NL8102111A - Losmaakbare ritssluiting en werkwijze voor het bevestigen daarvan aan gebreide stoffen. - Google Patents

Losmaakbare ritssluiting en werkwijze voor het bevestigen daarvan aan gebreide stoffen. Download PDF

Info

Publication number
NL8102111A
NL8102111A NL8102111A NL8102111A NL8102111A NL 8102111 A NL8102111 A NL 8102111A NL 8102111 A NL8102111 A NL 8102111A NL 8102111 A NL8102111 A NL 8102111A NL 8102111 A NL8102111 A NL 8102111A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
zipper
sling
series
ridge
knitted
Prior art date
Application number
NL8102111A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Yoshida Kogyo Kk
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Yoshida Kogyo Kk filed Critical Yoshida Kogyo Kk
Publication of NL8102111A publication Critical patent/NL8102111A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A44HABERDASHERY; JEWELLERY
    • A44BBUTTONS, PINS, BUCKLES, SLIDE FASTENERS, OR THE LIKE
    • A44B19/00Slide fasteners
    • A44B19/24Details
    • A44B19/38Means at the end of stringer by which the slider can be freed from one stringer, e.g. stringers can be completely separated from each other
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A41WEARING APPAREL
    • A41HAPPLIANCES OR METHODS FOR MAKING CLOTHES, e.g. FOR DRESS-MAKING OR FOR TAILORING, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • A41H37/00Machines, appliances or methods for setting fastener-elements on garments
    • A41H37/001Methods
    • A41H37/003Methods for attaching slide or glide fasteners to garments
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A41WEARING APPAREL
    • A41HAPPLIANCES OR METHODS FOR MAKING CLOTHES, e.g. FOR DRESS-MAKING OR FOR TAILORING, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • A41H37/00Machines, appliances or methods for setting fastener-elements on garments
    • A41H37/06Setting slide or glide fastener elements
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A44HABERDASHERY; JEWELLERY
    • A44BBUTTONS, PINS, BUCKLES, SLIDE FASTENERS, OR THE LIKE
    • A44B19/00Slide fasteners
    • A44B19/24Details
    • A44B19/34Stringer tapes; Flaps secured to stringers for covering the interlocking members
    • A44B19/343Knitted stringer tapes
    • DTEXTILES; PAPER
    • D04BRAIDING; LACE-MAKING; KNITTING; TRIMMINGS; NON-WOVEN FABRICS
    • D04BKNITTING
    • D04B21/00Warp knitting processes for the production of fabrics or articles not dependent on the use of particular machines; Fabrics or articles defined by such processes
    • D04B21/14Fabrics characterised by the incorporation by knitting, in one or more thread, fleece, or fabric layers, of reinforcing, binding, or decorative threads; Fabrics incorporating small auxiliary elements, e.g. for decorative purposes
    • D04B21/16Fabrics characterised by the incorporation by knitting, in one or more thread, fleece, or fabric layers, of reinforcing, binding, or decorative threads; Fabrics incorporating small auxiliary elements, e.g. for decorative purposes incorporating synthetic threads
    • DTEXTILES; PAPER
    • D10INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
    • D10BINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
    • D10B2501/00Wearing apparel
    • D10B2501/06Details of garments
    • D10B2501/063Fasteners
    • D10B2501/0631Slide fasteners
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T24/00Buckles, buttons, clasps, etc.
    • Y10T24/25Zipper or required component thereof
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T24/00Buckles, buttons, clasps, etc.
    • Y10T24/25Zipper or required component thereof
    • Y10T24/2518Zipper or required component thereof having coiled or bent continuous wire interlocking surface
    • Y10T24/2525Zipper or required component thereof having coiled or bent continuous wire interlocking surface with mounting portion having structural formations complementary to stitching
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T24/00Buckles, buttons, clasps, etc.
    • Y10T24/25Zipper or required component thereof
    • Y10T24/2539Interlocking surface constructed from plural elements in series
    • Y10T24/2557Interlocking surface constructed from plural elements in series having mounting portion with specific shape or structure
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T24/00Buckles, buttons, clasps, etc.
    • Y10T24/25Zipper or required component thereof
    • Y10T24/2593Zipper or required component thereof including complementary, aligning means attached to ends of interlocking surfaces
    • Y10T24/2595Zipper or required component thereof including complementary, aligning means attached to ends of interlocking surfaces having specific mounting connection or reinforcing structure at connection

