor het totale verpakkingsvolume 30 wordt verminderd. Een betrekkelijk lange optische baan is beschikbaar bij gebruikmaking van een vaste lens, die ten alle tijden zich bevindt op en optisch in êên lijn gelegen is met de optische hartlijn van het systeem.

Voorts betreft de onderhavige uitvinding een 35 meerbeeld-camera, die rust op een tafel of een andere passende 81 0 2 72 9

tr V

- It - horizontale ondersteuning en waarbij alle delen zich bevinden binnen het huis van een camera, dat wat betreft de drie afmetingen niet veel groter is dan de video monitor, die zorgt voor de weergave waarvan meerdere fotografische beelden gemaakt moeten 5 worden opeen gedeelte uitgesneden uit een filmrol. Omdat een filmrol wordt gebruikt en een gedeelte van de film na belichting wordt afgesneden, kan een grote variatie van filmbeeldformaten gebruikt worden. Met een 11 inch brede filmrol kunnen de filmgedeelten na belichting en afsnijden 8 bij 11 inch, 11 bij 1^ inch 10 zijn, of andere lengten van de 11 inch brede film indien dit gewenst is. Verschillende aantallen en afmetingen van beelden kunnen geplaatst worden op een enkele film. Ofschoon de film vanaf een rol met alle hierbij behorende voordelen wordt aangevoerd, zijn de belichte beelden direkt beschikbaar voor 15 bestudering. Men behoeft dus niet te wachten op belichting van de volledige rol, omdat het belicht gedeelte van de film na het gewenst aantal belichtingen wordt afgesneden.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de beschrijving en bijgevoegde tekeningen, waarbij 20 Fig. 1 schematisch de hoofdbestanddelen van een meerbeeld-camera overeenkomstig de uitvinding weergeeft; fig. 2 een vertikale langsdoorsnede is over de meerbeeld-camera en de videomonitor overeenkomstig de uitvinding; 25 fig. 3 een tekening in perspektief met uiteenge nomen delen is weergevend het huis van de camera, het video-samenstel, de filmdrager en de film van de inrichting weergegeven in fig. 2 gezien van beneden; fig. Η een gedeeltelijk schematisch perspektivisch 30 beeld geeft van de delen van het subsamenstel van een videomonitor en het optisch systeem; fig. 5 een vertikale doorsnede is volgens de lijn V-V in fig. 2; fig. 6 een vertikale doorsnede is volgens de 35 lijn VI-VI in fig. 2, waarbij details van de videomonitor zijn 81 02 7 2 9 » V- \ - 5 - weggelaten; fig. T een andere uitvoeringsvorm van dé uitvinding weergeeft.

De onderhavige meerbeeld-camera is zodanig uit-5 gevoerd, dat deze rust op een tafel of een andere passende horizontale ondersteuning,waarbij alle delen zich bevinden binnen het huis van de camera, dat wat betreft zijn drie afmetingen slechts iets groter is dan de videomonitor, die de weergave verschaft waarvan meerdere fotografische beelden gemaakt moeten 10 worden op een enkele film. Zoals schematisch in fig. 1 is aangegeven is een gevouwen optische baan omvattende drie spiegels 10, 12 en 1U met een hiertussen geplaatste lens 16 opgenomen in een optisch' systeem, dat bevestigd ia aan een videomonitor 18 waardoor het beeld van de weergave op het vlak van de monitor 15 gaat naar een van de zes gebieden 20a, b, c, d, e en f op een film 22. Ifet ontisch systeem en de monitor zijn geplaatst in het huis van een camera (niet weergegeven in fig. 1) voor een in twee richtingen dwarsbeweging of een beweging volgens de Y-as zoals aangegeven is met de pijl 2k. De film 22 kan in de richting 20 van de X-as, aangegeven met de pijl 26, bewegen ten opzichte van het huis van de camera en ten opzichte van de oscilloscoop en het optisch systeem. De bij 18 schematisch aangegeven monitor is in langsrichting in de richting van de X-as verlengd volgens de richting van de pijl 26, terwijl de spiegels 10, 25 12 en 1¾ op afstand van elkaar staan en zodanig zijn gericht, dat een gevouwen optische baan wordt verkregen met een eerste horizontaal of volgens de X-as lonend been 30, een tweede vertikaal gericht volgens de Z-as lopend been 32, een derde naar achteren gericht horizontaal volgens de X-as lopend been 30 3^, en een uitgaand been 36 dat vertikaal mar boven is gericht.

