NL7808832A - Magneetbandaandrijfsysteem. - Google Patents

Description

PHQ 78-006 N.V. PHILIPS* GLOEILAMPENFABRIEKEN TE EINDHOVEN Magnee tbandaandrijfsys teem

De uitvinding heeft betrekking op een magneet-bandaandrijfsysteem voor het langs een aantal magneetkop-pen transporteren van een dunne flexibele magneetband en omvattende: 5 A) een zogenaamde "omkeerbare ** magneetbandcas- sette, geschikt om in een eerste stand alsmede in een omgekeerde tweede stand samen te werken met de magneetkoppen en met: eerste en tweede, naast elkaar gelegen en om evenwijdige rotatieassen roteerbare spoelkemen, ieder met een 10 in hoofdzaak buisvormig spoelwikkeldeel dat een althans ruwweg cilindrische binnenwand, een in hoofdzaak cilindrische buitenwand en twee in vlakken op enige axiale afstand van elkaar loodrecht op de rotatieas gelegen ringvormige eindwanden bezit, alsmede een schijfvormig cen-15 treer- en aandrijfdeel midden tussen en evenwijdig aan de beide eindwanden van het spoelwikkeldeel en voorzien van gedeelten die een centrale centreeropening alsmede minstens één aandrijfopening op enige radiale afstand van de centreeropening definiëren; eerste en tweede, de beide spoel-20 kernen in axiale richting met speling opsluitende, plan-parallelle hoofdwanden, ieder voorzien van een eerste opening coaxiaal met de eerste spoelkern en een tweede opening coaxiaal met de tweede spoelkern; twee met de beide hoofdwanden verbonden zijwanden; een met de hoofdwanden 25 verbonden rugwand; eventueel, aan een frontzijde tegenover de rugwand, een de beide hoofdwanden verbindende maar ten dele open frontwand; en een hoeveelheid magneetband, met 7808832 _ 2 PHQ 78-006_________________________________________________________________________________ een eerste uiteinde verbonden met de eerste spoelkern en met een tweede uiteinde verbonden met de tweede spoelkern, teneinde van de eerste spoelkern tot een spoel op de tweede spoelkern en terug van de tweede spoelkern tot een spoel 5 op de eerste spoelkern gewikkeld te kunnen worden en met een gestrekt bandgedeelte langs de frontzijde van de mag-neetbandcassette; en voorts omvattende: B) een aandrijfinrichting met: een gestel; eerste en tweede om evenwijdige rotatieassen roteerbare aan-10 drijfspillen, ieder voorzien van een centreerpen met een vrij uiteinde en ieder geschikt voor samenwerking met de centreeropeningen in de spoelkernen van de magneetbandcas-sette; op iedere aandrijfspil minstens één op enige radiale afstand van de centreerpen gelegen en in een richting 15 evenwijdig aan de rotatieas van de aandrijfspil verend in drukbare aandrijfpen met een vrij uiteinde en geschikt voor samenwerking tijdens bedrijf met een aandrijfopening in de spoelkernen van de magneetbandcassettes; en met het gestel verbonden cassetteondersteuningsmiddelen voor het 20 in diens eerste stand of in diens tweede stand samenwerken met de eerste, respectievelijk de tweede hoofdwand en het aldus op de aandrijfinrichting ondersteunen van de magneet-bandcassette in een bedrijfspositie waarin de beide spoelkernen samenwerken met de centreerpennen en de aandrijf-25 pennen van de beide aandrijfspillen.

Een dergelijk magneetbandaandrijfsysteem is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 3*027·110. Bij dit bekende magneetbandaandrijfsysteem zijn in het schijfvormige centreer- en aandrijfdeel van elke spoelkern een 30 aantal op gelijke radiale afstanden van de rotatieas van de spoelkern en op gelijke afstanden van elkaar gesitueerde aandrijfopeningen aanwezig. Bij toepassing van twee aparte wikkelmotoren voor de beide spoelkernen zouden de assen van de wikkelmotoren tevens als centreerpen voor het 35 centreren van de spoelkernen kunnen worden gebruikt. De hoogteposities der spoelen in de magneetbandcassette worden 7808832 9 4 l -3- PHQ 78-OO6 __________________________________________________________________________________________ ______ door de ligging van de cassette op de cassetteondersteunings-middelen bepaald.

Het bekende magneetbandaandrijfsysteem is bedoeld voor het opnemen respectievelijk reproduceren van audiosig-5 nalen op magneetband. Voor videotoepassingen, waarbij signalen van aanmerkelijk grotere bandbreedte dan bij audio-toepassing dienen te kunnen worden geregistreerd en weergegeven, is een dergelijk magneetbandaandrijfysteem minder geschikt. Bij de huidige in zwang zijnde en voor de 10 consument geconcipieerde videomagneetbandrecorders worden de signalen met behulp van roterende videokoppen in de vorm van schuin gerichte, langgerekte en dicht naast elkaar gelegen sporen op de magneetband geschreven. De scheve sporen zijn ongeveer 18 h. 23 micron breed bij een lengte van on-15 geveer 100 mm., terwijl bij sommige magneetbandrecorders, waarbij twee videomagneetkoppen met verschillende azimuth instellingen worden gebruikt, de sporen direct tegen elkaar dus zonder tussenruimte worden aangebracht. Teneinde bij dergelijke magneetbandaandrijfsystemen zekerheid te schep-20 pen, dat een videocassette opgenomen op een bepaalde videorecorder zonder kwaliteitsverlies kan worden afgespeeld op een andere videorecorder, is een hoge nauwkeurigheid van het bandtransport en de bandgeleiding noodzakelijk zodat zo weinig mogelijk en zo gering mogelijke variaties in de rek 25 van de magneetband en dus zo weinig mogelijk en zo gering mogelijke variaties in de trekspanning in de magneetband optreden. De ene videorecorder moet immers de sporen kunnen uitlezen, die door een andere videorecorder op de magneetband geschreven zijn terwijl voorts ook geen tijd-30 fouten mogen ontstaan gezien de nadelige invloed daarvan op de beeldkwaliteit. Met het oog op de hoge compatibili-teitseisen welke aldus worden gesteld dient vermeden te worden dat op de magneetbandspoelen ongedefiniëerde wrij-vingskrachten worden uitgeoefend, terwijl ook andere bron-35 nen van bandspanningsvariaties zo veel mogelijk uitgeschakeld moeten worden. Er worden in de gebruikelijke video- 7808832 k ... k ...

P.HQ .78.-006_______________________________________________________________________________________________________'________________________________________ ______________ recorders meerdere servosystemen toegepast teneinde een nauwkeurige bandtransportsnelheid eri geringe bandspannings-variaties te verkrijgen. Zo wordt de rotatiesnelheid van de kaapstander automatisch door middel van een servosysteem 5 geregeld, terwijl andere servosystemen aanwezig zijn voor de aandrijving van de roterende magneetkoppen, eventueel voor de magneetkopbesturing en voorts voor de aandrijving van de aandrijfspillen. Wrijvingskrachten welke aangrijpen op de magneetbandspoelen vormen storingen voor de laatst-10 genoemde servosystemen en tevens ook voor de andere servosystemen, tengevolge van de variaties die ontstaan in de trekspanning in de magneetband.