Description

- 1 - * ♦ t
Losmaakbare ritssluiting en -werkwijze voor het bevestigen daarvan aan gebreide stoffen.
De uitvinding heeft betrekking op een losmaakbare 5 ritssluiting die kan worden gebruikt bij gebreide stoffen en op een werkwijze voor het bevestigen van een dergelijke los-* maakbare ritssluiting aan gebreide stoffen.
Een groot aantal van ritssluitingen is bekend die grove gebieden hebben of openingen in de draagbanden daarvan 10 voor het ventileren van lucht of gemakkelijke bevestiging aan zakken of voorwerpen van verschillende materialen. Voorbeelden daarvan zijn te vinden in het Amerikaanse octrooisehrift 2.701.
222, het Canadese octrooisehrift 827·367s en de Japanse gebruiks-modellen 3^-66o8, 52-2½1, 50-8h205 en 51-135709· 15 Een losmaakbare ritssluiting heeft een paar van kettinggebreide draagbanden die elk een eerste baan bevatten, een tweede baan en een verbindings draad die tegenover elkaar gelegen ribbels in de eerste en tweede banen in zijdelingse richting aan elkaar verbindt met een grof ribbelvrij gebied 20 daartussen. Een losmaakbare eindaanslag omvat een doos en een doospen die zich daarvan uitstrekt, welke zijn gemonteerd op een van de kettinggebreide draagbanden aan een einde daarvan, en een pen die is gemonteerd op de andere draagband aan het ene einde daarvan en insteekbaar is in de doos voor het koppelen 25 van de draagbanden aan elkaar. Een versterkingsdeel is geplaatst op elk van de draagbanden aan het einde daarvan en grenzend aan een losmaakbare ondereindaanslag en omvat eerste en tweede gedeelten die gedeeltelijk de eerste en tweede banen bedekken, en een derde gedeelte dat samenvalt met de eerste en tweede 30 gedeelten en gedeeltelijk het grove gebied bedekt. Het versterkte grove gebied is dus beschermd tegen afscheuren van de draag-bandeinden die zijn onderworpen aan veelvuldige belastingen ten gevolge van het herhaaldelijk met de hand koppelen en ontkoppelen van de ondereindaanslag.
in 02 111 - 2 - Η~ Ψ κ
Het is een oogmerk van de uitvinding om een losmaakbare ritssluiting te leveren die kan worden bevestigd aan een gebreide stof zonder dat golfvorming of plooivorming optreedt .
5 Een ander oogmerk van de uitvinding is bet leveren van een losmaakbare ritssluiting die,, indien bij is bevestigd aan een gebreide stof, relatief vrij is van onbedoelde benadeling door het strekken van de gebreide stof.
Een nog ander oogmerk van de uitvinding is het 10 leveren van een losmaakbare ritssluiting die, indien hij is bevestigd aan een gebreide stof, het toestaat dat zijn losmaakbare ondereindaanslag gemakkelijk wordt gekoppeld en ontkoppeld.
Een nog ander oogmerk van de uitvinding is het leveren van een losmaakbare ritssluiting waarvan de draagbanden 15 grove gebieden hebben waarlangs de ritssluiting kan worden bevestigd aan een gebreide stof en die versterkt zijn aan' einden voor het beschermen tegen afscheuren onder veelvuldige belastingen ten gevolge van het herhaaldelijk koppelen en ontkoppelen van een-losmaakbare ondereindaanslag op de draagbanden.
20 Een nog ander oogmerk van de uitvinding is het leveren van een werkwijze voor het breien van een losmaakbare sluiting aan een gebreide stof terwijl de laatste wordt gebreid.
Een nog ander oogmerk van de uitvinding is het leveren van een werkwijze voor het bevestigen van een losmaak-25 bare ritssluiting aan een gebreide stof met veel gemak op een breimachine. -
De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht . aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld i | een uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding nader 30 wordt toegelicht. In de tekening toont: figuur 1 een schematisch bovenaanzicht van een losmaakbare ritssluiting volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, figuur 2 een puntdiagram dat de overlappende bewegingen toont voor een kettinggebreide draagband van de rits- 8102111 9 * - 3 - sluiting van figuur 1, figuur 3 op grotere een gedeeltelijk bovenaanzicht van een ondereindgedeelte van de ritssluiting van figuur 1, figuur U op grotere schaal een doorsnede volgens 5 de lijn IV-IV van figuur 3, figuur 5 op grotere schaal een doorsnede volgens de lijn V-V van figuur 3, figuur 6 op grotere schaal een doorsnede volgens de lijn VI-VI van figuur 3, 10 figuur 7 een puntdiagram dat de overlappende bewe gingen toont in een gedeelte van een gewijzigde draagband, figuur 8 een puntdiagram dat de overlappende bewegingen toont voor een gedeelte van een andere gewijzigde draagband, figuur 9 een puntdiagram dat de overlappende bewe-15 gingen toont van een nog andere draagband, figuur 10 een puntdiagram dat de overlappende bewegingen toont van een gedeelte van een gewijzigde draagband, figuur 11 op grotere schaal een bovenaanzicht van een ondereindgedeelte van een andere losmaakbare ritssluiting, 20 figuur 12 op grotere schaal een dwarsdoorsnede vol gens de lijn XII-XII van figuur 11, figuur 13 hetzelfde als in figuur 12 doch van een variant daarvan, figuur 1U op grotere schaal een gedeeltelijk boven-25 aanzicht van een ondereindgedeelte van een gewijzigde losmaak-- ^ — bare ritssluiting, figuur 15 op grotere schaal een gedeeltelijk bovenaanzicht van een ondereindgedeelte van een gewijzigde losmaakbare ritssluiting, 30 figuur 16 op grotere schaal een doorsnede volgens de lijn XVI-XVI van figuur 15, figuur 17 op grotere schaal een gedeeltelijk bovenaanzicht van een ondereindgedeelte van een gewijzigde losmaakbare ritssluiting, 35 figuur 18 op grotere schaal een doorsnede volgens v· ^ 8102111 * * - k - de. lijn XVIII-XVIII van figuur 17, figuur 19 op grotere schaal een gedeeltelijk bovenaanzicht van een ondèreindgedeelte van een andere losmaakbare ritssluiting, 5 figuur 20 op grotere schaal een doorsnede volgens de lijn XX-XX van figuur 19, figuur 21 op grotere schaal een gedeeltelijk bovenaanzicht van een ondereindgedeelte van een andere losmaakbare ritssluiting, ' 10 figuur 22 op grotere schaal een doorsnede volgens de lijn XXII-XXII van figuur 21, figuur 23 op grotere schaal een gedeeltelijk bovenaanzicht van een ondereindgedeelte van een andere losmaakbare ritssluiting, 15 figuur-2k een puntdiagram dat de overlappende bewe gingen toont van een gewijzigde draagband, figuur 25 een gedeeltelijk bovenaanzicht van een losmaakbare, ritssluiting volgens een andere uitvoeringsvorm van ’ de uitvinding, 20 figuur 26 op grotere schaal in perspektief de wijze ; waarop ein van de draagbanden van figuur 1 wordt geplaatst op j een reeks.van breinaalden, j ί figuur 27 op grotere schaal in perspektief de draag- i band van figuur 1 die is vastgebreid aan een gebreide stof op ; 25 de naald.van figuur 26, ^ _ j figuur 28 op grotere schaal in perspektief de wijze : : waarop een van de draagbanden van figuur 21 wordt geplaatst op j