De uitvoering is zodanig, dat het uitgaand been 36 van de optische baan gecentreerd is in dwarsrichting over de breedte van de videomonitor en in langsrichting nagenoeg achter het monitorvlak is geplaatst. Wanneer de in langsrichting beweegbare 35 film 22 in een centraal punt is geplaatst voor de verschuifbare 81 02 72 9 - 6 - beweging in langsricfating, zodat de uitgaande baan 36 gecentreerd is op de gebieden 20c of 20d bij dit voorbeeld van een formaat met zes beelden, behoeft de film slechts in langsrichting over minder dan de helft van zijn lengte tebewegen hetzij 5 naar voren hetzij naar achteren waardoor het mogelijk wordt dat de gebieden 20a, 20b, 20e of 2Of doorsneden worden door de uitgaande laan 36.

Evenzo zijn de monitor 18 en het optisch systeem, die zijn opgesteld in het huis van de camera voor de 10 met de pijl 2b aangegeven verschuivende beweging in dwars-richting, zodanig opgesteld, dat in de ene uiterste stand van de van de ene naar de andere kant gaande beweging van het samenstel van de monitor en het optisch systeem de uitgaande baan 36 elk van de filmgebieden 20a, 20c, 20e (afhankelijk van de 15 voorwaartse of achterwaartse stand van de film in langsrichting) zal doorsnijden en in de andere uiterste stand elk van de gebieden 20b, 20d, 20f van de film zal doorsnijden.

De drie spiegels geven een gevouwen optische baan waarvan de lengte voldoende is om gebruik te maken van een lens 20 16 met een betrekkelijk lange focuslengte, waarbij het grootste gedeelte van de baan gevormd wordt door de lengte van het been 3^, dat zich uitstrekt binnen het gebied begrensd door de achterzijde van de monitor en het voorste eind van het optisch systeem. Aldus wordt de lengte van het samenstel nodig voor het 25 onderbrengen van dé lengte van de optische baan minimaal ge houden. Voorts wordt eveneens de hoogte van het samenstel in de richting evenwijdig aan de optische banen 32 en 36 eveneens minimaal gehouden, omdat deze benen betrekkelijk kort kunnen zijn en betrekkelijk kleine extra optische baanlengten behalve 30 die gevormd door de horizontale baan 3^ behoeven te verschaffen.

Bovendien behoeft de betrekkelijk zware monitor slechts in een richting bewogen worden en aldus bedient de motor en de aandrijving voor de X-as slechts het kleine gewicht van de film 22 en de drager hiervan (niet weergegeven in fig. 1).

35 Fig. 2 toont de bestanddelen schematisch weer- g 8102729

>r V

- 7 - gegeven in fig. 1, die zijn aangebracht in een compact lichtgewicht camerahuis 1*0 voorzien van een bodemwand 1*1, een bovenwand 1*2, een voorpaneel 1*3, een achterpaneel 1*1* en zijpanelen 1*5, 1*6 (fig, 5). De videomonitor 18 van het type van een 5 Tektronic 63I* monitor of soortgelijke is ondergebracht in een frame of huis 1*8 met een breedte of horizontale dwarsafïneting die in de orde van grootte is van de helft van de breedte van het huis 1*0 van de camera. Het monitorframe 1*8 heeft een hoogte die iets kleiner is dan de breedte, terwijl de lengte aanzienlijk 10 groter is dan de breedte of hoogte hiervan. De afmetingen en de vorm van het huis van de monitor worden in hoofdzaak bepaald door de langwerpige vorm van de kathodestraalbuis 1*9 voorzien van een lang smal lichaamsgedeelte en een verbreed weergave-scherm 50 aan het voorste eind hiervan, terwijl de elektronische 15 bestanddelen voor de buis zijn aangebracht om de buis binnen het huis. De bedieningsorganen 52 (fig. 3) voor de elektronische schakelingen van de video en voor het plaatsen en belichten van het fotografisch beeld zijn aangebracht op het huis van de camera, 20 Het achterste gedeelte van het monitorhuis 1*8 draagt een naar voren uitkomend C-vormig kanaal 5** (fig, 2), waarin een bus 56 van antifriktiemateriaal verschuifbaar is opgenomen, die vast is aangebracht op een vaste in dwars-richting zich uitstrekkende achterste geleidingsas 58 opgesteld 25 in steunen 57, 59 (fig· 6) die bevestigd zijn in het huis van de camera.