De uitvinding heeft ten doel een magneetbandaan-drijfsysteem te verschaffen dat beter geschikt is voor .

15 toepassing in videorecorders en is daardoor gekenmerkt, dat: voor het in axiale richting positioneren van de spoel-kernen iedere aandrijfspil is voorzien van spoelkernposi-tioneermiddelen bestaande uit met de aandrijfspil meeroterende aanslagmiddelen voor samenwerking met de ringvormige 20 eindwanden van de spoelkemen; de aandrijfinrichting veren de drukmiddelen omvat voor het tijdens bedrijf verend tegen de spoelkernpositioneermiddelen drukken van de spoelkernen; en dat in de bedrijfspositie de spoelkemen en de daarop gewikkelde spoelen geheel vrij lopen van de wanden van de 25 magneetbandcassette. Bij het magneetbandaandrijfsysteem volgens de uitvinding worden de spoelen in de magneetbandcassette zodanig ondersteund dat geen contacten optreden met overige delen van de magneetbandcassette, in het bijzonder de beide hoofdwanden, terwijl tevens variaties 30 in trekspanning in de magneetband die het gevolg zouden kunnen zijn van een minder goede centrering en uitrichting van de spoelen ten opzichte van de aandrijfspillen worden voorkomen.

Bij vele videomagneetbandrecorders is de aan-35 drijfinrichting voorzien van een tussen een geopende en een gesloten stand beweegbare cassettehouder voor het in 7808832 * ··* ~ 5 - * i PHQ 78-006............................__.................................................................................................................. ...... ..........

de geopende stand aanbrengen dan wel verwijderen van de magneetbandcassette en voor het in de gesloten stand in de bedrijfspositie houden van de magneetbandcassette. Een uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft voordelen bij 5 videocassetterecorders voorzien van een dergelijke cassette- houder en heeft tot kenmerk, dat de verende drukmiddelen voor het tijdens bedrijf verend tegen de spoelkernpositio-neermiddelen drukken van de spoelkernen eerste en tweede, met speling in de cassettehouder gelagerde, spoelkemdruk-10 kers omvatten, die ieder zijn voorzien van een centreerge- deelte ten behoeve van centrering ten opzichte van het buisvormige spoelwikkeldeel van een spoelkem, en voorts eerste en tweede drukveren omvatten, welke in hoofdzaak via een puntcontact samenwerken met de spoelkerndrukkers op 15 een centrale plaats tegenover de centreergedeelten. Een eerste voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat minimale axiale krachten op de aandrijfspillen worden uitgeoefend, terwijl nimmer trekkrachten op de aandrijfspillen zullen werken. Een tweede voordeel is dat de drukmiddelen rotatie-20 symmetrisch zijn en aldus geen onbalans veroorzaken van de spoelen, hetgeen vooral van belang is tijdens het snel transporteren van de magneetband bij versneld vooruit dan wel versneld terugspoelen. Daarbij kunnen toerentallen optreden tot ruwweg 2500 omwentelingen per minuut. Een 25 dergelijk toerental stemt overeen met een bandsnelheid tijdens het versneld spoelen van ongeveer 3 meter per seconde. Andere voordelen zijn dat de constructie eenvoudig is en geen belemmeringen worden ondervonden bij het van de aandrijfspillen verwijderen van de magneetbandcassette.

30 Een volgende uitvoeringsvorm heeft tot kenmerk, dat de cassettehouder is voorzien van een naar de cassette-ondersteuningsmiddelen van de aandrijfinrichting gekeerde ten dele open bodem en een van de cassetteondersteunings-middelen afgekeerd lagerdeel met lageropeningen voor de 35 beide spoelkerndrukkers, waarbij de spoelkerndrukkers in de lageropeningen in het lagerdeel met speling draaibaar 78 0 8 8 3 2 - 6 - \ 1 PHQ 78-006______________________________________________________________________________________________________________________________________________________ _____________ en axiaal verschuifbaar zijn en iedere spoelkerndrukker een aanslagkraag bezit ter begrenzing van de axiale verschuiving in de richting van de genoemde bodem en dat de casset-tehouder is voorzien van verende middelen voor het in de 5 richting van de bodem drukken van een aangebrachte cassette, waarbij de afstand tussen de spoelkemdrukkers en de bodem van de cassettehouder, de afmetingen van de raagneetbandcas-sette en de spoelkernen, alsmede de afmetingen van de cassettehouder en de cassetteondersteuningsmiddelen op de 10 aandrijfinrichting, alle zodanig op elkaar zijn afgestemd, dat in de geopende stand van de cassettehouder een magneet-bandcassette over de bodem van de cassettehouder verschuifbaar is zonder de spoelkemdrukkers te raken en dat in de gesloten stand van de cassettehouder de magneetbandcassette 15 door de cassetteondersteuningsmiddelen op een zodanige af stand van de bodem van de cassettehouder wordt ondersteund, dat de spoelkemdrukkers vrij bewegend in de lageropeningen van het lagerdeel met de spoelkernen samenwerken. Bij deze uitvoeringsvorm vormen de spoelkemdrukkers geen belemmering 20 voor het in de cassettehouder schuiven van de magneetbandcassette. Voorts zijn geen separate hulpmiddelen nodig voor het aanbrengen van de spoelkemdrukkers op de spoelkernen, aangezien dit automatisch gebeurt bij het verplaatsen van de cassettehouder van zijn geopende naar zijn ge-25 sloten stand.

Met voordeel kan ook gebruik worden gemaakt van een uitvoeringsvorm welke tot kenmerk heeft dat de gedeelten van de schijfvormige centreer- en aandrijfdelen van de spoelkernen welke de aandrijfopeningen definiëren vlakke 30 wanddelen bezitten voor samenwerking met de aandrijfpennen van de aandrijfspillen, welke vlakke wanddelen in hoofdzaak een radiale richting bezitten ten opzichte van de ro-tatieas van de spoelkem, teneinde te voorkomen dat de aandrijf pennen andere dan tangentiaal gerichte krachten over-35 brengen op de spoelkernen. Bij deze uitvoeringsvorm is slechts minimale speling tussen een aandrijfpen en de wand 7808832 • 4 _ ? PHQ .78-006 ........................................................................................................

van een aandrijfopening benodigd, daar toleranties in de radiale positie van de aandrijfpen worden opgenomen door de langwerpige vorm van de aandrijfopening, De stoten welke optreden tussen een aandrijfpen en de wand van de aandrijf-5 opening bij omkering van de beweging van de spoel of bij het starten of remmen van de spoel zullen hierdoor zo gering mogelijk blijven, hetgeen gunstig is voor de levensduur van de magneetbandaandrijving en voor de nauwkeurigheid van de aandrijving. Een ander voordeel is dat voorkomen wordt 10 dat de lagering van de aandrijfspillen onnodig extra belast wordt door niet tangentiale en dus niet tot het uit te oefenen koppel bijdragende krachten.