' breinaalden, S
i I
* ...
i figuur 29 op grotere schaal m perspektief een nts-i • , \ 30 sluitingdraagband die afwijkend is gebreid op een gebreide stof, } figuur 30 op grótere schaal in perspektief een j . . \ ritssluitingdraagband die is bevestigd aan een gebreide stof, en j ; · i ' figuur 31 een gedeeltelijk bovenaanzicht van een • gebreid voorwerp met een losmaakbare ritssluiting dié is beves- I— 35 tigd aan een'gebreid kledingsstuk. j 8102111 * > - 5 -
Zoals in figuur 1 is weergegeven, omvat een losmaakbare ritssluiting 10 die kan worden gebruikt bij een kledingsstuk, zoals een vest met geheel losmaakbare tegenover elkaar gelegen randen waarlangs de ritssluiting wordt bevestigd, een paar van 5 kettinggebreide draagbanden 11 en 12 die elk een paar van eerste en tweede in lengterichting lopende kettinggebreide banen 13 en 1U bevatten met een ribbelvrij grof gebied 15 daartussen dat twee ribbels mist (figuur 2). Het ribbelvrije grove gebied 15 kan echter in breedte worden gewijzigd door het kiezen van een 10 geschikt aantal van ribbels dat daaruit wordt verwijderd.
Zoals het duidelijkst is weergegeven in figuur 2 hebben de banen 13 en 14 een paar van binnenste tegenover elkaar gelegen ribbels 16 en 17 die kettingsteken bevatten van versterkt garen en onderling zijn verbonden door een koppeldraad 18 die 15 is gelegd in een vorm van 0-0/1-1 /0-0/1-1 /0-0/0-0/4-V3-3 A-V3-3/ li-li/b-b. De koppeldraad 18 die op deze wijze is gelegd omvat een aantal van in hoofdzaak evenwijdige gedeelten 19 die zich in dwarsrichting uitstrekken over het ribbelvrije gebied 15» waardoor een aantal van rechthoekige openingen 20 wordt geleverd die 20 zijn opgesteld in de lengterichting in en langs het ribbelvrije grove gebied 15· De koppeldraad 18 is gemaakt van een aantal van basisdraden die samen zijn getwist. De tweede banen 14 (figuur 1) hebben een paar van zomen voorziene randen 21 en 22 die elk zijn opgebouwd uit een versterkt gebied lUa (figuur 2) van de baan 25 1fc. Een paar reeksen van sluitelementen 23 en 2b t die bij voorkeur -t... . - - — zijn gemaakt van filamentvormig materiaal, zijn gemonteerd op de van een zoom voorziene randen 21 en 22 van de banen A. Een schuif 25 is schuifbaar gemonteerd op de reeksen van sluitelementen 23 en 2b teneinde de laatste in en buiten onderlinge samenwerking 30 te brengen voor het openen en sluiten van de ritssluiting 10.
De draagbanden 11 en 12 hebben respektieve ondereind-gedeelten 26 en 27 waarop een losmaakbare ondereindaanslag 28 is gemonteerd die een doos 29 en een doospen 30 bevat die zich daarvan uitstrekken, waarbij de doos 29 en de doospen 30 door 35 spuitgieten zijn verkregen op het eindgedeelte 26 van de band 12, ^8102111
V
- 6 - en een pen 31 door spuitgieten is verkregen op het eindgedeelte 27 van de band 12. De losmaakbare ondereindaanslag 28 bevindt zich grenzend aan het ondereinde van de reeksen van sluitele-menten 23 en 2k. De eerste baan 13 is smaller dan de tweede baan 5 1^.
Zoals het duidelijkst is weergegeven in de figuren 3-6 is een paar van versterkingsdelen 32 en 33, die elk de vorm hebben van een film, vastgehecht aan of op andere wijze gemonteerd op de bandeindgedeelten 26 en 27, waarbij elk van de 10 versterkingsdelen 32 en 33 eerste en tweede gedeelten 3^· en 35 bevat die zich op de respektieve banen 1U en 13 bevinden, en een derde gedeelte 36 dat samenvalt met de eerste en tweede gedeelten 3^· en 35 en deze verbindt en zich uitstrekt over het ribbel-vrije grove gebied 15 in overlappende verhouding tot de onderste 15 van de evenwijdige gedeelten 19 van de koppel draad 18. Het derde gedeelte 36 heeft een zodanige breedte, dat een uitsparing 37 wordt begrensd tussen de eerste en tweede gedeelten 3U en 35 en waardoorheen het ribbelvrije grove gebied 15 bloot ligt. De ver-sterkingadelen 32 en 33 zijn ondeling verbonden met de doos 29 20 en de doospen 30 en de pen 31.
Bij voorkeur worden de versterkingsfilms 32 en 33 eerst bevestigd en vervolgens de losmaakbare ondereindaanslag 28 op ' integrale wijze spuitgegoten met de films 32 en 33.
Met de op deze wijze op de respektieve banden 11 en 25 12 gemonteerde versterkingsdelen 32 en 33, kan de pen 31 op ge- makkelijke wijze in en uit samenwerking worden gemanipuleerd met de doos 29, en de banden 11 en 12 zijn tegen scheuren be- schermd in de grove gebiéden 15, welke scheuren anders zou op treden ten gevolge van het herhaaldelijke koppelen en ontkoppelen 30 van de losmaakbare eindaanslag 28.
Figuur 7 toont een wijziging waarin een paar van koppeldraden ^0 en Hl zijn gelegd over een ribbelvrij gebied 39 in patronen van 0—0/1—1/0—0/1—1/0—0/3—3/2-2/3-3/2-2/3-3 en 3-3/ 2-2/3-3/0-0/1-1/0—0/1—1/0-0/3-3/2-2, waarbij de koppeldraden kO __ .— 35 en U1 die een paar van binnenste tegenover elkaar gelegen ribbels H.
\ ' 8102111 - 7 - 42 en 43 van een paar van (niet weergegeven) kettinggebreide banen onderling worden verbonden. De koppeldraden 40 en 41 hebben dwarslopende gedeelten 44 respektievelijk 45 die zich uitstrekken over het ribbelvrije gebied 39.
5 Volgens een wijziging die is weergegeven in figuur 8 is een paar van kettingdraden 47 en 48 gelegd langs een paar van binnenste tegenover elkaar gelegen respektieve ribbels 49 en 50, elk in een patroon van 0-0/1-1. Een koppeldraad 51 is gelegd in een patroon van 0-0/1-1/0-0/3-3/2-2/3-3 over een ribbel-10 vrij gebied 46 met dwarsgedeelten 52 die zich uitstrekken tussen de ribbels 49 en 50.
Figuur 9 toont een gewijzigde draagband 54 met een eerste kettinggebreide baan 55, een tweede kettinggebreide baan 56 die in zijdelingse richting of afstand daarvan ligt met een 15 ribbelvrij grof gebied 57 daartussen, en een koppeldraad 58 die is gebreid in een patroon van 1-0/3-4/3-4/1-1/ over het ribbelvrije gebied 57· De koppeldraad 58 heeft steken of lussen 61 die zijn opgenomen in een paar van binnenste tegenover elkaar gelegen ribbels 59 en 60 van de eerste respektievelijk tweede 20 banen 56, en dwarsgedeelten 62 die zich hellend uitstrekken over het ribbelvrije gebied 57· De eerste kettinggebreide baan 55 is opgebouwd uit de ribbel 60 en de extra ribbel 63 die daaraan grenst en is afgekeerd van het ribbelvrije gebied 57·
Een andere wijziging die in figuur 10 is weergegeven, 25 omvat een koppeldraad 65 die is gebreid in een patroon van 3-4/ —1..- - - 1-0 tussen een paar van binnenste tegenover elkaar gelegen ribbels 66 en 67 van een paar van (niet weergegeven) kettinggebreide banen,.waarbij de koppeldraad 65 steken of lussen 68 heeft die zijn opgenomen in de ribbels 66 en 67. De koppeldraad 65 30 heeft ook dwarsgedeelten 69 die zich hellend uitstrekken over een ribbelvrij gebied 64 tussen de binnenste tegenover elkaar gelegen ribbels 66 en 67.