Het huis voor het optisch systeem algemeen aangegeven bij 60 heeft een voorste vertikaal lopend gedeelte geplaatst tussen het frontpaneel 1*3 van het camerahuis en het 30 monitorscherm 50, en een in het algemeen horizontaal lopend gedeelte naar achteren uitstekend vanaf het voorste vertikale gedeelte van het huis langs de bovenzijde van het monitorhuis 1*8 naar de achterzijde van het scherm 50. Het vertikale gedeelte van het optisch systeem heeft aan de voorzijde een bodemwand 66 35 (fig. 2), die schuin loopt onder een hoek van bijvoorbeeld 1*5° 81 0 2 7 2 9 - 8 - ten opzichte van het in hoofdzaak vertikale vlak van het monitor-scherm en in dwarsrichting zich uitstrekkend tussen de zijwanden 68, 70 van het huis van het optisch systeem (fig. 5). Op de schuin lopende onderste voorwand 66 is een eerste spiegel 10 5 opgesteld. Een bovenste voorwand Tk van het vertikale gedeelte van het huis van het optisch systeem loopt dwars tussen en is bevestigd aan de zijwanden 68, 7° en draagt op zijn voorste of buitenoppervlak de tweede spiegel 12, die een opening 77 in de wand 7^ overbrugt en afsluit.

10 Het naar achteren lopend gedeèlte van het huis voor het optisch systeem omvat zijwanden 80, 82, die aan hun einden zijn verbonden door een wand 86, waarop de derde schuinstaande spiegel 1^ is aangebracht. Tussen de spiegels 12 en 1^ draagt het horizontaal naar achteren uitstekend been van het 15 huis voor het optisch systeem een lensopstelling 90, waarin een lens 92 is aangebracht. De spiegel 12 is losneembaar opgesteld op de buitenzijde van de wand 7^ van het huis voor het optisch systeem, waardoor toegang verkregen wordt tot de lens 92 via de opening in de wand 7^, wanneer de spiegel is weggenomen.

20 Versterkingsplaten 96 zijn met behulp van schroeven of op andere wijze bevestigd aan de zijkanten van het huis H8 van de videomonitor en naar achteren uitstekende delen 100 van de zijwanden 68, 70 van het huis voor het optisch systeem zijn instelbaar bevestigd aan de platen 96 met behulp 25 van de bouten 10U, 106, die gaan door sleuven 108, 110 aangebracht in de achterste uitsteeksels 100 van de zijwanden van het huis voor het optisch systeem. Door deze uitvoering kan het huis voor het optisch systeem in langsrichting versteld worden ten opzichte van het huis van de videomonitor waardoor een focus-30 instelling wordt verkregen.

De aan de bovenzijde gelegen voorste delen van de zijplaten 68, 70 van het huis voor het optisch systeem zijn voorzien van in lijn gelegen openingen Π**, 116 voorzien van bussen waardoor hierin verschuifbaar een in dwarsrichting lopende 35 aan de voorzijde gelegen geleidingsas 120 kan worden opgenomen, 31 02 72 9 - 9 - die bevestigd is aan en zich uitstrekt tussen de zijwanden ^5, k6 van het camerahuis. Aldus werken de geleidingsas 120 aan de voorzijde van het camerahuis en de geleidingsas 58 aan de achterzijde van het huis zodanig samen, dat het onderling stevig 5 verbonden huis van de videomonitor en het huis voor het optisch systeem verschuifbaar zijn opgehangen voor een dwarsbeweging van de ene kant naar de andere binnen het huis Uo van de parnera. Het kanaal 5^ van de achterste ondersteuning maakt het mogelijk het huis van de videomonitor in langsrichting te verstellen ten 10 opzichte van het huis voor het optisch systeem binnen de grenzen welke bepaald worden door de lengte van de sleuven 108, 110.

Voorts kan de monitor gemakkelijk losgemaakt en verwijderd worden voor onderhoudsbeurten of vervanging dit door het wegnemen van de bouten 10U, 106 waarbij de monitor naar achteren verschoven 15 wordt om vrijgemaakt te worden van het achterste ondersteunings- kanaal 5^ en door de monitor uit te nemen via de achterzijde van het huis van de camera na eerst de achterwand van het huis te hebben losgenomen.

Een scheiding in de vorm van een verdeelplaat 122 20 strekt zich horizontaal uit over het gehele oppervlak van het camerahuis ho vanaf de voorzijde naar de achterzijde en vanaf de ene zijkant naar de andere hiervan, en is voorzien van een in dwarsrichting lopende langwerpige opening 12U (fig. 3) met een betrekkelijk kleinere afmeting in langsnch ting. De opening 25 12k is centraal geplaatst ten opzichte van het been 36 van de optische baan gevormd door het licht dat gereflecteerd wordt door de derde spiegel 1U.