Voor het bereiken van een goed gedefinieerde stand van de magneetbandspoelen ten opzichte van de aan-15 drijfspillen is een uitvoeringsvorm van belang welke daardoor wordt gekenmerkt dat ieder der ringvormige eind-wanden van de spoelkernen is voorzien van drie op gelijke radiale afstanden van de rotatieas van de betreffende spoel-kera en op gelijke afstanden van elkaar gelegen axiaal ge-20 richte uitsteeksels en dat ieder der met de aandrijfspillen meeroterende aanslagmiddelen voor samenwerking met de ringvormige eindwanden van de spoelkernen een in een denkbeeldig plat vlak loodrecht op de rotatieas van de betreffende aandrijfspil gelegen ringvormig aanslagvlak bezit, 25 zodat de spoelkernen en de genoemde aanslagmiddelen met elkaar samenwerken door middel van een driepuntscontact.

Aangezien de spoelkernen gebruikelijkerwijze uit een thermoplastische kunststof worden vervaardigd door middel van een spuitgietprocédé zal de aanwezigheid van de axiaal 30 gerichte uitsteeksels in de praktijk geen technische pro blemen opleveren. De met de aandrijfspillen meeroterende aanslagmiddelen kunnen bestasin uit nauwkeurig bewerkte vlakken van metalen aanslagringen.

Binnen het kader van de uitvinding is ook een 35 uitvoeringsvorm mogelijk welke een geheel spelingvrije cen trering van de spoelkern op de aandrijfspillen mogelijk 7808832 "8 ~ ^ ’ PHQ 78-006___________________________________________________________________________________________________________ maakt. Deze uitvoeringsvorm heeft tot kenmerk, dat de cen-treeropeningen van de spoelkernen een dwarsafmeting bezitten die geringer is dan de dwarsafmeting van de centreer-pennen van de aandrijfinrichting en dat de schijfvormige 5 centreer- en aandrijfdelen gedeelten omvatten die, ten opzichte van de rotatieas van de spoelkern radiaal gerichte en in de centreeropening uitmondende, gleuven definiëren, teneinde onder lichte uitbuiging van de door de gleuven van elkaar gescheiden delen het schijfvormige centreer- en aan-10 drijfdeel klemmend op een centreerpen van een aandrijfspil te kunnen schuiven.

Binnen het kader van de uitvinding zijn voorts uitvoeringsvormen mogelijk waarbij geen spoelkernaandruk-middelen nodig zijn die zijn verbonden met een cassette-15 houder. Een dergelijke uitvoeringsvorm kan bijvoorbeeld daardoor gekenmerkt zijn dat de verende drukmiddelen voor het tijdens bedrijf verend tegen de spoelkernpositioneer-middelen drukken van de spoelkernen een aantal op iedere aandrijfspil gemonteerde en tussen een eerste stand en een 20 meer nabij de rotatieas van de betreffende aandrijfspil gelegen tweede stand beperkt beweegbare drukorganen omvatten alsmede verende middelen voor het naar hun eerste stand belasten van de drukorganen en dat de binnenwand van het buisvormige spoelwikkeldeel van iedere spoelwikkelkern, is 25 voorzien van een inwendige ringvormige aanslag voor de drukorganen, waarbij tijdens bedrijf de drukorganen op de ringvormige aanslagen van de spoelkernen rusten en door de genoemde verende middelen daarop een kracht uitoefenen waarvan althans een component is gericht naar de spoelkernposi-30 tioneermiddelen. Het is uiteraard van belang dat vermeden wordt dat tijdens het opzetten van de magneetbandcassette op de aandrijfspillen dan wel het verwijderen van de magneetbandcassette stoten of rukken worden uitgeoefend op de aandrijfspil. Een uitvoeringsvorm waarbij tijdens het 35 opzetten de benodige kracht gelijkmatig toeneemt heeft tot kenmerk, dat de binnenwand van ieder der buisvormige spoel- 7808832 » 4 “ 9 '

* 'I

PHQ. 78-006 ........................................................ ..............................................-..................-................................ -..................

wikkeldelen nabij elk der beide eindwanden is voorzien van een in grootte van groter· naar kleiner geleidelijk tot aan de ringvormige aanslag veranderende diameter voor het, tijdens aanbrengen van de magneetbandcassette op de aandrijf-5 inrichting, geleidelijk verplaatsen van de drukorganen van hun eerste stand in de richting Van hun tveede stand, tot de ringvormige aanslag is bereikt.

Weer een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij eveneens de verende drukmiddelen voor het tijdens 10 bedrijf verend tegen de spoelkempositioneermiddelen drukken van de spoelkemen ter plaatse van de aandrijf spillen bevinden maar waarbij geen beweegbare delen aanwezig zijn, heeft tot kenmerk, dat ieder der spoelkemen, nabij elk der eindwanden van het buisvormige spoelwikkeldeel, is 15 voorzien van een ankerring van magnetiseerbaar materiaal en dat ieder der aandrijfspillen is voorzien van magnetische middelen voor het in samenwerking met een ankerring magnetisch tegen de spoelkempositioneermiddelen trekken van een spoelkern. Wanneer de magnetische middelen voor het in 20 samenwerking met de ankerringen magnetisch tegen de spoel-kernpositioneermiddelen trekken van de spoelkemen bestaan uit electromagneten, is het bij deze uitvoeringsvorm zelfs mogelijk, door uitschakelen van de electrische stroom naar de electromagneten, het opzetten en verwijderen van de mag-25 neetbandcassette te doen geschieden zonder uitoefening vein axiale krachten op de aandrijfspillen. Ook kan gebruik gemaakt worden van een uitvoeringsvorm welke tot kenmerk heeft dat de magnetische middelen op de aandrijfspillen bestaan uit ringvormige permanente magneten waarvan een 30 buitenwand de vorm heeft van een afgeknotte kegel waarvan het gedeelte met de kleinste diameter is gericht naar het vrije uiteinde van de centreerpen en dat de ankerringen een binnenwand bezitten met een kegelvorm overeenkomstig de vorm van de buitenwand van de permanente magneten op 35 de aandrijfspillen, waarbij in de bedrijfsstand tussen de buitenwand van iedere permanente magneet en de binnenwand 7808832 - 10 - PHQ. 78-006_____________________________________________________________________________________________________________ van de daarmede magnetisch samenwerkende ankerring een luchtspleet aanwezig is van in hoofdzaak gelijkmatige dikte. Het belang van de beschreven vorm van de magneet en de ankerring is vooral daarin gelegen dat bij het opzetten 5 van de magneetbandcassette in het begin een grote luchtspleet aanwezig is tussen de permanente magneet en de ankerring van iedere spoelkem, zodat de centrering van de spoelkem op de centreerpen van de aandrijfspil niet ongunstig beïnvloed wordt door tijdens het centreren op de 10 spoelkem uitgeoefende magnetische krachten. De vorm van de permanente magneet en de overeenkomstige wand van de ankerring kunnen zodanig worden gekozen dat een zo gunstig mogelijke kracht-weg karakteristiek ontstaat. Tijdens bedrijf worden de permanente magneten op de aandrijfspillen 15 omhuld door de ankerringen van de spoelkemen zodat een goede afscherming van de magnetische strooivelden mogelijk is.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden welke schematisch 20 in de tekening worden getoond, waarin:

Figuur 1 een bovenaanzicht is van een omkeerbare videocassette, voorzien van een tweezijdig zwenkbare vizierklep alsmede een op het huis gelagerde schuif, fig. 2 een perspectivisch aanzicht is van de 25 videocassette van fig. 1, fig. 3 het perspectivische aanzicht van fig, 2 nogmaals toont nu evenwel met over het huis teruggeschoven schuif en met een in een eerste stand opengezwenkte vizierklep , 30 fig. b het perspectivische aanzicht van fig. 3 nogmaals toont, nu met de vizierklep in zijn tweede stand gezwenkt, fig. 5 een bovenaanzicht is van een spoelhaspel van de videocassette volgens de voorgaande figuren,

35 fig. 6 een doorsnede is volgens de pijlen VI-VI

in fig. 5, 7808832 1 τ _ PHQ 78-006____________________________________________________________________________________________ . _________________ ______ ________ fig. 7 een deel van een videorecorder in doorsnede toont met een aandrijfinrichting voorzien van een zwenkbare cassettehouder, waarbij een videocassette volgens de figuren 1 t/m b in de cassettehouder is aangebracht en waarbij 5 de schuif over het huis is teruggeschoven, fig, 8 een gedeelte van fig. 7 °P vergrote schaal nogmaals toont, nu evenwel met de cassettehouder in diens neergezwenkte stand en met de videocassette en een spoel-kerndrukker in doorsnede, zie pijlen VIII-VIII in fig. 9» 10 fig. 9 een bovenaanzicht is van het deel van de videorecorder uit de figuren 7 en 8, waarbij de videocassette zich op de aandrijfinrichting bevindt en de cassettehouder is neergezwenkt en de videocassette en de cassettehouder gedeeltelijk zijn weggelaten voor het vergemakke-15 lijken van het aanzicht op onderliggende delen, fig. 10 een bovenaanzicht is van een spoelhas-pel geschikt voor spelingvrije centrering op een aandrijf-spil, fig, 11 een gedeelte is van een doorsnede over 20 een spoelkern en een aandrijfspil waarbij de spoelkem ve rend tegen een aanslagring rust, m.b.v. verend belaste kogels in de aandrijfspil en fig. 12 een soortgelijke doorsnede toont als in fig. 11 en waarbij een spoelkern magnetisch tegen een aan-25 slagring wordt gehouden.

In de nu volgende beschrijving van de tekening zullen de verschillende onderdelen met verschillende ver-wijzingscijfers worden aangegeven, met dien verstande dat wanneer twee identieke onderdelen aanwezig zijn deze met 30 hetzelfde verwijzingscijfer worden aangegeven en alleen dan wanneer dat voor het begrip van de tekening belangrijk is van elkaar worden onderscheiden door middel van een toevoeging "a" of ”b".

De videocassette 1_ (figuren 1 t/m 4 alsmede fi-35 guren 7 t/m 9) is een zogenaamde "omkeerbare" magneetband- cassette geschikt om in een eerste stand alsmede in een om- 7808832 12“ PHQ 78-006________________________________________________________________________________________________ gekeerde tweede stand samen te werken met roterende mag-neetkoppen van een videorecorder. De cassette is voorzien van eerste en tweede naast elkaar gelegen en om evenwijdige rotatieassen 2 roteerbare spoelkernen 3» ieder met 5 een in hoofdzaak buisvormig spoelwikkeldeel b dat een al thans ruwweg cilindrische binnenwand 5* een in hoofdzaak cilindrische buitenwand 6 en twee in vlakken op enige axiale afstand van elkaar loodrecht op de rotatieas 2 gelegen ringvormig eindwanden 7 bezit. Een schijfvormig 10 centreer- en aandrijfdeel 8 bevindt zich midden tussen en evenwijdig aan de beide eindwanden 7 van het spoelwikkeldeel en is voorzien van gedeelten die een centrale cen-treeropening 9 en een zestal aandrijfopeningen 10 op enige radiale afstand van de centreeropening 9 definiëren. 15 Aan weerszijden van de spoelkern 2, zijn transparante flenzen 11 bevestigd, zodat het geheel bestaande uit de spoelkern 2. en de beide flenzen 11 een spoelhaspel 1^2 vormt. Voor het bevestigen van een magneetband aan de spoelkern is deze laatste aan zijn buitenomtrek voorzien 20 van een uitsparing 13· Het uiteinde van een magneetband wordt met behulp van een verend klemstukje, niet in de tekening getoond, in deze uitsparing gedrukt en daar vas tgehouden.

De beide spoelhaspels 1_2 worden in de videocas-25 sette in axiale richting met speling opgesloten door een tweetal planparallelle hoofdwanden 14 ieder voorzien van een eerste opening 15a coaxiaal met de eerste spoelkern 3a alsmede van een tweede opening 15h coaxiaal met de tweede spoelkern Jb. De hoofdwanden 14 zijn met elkaar 30 verbonden door zijwanden 16, een rugwand 17 en een aan een frontzijde tegenover de rugwand 17 gelegen gedeeltelijk open frontwand 18. In de cassette bevindt zich een hoeveelheid magneetband 19» die met een eerste uiteinde is verbonden met de eerste spoelkern 3a en met een twee-35 de uiteinde is verbonden met de tweede spoelkern 3h ten einde van de eerste spoelkern 3®· tot een spoel 20b op de 7808832 - 13- PHQ. 78-006 ............................................................................................................................................-.............................................-.

tweede spoelkern 3b en terug vein de tweede spoelkern 3b tot een spoel 20a op de eerste spoelkern 3a gewikkeld te kunnen worden. Een gestrekt bandgedeelte loopt langs de frontzijde van de cassette. Op het cassettehuis is een 21 5 schuifyverschuifbaar gelagerd, die in zijn teruggetrokken stand een vizierklep 22 vrijgeeft zodat deze in een eerste richting, zie fig. 3» of in een tweede richting, zie fig. 4, kan worden opengezwenkt. Hoewel de cassette omkeerbaar is, is zodoende het gestrekte gedeelte van de 10 magneetband 19 aan de frontzijde van de cassette onafhankelijk van de stand van de cassette op de aandrijfinrichting steeds van dezelfde zijde bereikbaar voor organen van de videorecorder. De schuif 21 wordt verend naar de frontzijde toe belast door middel van een drukveer 23 die op een veer-15 schotel 2b drukt.

Voor nadere informatie omtrent de in de tekening getoonde videocassette, wordt verwezen naar aanvraagsters eerdere, nog niet gepubliceerde, Nederlandse octrooiaanvrage 78 0b 936 (PHN 9121) (alleen^Engelse^tekst: Hereby 20 incorporated by reference).

De aandrijfinrichting omvat een gestel 25 en een tweetal om evenwijdige rotatieassen 26 roteerbare aandrijf-spillen 2J_t ieder voorzien van een centreerpen 28 met een conisch gevormd vrij uiteinde 29 en ieder geschikt voor 25 samenwerking met een centreeropening 9 in een spoelkern 2 van de magneetbandcassette 1_. Ieder der centreerpennen 28 vormt één geheel met een motoras 30 van een electrische aandrijfmotor 31.