Figuur 11 en 12 toont een gewijzigde losmaakbare ritssluiting 71 die een paar van ondereindgedeelten 72 en 73 van —* 35 kettinggebreide draagbanden 74 respektievelijk 75 bevat, waarop l -----------------------------------.........................--.......-------------- \ 81 02 111 - 8 - \ ψ φ een losmaakbare ondereindaanslag j6 is gemonteerd. Een paar van verst erkings delen 77 en 78 in de vorm van films met een uniforme dikte, zijn vastgehecht aan de respektieve bandeiiidgedeelten 72 en 73. De versterkingsfilms 77 en 78 hebben een paar respektieve 5 gaten 79 en 80 die in hoofdzaak samenvallen met de respektieve ribbelvrije grove gebieden 81 en 82 in de banden 7^ en 75· Dergelijke gaten 79 en 80 kunnen door ponsen worden gevormd nadat de films 77 en 78 zijn vastgehecht aan de draagbanden 7^· en 75·
Figuur 13 toont een gewijzigde versterkingsfilm 8^ 10 die is vastgehecht aan een kettinggebreide draagband 85 en een dunne laag 86 bevat die ligt boven een ribbelvrij grof gebied 87 s waarbij de dunne., laag 86 van de film 8^· een zodanige dikte heeft, dat hij gemakkelijk door een breinaald kan worden doorboord indien deze wordt ingestoken, zoals later zal worden be-15 schreven.
Volgens een nog andere wijziging, die in figuur 14 is weergegeven, is een paar van in hoofdzaak L-vormige verster-kingsdelen of -films 90 en 91 vastgehecht aan een paar van respektieve kettinggebreide draagbanden 92 en 93 aan en over onder : 20 eindgedeelten daarvan, waarbij elke film 90, 91 een dwarsge- I deelte 96 heeft dat zich uitstrekt over een ribbelvrij grof gebied 99 tussen een paar van kettinggebreide banen 97 en 98 van elke draagband 92,. 93. Elke film 90, 91 bevat ook een in lengterichting lopend gedeelte 100 dat zich uitstrekt op de baan ‘ 25 98. Een losmaakbare ondereindaanslag 101.is gemonteerd op de -w - e - - : * ^ — bandeindgedeelten en omvat een doospen.102 en een pen 103 die ’ door spuitgieten zijn verkregen op en langs de respektieve in ; lengterichting lopende gedeelten 100. Elk van de dwarsgedeelten : \ 96 heeft een breedte die in hoofdzaak gelijk is aan de helft • 30 van de lengte van de in lengterichting. lopende gedeelten 100, i zodat gedeelten van het ribbelvrije gebied 99 en de baiidbaan 97 blootliggen langs het in lengterichting lopende, gedeelte 100.
Een wijziging die is weergegeven in de figuren 15 ; en 16, omvat een paar van in dwarsrichting lopende versterkings- ; — 35 delen of -film 105 s 106 van verminderde breedte die respektieve-
Q
8102111 \ * · - 9 - lijk zijn vastgehecht aan een paar van kettinggebreide draagbanden 107, 108 aan en over ondereindgedeelten daarvan. Elk van de versterkingsfilms 105, 106 ligt boven een onderste dwarsgedeelte 109 van een koppeldraad, die zich uitstrekt over een ribbelvrij 5 gebied 10^ tussen een paar banen 110 en 111 van een van de banden 107, 108. Een losmaakbare ondereindaanslag 112, die is gemonteerd op de draagbanden 107 en 108, omvat een doospen 113 die een ver-sterkingsstang 11U heeft die daarmee integraal is en door spuit-gieten is gevormd rond een eindgedeelte van de band 107 en een 10 gedeelte van de versterkingsfilm 105, en een pen 115, die een versterkingsstang 116 heeft die daarmee integraal is en door spuitgieten is gevormd rond een eindgedeelte van de band 108 en een gedeelte van de versterkingsfilm 1θ6, De versterkingsstangen 11U en 116 strekken zich uit over de ribbelvrije gebieden 104.
15 Met de wijziging van de figuren 15 en 16 worden de baüdeinden meer verstijfd en een groter bandoppervlak ligt bloot aan de bandeindgedeelt en.
De figuren 17 en 18 tonen een nog andere wijziging met een losmaakbare ondereindaanslag 118 die een doospen 119 20 heeft, en een pen 120, waarmede een paar van versterkingslichamen 121 respektievelijk 122 op integrale wijze is spüitgegoten, elk in de vorm van een in het midden geopend rechthoekig frame dat een opening 123 heeft. Elk van de openingen 123 bevindt zich in een ribbelvrij grof gebied I2k tussen een paar banen 125 en 25 126 van een kettinggebreide draagband 127, welke openingen 123 zich bevinden grenzen aan het ondereinde van de draagband 127.
Een in dwarsrichting lopende versterkingsfilm 128 is vastgehecht aan elke draagband 127 aan zijn eindgedeelte over het ribbelvrije grove gebied 12U en bedekt een onderste in dwarsrichting lopend 30 gedeelte 129 van een koppeldraad die de banen 125 en 126 onderling koppelt. Teneinde het stelsel voor te bereiden nadat de versterkingsfilms 128 zijn vastgehecht aan de respektieve draagbanden 127, worden de versterkingslichamen 121 door spuitgieten gevormd op de draagbanden 127. Elk van de versterkingslichamen — 35 121 en 122 omvat een onderste dwarsgedeelte 130 dat het onderste >8102111 v i φ -10- in dwarsrichting lopende draadgedeelte 129 en een gedeelte van de versterkingsfilm 128 omwikkelt., en een bovenste in dwarsrich-ting lopend gedeelte 131 dat een ander draadgedeelte 132 omwik-kelt dat zich. uit strekt over het ribbelvrije gebied 12U·.
5 Volgens een nog andere uitvoeringsvorm, die is weergegeven in de figuren 19 en 20, wordt een paar van verster-kingsfilms 13^· en 135 vastgehecht aan een paar van respektieve draagbanden 1H0 aan de onderèirLdgedeelten daarvan. Elk van de versterkingsfilms 13^ en 135 heeft een uitsparing 136 die samen-10 valt met een ribbelvrij grof gebied 137 tussen een paar banen 138 en 139 van êên van de draagbanden 1^-0. De versterkingsfilms 13^ en 135 omvatten een centraal bodemgedeelte 1^1 dat grenst aan de uitsparing 136 en de twee dwarsgedeelten 1U2 bedekt van een koppeldraad die is gespannen over het ribbelvrije grove ge-15 bied 137· Zoals is weergegeven in figuur 20, omvat de verster-kingsfilm 13^· een paar lagen 1^3 en 1^ die de draagband 1U0 tussen zich in nemen en zijn onderling vastgehecht aan een buitenrand 1^5 en aan het centrale bodemgedeelte 1U1 in het ribbelvrije grove gebied 137· Een losmaakbare ondereindaanslag 20 1U6 is spuitgegoten op de draagbanden 130 nadat de versterkings films 13^ en 135 aan de draagbanden 1Uo zijn vastgehecht.