Een elektromotor 126 (fig. 5) wordt gesteund door een steun 127, die bevestigd is aan het camerahuis, en heeft 30 een aandrijfas 128, die via een getande riem 130 en een riem- schijfwiel 132 een as 13^ aandrijft, die een tandwiel 136 draagt, fèt tandwiel 136 is in ingrijping met een tandheugel 138, die bevestigd is aan en in dwarsrichting zich uitstrekt vanaf het huis voor het optisch systeem.

35 Voor het aftasten van de laterale stand van het 8102729 — 10·· ψ % huis van de monitor en van het optisch systeem is er voorzien in een lineaire potentiometerafname. Deze afname wordt gevormd door een zich in dwarsrichting uitstrekkende weerstand 1^0 (fig.2) . gedragen door een stang lb2, die bevestigd ia aan het camera-5 huis en is uitgevoerd voor een schuifcontact met een L-vormige wisserarm l¥l·, die bevestigd is aan en in dwarsrichting gedragen wordt door het huis voor het optisch systeem.

Een verdeelwand 122 verdeelt het camerahuis in een betrekkelijk grote onderste kamer, waarin het in dwars-10 richting verschuifbaar samenstel van de videomonitor en van het optisch systeem staat opgesteld, en een bovenste kamer van een aanzienlijk kleinere vertikale afmeting, echter van een in hoofdzaak gelijke horizontale afmeting. In de bovenste kamer staat een filmdrager 150 opgesteld omvattende een open, in het 15 algemeen ree hthoekig- frame met frameorganen 151» 152, 153, 15^+ en de zijkanten, aan de voorzijde en aan de achterzijde en vaste in langsrichting lopende naar beneden gerichte tandheugels 155, 156 die samenwerken met de tandwielen 158, 160. De tandwielen 158 en 160 strekken zich uit door openingen in de verdeel-20 plaat 120 aan beide zijden van de in dwarsrichting verlengde scheidingsopening 121* en zijn bevestigd aan de tegenover gelegen einden van een dwarsas 166, die met zijn einden is opgenomen in steunen 162, 16U (fig. 6\ die bevestigd zijn aan het camerahuis. De tandwielen 158 en 160 worden aangedreven door riemschijven 25 170, 172 en een riem 17^ van een motor 178, die vast staat opgesteld op een steun 16k van het camerahuis Uo.

Een lineaire potentiometer-plaatsopname in de vorm vaneen elektrische weerstand 182 (fig. 5) wordt gedragen door een in langsrichting lopende stang 18U voor een schuif-30 contact met een arm 186, die gedragen wordt door en zich in dwarsrichting uitstrekt ten opzichte van de drager 150.

Aan beide zijden van de filmdrager 150 zijn aan de scheidingsplaat 122 neerhoudsteunen 190, 192 voor de drager bevestigd, die rollen 19^, 196 dragen, die steunen op naar boven 35 gerichte vlakken van opzij naar buiten uitstekende zijdelen 3102729 » % - 11 - 198, 199 van de filmdrager-frameorganen 151» 152. Aldus kan de drager 150 naar voren en naar achter in langsrichting ten opzichte van het camerahuis en in langsrichting ten opzichte van het huis van de videomonitor aangedreven worden en wordt omlaag 5 gedrukt naar de scheidingsplaat 122 van het camerahuis als gevolg van de druk van de rollen 19^» 196.

Om te voorzien in een liehfcafsluiting tussen de verschuifbare filmdrager 150 en de scheidingsplaat 122 zijn de onderzijden van de zijorganen 198, 199 van het dragerframe voor-10 zien van inlangsrichting lopende groeven 200, 202 (fig. 3, 5 en 6), die naar beneden gericht zijn en lopen over de gehele lengte van de drager. De groeven 200 en 202 zijn gericht naar en werken samen met dienovereenkomstige naar boven gerichte groeven 20^, 206, die zich uitstrekken over de lengte van de 15 verdeelplaat 122 aan beide zijden van de in dwarsrichting verlengde opening 12^. Stevige stangen 208, 210 van antifriktie-materiaal of bekleed met teflon of een soortgelijk antifriktie-materiaal zijn opgenomen in de samenwerkende stellen groeven 200, 20h en 202, 206. De Teflonstangen, die zich uitstrekken 20 over de ruimte tussen de scheidingsplaat en de onderzijde van de filmdrager verschaffen niet alleen legers van antifriktie-materiaal voor de in langsrichting gaande schuifbeweging van de drager, houden niet alleen een passende ruimte tussen de drager en de scheidingsplaat in stand, maar verschaffen ook een 25/ doelmatige lichtbarriere waardoor meegeholpen wordt aan het afsluiten van het optisch systeem en de film tegen binnendringing van het omgevingslicht. De cirkelvormige dwarsdoorsnede van de stangen zorgt voor een minimaal lijncontact met de verschuifbare delen.