Op iedere aandrijfspi 1 22 bevindt zich, op enige 30 radiale afstand van de centreerpen 28, een in een richting evenwijdig aan de rotatieas 26 van de aandrijfspil 27. tegen de kracht van een drukveertje 117 in, verend indrukbare aandrijfpen 32 met een afgerond vrij uiteinde 33«

De aandrijfpennen zijn geschikt voor samenwerking met een 35 aandrijfopening 10 in een spoelkern 2 van de videocassette 1.

7808832 14' PHQ 78-006 ____________________________________________________________________________________________________

Ter ondersteuning van de videocassette in diens eerste stand of in diens tweede stand zijn op het gestel 25 cassetteondersteuningsmiddelen jk en 35 aanwezig welke samenwerken met een hoofdwand 14 van een opgelegde casset-5 te teneinde aldus de cassette op de aandrijfinrichting te ondersteunen in een bedrijfspositie, zie fig. 8, waarin de beide spoelkernen 2 samenwerken met de centreerpennen 28 en met de aandrijfpennen 32. De ondersteuningsmiddelen 34 en 35 bestaan uit één geheel met het gestel 25 vormende 10 uitsteeksels, waarbij in de uitsteeksels 35 metalen posi-tioneerpennen 36 zijn bevestigd. Deze laatste zijn voorzien van een conisch uiteinde 37 en passen met cilindrische gedeelten 38 en 111 in de holte 39 van tot de videocassette behorende bandgeleidingsorganen 40. Deze bandgeleidingsor-15 ganen steken tot buiten de hoofdwanden 14 van de cassette uit, zodat, wanneer de cassette zich in zijn bedrijfspo-sitie bevindt, de bandgeleidingsorganen 40 direct op de cassetteondersteuningsmiddelen 35 liggen. Hiermee wordt bereikt dat de juiste positie van de bandgeleidingsorganen 20 t.o.v. de met de magneetband samenwerkende delen van de videorecorder niet wordt beïnvloed door maattoleranties van het huis van de videocassette.

Voor het in axiale richting positioneren van de spoelkern 2 is iedere aandrijfspil 22, voorzien van spoel-25 kernpositioneermiddelen bestaande uit een met de aandrijfspil meeroterende aanslagmiddelen in de vorm van ringvormige aanslagen kl voor samenwerking met de ringvormige eind-wanden 7 van de spoelkernen 2· Tijdens bedrijf wordt ieder der spoelkernen 3 door middel van nog te bespreken verende 30 drukmiddelen, omvattende een bladveer 42 alsmede een orgaan 43, verend tegen een aanslag 41 gedrukt. Daarbij worden de spoelkernen 2 °P een zodanige hoogte in de cassette 1_ ondersteund, dat de spoelhaspels 1_2 geheel vrij lopen van de wanden van de videocassette.

35 De videorecorder is voorzien van een tussen een geopende stand, zie fig. 7> en een gesloten stand, zie 7808832 Λ * “15" PHQ 78-006 _________________________________________________________________________....._______________________________________________________________________________________________ fig. 8, beweegbare cassettehouder 44 voor het in een geopende stand aanbrengen dan wel verwijderen van de videocassette en voor het in een gesloten stand in de bedrijfs-positie houden van de videocassette. De cassettehouder om-5 vat een tweetal zijplaten 45 op enige afstand van elkaar en welke zijn verbonden met een rugplaat 46 waarin een torsiebladveer 47 is gemonteerd met behulp waarvan de cassettehouder zwenkbaar is bevestigd aan steunen 48 van het gestel 25· Voorts omvat de cassettehouder een bodem-10 plaat 49 en een verbindingsdeel 50 dat de beide zijplaten 45 met elkaar verbindt. De verende drukmiddelen voor het tijdens bedrijf verend tegen de aanslagen 41 drukken van de spoelkernen JS omvatten met speling in het verbindingsdeel 50 van de cassettehouder 44 gelagerde spoelkerndruk-15 kers, namelijk de eerder genoemde drukorganen 43. Ieder van de spoelkerndrukkers is voorzien van een centreer-gedeelte 51 ten behoeve van de centrering van de spoel-kerndrukker ten opzichte van een buisvormige spoelwikkel-deel 4 van een spoelkern 2· E>e spoelkerndrukkers worden 20 ieder belast door de eerder genoemde drukveren 42 die in hoofdzaak via een puntcontact samenwerken met de spoelkerndrukkers 43 op een centrale plaats tegenover de cen-treergedeelten 51» namelijk met een afgeronde borst 52 welke in de bedrijfstoestand op de rotatieas 26 van een 25 aandrijfspil 2£ is gelegen.

Aan de van de cassetteondersteuningsmiddelen en 35 afgekeerde zijde is de cassettehouder 44 voorzien van met het verbindingsdeel 50 verbonden lagerdelen 53 welke de vorm hebben van gebogen metalen strippen welke 30 met het verbindingsdeel 50 zijn verbonden. In de lagerdelen 53 zijn lageropeningen 5^ voor de spoelkerndrukkers 43 van een zodanige diameter dat de spoelkerndrukkers in de lageropeningen met speling draaibaar en axiaal verschuifbaar zijn. Iedere spoelkerndrukker is voorzien van een aanslag-35 kraag 55 ter begrenzing van de axiale verschuiving in de richting van de bodem 49 van de cassettehouder. Een in de 7808832 --16- PHQ 78-OÓ6_________________________________________________________________________________________________________________________ cassettehouder geplaatste cassette wordt met behulp van op de zijplaten 45 gelagerde hefbomen 56 en trekveren 57 tegen de bodem 49 gedrukt. Hiertoe dragen de hefbomen 56 een pen 58 welke door sleuven 59 van de zijplaten 45 steken 5 en waarop de veren 57 aangrijpen. Aan zijn andere zijde is elke hefboom op een lagerpen 112 gestoken en daarop geborgd met een klemring 113· De afstand tussen de spoel-kerndrukker 43 en de bodem 49» de afmetingen van de mag-neetbandcassette ]_ en de spoelkemen de afmetingen van 10 de cassettehouder j+4 en de cassetteondersteuningsmiddelen 34 en 35» alle zijn zodanig op elkaar afgestemd dat in de geopende stand van de cassettehouder, zie fig. 7» de videocassette over de bodem 49 van de cassettehouder verschuifbaar is zonder de spoelkerndrukkers te raken en dat in de 15 gesloten stand, zie fig. 8, de videocassette door de cas setteondersteuningsmiddelen 34 en 35 op ©en zodanige afstand van de bodem 49 van de cassettehouder 44 wordt ondersteund, dat de spoelkerndrukkers 43 vrij bewegend in de lageropeningen van de lagerdelen 53 niet de spoel-20 kernen ^ kunnen samenwerken. Zodoende worden tijdens be drijf geen ongewenste en de regelmatige loop van het band-transport , de trekspanning in de magneetband ongunstig beïnvloedende wrijvingskrachten of -momenten op de spoel-haspel uitgeoefend.