Figuren 21 en 22 tonen een nog andere wijziging, waarbij.een paar van versterkingsfilms 1^8 en lk9 respektievelijk zijn vastgehecht aan een paar draagbanden 156 en elk een U-25 vormige dikke laag 150 omvatten die een uitsparing 151 heeft, en een dunne laag 152 die in de uitsparing 151 is geplaatst in samenvalling met een ribbelvrij grof gebied 153 tussen een paar banen 15^ en 155 van de draagband 156. Elk van de versterkingsfilms 1U8 en 1U9 bevat ook een centraal bodemgedeelte 157 dat 30 grenst aan. de uitsparing 151» de twee dwarsgedeelten 158 van een koppeldraad bedekt die zich uitstrekt over het ribbelvrije gebied 153. Het vasthechten van de versterkingsfilms '1U8 en 1U9 aan de banden 156 wordt gevolgd door het spuitgieten van een losmaakbare ondereindaanslag 159 op de banden 156. De dunne 35 laag 152 heeft een zodanige dikte dat hij doordringbaar is voor ö . : ~..........
V 8102111 -11- breinaalden, zoals later zal worden 'beschreven.
Volgens de wijziging van figuur 23 omvat een paar van versterkingsfilms 161 en 162 elk een paar van in zijdelingse richting op afstand van elkaar gelegen gedeelten 163 en 16U die 5 respektievelijk zijn vastgeheeht aan een paar banen 165 en 166 van een kettinggebreide draagband 167. De draagband 167 heeft een ribbelvrij grof gebied 168 dat zich bevindt tussen de banen 165 en 166 en een onderste in dwarsrichting lopend gedeelte 169 heeft van een koppeldraad die de banen 165 en 166 onderling verbindt 10 over het ribbelvrije gebied 168. Elk van de versterkingsfilms 161 en 162 bevat ook een bruggedeelten 170 dat de filmgedeelten 163 en 16U onderling verbindt in een starld die op ai stand ligt van het ondereinde van de draagband 167» waarbij het bruggedeel-te 170 het onderste in dwarsrichting lopende draadgedeelte 169 15 bedekt.
Een gewijzigde kettinggebreide draagband 172, die in figuur 2k is weergegeven, omvat een baan 173 met een aantal ribbels 17¾ die naast elkaar zijn gelegen, waarbij drie daarvan een randgedeelte 175 vormen voor het ondersteunen van een reeks 20 van (niet weergegeven) sluitelementen. De draagband 172 omvat ook een andere baan 176 die is opgebouvd uit een enkele ribbel 177 die kettingsteken 178 bevat die zijn gebreid in een patroon van 1-1/0-0, en versterkt door een ingelegde kettingdraad 179, waarbij de baan 176 in dwarsrichting op afstand ligt van de baan 25 173 met het ribbelvrije grove gebied 180 daartussen dat jeen . . ...
ribbel mist en waarover zich een paar van koppeldraden 181 en 182 uitstrekt die zijn gelegd in patronen van 0-0/1-1/0-0/1-1/0-0/ 3-3/2-2/3-3/2-2/3-3 respektievelijk 3-3/2-2/3-3/0-0/1-16-0/1-1/ 0-0/3-3/2-2, en de ribbel 177 en de binnenste van de ribbels 30 17^ die ligt tegenover de ribbel 177, onderling verbindt.
Figuur 25 toont een losmaakbare ritssluiting 18¾ volgens de uitvinding. De ritssluiting 18¾ omvat een paar van kettinggebreide draagbanden 185 en 186 die elk een paar van in lengterichting lopende ribbelvrije grove gebieden 187 en 188 ^ 35 hebben die naar keuze worden toegepast voor bevestiging aan een 7 ~.....'......
4 Λ - fc ^ 8102 111 -12- o kledingsstuk.
De figuren 26 en 27.geven een toelichting van de wijze waarop de losmaakt)are ritssluiting 10 van de figuren 1-6 wordt gebreid aan een gebreide stof. Eerst wordt de ritssluiting 5 10 gescheiden of opengemaakt en een van de draagbanden 11 wordt geplaatst op een breimachine, zodat een reeks van breinaalden 190 daarvan wordt gestoken in de openingen.20 in de draagband 11. Op dit moment dient de uiterste van de openingen 20 die grenst aan het versterkingsfilmgedeelte 36 (figuur 3) één van 10 de breinaalden 190 te ontvangen. Indien de draagband op deze wijze op de breinaalden 190 wordt gemonteerd, wordt de draagband 11 in lengterichting gespannen waarbij het filmgedeelte 36 in samenwerking komt met de breinaald I90 en vervolgens begint om achtereenvolgens te worden geplaatst op de breinaalden 190 .
15 Het filmgedeelte 36 dient dus als een plaatsingsgeleiding. De breinaalden 190 kunnen alle openingen 20 innemen of enkele van de openingen 20 overslaan afhankelijk van de afmeting van de toegepaste breimachine. Hadat de draagband op de breimachine is voorbereid voor de breihandeling, wordt de breimachine op de .20 gebruikelijke wijze bediend voor het breien van een reeks van naaldlussen 192, of een eerste slag, die ineen wordt gestrengeld met de in dwarsrichting lopende draadgedeelten 19. De breimachine wordt kontinu bediend voor het vormen van een gebreide stof 193 met een aantal van opvolgende slagen 19^. De ritssluiting 25 wordt op deze wijze aan de gebreide stof 193 vastgebreid.
^ - —
De draagband 156 die is weergegeven in de figuren 21 en 22, kan op een breimachine worden gemonteerd door eerst een paar breinaalden I96 te steken door.de dunne laag 152 van de versterkingsfilm 1W, zoals is weergegeven in figuur 28.
! 30 Volgens de variant.die is weergegeven m figuur 29, wordt eerst een zelfkant 198 en een reeks van naaldlussen 199 die een eerste slag vormen, op een breimachine gebreid, en vervolgens de draagband 11 op de breimachine geplaatst. Het - breien wordt weèr'gestaakt voor het vormen van een volgende reeks — 35 van naaldlussen 200 die een tweede slag vormen en zijn geslagen *r 8102111 «> -13- rond de in dwarsrichting lopende draadgedeelten 19. Voortgaande > breihandeling vormt een gebreide stof 201 met achtereenvolgende slagen 202. De zelfkant 198 overlapt een gedeelte van de draagband 11 en dicht deze daardoor af voor het maken van een vol-5 tooid gebreid voorwerp dat er aantrekkelijk uitziet.
Figuur 30 toont een ritssluitingdraagband 203 die is bevestigd langs een langsrand 2Qb van een geprefabriceerd bebreid voorwerp 205· De draagband 203 wordt bevestigd aan het gebreide voorwerp 205 door een eerste reeks van lussen 206 die 10 zich uitstrekken langs een ribbel 207 via het gebreide kledingsstuk 205» en een reeks van openingen 208 die wordt begrensd door een in dwarsrichting lopende draadgedeelten 209 die zich uitstrekken over een ribbelvrij gebied 210 in de draagband 212 van de ritssluiting 203. Een verbindingsdraad 211 in de vorm van een 15 reeks van lussen of kettingsteken is ineengestrengeld met de eerste reeks van lussen 206 die uitsteekt door de openingen 208 voor het koppelen van de draagband 203 en het gebreide voorwerp 205 aan elkaar. Een dergelijke verbindingshandeling kan worden uitgevoerd door een gewone breimachine of een verbindingsmachine 20 of haakinrichting.
Figuur 31 toont een gebreid voorwerp 213 met een losmaakbare ritssluiting 21^ die identiek is aan de ritssluiting 10 van figuur 1, en een gebreid voorwerp 217 met een paar van tegenover elkaar gelegen randen 215 en 216 waarop de losmaakbare 25 ritssluiting 21U is gemonteerd. De ritssluiting 2ϊΗ· is aan - — de gebreide randen 215 en 216 bevestigd door steken 218 die ineen zijn gestrengeld met niet weergegeven lussen in hetzelfde patroon als is weergegeven in figuur 30.
30 V 8102111