30 Het afsluiten van het licht wordt volledig door te voorzien in een stel in dwarsrichting lopende en naar beneden gerichte open groeven 212, 21U, die zijn aangebracht in de voorste en achterste organen van het dragerframe, die de in dwarsrichting lopende Teflon of met Teflon. beklede stangen 216, 218 (fig. 2) 35 opnemen. Voor de dwarsstangen 216, 218 is er geen samenwerkende 31 0 2 729 if * - 12 - groef overeenkomend met de groeven 212, 214. De stangen 216, 218 worden voorts omlaag gedrukt voor samenwerking hiervan met het bovenvlak van de verdeelplaat dit door middel van veerkrachtige kussens 220, 222, die geplaatst zijn tussen de respectievelijke 5 stangen en hun groeven. De groeven 212 en 214 tezamen met de hierin opgenomen stangen 216, 218 strekken zich in dwarsrichting over de volledige afstand uit tussen de^Langsrichting lopende groeven 200, 202 en de hierin opgenomen stangen. Aldus wordt een volledige lichtafsluiting aan de omtrek verkregen door de 10 verschuivende stangen van antifriktiemateriaal, terwijl tevens een schuifleger wordt verkregen voor de filmdrager waarbij slechts een lijncontact bestaat met de verschuifbare delen.

Een gebruikelijke filmhouder (niet weergegeven) bevattende een film van bijvoorbeeld 8 bij 10 inch en een 15 donker schuifdeksel kan worden ingébracht in de filmdrager 150 via een opening 230 in het frontpaneel 43 van het camerahuis en via de open voorzijde van de drager. Deze laatste is voorzien van in langsrichting lopende geleidingsbeugels 232, 234 voor de filmhouder op afstand boven de bodem van de drager en aan 20 hun voorste einden 236 (fig. 2) naar boven divergerend waardoor de filmhouder (niet weergegeven) goed geleid naar en geplaatst wordt in de drager. In dwarsrichting lopende beugels 238, 240 zijn bevestigd aan en overspannen de zijkanten van de drager en ondersteunen de geleidingsbeugels 232, 234.

25 De aandrijfmotoren 126 en 178 kunnen individueel met de hand of automatisch in overeenstemming met een gekozen programma geregeld worden met behulp van algemeen bekende uitvoeringen. Bij voorkeur wordt de beschreven plaats-afname in de vorm van de weergegeven lineaire potentiometer of een 30 andere soortgelijke plaats-afname gebruikt voor een gesloten lus- servo-aandrijving waardoor een meer nauwkeurige plaatsing wordt verkregen. De twee motoren worden bij voorkeur in een geprogrammeerde uitvoering aodanig geregeld, dat automatisch het samenstel van de videomonitor en het optisch systeem en het samenstel van 35 de verschuifbare drager achter elkaar of gezamenlijk wordt ver- 81 02 72 9 .-13-.

schoven, waardoor het uitgaande optisch haangedeëlte 36 gecentreerd wordt op de filmgebieden 20a en 20b t/m 20e volgens een bepaalde volgorde. Tussen de regeling voor de camerabelichting bevindt zich een elektrische tussenverbinding, die kan bestaan 5 uit een gebruikelijk (niet weergegeven) sluitermechanisme of een elektronisch equivalent in het regelcircuit van de kathode-straalbuis van de videomonitor, zodat onmiddellijk na belichting van een bepaald gedeelte van de film een van de motoren 126 en 178 wordt bekrachtigd waardoor het samenstel van de videomonitor 10 en van het optisch systeem of de film verschoven wordt naar de volgendestand van een bepaald programma. Details van een derge-Ijjke automatische regeling zijn algemeen bekend en kunnen gewijzigd worden zonderte gaan buiten het raam van de onderhavige uitvinding.

