NL8102554A - Magneetbandcassette. - Google Patents

Description

- 1 - * 4

Magneetbandcas sette.

De uitvinding heeft betrekking op een magneet-bandcassette en meer in het bijzonder op een magneetband-cassette zoals deze wordt gebruikt in video-apparatuur en is gekenmerkt doordat de naaf die band draagt wordt 5 afgeremd en golving in de band kan worden vermeden wanneer de cassette uit een apparaat wordt weggenomen.

De naven van bekende magneetbandcassettes zijn in het algemeen voorzien van omtreksflenzen voor het daarop vasthouden van de magnetische band. Om verder golving 10 in de magneetband te vermijden zijn sommige ervan voorzien van remmechanismen om beweging van de naven te voorkomen wanneer de cassettes niet in gebruik zijn. Het effekt van het remmechanisme is echter niet bevredigend, of het mechanisme is gecompliceerd van constructie.

15 Zo is bijvoorbeeld een magneetbandcassette bekend waarin een remplaat uit rubber in de vorm van een onderlegring is aangebracht op de onderzijde van elke naaf en wanneer de cassette van een haspelondersteuning wordt weggenomen, dus in de "uitgenomen stand" wordt 20 gebracht, wordt de naaf naar de zijde van een onderste huis toegedrukt door een bladveer, waardoor verdraaiing van de naaf wordt tegengegaan. Wanneer de cassette op de haspelondersteuning wordt aangebracht, dus in de "gemonteerde stand" gebracht, wordt de naaf naar boven 25 toe gedrukt door een naafaandrijfas op de haspelondersteuning, zodat de op de naaf werkende remkracht wordt opgeheven.

In dit geval hangt de op de naaf uitgeoefende remkracht af van de wrijvingsweerstand tussen de remplaat en het binnerioppervlak van het onderste huis. Hierdoor 30 zal wanneer op de cassette een schok wordt uitgeoefend, de speling van de naaf binnen het huis resulteren in losgaan van de band, zodat er geen volledige afremming van de naaf kan worden bereikt in de uitgenomen stand.

Bij een ander type bekende magneetbandcassette 35 voorzien van een remmechanisme zijn tanden aangebracht op de omtrek van een flens van de naaf en is een palmecha-nisme vastgezet aan het buitenste huis. In de uitgenomen 8102554 *4 ï - 2 - stand worden de tanden in aangrijping gebracht met het palmechanisme voor het uitoefenen van een remkracht op de naaf. Hoewel in dit geval een volledige afremming kan worden bereikt in de uitgenomen stand is het remmechanisme 5 gecompliceerd en de afmetingen van de magneetbandcassette worden groot.

De uitvinding beoogt nu de bovengenoemde bezwaren van de bekende magneetbandcassettes op te heffen.

Het' primaire doel van de uitvinding is. daarom 10 het verschaffen van een magneetbandcassette waarin, in de uitgenomen stand,, de naaf wordt onderworpen aan een betrouwbare 'remkracht en voorkomen wordt dat de magneetband slap kan komen te hangen.

Een verder doel van de uitvinding is het 15 verschaffen van een magneetbandcassette, die niet gecompliceerd van constructie is en die geringe afmetingen kan hebben.

Een verder doel van de 'uitvinding is het verschaffen van een magneetbandcassette, die eenvoudig 20 te vervaardigen is en die duurzaam is ook bij een herhaald langdurig gebruik.

Volgens, de onderhavige uitvinding bezit de magneetbandcassette een paar naven die zijn opgenomen in helften van bovenste en onderste huizen, waarbij elke 25 naaf een binnenste naaf omvat, die in aangrijping is 'met een has.pelonders.teuning en een buitenste naaf waarop de magneetband is gewikkeld. In de uitgenomen stand van de magneetbandcassette komen tanden, gevormd in de binnenste naaf in aangrijping met tanden gevormd in een opening 30 van het onderste huis waarin de naafas is opgenomen, waardoor verdraaiing van het stel van binnenste en buitenste naven wordt tegengegaan.