25 In fig. 5 is getoond dat de aandrijfopeningen 10 in de spoelkemen ^ niet rond zijn maar een ovale vorm bezitten. Teneinde te voorkomen dat tijdens bedrijf de aandrijfpennen 32 van de aandrijfspillen 29 andere dan tangentiaal gerichte krachten overbrengen op de spoelkemen 30 _3, worden de aandrijfopeningen 10 plaatselijk begrensd door vlakke wanddelen 60 welke in hoofdzaak een radiale richting bezitten ten opzichte van de rotatie-as 2 van de spoelkern. De ovale vorm dient tevens om toleranties in de radiale afstand van een aandrijfpen 33 ten opzichte van een rota-35 tie-as 26 van een aandrijfspil op te nemen.

Ieder der ringvormige eindwanden 7 van de spoel- 7808832 “17 PHQ .78-006_________________________________________ .. _________ ________________ . . ........

kernen 2 draagt drie op gelijke radiale afstanden van de rotatie-as 2 van de spoelkem en op gelijke afstanden van elkaar gelegen axiaal gerichte uitsteeksels 61. De met de aandrijfspillen meeroterende ringvormige aanslagen 41 5 bezitten ieder een in een denkbeeldig plat vlak loodrecht op de rotatie-as 26 van een aandrijfspil 22. gelegen ringvormig aanslagvlak 62. Zodoende werken de spoelkemen ^ en de aanslagen 41 met elkaar samen door middel van een driepuntscontact, zodat een eenduidig gedefinieerde op-10 legging van iedere spoelhaspel op zijn aanslag gegaran deerd is.

Fig. 10 heeft betrekking op een spoelhaspel 114 waarbij de dwarsafmeting van de centreeropening 63 van de spoelkern 64 een diameter bezit die geringer is dan de 15 diameter van de centreerpennen 28 van de aandrijfinrichting en waarbij een schijfvormig centreer- en aandrijfdeel 65 is voorzien van ten opzichte van de rotatie-as van de spoelhaspel radiaal gerichte en in de centreeropening 63 uitmondende gleuven 66. Ieder der radiale gleuven 66 mondt 20 aan de zijde tegenover de centreeropening 63 uit in een dwarsgleuf 67. Door deze gleuven is het mogelijk om, onder licht uitbuiging van de door de gleuven 66 en 67 van elkaar gescheiden delen, het schijfvormige centreer- en aandrijfdeel 65 klemmend op een centreerpen 28 van een aandrijfspil 25 te schuiven. Op deze wijze is een zeer goede centrering van de spoelhaspel mogelijk, daar geen enkele speling aanwezig is tussen de spoelhaspel en de centreerpennen van de aandrijfinrichting. Uiteraard is voor het aanbrengen van een dergelijke spoelhaspel op een centreerpen een ze-30 kere axiale kracht nodig terwijl ook het afnemen van de spoelhaspel een zekere axiale kracht vergt.

Dit is ook het geval bij een tweetal andere uitvoeringsvormen, namelijk volgens de figuren 11 en 12. Fig.

11 toont de samenwerking tussen een centreerpen 115 en een 35 spoelkern 68 welke slechts in details afwijkt van de eer der besproken spoelkemen 2· Ook de spoelkern 6jB is voor- 7808832 -18“ . PHQ 78-006 ___________________________________________________________________________________________________________________________________ zien van een centreeropening 69 alsmede een zestal aandrijf-openingen JO in een schijfvormig centreer- en aandrijf-deel 71· Het buisvormige spoelwikkeldeel 72 draagt aan beide zijden spoelflenzen 73» waarvan er in de tekening 5 één, voor een gedeelte in doorsnede, zichtbaar is. Op de cilindrische buitenwand jk van het spoelwikkeldeel 72 is een spoel 75 gewikkeld. Een orgaan 'JS is op de centreer-pen 115 geklemd en vormt een deel van een aandrijfspil 116. Een flensvormig gedeelte 77 van het orgaan bezit 10 aan zijn bovenzijde een ringvormig aanslagvlak 82 dat is gelegen in een denkbeeldig vlak loodrecht op de rotatie-as 79 van de centreerpen 115· Bij deze uitvoeringsvorm omvatten de verende drukmiddelen voor het tijdens bedrijf verend tegen de aanslag 77 drukken van de spoelkernen 15 68> een aantal op iedere aandrijfspil gemonteerde en tussen een eerste stand, welke in de tekening wordt getoond, en een meer nabij de rotatie-as 79 gelegen tweede stand beperkt beweegbare drukorganen in de vorm van kogels 80.

Deze worden naar hun eerste meer naar buiten gelegen stand 20 belast door drukveren 81. Het buisvormige speelwikkeldeel 72 van de spoelkern 68 is nabij diens eindwanden 82 voorzien van een inwendige ringvormige aanslag 83 voor de kogels 80. Zoals in fig. 11 getoond rusten tijdens bedrijf de kogels 80 op de ringvormige aanslag 83· Ze oefenen 25 daarop een kracht uit met een component welke is gericht naar de aanslag 77· De aanslag 83 bezit een conische vorm, waarbij elke kogel 80 op het conische vlak drukt op een punt dat lager is gelegen dan het kogelmiddelpunt.

Nabij de eindwanden 82 van de spoelkern 6_8 is 30 het buisvormige spoelwikkeldeel 72 voorzien van een conisch verlopende binnenwand 84, welke in diameter verloopt van groter naar kleiner tot aan de ringvormige aanslag 83· Deze binnenwand dient om de kogels 80 tijdens het aanbrengen van de magneetbandcassette op de aandrijfinrichting gelei-35 delijk te verplaatsen van hun eerste naar hun tweede stand tot de ringvormige aanslag 83 is bereikt. De binnenwand 84 7803832 _ 19_ __PHQ.. 7.8-006.................................'.................................................................................................. :.....................................................................

behoort tot een metalen ring 85 welke een deel vormt van het buisvormige spoelwikkeldeel 72 van de spoelkem 68.

Op het tot de aandrijfspil 116 behorende orgaan 76 is een cilindrische metalen mantel 86 aangebracht waarmee 5 de kogels 80 worden opgesloten. In de mantel zijn ter plaatse van de kogels 80 ronde openingen 87 aangebracht met een diameter die een weinig geringer is dan de grootste diameter van de kogels 80, zodat de kogels tot buiten de mantel kunnen uitsteken maar niet door de veren 81 door .10 de opening kunnen worden gedrukt. Een aandrijfpen 88 is bevestigd op een ring 89 binnenin het orgaan 76. Een druk-veer 90 drukt de ring 89 naar boven en steunt met zijn andere uiteinde op een aanslagring 91. Door deze constructie is de aandrijfpen 88 in beperkte mate axiaal verend 15 indrukbaar.

In fig. 12 is de spoelkem £2, practisch geheel gelijk aan die van fig. 11, behalve dat in plaats van de metalen ring 85 een anders gevormde metalen ring 92 is toegepast. Deze ring fungeert als ankerring en is vervaar-20 digd van een magnetiseerbaar materiaal dat samenwerkt met magnetische middelen in de vorm van een permanente magneet 94 welke een deel vormt van een aandrijfspil 95 en door middel waarvan de metalen ankerring 93 tegen een als spoel-kernpositioneermiddel fungerende aanslag 96 wordt getrok-25 ken. Deze aanslag maakt deel uit van een orgaan 98 dat met behulp van een schroef 99 op een als centreerpen fungerende motoras 100 is bevestigd. De permanente magneet 94 is op een kunststof drager 101 gelijmd welke door middel van niet in de figuur zichtbare schroefjes met de 30 aanslag 96 is verbonden. Het orgaan 98 is voorzien van een schroefdraadgedeelte 102 waarop een kap 103 is geschroefd. Hieronder bevindt zich een ring 104 waarop de aandrijfpen 105 is bevestigd. Een drukveer 106 drukt de ring 104 naar boven en wordt afgesteund door de kunststof drager 101.

35 De permanente magneet 94 op de aandrijfspil 95.

is ringvormig met een buitenwand 107 in de vorm van een 7808832

Claims (10)

1. Magneetbandaandrijfsysteem voor het langs een aantal magneetkoppen transporteren van een dunne flexibele magneetband en omvattende:

20 A) - een zogenaamde "omkeerbare”, magneetbandcassette·(j.)> geschikt om in een eerste stand alsmede in een omgekeerde tweede stand samen te werken met de magneetkoppen en met A1) eerste en tweede, naast elkaar gelegen en om even-25 wijdige rotatie-assen (2) roteerbare spoelkernen (3)» ieder met een in hoofdzaak buisvormig spoel-wikkeldeel (4) dat een althans ruwweg cilindrische binnenwand (5), een in hoofdzaak cilindrische buitenwand (6) en twee in vlakken op enige axiale afstand 30 van elkaar loodrecht op de rotatie-as gelegen ring vormige eindwanden (7) bezit, alsmede een schijfvormig centreer- en aandrijfdeel (8) midden tussen en evenwijdig aan de beide eindwanden (7) van het spoelwikkeldeel en voorzien van gedeelten die een 35 centrale centreeropening (9) alsmede minstens één aandrijfopening (10) op enige radiale afstand van 7808832 PHQ. 78-006_______ ______________________________________________ _________________ _ . . de centreeropening (9) definiëren, A2) eerste en tweede, de beide spoelkernen (j) in axiale richting met speling opsluitende, planparal-lelle hoofdwanden (l4), ieder voorzien van een eer-5 ste opening (l5a) coaxiaal met de eerste spoelkern (ja) en een tweede opening 15b coaxiaal met de tweede spoelkern (jb), A3) twee met de beide hoofdwanden verbonden zijwanden (16)

10 A4) een met de hoofdwanden verbonden rugwand (17)> A5) eventueel, aan een frontzijde tegenover de rugwand (17)> een de beide hoofdwanden verbindende maar ten dele open frontwand (18) en A6) een hoeveelheid magneetband (19)» met een eerste uit-15 einde verbonden met de eerste spoelkern (ja) en met een tweede uiteinde verbonden met de tweede spoelkern (jb), teneinde van de eerste spoelkern tot een spoel (20b) op de tweede spoelkern (jb) en terug van de tweede spoelkern tot een spoel (20a) op de 20 eerste spoelkern (ja) gewikkeld te kunnen worden en met een gestrekt bandgedeelte langs de frontzijde van de magneetbandcassette, en voorts omvattende: B) - een aandrijfinrichting met:

25 B1) een gestel (25), B2) eerste en tweede om evenwijdige rotatie-assen (26) roteerbare aandrijfspillen (2j), ieder voorzien van een centreerpen (28) met een vrij uiteinde (29) en ieder geschikt voor samenwerking met de centreer-30 openingen (9) in de spoelkernen ü) van de magneet- bandcassette (1_), B3) op iedere aandrijfspil (2j) minstens één op enige radiale afstand van de centreerpen (28) gelegen en in een richting evenwijdig aan de rotatie-as (26) 35 van de aandrijfspil (2J.) verend indrukbare aandrijf- pen (32) met een vrij uiteinde (33) en geschikt 7808832 ~22~ PHQ 78-006 ___________________________________________________________________________________________ voor samenwerking tijdens bedrijf met een aandrijf-opening (ΐ_θ) in de spoelkemen (jl) van de magneet-bandcassettes en Bk) met het gestel verbonden cassetteondersteunings-5 middelen (34, 35) voor het in diens eerste stand of in diens tweede stand samenwerken met de eerste, resp. de tweede hoofdwand (l4a, 14b) en bet aldus op de aandrijfinrichting ondersteunen van de mag-neetbandcassette (l_) in een bedrijfspositie waarin 10 de beide spoelkemen (jJ samenwerken met de cen- treerpennen (28) en de aandrijfpenne (32) van de beide aandrijf spillen (22.) , met het kenmerk, dat: - voor het in axiale richting positioneren van de spoel- 15 kernen (^,) iedere aandrijf spil (22.) is voorzien van spoelkempositioneermiddelen bestaande uit met de aandrijfspil meeroterende aanslagmiddelen (4l) voor samenwerking met de ringvormige eindwanden (7) van de spoelkemen (1), 20. de aandrijfinrichting verende drukmiddelen (42, 4-3) omvat voor het tijdens bedrijf verend tegen de spoelkempositioneermiddelen (4l) drukken van de spoelkemen (2) en dat - in de bedri jfspositie de spoelkemen (j_) en de daarop 25 gewikkelde spoelen (20) geheel vrij lopen van de wanden (14, 16, 17» 18) van de magneetbandcassette.

2. Magneetbandaandrijfsysteem volgens conclusie 1, waarbij de aandrijfinrichting is voorzien van een tussen een geopende en een gesloten stand beweegbare 30 cassettehouder (_44) voor het in de geopende stand aan brengen dan wel verwijderen van een magneetbandcassette en voor het in de gesloten stand in de bedrijfspositie houden van een magneetbandcassette, met het kenmerk, dat de verende drukmiddelen voor het tijdens bedrijf verend 35 tegen de spoelkempositioneermiddelen (4l) drukken van de spoelkemen (^) eerste en tweede, met speling in de 7 8 0 8 8 3 2 V· · 'ik* “23“ * , PHQ 78-006________________________________________________________..........- cassettehouder (44) gelagerde, spoelkerndrukkers (43) omvatten, die ieder zijn voorzien van een centreergedeel-te (51) ten behoeve van centrering ten opzichte van het buisvormige spoelwikkeldeel (4) van een spoelkem (jJ, en 5 voorts eerste en tweede drukveren (42) omvatten, welke in hoofdzaak via een puntcontact samenwerken met de spoel-kerndrukkers (43) op een centrale plaat (52) tegenover de centreergedeelten (51)·

3. Magneetbandaandrijfsysteem volgens conclusie 10 2, met het kenmerk, dat de cassettehouder (44) is voor zien van een naar de cassetteondersteuningsmiddelen (34, 35) van de aaadrijfinrichting gekeerde ten dele open bodem (49) en een van de cassetteondersteuningsmiddelen (34, 35) afgekeerd lagerdeel met lageropeningen (54) voor 15 de beide spoelkerndrukkers (43)» waarbij de spoelkemdruk- kers in de lageropeningen in het lagerdeel met speling draaibaar en axiaal verschuifbaar zijn en iedere spoel-kerndrukker een aanslagkraag (55) bezit ter begrenzing van de axiale verschuiving in de richting van de genoem-20 de bodem (49) en dat de cassettehouder is voorzien van verende middelen (56, 5?) voor het in de richting van de bodem (49) drukken van een aangebrachte cassette (l), waarbij de afstand tussen de spoelkerndrukkers (43) en de bodem van de cassettehouder, de afmetingen van de magneet-25 bandcassette (_]_) en de spoelkernen (^), alsmede de afme tingen van de cassettehouder (44) en de cassetteondersteuningsmiddelen (34, 35) op de aandrijfinrichting, alle zodanig op elkaar zijn afgestemd, dat in de geopende stand (Fig. 7) van de cassettehouder (44) een magneetbandcasset-30 te over de bodem (49) van de cassettehouder verschuifbaar is zonder de spoelkerndrukkers (43) te raken en dat in de gesloten stand (Fig. 8) van de cassettehouder de magneet-bandcassette door de cassetteondersteuningsmiddelen (34, 35. op een zodanige afstand van de bodem (49) van de 35 cassettehouder (44) wordt ondersteund, dat de spoelkerndrukkers (43) vrij bewegend in de lageropeningen (54) van 7808832 ~ 2k~ PHQ 78-006____________________________________________________________________________________________ het lagerdeel (53) met de spoelkernen (2) samenwerken.

4. Magneetbandaandrijfsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de gedeelten van de schijfvormige centreer- en aandrijfdelen (8) van de spoelkernen (2) wel-5 ke de aandrijfopeningen (tO) definiëren vlakke wanddelen (6θ) bezitten voor samenwerking met de aandrijfpennen (32) van de aandri jf spillen (22.), welke vlakke wanddelen (60) in hoofdzaak een radiale richting bezitten t.o.v. de rotatie-as (2) van de spoelkem, teneinde te voorkomen 10 dat de aandrijfpennen (32) andere dan tangentiaal gerich te krachten overbrengen op de spoelkernen (2) ·

5· Magneetbandaandrijfsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat ieder der ringvormige eindwanden (7) van de spoelkernen (2) is voorzien van drie op ge-15 lijke radiale afstanden van de rotatie-as (2) van de betreffende spoelkem en op gelijke afstanden van elkaar gelegen axiaal gerichte uitsteeksels (61) en dat ieder der met de aandri jf spillen (22.) meeroterende aanslagmiddelen (41) voor samenwerking met de ringvor-20 mige eindwanden (7) van de spoelkernen (2) een in een denkbeeldig plat vlak loodrecht op de rotatie-as (26) van de betreffende aandrijfspil (2jJ gelegen ringvormig aanslagvlak (62) bezit, zodat de spoelkernen (2) en de genoemde aanslagmiddelen 25 (4l) met elkaar samenwerken door middel van een driepunts- contact.

6. Magneetbandaandrijfsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de centreeropeningen (63) van de spoelkernen (64) een dwarsafmeting bezitten die geringer 30 is dan de dwarsafmeting van de centreerpennen (28) van de aandrijfinrichting (2J_) en dat de schijfvormige centreer-en aandrijfdelen (65) gedeelten omvatten die, ten opzichte van de rotatie-as van de spoelkem radiaal gerichte en in de centreeropening (63) uitmondende, gleuven (66) defi-35 nieren, teneinde onder lichte uitbuiging van de door de gleuven (66) van elkaar gescheiden delen het schijfvormige centreer- en aandrijfdeel (65) klemmend op een centreerpen 7808832 : " 25...... PHQ 78-006 ........................................:.....:____________________________________________________________-................................-.................. ...... .............................................. (28) van een aandrijfspil (27) te kunnen schuiven (Fig. 10).

7· Magneetbandaandrijfsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 5. de verende drukmiddelen voor het tijdens bedrijf verend tegen de spoelkernpositioneermiddelen (77) drukken van de spoelkernen (6j3) een aantal op iedere aandrijfspil (115) gemonteerde en tussen een eerste stand en een meer nabij de rotatie-as (79) van de betreffende aandrijfspil 10 gelegen tweede stand beperkt beweegbare drukorganen (8θ) omvatten alsmede verende middelen (81) voor het naar hun eerste stand belasten van de drukorganen en dat - de binnenwand (84) van het buisvormige spoelwikkeldeel (72) van iedere spoelwikkelkem (68) is voorzien van 15 een inwendige ringvormige aanslag (83) voor de drukor ganen (80), waarbij tijdens bedrijf de drukorganen (8θ) op de ringvormige aanslagen (83) van de spoelkernen (6j3) rusten en door de genoemde verende middelen (81) daarop een kracht 20 uitoefenen waarvan althans een component is gericht naar de spoelkernpositioneermiddelen (77) (Fig. 11).

8. Magneetbandaandrijfsysteem, volgens conclusie 7> met het kenmerk, dat de binnenwand (84) van ieder der buisvormige spoelwikkeldelen (72) nabij elk der beide 25 eindwanden (82) is voorzien van een in grootte van groter naar kleiner geleidelijk tot aan de ringvormige aanslag (83) veranderende diameter voor het, tijdens aanbrengen van de magneetbandcassette op de aandrijfinrichting, geleidelijk verplaatsen van de drukorganen 80 van hun eer-30 ste stand in de richting van hun tweede stand, tot de ringvormige aanslag (83) is bereikt (Fig. 11).

9· Magneetbandaandrijfsysteem volgens conclusie 1. met het kenmerk, dat ieder der spoelkernen (,22), nabij elk der eindwanden van het buisvormige spoelwikkel-35 deel (97)» is voorzien van een ankerring (93) van magneti- seerbaar materiaal en dat ieder der aandrijfspillen (95) 7308832 26" PHQ 78-006__________________________ __________ _________________ __________________________________________________________ ______ is voorzien van magnetische middelen (9k) voor het in samenwerking met een ankerring magnetisch tegen de spoel-kernpositioneermiddelen (96) trekken van een spoelkern (2i) (Fig. 12).

10. Magneetbandaandrijfsysteem volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat - de magnetische middelen op de aandrijfspillen (3l) te-staan uit ringvormige permanente magneten (9b) waarvan een buitenwand (107) de vorm heeft van een afgeknotte 10 kegel waarvan het gedeelte met de kleinste diameter is gericht naar het vrije uiteinde (108) van de centreer-pen (100) en dat - de ankerringen (93) een binnenwand (109) bezitten met een kegelvorm overeenkomstig de vorm van de buitenwand 15 (107) van de permanente magneten (9^·) op de aandrijf spil len (22) » waarbij in de bedrijfsstand tussen de buitenwand (107) van iedere permanente magneet (9b) en de binnenwand (109) van de daarmede magnetisch samenwerkende ankerring (93) een 20 luchtspleet (110) aanwezig is van in hoofdzaak gelijkmatige dikte (Fig. 12). 7808832