15 Ofschoon bij wijze van voorbeelden filmformaat van zes belichtingen op één enkele film van 8 bij 10 inch is weergegeven en beschreven, zal het duidelijk zijn dat andere film afmetingen en formaten gebruikt kunnen worden indien dit nodig of wenselijk is, bijvoorbeeld een reeks van vier, negen of 20 meer belichtingen. Om het aantal belichtingen gebruikt bij een enkele film te variëren verandert men slechts de vergroting door verandering van de lens 'of door elektronisch de grootte van de weergave op het oscilloscoopvlak te veranderen, en door veranderingen van het geprogrammeerd stap voor stap plaatsen van het 25 samenstel van de videomonitor en het huis voor het optisch systeem en van de drager van de filmhouder.

Tijdens de werking van de camera wordt de film in de filmhouder verschuifbaar ingebracht via cis in dwarsrichting lopende opening 230 aan de voorzijde van het camerahuis naar 30 een plaats op de filmdrager 150, zodat de filmhouder het bovenvlak van de frame elementen van de drager afdekt en hiermee samenwerkt. Het donkere schuifdeksel kan danworden weggenomen, omdat de groeven en de stangen voor de lichtafsluiting het omgevingslicht blokkeren. De camerabestanddelen kunnen dan in een 35 juiste stand gebracht worden voor het beginbelichten. De regel- 3102729 - 14 - t * organen worden zodanig bediend dat met de hand een bepaald oppervlak van de film gebracht wordt in een stand voor belie hbing of dat met de hand de film gebracht wordt inesn beginstand en het belichten van het eerste filmoppervlak bediend wordt 5 door de bedieningsman. Bij elke belichting verschuiven de motoren de monitor of de drager zodat het volgende oppervlak, dat belicht moet worden, op een juiste plaats gebracht wordt.

Door de beschreven gevouwen optische baan en de uitvoering van het huis voor het optisch systeem kan de 10 bedieningsman direkt het vlakvan de videomonitor bekijken.

HL ertoe is het vertikale gedeelte van het huis voor het optisch systeeaTOorzien van een in het algemeen naar boven lopend wand-gedeelte 2l*0, dat zich vanaf het boveneind van de wand 66 uitstrekt naar het benedeneind van de wand 7^ en in dwarsrichting 15 van de ene naar de andere kant. van het huis voor het optisch systeem. In de wand 2k0 is een kijkopening aangebracht, die afgedicht tegen stof is afgesloten door een kijkraam 2l*2 waardoor de bedieningsman direkt het monitorvlak 50 kan bekijken. Via een deur 2k6 in het frontpaneel 1*3 krijgt men toegang tot het raam 20 2^2. De deur 2l*6 is gesloten waardoor het inwendige van het huis voor het optisch systeem lichtdicht is afgesloten, wanneer het monitorvlak gefotografeerd wordt.

Indien nodig of gewenst kan het beeld op de fotografische film, dat optisch omgekeerd wordt door het gebruik 25 van een oneven aantal spiegels, elektrisch worden omgekeerd, wanneer het verschijnt op het scherm van de oscilloscoop, zodat het resulterend fotografisch beeld niet behoeft te worden omgekeerd.

Ofschoon de beschreven camera ontworpen is om 30 ondersteund te worden op een horizontale tafel of dergelijke waarbij de hartlijn van de oscilloscoop horizontaal loopt en het schermvlak vertikaal staat, zal het duidelijk zijn dat de camera bediend kan worden in andere richtingen zoals bijvoorbeeld een vertikale richting, waarbij het scherm in hoofdzaak horizontaal 35 staat. Bij gevolg zijn de termen vertikaal en horizontaal zoals hierbij gebruikt bedoeld om andere richtingen aan te geven 81 02 72 9 i *· - 15 - en deze mogen niet worden uitgelegd als een beperking van deze camera tot een bepaalde richting.