In de gemonteerde stand zal. daarentegen de aangrijping tussen de tanden van de binnenste naaf en ' 35 die van de opening voor het ondersteunen van de naafas worden verbroken en de remkracht opgeheven. Volgens een verdere uitwerking van de uitvinding is een cilindrisch asdeel· van de bovengenoemde binnenste naaf voorzien van een voorste einddeel, van een ondersteuningszijdeel en 40 van een taps verbindingsdeel voor het verbinden van de 81 02 5 5 4 & * - 3 - twee delen, en de buitendiameter van het voorste einddeel is voldoende kleiner dan de binnendiameter van de genoemde opneemopening, waardoor de tanden van de binnenste naaf in lijn komen te liggen met die van de opneemopening van 5 het onderste huis om het in aangrijping komen van de tanden te vergemakkelijken.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de beschrijving van voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding, weergegeven in de tekening, waarin: 10 fig. 1 een vertikale dwarsdoorsnede toont over het hoofddeel van een bekende magneetbandcassette; fig. 2 een gedeeltelijk weggesneden bovenaanzicht toont van een uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding; 15 fig. 3 een vertikale dwarsdoorsnede toont volgens de lijn III-III van fig. 2, waarbij een naaf naar de zijde van een onderste huis is toegedrukt; fig. 4 eveneens een vertikale dwarsdoorsnede toont waarbij de naaf naar de zijde van een bovenste huis 20 is toegedrukt; fig. 5 een vertikale dwarsdoorsnede toont over het hoofddeel van een tweede uitvoeringsvorm; en fig. 6 een perspectivisch aanzicht toont van een binnenste naaf die past op een aandrijfas van een 25 haspelondersteuning, waarbij de naaf gedeeltelijk is weggesneden voor het tonen van de dwarsdoorsnede daarvan.

In verband met de duidelijkheid zal nu eerst het mechanisme en de werking van een bekende magneetbandcassette worden beschreven aan de hand van fig. 1, 30 en daarna de magneetbandcassette volgens de onderhavige uitvinding.

Bij de in fig. 1 weergegeven magneetbandcassette is een rubber remplaat 51 als een onderlegring aangebracht op het onderoppervlak van een binnenste vlak 35 deel 52 van een naaf 53. De naaf 53 wordt naar de zijde van een onderste huis 54 toegedrukt door een bladveer 55 in de uitgenomen stand van de cassette. Hierdoor wordt de remplaat 51 in aanraking gebracht met het binnenopper-vlak van het onderste huis 54, zodat verdraaiing van de 40 naaf 53 wordt tegengegaan. In de gemonteerde stand van de 81 02 5 5 4 * "ΐ - 4 - cassette is een aandrijfas 56 van een haspelondersteuning aangebracht binnen een opening 57 van een asdeel 58 van de naaf 53 en de naaf 53 wordt toegedrukt naar de zijde van een bovenste huis 59, zodat de remkracht die op de naaf 53 werd 5 uitgeoefend wordt opgeheven.

Bij de magneetbandcassette volgens de onderhavige uitvinding is de constructie van de naaf geheel verschillend van die van de. bekende constructies. De naaf van de magneetbandcassette volgens de onderhavige uitvinding 10 is nl. van dubbele constructie,' omvattende een binnenste en een buitenste naaf. De magneetband wordt op de buitenste naaf gewikkeld en de binnenste naaf heeft de funktie van afremming in de uitgenomen stand en voor het opheffen van de remwerking in de gemonteerde 'stand van de cassette.

15 Zoals weergegeven' in fig, 2 is het uiterlijk van de magneetbandcassette volgens, de uitvinding nagenoeg gelijk aan dat van de bekende magneetbandcassettes. In de tekening is met 1 een magneetbandcassette aangegeven, omvattende een bovenste huis. 2 en een onderste huis 3. Een 20 naafas-opneemopening 4 is aangebracht in het onderste huis 3. Een cilindrisch huis 5 strekt zich uit vanaf de binnenrand van de opneemopening 4 naar de zijde van het bovenste huis 2, zodat het binnenoppervlak van het cilindrische deel 5 een opneemopening 4 vormt. Een binnenste naaf 6 25 is aangebracht welke is voorzien van een cilindrisch asdeel 7, dat is opgenomen binnen de opening 4. In de gemonteerde stand is een aandrijfas 8 van een haspelondersteuning 23 aangebracht binnen een opneemopening 9 van het asdeel 7, zoals blijkt uit fig. 4. De onderzijde van een randdeel IQ 30 van de binnenste naaf 6 is getand en een eindvlak 11 van het cilindrische deel 5 van hét onderste huis 3 is op dienovereenkomstige wijze getand en wel naar de zijde van het bovenste huis 2 toe. Een buitenste naaf 12 is aangebracht buiten de binnenste naaf 6. Deze naven zijn met 35 elkaar in aangrijping zodanig dat de ene axiaal binnen de andere weggedrukt kan worden door uitsteeksels 13 gevormd op de buitenzijde van het randdeel 10 van de binnenste naaf 6 en groeven 14 gevormd in het binnenoppervlak van de buitenste naaf 12. Met 15 is een bladveer 40 aangegeven waarvan het ene einde 16 is vastgezet op het 81 02 5 5 4 S’ % - 5 - binnenoppervlak van het bovenste huis 2 terwijl het andere einde 17 ervan slechts in aanraking is met het binnen-oppervlak van het bovenste huis 2. Een uitgebogen deel 18 van de bladveer 15 strekt zich uit naar de zijde van het 5 onderste huis 3 om een uitstekend deel 19 in het midden van het bovenoppervlak van de binnenste naaf 6 aan te drukken, waardoor de naaf 6 naar de zijde van het onderste huis 3 wordt toegedrukt.