Claims (15)

1. Losmaakbare ritssluiting, met het kenmerk, dat die bestaat uit: a) een paar van kettinggebreide draagbanden die elk een eerste baan bevatten die: is opgebouwd uit tenminste één ribbel van 5 kettingsteken, een tweede baan die in dvarsrichting op afstand ligt van de eerste baan met een ribbelvrij gebied daartussen, welke tweede baan een ribbel bevat van kettingsteken die zich uitstrekken langs het ribbelvrije gebied tegenover de ribbel in de eerste baan, welke ribbels van kettingsteken zijn gebreid uit \ 10 versterkte draden, en een draad die de ribbels van kettingsteken onderling verbindt over het ribbelvrije gebied, b) een paar reeksen van sluitelementen die elk zijn gemonteerd op de tweede baan van een van de kettinggebreide draagbanden die is afgekeerd van het ribbelvrije gebied, 15 c) een schuif die beweegbaar is sluit het paar van reeksen van sluitelementen voor het koppelen en ontkoppelen daarvan, d) een losmaakbare ondereindaanslag die een doos en een doospen · bevat die zich daarvan uitstrekt en die zijn gemonteerd op één van de kettinggebreide draagbanden aan een einde daarvan, en 20 een pen die is gemonteerd op de andere draagband aan. het ene . einde daarvan en kan worden gestoken in de doos, en e) een versterkingsdeel dat is gemonteerd op elk van de draagbanden aan het ene einde daarvan en grenzend aan de losmaakbare ondereindaanslag en eerste en tweede gedeelten bevat die’de 25 eerste en tweede banen gedeeltelijk bedekken, een derde gedeelte , dat samenvalt met de eerste en tweede gedeelten en gedeeltelijk het ribbelvrije gebied bedekt. !
2. Losmaakbare ritssluiting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de koppeldraad in dwarsrichting lopende ge- - 30 deelt en bevat die zich uitstrekken over het ribbelvrije gebied tussen de eerste en tweede banen, en in lengterichting lopende gedeelten die afwisselend zijn gelegd in en zich uitstrekken — .. langs de ribbels van kettingsteken. I 8102111 \ \ -15-
3. Losmaakbare ritssluiting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de koppeldraad in dwarsriehting lopende gedeelten bevat die zich uitstrekken over het ribbelvrije gebied tussen de eerste en tweede banen, en steken die in ingrijping zijn 5 met de ribbel van kettingsteken. k. Losmaakbare ritssluiting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de koppeldraad stijver is dan de basisdraden waaruit de eerste en tweede banen zijn opgebouwd.
5. Losmaakbare ritssluiting volgens conclusie 1, 10 met het kenmerk, dat het versterkingsdeel een uitsparing heeft waardoor het ribbelvrije gebied bloot ligt.
6. Losmaakbare ritssluiting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het derde gedeelte van het versterkingsdeel een opening heeft. 15 7· Losmaakbare ritssluiting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het versterkingsdeel in het midden van een opening is voorzien die in hoofdzaak rechthoeking van vorm is.
8. Losmaakbare ritssluiting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het versterkingsdeel een voor een naald 20 doordringbare film van kunsthars bevat die samenvalt met het tweede gedeelte en het ribbelvrije gebied bedekt.
9. Losmaakbare ritssluiting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een versterkingslichaam is gemonteerd op het ene einde van elk van de draagbanden en een gedeelte van 25 het versterkingsdeel omwikkelt. *>--- - *.
10. Losmaakbare ritssluiting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het versterkingslichaam een opening heeft die zich bevindt in het ribbelvrije gebied van elk van de ketting-gebreide draagbanden.
11. Werkwijze voor het bevestigen van een ritsslui ting aan een gebreide stof, met het kenmerk, dat hij bestaat uit de stappen van: a) het leveren van een rits sluitingdraagband met twee bandbanen die op afstand van elkaar liggen en onderling zijn verbonden door - 35 een aantal van in lengterichting op afstand van elkaar gelegen t * 8102111 Λ * ..... -16- in dwarsrichting lopende draadgedeelten, b) het halen van de in dwarsrichting lopende draadgedeelten door een reeks van lussen die een slag vormen van een gebreide stof, en 5 c) het vervolgens-breien van de gebreide stof teneinde achtereenvolgende slagen te vormen.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de reeks van lussen een zelfkant van de gebreide stof bepaalt .
13. Werkwijze voor het bevestigen van een ritsslui- tingdraagband aan een gebreide stof op een breimachine, met het kenmerk, dat dit bestaat uit de stappen van: a) het leveren van een ritssluitingdraagbartü met een reeks van in lengterichting op afstand van elkaar gelegen openingen, 15 b) het steken van een reeks van breinaalden van een breimachine in de openingen in de draagband, en c) het vervolgens breien van een stof op de breinaalden teneinde achtereenvolgende slagen te vormen. 1U. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, 20 dat inbegrepen is de stap van het vormen van tenminste één slag op de breinaalden alvorens stap b) uit te voeren.
15· Werkwijze voor het bevestigen van een rits-sluitingdraagband aan een gebreide stof, met het kenmerk, dat hij bestaat uit de stappen van: 25 a) het leveren van een ritssluitingdraagband met een reeks van in lengterichting op afstand van elkaar gelegen openingen, b) het in de openingen naar binnen brengen van een reeks van lussen die uitsteken van en zich uitstrekken langs een ribbel ' van een gebreide stof, en 30 c) het ineenstrengelen van verbindingsdraad met de reeks van lussen·'die uitsteken door de openingen.
16. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verbindingsdraad een reeks van kettingsteken vormt.
17· Werkwijze voor het bevestigen van een ritsslui--— 35 tingdraagband aan een gebreide stof, met het kenmerk, dat hij \; 8102111 51 -17- t. Λ bestaat uit de stappen van: a) het leveren van een draagtand met een reeks van in lengterichting op afstand van elkaar gelegen openingen, een losmaakbaar ondereindaanslagdeel, en een versterkingseindgedeelte dat grenst 5 aan het losmaakbare ondereindaanslagdeel, b) het steken van een reeks van breinaalden van een breimachine achtereenvolgens in de openingen in de draagband terwijl de draagband onder spanning wordt gebracht met êén van de breinaalden gehouden tegen het versterkte eindgedeelte, en 10 c) het vervolgens breien van een stof op de breinaalden teneinde achtereenvolgende slagen te vormen.
18. Werkwijze en ritssluiting zoals weergegeven in de tekening en/of besproken aan de hand daarvan. 15 ' 81 0 2 111
NL8102111A 1980-07-12 1981-04-29 Losmaakbare ritssluiting en werkwijze voor het bevestigen daarvan aan gebreide stoffen. NL8102111A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP55095240A JPS5948083B2 (ja) 1980-07-12 1980-07-12 開離嵌插具付きスライドフアスナ−
JP9524080 1980-07-12