De vermindering van de totale afmeting van het totale pakket van deze meerbeeld-camera wordt belangrijk 5 vergroot door de keuze van de bewegingen van het huis van de monitor en van het optisch systeem enerzijds en de filmdrager anderzijds, gekozen in het licht van de onderlinge afmetingen van deze delen. Zoals het best te zien is in fig. 2 is de langs-afmeting van het huis van de videomonitor en van het optisch 10 systeem aanzienlijk groter dan de langsafmeting, de grotere afmeting van de filmdrager. Dus voor een bepaalde langsafmeting van het huis van de videomonitor en van het optisch systeem kan de gewenste langsbeweging van de kortere filmdrager ten opzichte van het beeldscherm in een kleiner totaal longitudinaal 15 gebied verkregen worden door de drager te bewegen in het huis van de camera in plaats van door het langere huis van de monitor en van het optisch systeem te bewegen. Indien de film en de drager in langsrichting vast zouden zijn en het huis van de monitor en van het optisch systeem in langsrichting bewogen 20 zou worden, zal de langsafmeting van het camerahuis aanzienlijk vergroot moeten worden. De afname in lengte van de inrichting wordt in het bijzonder in de hand gewerkt door toepassing van de gevouwen optische baan waardoor het uitgaand been 36 terecht komt achter het beeldscherm op een plaats tussen de voorzijde 25 en de achterzijde van de videomonitor en in een richting loodrecht op de langsrichting van de monitor. Door de aanwezigheid van een gevouwen optisch baan, waarbij het lange in langsrichting lopend been 3^ loopt achter het beeldscherm, kan de lengte van het vertikale been van de optische baan verkleind 30 worden waardoor aldus de totale hoogte afneemt. Iét is eveneens mogelijk het horizontale been 30 te verkleinen waardoor de totale lengte afneemt.

De dwarsbeweging van de videomonitor en van het huis voor het optisch systeem is gekozen om de totale dwars-35 afmeting van het systeem tot een minimum terug te brengen.

8102729 * - - 16 -

Het verkleinen van de dwarsafmeting wordt belangrijk vergroot vanwege het feit dat de breedte van het huis van de videomonitor (in hoofdzaak gelijk aan de breedte van het huis voor het optisch systeem) kleiner is dan de breedte van de filmdrager.

5 Aldus kan het huis van de videomonitor in dwarsrichting verschoven worden naar de verschillende standen en kan blijven binnen een in dwarsrichting kleiner gebied dan het geval zou zijn indien de filmdrager in dwarsrichting zal worden verschoven.

Zoals schematisch is weergegeven in fig. 7 is 10 een gevouwen optische baan omvattende drie spiegels 10, 12 en 1¾ en een tussengeplaatste lens 16 opgenomen in een optisch systeem, dat vast is aangebracht op een videomonitor 18 waardoor het beeld van de weergave op het vlak van de monitor gebracht kan worden naar een uitgekozen gebied van een aantal gebieden 20a -15 20i op een gedeelte 22 van een film, die is afgetrokken van een filmrol 23. Efet optisch systeem en de videomonitor staan opgesteld in een camerahuis (niet weergegeven in fig. 7) voor een dwarsbeweging in twee richtingen zoals aangegeven is met de pijl 2h. De filmrol is zodanig opgesteld dat een beweging in twee 20 richtingen volgens de filmlengte in de richting aangegeven met de pijl 26 ten opzichte van het camerahuis en ten opzichte van de oscilloscoop en het optisch systeem mogelijk is. De sche.-matisch bij 18 aangegeven monitor is in langsrichting verlengd in de richting van de pijl 26, terwijl de spiegels 10, 12 en ïk 25 zodanig op afstand staan en gericht zijn, dat een gevouwen optische baan wordt verkregen bestaande uit een eerste horizontaal been 30, een tweede horizontaal been 32, een derde naar achteren gericht horizontaal been 3^ en een uitgaand been 36 vertikaal naar boven gericht en gelegen achter en aan de kant van het scherm 37 van 30 de monitor 18. Bij gevolgkan de in langsrichting beweegbare filmrol bewogen Worden in beide langsrichtingen waardoor gebieden zoals bijvoorbeeld 20a, 20d of 20g etc. terecht komen ter plaatse van de uitgaande optische as. Evenzo kan de monitor 18 tezamen met het optisch systeem in dwarsrichting in de richting van de 35 pijl 2b bewogen worden waardoor het uitgaand been 36 gecentreerd 81 0 2 7 2 9 - 17 - wordt op een van de gebieden 20a, 20b, 20c, etc. Ifet zal duidelijk zijn dat bet weergegeve n uit negen beelden bestaand formaat slechts bij wijze van voorbeeld is gegeven voor de vele formaten die gebruikt kunnen worden. Het is vaak echter gewenst 5 de volgorde van belichting te veranderen, zodat het nodig is voor bepaalde beelduitvoeringen zowel de film alsook de monitor in beide richtingen te kunnen bewegen. Na belichting van alle beelden op een gedeelte van de film wordt het beliehtgedeelte afgesneden van de rol langs een lijn tussen de rol en het belicht 10 gedeelte. Ifet afsnijden kan plaats vinden met de hand of automatisch met behulp van een snijorgaan, dat niet in fig. 7 is weergegeven.

De monitor is, zoals weergegeven is, met de langs-afmeting van zijn scherm vertikaal gericht, terwijl de gevouwen 15 optische baan gebogen wordt rond de zijkant van de monitor.

Natuurlijk kunnen andere uitvoeringen en richtingen worden toegepast waarbij de monitor over 90° bijvoorbeeld gedraaid wordt en waarbij de optische baan gebogen wordt rond de zijkant, de bovenzijde of de onderzijde van de monitor waardoor de uitgaande 20 optische as terecht komt aan de achterzijde.

Het zal duidelijk zijn dat in het bovengaande een verbeterde meerbeeld-camera beschreven is, waarbij een gevouwen optisch systeem bevestigd aan een videomonitor in dwarsrichting met de monitor bewogen kan worden, terwijl een filmdrager in 25 langsrichting bewogen kan worden waardoor gekozen X Y standen van meerdere beelden van het monitorscherm op bepaalde gebieden van de film verkregen worden, dit alles binnen een verpakking met minimale afmetingen.

30 8102729

Claims (8)

1. 2. Meerbeeld-camera omvattende een oscilloscoop en een filmdrager zodanig uitgevoerd dat meerdere beelden van 15 het scherm van de oscilloscoop gevormd worden op een film, die gedragen wordt door de drager, waarbij de camera gekenmerkt wordt door een optisch systeem zodanig uitgevoerd dat het licht van het scherm van de oscilloscoop wordt overgedragen langs een uitgaande as achter het scherm en in het algemeen evenwijdig 20 aan het scherm, organen voor het plaatsen van de oscilloscoop en het optisch systeem voor een dwarsbeweging in twee richtingen, en organen voor het opstellen van de filmdrager voor een langs-beweging in twee richtingen in een vlak loodrecht op de uitgaande as.
2. 3. Camera volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het optisch systeem het licht overdraagt volgens een gevouwen baan, die achtereenvolgens loopt aan de voorzijde van het scherm, in dwarsrichting, naar achteren en vervolgens langs de uitgaande as. 30 b. Camera volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de oscilloscoop zich in langsrichting uitstrekt en dat de filmdrager staat opgesteld nabij de oscilloscoop waardoor deze kan bewegen naar tenminste twee beliehtingsstanden achter het scherm.
3. 5. Camera volgens een der conclusies 2, 3 of 4 81 02 72 9 Μ » omvattende een huis voor de oscilloscoop en de filmdrager, met het kenmerk, dat het huis een scheidingsorgaan omvat, dat het huis verdeelt in een eerste en een tweede kamer langs een vlak in hoofdzaak toodrecht op het vlak van het scherm, waarbij 5 dit scheidingsorgaan een opening bezit geplaatst achter het scherm van de oscilloscoop en in hoofdzaak gecentreerd op de uitgaande baan.
4. 6. Camera'·volgens conclusie 5 omvattende licht-blokkeringsorganen bestaande uit eerste en tweede onderling 10 evenwijdige op afstand van elkaar gelegen stellen van samenwerkende groeven in de filmdrager en in het scheidingsorgaan, en een lichtafsluitende stang van antifriktiemateriaal opgenomen in deze groeven.
5. 7. Camera volgens een der conclusies 2-6 15 met hst kenmerk, dat de oscilloscoop een dwarsafmeting bezit die niet groter is dan de dwarsafmeting van de filmdrager, terwijl de lengte niet kleiner i s dan de lengte van de filmdrager.
6. 8. Werkwijze voor het maken van meerdere beelden op het weergavevlak van een videomonitor bestaande uit het richten 20 van ket licht van het weergavevlak langs een gevouwen optische baan waarvan êên been gelegen is achter het beeldvlak en in hoofdzaak evenwijdig hieraan, het plaatsen van een deel van een film tussen de voor- en achterzijde van de monitor in een vlak nagenoeg evenwijdig aan de langsrichting van de monitor om 25 het optisch baanbeen te snijden, het belichten van een gedeelte van de film, en het verschuiven van de film in langsrichting ten opzichte van de monitor waardoor een tweede gedeelte van de film zodanig wordt geplaatst dat het blootgesteld wordt aan het licht in het genoemd optisch baanbeen.
7. 9. Werkwijze volgens conclusie 8 gekenmerkt door het verschuiven van de monitor in dwarsrichting ten opzichte van de film waardoor een ander gedeelte van * film zodanig wordt geplaatst dat het blootgesteld wordt aan het licht in het genoemd optisch baanbeen,
8. 10. Camera in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving eri/of weergegeven in de tekeningen. 81 02 72 9