Wanneer de cassette van het bovenbeschreven 10 type is uitgenomen zal de binnenste naaf 6 naar het onderste huis 3 toe worden gedrukt door de kracht van de bladveer 15. Het van tanden voorziene deel op de onderzijde van het randdeel 10 van de binnenste naaf 6 zal dan in aangrijping worden gebracht met de vertanding aangebracht op het 15 eindvlak 11 van het cilindrische deel 5 van het onderste huis 3, waardoor een remkracht wordt uitgeoefend op de binnenste naaf 6 en de buitenste naaf 12. In de gemonteerde stand zal, zoals weergegeven in fig. 4, de binnenste naaf 6 naar het bovenste huis 2 toe worden gedrukt door de 20 kracht van de aandrijfas 8, waardoor de remkracht op de binnenste naaf 6 wordt opgeheven.

Met het remmechanisme als boven beschreven wordt een betrouwbare afremmende werking uitgeoefend op de naaf van de magneetbandcassette, zodat voorkomen wordt 25 dat de band slap komt te hangen in de uitgenomen stand van de cassette. Daar de constructie van het remmechanisme eenvoudig en compact is kan de bovenbeschreven naaf aangebracht worden in een bekend cassettehuis. Verder is geen remvertanding aangebracht op een omtreksflens van de 30 naaf, zodat de omtreksflenzen van de naaf kunnen worden weggelaten. Hierdoor zal het bovenbeschreven remmechanisme volgens de uitvinding een betere werking vertonen, terwijl de afmetingen van de magneetbandcassettes kunnen worden verkleind.

35 Fig. 5 toont een gewijzigde uitvoeringsvorm van de cassette volgens de uitvinding. Bij deze uitvoeringsvorm liggen de assen van het cilindrische deel 5 van het onderste huis 3 en van het cilindrische asdeel 7 van de binnenste naaf 6 zodanig in lijn dat de ingrijping van de 40 getande delen gemakkelijker en meer betrouwbaar wordt.

8102554 f * - 6 -

De naaf van deze •uitvoeringsvorm is eveneens van dubbele constructie omvattende een binnenste en een buitenste naaf. De totale constructie van de cassette zelf is ongeveer gelijk aan die van de eerste uitvoeringsvorm,.

5 met uitzondering van de volgende punten.

De buitenwand van het asdeel 7 van de binnenste naaf 6 omvat een voorste einddeel 20, een ondersteunings-zijdeel 21 en een taps verbindingsdeel 22, dat deze twee delen met elkaar verbindt. Het voorste einddeel 20 heeft 10 een buitendiameter die voldoende kleiner is dan de binnen-diameter van de 'opneemopening 4 en die is aangebracht binnen de opening 4 wanneer de binnenste naaf 6 naar de zijde van het bovenste huis 2 wordt toegedrukt in de gemonteerde toestand. Het ondersteuningszijdeel 21 heeft een buiten-15 diameter die iets kleiner is dan de binnendiameter van de opneemopening 4 en die is aangebracht binnen de opneem-opening 4 wanneer de binnenste naaf 6 naar de zijde van het onderste huis 3 wordt toegedrukt in de uitgenomen stand van de cassette. Het verbindingsdeel 22, dat de 20 twee delen 20 en 21 met elkaar verbindt, heeft een afgeknotte kegelvorm, De vorm van het tapse deel 22 kan op geschikte wijze iets gebogen of taps zijn, zodanig dat de buitendiameter ervan geleidelijk aan toeneemt vanaf het voorste einddeel 20 naar het ondersteuningsdeel 21.

25 Bij de magneetbandcassette 1 volgens de onderhavige uitvinding zal in de gemonteerde toestand de binnenste naaf 6 naar de zijde van het bovenste huis 2 worden toegedrukt door de aandrijfas 8, die is aangebracht binnen de opneemopening 9 van het asdeel 7 van de binnenste 30 naaf 6, waardoor een voorafbepaalde 'speling wordt verkregen tussen het asdeel 7 en de opneemopening 4 van het onderste huis 3. Wanneer anderzijds de cassette 1 van de haispel-ondersteuning 23 wordt afgenomen zal het asdeel 7 van de binnenste naaf 6 naar de zijde van het bovenste huis 3 35 worden toegedrukt, waarbij het asdeel 7 naar het midden van de opneemopening 4 wordt toegeleid door het verbindende tapse deel 22, zodat het asdeel 7 zich onder inwerking van de remkracht zal bevinden, die in het midden van de opneemopening 4 wordt uitgeoefend.

40 Bij de bovenbeschreven magneetbandcassette 81 02 5 5 4 S' - 7 - zal de aangrijping tussen de getande delen gemakkelijker en op meer betrouwbare wijze plaatsvinden, zodat de naaf geen speling vertoont zelfs wanneer vibraties of schokken op de cassette worden uitgeoefend in de uitgenomen 5 stand daarvan, waardoor het slap komen te hangen van de magnetische band volledig kan worden vermeden. Daar verder de hartlijn van de naaf in lijn ligt met de hartlijn van de opneemopening voor de naafas in de afgeremde uitgenomen stand van de cassette zal het midden van de aandrijfas 10 op de haspelondersteuning in lijn liggen met het asdeel van de naaf wanneer de magneetbandcassette wordt aangebracht op de haspelondersteuning, zodat het aanbrengen van de cassette op gemakkelijke wijze plaats kan vinden.

Hoewel de uitvinding is beschreven aan de 15 hand van voorkeursuitvoeringsvormen daarvan, zal het de deskundige duidelijk zijn, dat vele wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder buiten de uitvindingsgedachte te vallen.

- conclusies - 81 02 5 54

Claims (4)

1. Magneetbandcassette omvattende een bovenste en een onderste huis, een paar naven die draaibaar zijn opgenomen tussen het bovenste en het onderste huis en een magnetische band gewikkeld op de naven, met het 5 kenmerk, dat elk der naven een buitenste naaf omvat met een cilindrisch deel waarop de magneetband is gewikkeld en een binnenste naaf die axiaal verplaatsbaar is aangebracht binnen het cilindrische deel van de buitenste naaf, waarbij de binnenste naaf is voorzien van een eerste . io getand deel op de onderzijde daarvan en het onderste huis is voorzien van een tweede getand deel op de bovenzijde daarvan, waarbij de binnenste naaf een aandrijfkracht overbrengt vanaf een aandrijfas op een haspelondersteuning naar de buitenste naaf wanneer de cassette op de haspel-15 ondersteuning is gemonteerd en beide getande delen in aangrijping met elkaar worden gebracht wanneer de cassette van de haspelondersteuning wordt weggenomen, waardoor een remkracht op de buitenste naaf wordt uitgeoefend.

2. Cassette volgens conclusie 1, m e t het 20 kenmerk, dat de buitenste naaf een cilindrisch lichaam omvat zonder flenzen en de binnenste naaf een asdeel omvat dat in aangrijping kan zijn met de aandrijfas van de haspelondersteuning, waarbij rond het asdeel een rand is aangebracht en uitsteeksels die in aangrijping zijn met de 25 buitenste naaf, waarbij het eerste getande deel is aangebracht op de onderzijde van het randdeel en het onderste huis is voorzien van een opneemopening voor de naafas voor het opnemen van het asdeel, waarbij het tweede getande deel is aangebracht op de bovenzijde van de opening voor het 30 opnemen van de naafas.

3. Cassette volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat de buitenzijde van het asdeel. van de binnenste naaf is voorzien van een voorste einddeel, van een ondersteuningszijdeel en van een deze twee delen 35 verbindend taps deel, waarbij de buitendiameter van het voorste einddeel, voldoende kleiner is dan de binnendiameter 81 0 2 5 5 4 - 9 - van de opening van het onderste huis voor het opnemen van de naafas, terwijl de buitendiameter van het ondersteunings-zijdeel iets kleiner is dan de binnendiameter van de opening voor het opnemen van de naafas, waardoor de hartlijn van de 5 binnenste naaf in lijn kan komen te liggen met de hartlijn van de opening voor het opnemen van de naafas in de uitgenomen stand van de cassette.

4. Cassette als beschreven en/of weergegeven in de tekening. 81 02 5 54