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8102111A true NL8102111A (nl) 1982-02-01

Family

ID=14132226

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8102111A NL8102111A (nl) 1980-07-12 1981-04-29 Losmaakbare ritssluiting en werkwijze voor het bevestigen daarvan aan gebreide stoffen.

Country Status (24)

Country Link
US (2) US4488337A (nl)
JP (1) JPS5948083B2 (nl)
KR (1) KR840000167B1 (nl)
AT (1) AT389806B (nl)
AU (1) AU527236B2 (nl)
BE (1) BE888369A (nl)
BR (1) BR8103093A (nl)
CA (1) CA1188077A (nl)
CH (1) CH653870A5 (nl)
DE (1) DE3116064C2 (nl)
ES (4) ES504341A0 (nl)
FI (1) FI74393C (nl)
FR (1) FR2486373A1 (nl)
GB (1) GB2148335B (nl)
GR (1) GR81430B (nl)
HK (2) HK82588A (nl)
IT (1) IT1144343B (nl)
MY (1) MY8700809A (nl)
NL (1) NL8102111A (nl)
NO (1) NO812353L (nl)
PH (1) PH21934A (nl)
SE (1) SE8104251L (nl)
SG (1) SG75787G (nl)
ZA (1) ZA812407B (nl)

Families Citing this family (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS5951808B2 (ja) * 1980-09-10 1984-12-15 ワイケイケイ株式会社 開離嵌插具付きスライドフアスナ−
NL8104129A (nl) * 1980-09-10 1982-04-01 Yoshida Kogyo Kk Losmaakbare ritssluiting.
JPS62147396U (nl) * 1986-03-11 1987-09-17
JP2506366Y2 (ja) * 1990-07-02 1996-08-07 株式会社イナックス 真空下水道用のディスポ―ザ
DE9017808U1 (nl) * 1990-08-04 1992-02-20 Opti Patent-, Forschungs- Und Fabrikations-Ag, Riedern-Allmeind, Ch
JP3396335B2 (ja) * 1995-05-12 2003-04-14 ワイケイケイ株式会社 編込みスライドファスナー
JP3733332B2 (ja) * 2002-01-25 2006-01-11 Ykk株式会社 開離嵌挿具付隠しスライドファスナー
JP4072951B2 (ja) * 2003-02-07 2008-04-09 Ykk株式会社 スライドファスナー
ITTO20030824A1 (it) * 2003-10-20 2005-04-21 Ykk Europ Ltd Cerniera divisibile, particolarmente per capi di maglieria.
US20090097782A1 (en) * 2007-10-15 2009-04-16 Illinois Tool Works Inc. Method for producing perforated zipper for transverse direction zipper applicator
DE102009004321B4 (de) * 2009-01-10 2018-10-04 Faurecia Autositze Gmbh Reißverschlusselement, Polsteranordnung und Fahrzeugsitz
US8468853B2 (en) * 2011-02-07 2013-06-25 Southern Weaving Company Knitted velcro sleeve
US20160081437A1 (en) * 2014-09-24 2016-03-24 Ideal Fastener Corporation Breakaway slide fastener for large-scale applications and methods for using same
US11559115B2 (en) 2020-01-31 2023-01-24 Nike, Inc. Flexible and breathable slider assembly

Family Cites Families (33)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CA827367A (en) * 1969-11-18 Glindmeyer Friedrich Sliding clasp fastener
US2098338A (en) * 1933-01-28 1937-11-09 Hookless Fastener Co Separable fastener
US2048646A (en) * 1933-07-20 1936-07-21 Hookless Fastener Co Slide fastener
US2220136A (en) * 1937-03-06 1940-11-05 Whitehall Patents Corp End stop for thermoplastic fasteners
BE468925A (nl) * 1944-05-03
US2652705A (en) * 1950-09-11 1953-09-22 Lastik Seam Sales Corp Tape
US2701222A (en) * 1951-04-05 1955-02-01 Brown & Bigelow Method of attaching zippers to a plastic body
BE537234A (nl) * 1954-04-09
US3030684A (en) * 1959-01-06 1962-04-24 Conmar Prod Corp Slide fastener
NL123518C (nl) * 1959-03-09
US3377668A (en) * 1964-12-21 1968-04-16 Talon Inc Separating end connection
FR87313E (fr) * 1965-02-13 1966-07-22 Fermeture à glissière de type séparable
US3503102A (en) * 1966-04-13 1970-03-31 Yoshida Kogyo Kk Slide fasteners
US3435489A (en) * 1966-12-06 1969-04-01 Coats & Clark Box and pin separator for fastener stringers
US3563194A (en) * 1968-01-22 1971-02-16 Cesare L Conti Looper for linking and sewing machines for sewing both with single-thread and twin-thread chainstitch
FR2055905A5 (nl) * 1969-08-06 1971-05-14 Fflb
FR2080710B3 (nl) * 1970-02-24 1973-05-11 Prym Werke William
DE2010270A1 (de) * 1970-03-05 1971-09-23 Opti-Holding Ag, Glarus (Schweiz) Teilbarer Reißverschluß und Verfahren zur Montage der Elemente des Teilbarkeitsmechanismusses
FR2082871A5 (nl) * 1970-03-31 1971-12-10 Fflb
US3618178A (en) * 1970-05-22 1971-11-09 Lysta As Separable slide fastener
DE2046137C3 (de) * 1970-09-18 1979-04-12 Opti-Patent-, Forschungs- Und Fabrikations-Ag, Glarus (Schweiz) Kettengewirktes Tragbandpaar für Reißverschlüsse mit Verschlußgliedern
BE795082A (fr) * 1972-03-01 1973-05-29 Elastelle Paul Procede de fabrication d'une bande tricotee pourvue d'une spirale de fermeture a glissiere incorporee sur un bord
JPS5625524Y2 (nl) * 1973-03-20 1981-06-17
JPS5649374B2 (nl) * 1973-11-24 1981-11-21
US3884738A (en) * 1974-04-08 1975-05-20 Sr David V Hofius Method and apparatus for fastening slide fasteners to an article
JPS5173205U (nl) * 1974-12-03 1976-06-09
JPS51135709A (en) * 1975-05-19 1976-11-24 Canon Kk Electrostatic printing method
JPS588915B2 (ja) * 1975-08-20 1983-02-18 三菱電機株式会社 ハイエキシヨリソウチ
JPS5243682A (en) * 1975-10-04 1977-04-05 Yoshida Kogyo Kk Adapter for connecting fishing nets
US4001922A (en) * 1975-11-03 1977-01-11 Textron, Inc. Tape reinforcements for slide fasteners
DE2622529B2 (de) * 1976-05-20 1979-08-02 Optilon W. Erich Heilmann Gmbh, Cham (Schweiz) Reißverschluß
JPS5712910U (nl) * 1980-06-25 1982-01-22
AU529365B2 (en) * 1980-09-18 1983-06-02 Yoshida Kogyo K.K. Warp-knit slide fastener stringer tape

Also Published As

Publication number Publication date
IT1144343B (it) 1986-10-29
DE3116064A1 (de) 1982-03-11
AU527236B2 (en) 1983-02-24
ES8300448A1 (es) 1982-12-01
HK82488A (en) 1988-10-21
CA1188077A (en) 1985-06-04
ES514536A0 (es) 1983-08-01
ES8307465A1 (es) 1983-08-01
ES504341A0 (es) 1982-12-01
ES8307464A1 (es) 1983-08-01
AU6971281A (en) 1982-01-21
ES8307463A1 (es) 1983-08-01
FR2486373B1 (nl) 1984-12-07
FI812118L (fi) 1982-01-13
US4543805A (en) 1985-10-01
BE888369A (fr) 1981-07-31
MY8700809A (en) 1987-12-31
ES514537A0 (es) 1983-08-01
KR830004814A (ko) 1983-07-20
IT8167618A0 (it) 1981-05-07
HK82588A (en) 1988-10-21
ZA812407B (en) 1982-05-26
GR81430B (nl) 1984-12-11
CH653870A5 (de) 1986-01-31
FI74393B (fi) 1987-10-30
SE8104251L (sv) 1982-01-13
DE3116064C2 (de) 1985-03-14
KR840000167B1 (ko) 1984-02-27
GB8329781D0 (en) 1983-12-14
BR8103093A (pt) 1982-08-24
JPS5720203A (en) 1982-02-02
FR2486373A1 (fr) 1982-01-15
AT389806B (de) 1990-02-12
GB2148335B (en) 1985-11-13
NO812353L (no) 1982-01-13
JPS5948083B2 (ja) 1984-11-24
FI74393C (fi) 1988-02-08
SG75787G (en) 1988-03-04
ATA167181A (de) 1989-07-15
PH21934A (en) 1988-04-15
GB2148335A (en) 1985-05-30
US4488337A (en) 1984-12-18
ES514538A0 (es) 1983-08-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8102111A (nl) Losmaakbare ritssluiting en werkwijze voor het bevestigen daarvan aan gebreide stoffen.
US5050999A (en) Open-mesh net bag and method of forming the same
KR970008149B1 (ko) 니트 슬라이드 파스너
CN100574619C (zh) 香肠用的包覆网及其制造方法
FI92422C (fi) Kankaan päiden saumaaminen
CN1140205C (zh) 编织半边拉链
CA1173634A (en) Separable slide fastener
US4490890A (en) Separable slide fastener
NL8105612A (nl) Kettinggebreide draagband voor ritssluitingen.
US4510656A (en) Slide fastener assembly
US4425685A (en) Separable slide fastener
US4425683A (en) Separable slide fastener
US4422221A (en) Separable sliding clasp fastener
US4425684A (en) Separable slide fastener
KR870001809Y1 (ko) 분리식 슬라이드 파스너
KR200320850Y1 (ko) 방수지퍼
GB2079799A (en) Separable slide fastener and method of attaching the same to knit fabrics
JPH0243353Y2 (nl)
JPS6236409Y2 (nl)
NL8104129A (nl) Losmaakbare ritssluiting.
EP0078057A2 (en) Slide fastener assembly
JPS605282B2 (ja) フアスナ−要素
CA1165100A (en) Separable slide fastener
CA1181605A (en) Method of attaching a separable slide fastener to knit fabrics
JP2961364B1 (ja) 衣類の防虫剤収納用の包袋

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed