NL8101943A - Haard met trekbegrenzing en beluchting. - Google Patents

Haard met trekbegrenzing en beluchting. Download PDF

Info

Publication number
NL8101943A
NL8101943A NL8101943A NL8101943A NL8101943A NL 8101943 A NL8101943 A NL 8101943A NL 8101943 A NL8101943 A NL 8101943A NL 8101943 A NL8101943 A NL 8101943A NL 8101943 A NL8101943 A NL 8101943A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
exhaust gas
valve
fireplace
draft
limiting valve
Prior art date
Application number
NL8101943A
Other languages
English (en)
Other versions
NL188915C (nl
NL188915B (nl
Original Assignee
Kutzner Luitpold
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kutzner Luitpold filed Critical Kutzner Luitpold
Publication of NL8101943A publication Critical patent/NL8101943A/nl
Publication of NL188915B publication Critical patent/NL188915B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL188915C publication Critical patent/NL188915C/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23NREGULATING OR CONTROLLING COMBUSTION
    • F23N1/00Regulating fuel supply
    • F23N1/04Regulating fuel supply conjointly with air supply and with draught
    • F23N1/045Regulating fuel supply conjointly with air supply and with draught using electrical or electromechanical means
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23NREGULATING OR CONTROLLING COMBUSTION
    • F23N2225/00Measuring
    • F23N2225/02Measuring filling height in burners
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23NREGULATING OR CONTROLLING COMBUSTION
    • F23N2225/00Measuring
    • F23N2225/08Measuring temperature
    • F23N2225/10Measuring temperature stack temperature
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23NREGULATING OR CONTROLLING COMBUSTION
    • F23N2225/00Measuring
    • F23N2225/08Measuring temperature
    • F23N2225/16Measuring temperature burner temperature
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23NREGULATING OR CONTROLLING COMBUSTION
    • F23N2233/00Ventilators
    • F23N2233/06Ventilators at the air intake
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23NREGULATING OR CONTROLLING COMBUSTION
    • F23N2235/00Valves, nozzles or pumps
    • F23N2235/02Air or combustion gas valves or dampers
    • F23N2235/04Air or combustion gas valves or dampers in stacks
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23NREGULATING OR CONTROLLING COMBUSTION
    • F23N2235/00Valves, nozzles or pumps
    • F23N2235/02Air or combustion gas valves or dampers
    • F23N2235/06Air or combustion gas valves or dampers at the air intake
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23NREGULATING OR CONTROLLING COMBUSTION
    • F23N2235/00Valves, nozzles or pumps
    • F23N2235/02Air or combustion gas valves or dampers
    • F23N2235/10Air or combustion gas valves or dampers power assisted, e.g. using electric motors

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Incineration Of Waste (AREA)
  • Regulation And Control Of Combustion (AREA)
  • Lift Valve (AREA)

Description

y * *
A
Haard met trekbegrenzing en beluchting.
De uitvinding heeft betrekking op een haard met een op de afvoergasgang in de stromingsrichting achter de haard aangesloten beluchtingsopening met een beluchtingsklep, welke in periodieke samenhang met de buitenbedrijfstelling van de 5 haard te openen en in periodieke samenhang met de iribedrijf- stelling van de haard te sluiten is, en voorts met een op de afvoergasgang in de stromingsrichting achter de haard aangesloten trekbegrenzingsopening met een trekbegrenzingsklep, waarbij deze trekbegrenzingsklep in de richting naar een sluitstand toe 10 voorgespannen is en door het daarop uitgeoefende drukverschil pl - p2 (schoorsteentrek) tussen de druk p2 in de afvoergasgang en de in het gegeven geval hogere druk pl op de buitenzijde daarvan te openen is, zodanig, dat bij het overschrijden van een nominale waarde van dit drukverschil de trekbegrenzingsklep in 15 toenemende mate opent in de zin van het bewaren van een bepaald drukverschil.
Een dergelijke uitrusting van haarden met beluch-tingsklep en trekbegrenzingsklep is bekend.
Bij bekende uitvoeringen wordt de beluchtingsklep 20 in afhankelijkheid van een afvoergasklep bediend, zodanig, dat de beluchtingsklep opengaat, wanneer de afvoergasklep dichtgaat, en '·;· · -omgekeerd. De beluchtingsklep dient er daarbij toe, om bij ge sloten afvoergasklep een beluchting van de afvoergasgang achter de afvoergasklep en zodoende in het bijzonder een beluchting van 25 de schoorsteen te bewaren. De beluchtingsklep is daarbij in het bijzonder dan vereist, wanneer de afvoergasklep in hoofdzaak de afvoergasgang dicht afsluit, zodat via de afvoergasklep een belucht ingstrek door de afvoergasgang niet bewaard wordt. De beluchting van de afvoergasgang en in het bijzonder van de schoor-30 steen is nodig, om het in de afvoergasgang en in het bijzonder in de schoorsteen gedurende de bedrijfsperioden van de haard ontstane en op de wanden neerslaande vocht af te voeren. Dit wordt des te nodiger, naarmate de kwaliteit van de schoorsteen ge- 8101943 *r λ \ - 2 - ringer is, daar bij schoorstenen van mindere kwaliteit -wegens de grotere ruwheid van de begrenzingswanden van de rookgasgang in het bereik van de schoorsteen en de slechtere isolering de neerslag van vocht op de wanden des te groter wordt. Vooral in 5 oude gebouwen zijn schoorstenen aanwezig, die tot sterke voeht- afzettingen gedurende de bedrijfsperioden van de haard aanleiding geven en waarbij derhalve het bewaren van een beluchting door . . . de afvoergasgang in de buitenbedrijfperioden vooral van belang is.
De bij de bekende haarden van het in het voorgaan-10 de aangegeven type ook reeds aanwezige trekbegrenzingsopening met trekbegrenzingsklep, die ook in de stromingsrichting achter de haard ligt, is aangebracht, om de schoorsteentrek tot een bepaalde maximum waarde te begrenzen. In dit verband moet vermeld worden, dat de haarden met het oog op een optimale verbranding 15 en optimaal warmt erendement op een bepaalde schoorsteentrek berekend worden. Wordt deze schoorsteentrek overschreden, dan daalt het rendement, daar de verbranding met een te grote luchtovermaat plaats vindt. De trekbegrenzingsklep bewerkstelligt, dat de schoorsteentrek tot een bepaalde maximum waarde begrensd 20 wordt, in overeenstemming met die waarde, waarop de haard berekend is.
Een bezwaar bij de bekende haarden is de grote constructieve tenkostelegging, die hierdoor bepaald wordt, dat - ' ’ ' tenminste'twee. kleppen, namelijk de beluchtingsklep en de trek- 25 begrenzingsklep en in het gegeven geval een afvoergasklep aanwezig moeten zijn.- Daarbij komt, dat het vaak moeilijk is, in de naar verhouding korte afVoergasgangen tussen de haard, en de schoorsteen de beluchtingsklep en de trekbegrenzingsklep en in het gegeven geval de afvoergasklep onder te brengen, zodat men tot 30 dusver de trekbegrenzingsklep geregeld naar een schoorsteengewelf verplaatst heeft, wat tot des te grotere montagekosten (het breken van een gat in het schoorsteengewelf) geleid heeft.
De uitvinding beoogt bij een haard van het in het voorgaande aangegeven type een klepinrichting te verschaffen, 35 waarbij de constructiekosten voor de kleppen verminderd en het 8101943 * * - 3 - gehele klepstelsel in het gegeven geval in een kleinere ruimte onder gebracht kan worden.
Dit oogmerk is volgens de uitvinding gerealiseerd doordat de beluchtingsopening door de trekbegrenzingsopening 5 en de beluchtingsklep door de trekbegrenzingsklep gevormd is, waarbij de trekbegrenzingsklep gedurende een bedrijfspauze van de vuurhaard onafhankelijk van het op de trekbegrenzingsklep optredende drukverschil in een open stand gehouden wordt.
Bij de nieuwe uitvoering van de klepinrichting 10 vervallen derhalve een opening en een klep. De nog resterende klep, welke zowel de beluchtingsfunctie als cok de trekbegrenzings-functie opzich neemt, kan in het gegeven geval samen met een afvoergasklep in een kleine ruimte ondergebracht worden.
De trekbegrenzingsklep werd. tot dusver reeds met 15 een naar verhouding grote doorsnede uitgevoerd, zodat dedoor- stroomdoorsnede van de trekbegrenzingsopening bij geheel geopende trekbegrenzingsklep groot is. Deze grote doorsnede van de trekbegrenzingsopening kan bij de nieuwe inrichting voor de beluchting van de afvoergasgang en in het bijzonder van de schoor-20 steen beschikbaar gesteld worden. Dit is vooral een voordeel, daar gebleken is, dat voor deze beluchting, wanneer deze in de zin van een snelle opdroging van de schoorsteen werken moet, een aanzienlijke doorsnede beschikbaar gesteld moet worden, bijvoorbeeld een doorsnede ter grootte van de doorsnede van de af-25 voergasgang. Het is derhalve een verder hoofdzakelijk oogmerk van de uitvinding, dat voor de beluchting van de afvoergasgang een grotere beluchtingsdoorsnede beschikbaar gesteld wordt, bijvoorbeeld in de orde van grootte van de doorsnede van de afvoergasgang.
30 De uitvinding is zowel voor haarden met afvoergas- klep als ook voor haarden zonder afvoergasklep in de afvoergasgang toe te passen. Bij aanbrenging van een afvoergasklep in de afvoergasgang, welke in periodieke samenhang met de inbedrijfstelling van de haard geopend wordt en in periodieke samenhang met de 35 buitenbedrijfstelling van de haard gesloten wordt, kan de trek- 81019 43 - k - begrenzingsklep met de afvoergasklep zodanig gekoppeld zijn, dat de trektiegrenzingsklep "bij gesloten afvoergasklep onafhankelijk van het op de trekbegrenzingsklep optredende 'drukverschil in een open stand gehouden wordt.
5 Bij deze uitvoering kan,daar de beluchting van de afvoergasgang bij gesloten afvoergasklep door de dan geopende trekbegrenzingsklep verzekerd is en derhalve geen beluchtings-- ; .taak op de afvoergasklep-berust, de afvoergasklep naar wille- · keur dicht uitgevoerd worden, zo dicht zelfs, als dit bij inrich-10 tingen van het hier beschouwde type met verantwoordbare kosten fabricagetechnisch mogelijk is.
Een in de sluittoestand dichte afvoergasklep is derhalve een voordeel, daar de warmteverliezen, die door de afvoergasklep juist door zijn bestemming vermeden moeten worden, 15 door een dichte afvoergasklep nog aanzienlijk verminderd kunnen worden. In dit verband moet worden beseft, dat een beluchting door de afvoergasklep ook door de haard gaat en tot een afkoeling van de haard leidt, welke in het bijzonder dan, wanneer deze met warmte^overdrachtsmedium gevuld is, ook na beëindiging van " " 20 het bedrijf van de haard nog op hogere temperatuur verkeert en derhalve door een beluchtingstrek door de haard afgekoeld zou worden. Daarentegen mijdt de beluchtingstrek die door de volgens de uitvinding door de trekbegrenzingsklep gevormde beluchtings- ' * ” ' '......- klèp'gaat", de gang door de haard. Op grond van deze-overweging is 25 de nieuwe inrichting ook aanzienlijk gunstiger dan haarden, waar bij de afvoergasklep met opzet in de sluitstand een zekere minimum doorstroomdoorsnede open laat, om - zoals bijvoorbeeld bij gashaarden met branders zonder aanjager vereist is - een constante lichte doorluchting te bewaren, wat vooral met het 30 oog op ontstekingsvlamafvoergassen nodig is.
De uitvinding is derhalve in het bijzonder bestemd voor dergelïjke haarden, waarvan de branders met een aanjager werken en waarbij een voldoende doorluchting van de stookruimte door een voorspoelinrichting in de branderautomaten bij geopende 35 afvoergasklep gewaarborgd is. De uitvinding is in het bijzonder 8101943 ψ * % - 5 - toe te passen bij haarden die zelf en waarvan de afvoergasgang geen speciale stromingsverzekering hebben, zoals bijvoorbeeld bij gashaarden met branders zonder aanjager aanwezig zijn, om een van de schoorsteentrek onafhankelijke verbranding te verze-5 keren. Deze stromingsverzekeringen waarborgen in de regel, onge acht of deze voor of achter de afvoergasklep aangebracht zijn, een voldoende doorluchting van de afvoergasgang door de schoorsteen ook bij gesloten afvoergasklep·, wat bij aanbrenging van de stromingsverzekering achter de afvoergasklep zonder meer duide-10 lijk is en bij aanbrenging van de stromingsverzekering voor de afvoergasklep in de regel daardoor gewaarborgd is, dat in deze gevallen de afvoergasklep regelmatig niet dicht sluit. Daardoor geldt de voorkeurstoepassing van het uitvindingsvoorstel bij haarden, die zonder stromingsverzekering uit gevoerd zijn.
15 Voorts is de uitvinding in het bijzonder bij derge lijke haarden toe te passen, waarbij de afvoergasklep motorisch bediend wordt, bijvoorbeeld door een onder spanning continu tot de stilstand af te remmen electromotor. Dergelijke motorisch bediende afvoergaskleppen zijn in het bijzonder aanwezig bij 20 haarden, die met vloeibare of gasvormige brandstof werken, zodat op deze grond ook de speciale geschiktheid van de nieuwe inrichting voor gas- en oliehaarden geldt.
De speciale geschiktheid van de nieuwe inrichting voor haarden, waarbij de brander met een aanjager werkt, berust 25 hierop, dat op de in het voorgaande vermelde gronden bij derge lijke haarden een dichte afsluiting van de afvoergasgang door de afvoergasklep mogelijk is, zonder dat de doorluchting van de stookruimte nadelig beïnvloed wordt, daar de beluchting van de stookruimte door de voorspoelinrichting in de branderautomaten 30 bij geopende afvoergasklep gewaarborgd is.
De afvoergasklep kan bij de nieuwe inrichting in afhankelijkheid van de bedrijfstoestand van de haard zodanig bediend worden, dat deze voor de ontsteking van de brander opent. Dit betekent, dat voor de ontsteking van de brander de beluchtings-35 klep in de sluitstand gaan kan, namelijk dan, wanneer de schoor- 8101943 - - 6 - V ♦ steentrek niet hoger is dan de ingestelde nominale waarde, die door de trekbegrenzingsklep bewaard moet worden. Dit is echter een verder voordeel van de nieuwe inrichting, daar het overgaan van de trekbegrenzingsklep in de sluitstand er toe bijdraagt, 5 dat zich voor het ontsteken van de brander een schoorsteentrek opbouwen kan, die het ontstaan van een afvoergasstuwing verhindert.
·· - De· afvoergasklep· kan' voorts in afhankelijkheid van ' de bedrijfstoestand van de haard zodanig bediend worden, dat deze 10 na het af schakelen van de brander met vertraging sluit. Ook dit kan een voordeel zijn, daar dan de trekbegrenzingsklep met vertraging opent, zodat de schoorsteentrek nog zo lang bewaard blijft, tot de op het laatst ontstane afvoergassen afgezogen zijn.
De afvoergasklep en de trekbegrenzingsopening met 15 trekbegrenzingsklep zijn bij een verdere uitvoering van de uitvinding op geschikte wijze tot een constructie-eenheid samengevat, zodat de montage op de inbouwplaats daardoor vereenvoudigd wordt.
De trekbegrenzingsopening met trekbegrenzingsklep kan bijvoorbeeld aan een afvoergasbuisstuk aangebracht zijn, dat 20 in de afvoergasgang tussen de haard en een schoorsteen ligt, en dat ook de afvoergasklep opneemt. Daarbij kan de trekbegrenzingsklep in een van het afvoergasbuisstuk in hoofdzaak loodrecht op de as daarvan afstaande zijbuis aangebracht zijn. Het streven.
' " *' èen compacte constructie-eenheid met alle kleppen aan te bieden, 25 sluit niet uit, dat de trekbegrenzingsklep in een huis aangebracht wordt, dat in de zijbuis op te nemen.is. Op deze wijze wordt het mogelijk trekhegrenzingskleppen in te houwen, die ook voor andere inzetdoeleinden ontworpen zijn.
Voor de mechanische koppeling van de afvoergasklep 30 en de trekbegrenzingsklep gelden talrijke mogelijkheden door tussenkomst van stangenstelsels, kettingen en dergelijke. De voorkeur wegens de bijzondere eenvoud daarvan verdient echter alleszins een uitvoering, waarbij aan de afvoergasklep een meenemer aangebracht is,.welke in de open stand van de afvoergasklep bui-35 ten verbinding met de trekbegrenzingsklep staat en bij opening 8101943 * < - 7 - van de afsluitklep met de trekbegrenzingsklep in ingrijping komt en deze in de open stand daarvan meeneemt.
Deze laatste uitvoering is vooral dan bijzonder eenvoudig te realiseren, wanneer de afvoergasklep en de trek-5 begrenzingsklep om onderling evenwijdige zwenkassen gelegerd zijn; men kan dan de meenemer van de afvoergasklep in de vorm van een meeneemarm uitvoeren, welke zich in hoofdzaak loodrecht op het vlak van de afvoergasklep · uitstrekt en met het einde daarvan een van de zwenkas van de trekbegrenzingsklep verwijderd 10 randgedeelte van de trekbegrenzingsklep aangrijpt, wanneer de afvoergasklep uit de open stand in de richting naar de afsluit-stand toe beweegt.
Zoals reeds aangegeven, is de volgens de uitvinding uitgevoerde haard ook zonder afvoergasklep denkbaar, bijvoorbeeld 15 dan, wanneer de brander met een verbrandingslucht klep uitgerust is, welke gedurende de bedrijfsfasen van de haard gesloten is, of wanneer bij het ontbreken van een dergelijke verbrandingslueht-klep de verbrandingsluchtafvoergasgang door de haard een zo hoge stromingsweerstand heeft, dat bij automatisch geopende trekbegren-20 zingsklep de schoorsteenbeluchting in hoofdzaak daardoor plaats vindt.
Bij het ontbreken van een afvoergasklep staat deze natuurlijk niet meer voor de oversturing van de trekbegrenzings-' klep ter beschikking. Voor dit geval wordt derhalve voorgesteld, 25 dat de trekbegrenzingsklep met een bedieningsapparaat gekoppeld is, dat in afhankelijkheid van de bedrijfstoestand van de haard bestuurd wordt, zodanig, dat de trekbegrenzingsklep gedurende een bedrijfspauze van de haard onafhankelijk van het op de trekbegrenzingsklep optredende drukverschil in een open stand ge-30 houden wordt.
Verdere mogelijkheden voor de automatische opening van de trekbegrenzingsklep in de bedrijfspauzen worden in het navolgende nog aangegeven.
De uitvinding wordt in het volgende nader toege-35 licht aan de hand van in de tekeningen weergegeven uitvoerings- 8101943 ( -8-.
9* V
voorbeelden daarvan.
Figuur 1 toont een afvoergasbuisstuk met een eerste uitvoeringsvorm van een klepinrichting volgens de uitvinding in zijaanzicht, 5 figuur 2 is een bovenaanzicht op de inrichting volgens figuur 1 in de pijlrichting II in figuur 1, figuur 3 is een ten opzichte van figuur 1 over 90° gedraaid aanzicht in de pijlrichting III in figuur 1, · .
figuur 1* toont een haard met een tweede uitvoe-10 ringsvorm van een klepinrichting volgens de uitvinding, figuur 5 toont een haard met een derde uitvoeringsvorm van een klepinrichting volgens de uitvinding en figuur 6 toont de klepinrichting volgens figuur 5 op grotere schaal.
15 In figuur 1 is een afvoergasbuisstuk met 10 aan gegeven. Dit afvoergasbuisstuk is aan het in figuur 1 onderste einde daarvan op een niet daarin weergegeven haard aangesloten.
Het in figuur 1 bovenste einde is op een schoorsteen aangesloten.
....... Binnen het afvoergasbuisstuk 10 is een afvoergas- 20 klep 12 aangebracht, welke om een zwenkas 1^ in het afvoergasbuis- 'stuk 10 zwenkbaar gelegerd is. De afvoergasklep 12 is in de open stand met een getrokken lijn weergegeven, en in de sluitstand met een stippellijn. Op het afvoergasbuisstuk 10 sluit zijdelings ' ' e'én zijbuis Ί6 aan. Dé'doorsnede van de zijbuis 16 is ongeveer 25 even groot als de doorsnede van de afvoergasbuis 10. De zijbuis 1.6 is aangesloten op de atmosfeer in de ruimte, waarin de haard opgenomen is, d.w.z. naar binnen deze ruimte toe open. In de zijbuis 16 is een buisvormig huis 18 opgenomen. Dit buisvormige huis 18 neemt een trekbegrenzingsklep 20 op, die om een zwenkas 22 30 zwenkbaar gelegerd is. De trekbegrenzingsklep 20 is met een bij voorkeur verstelbaar gewicht 2h belast, dat de trekbegrenzingsklep 20 in de richting naar de in figuur 1 met getrokken lijn weergegeven stand toe voorspant.
Op de afvoergasklep 12 is een meeneemarm 26 aan-35 gebracht, welke zich loodrecht op het vlak van de afvoergasklep 81019 43 * » ' r - 9 - 12 uitstrekt en welke in de open stand van de afvoergasklep 12 in hoofdzaak horizontaal gericht is en daar onder een randge-deelte 28 van de trekbegrenzingsklep 20 grijpt, zonder deze aan te raken. Wanneer de afvoergasklep 12 in de in figuur 1 ge-5 stippeld weergegeven sluitstand overgaat, stoot de meeneemarm 26 met zijn einde 30 tegen het randgedeelte 28 van de trekbegrenzingsklep 20 aan en brengt deze de trekbegrenzingsklep 20 over in de in figuur 1 gestippeld weergegeven stand.
Wanneer de meeneemarm 26 buiten ingrijping met de 10 trekbegrenzingsklep 20 staat, wordt deze aangesproken door het drukverschil p1 - p2, waarbij p1 de atmosfeerdruk rechts van de trekbegrenzingsklep 20 is en P2 de druk binnen de af voer gasgang. Wanneer het drukverschil pl - p2 een bepaalde nominale waarde overschrijdt, wordt de trekbegrenzingsklep 20 tegen de werking 15 van het gewicht 2k in de zin van de wijzers van het uurwerk ver- zwenkt, d.w.z. geopend, zodat de druk p2 toenemen kan en het drukverschil p1 - p2, d.w.z. de schoorsteentrek op een constante waarde geregeld wordt.
Zoals in figuur 2 gezien kan worden, is aan het 20 afvoergasbuisstuk 10 een aandrijfeenheid 32 door een montagedra- ger 3^ bevestigd.
Het geheel van de in figuur 1 tot en met 3 voorgestelde delen stelt derhalve een constructie-eenheid voor, die als geheel op de inbouwplaats ingebouwd kan worden, waarbij het 25 alleszins mogelijk is, het buisvormige huis 18 met de trekbegren zingsklep 20 op zijn beurt als voorgefabriceerd onderstelsel van de constructie-eenheid in de zijbuis 16 te steken.
In figuur 4 is de ketel van een haard met 111 aangegeven, en de brander van deze ketel is met 113 aangegeven.
30 Deze omvat een verbrandingsluchtaanjager 115· In de luchtaanzuig-gang 117 van de verbrandingsluchtaanjager 115 is een verbran-dingsluchtklep 119 aangebracht. Deze verbrandingsluchtklep 119 wordt van een stuurinrichting 121 van de brander uit zodanig bestuurd, dat deze vlak voor de inbedrijfstelling van de brander 35 opent en na het intreden van een .bedrijfspauze sluit. Een afvoer- 8101943 ♦ w - 10 - gasklep is in de afvoergasgang 123 niet aanwezig. In een afvoer-gasbuisstuk 110 is een zijbuis 116 aangebracht. In deze zijbuis 116 is een trekbegrenzingsklep 120 aangebracht, die voor wat betreft het constructietype daarvan met de trekbegrenzingsklep 5 120 volgens figuur 1 tot en met 3 overeenstemmen kan. De trek begrenzingsklep 120 is door tussenkomst van een door een dode-stand . . te bewegen stangenstelsel 125 .verbonden met een aandrijfinrichting 127» bijvoorbeeld een electromotor,-die van de stuurinrichting 121 uit bestuurd wordt. Het bedieningsstangen-10 stelsel 125 omvat een eerste stangenstelselgedeelte 129 met een langwerpig gat 131 en een tweede stangenstelselgedeelte 133, dat · glijdend met een glijkop in het langwerpige gat 131 geleid wordt. In de weergegeven stand is de trekbegrenzingsklep 120 gesloten. Deze kan onder inwerking van een drukverschil p1 - p2 15 door zwenken in de zin van de wijzers van het uurwerk om de zwenk- as 122 openen. Een dergelijke zwenkopeningsbeweging wordt door het door een dodestand te bewegen stangenstelsel 125 niet belemmerd, daar de glijkop 135 in het langwerpige gat 131 naar onder ..... glijden kan. Tot zover de toestand van de trekbegrenzingsklep 20 gedurende het bedrijf van de haard. Wanneer de haard buiten be drijf staat, wordt de verbrandingsluchtklep 119 door het bedien-apparaat 121 gesloten en wordt het stangenstelselgedeelte 129 door de motor 127 uit de stand volgens figuur 4 in een verder omlaag gelegen stand verschoven, zodat de glijkop 135 van het ein-25 de van het langwerpige gat 131 mee omlaag genomen wordt en de trekbegrenzingsklep 120 onafhankelijk van het drukverschil p1-p2 in een open stand gebracht wordt, waarin een voldoende door-luchting van de schoorsteen 137 verzekerd is.
De verbrandingsluchtklep 119 is niet absoluut ver-30 eist. Deze kan in elk geval lang achterwege blijven, wanneer de inwendige weerstand van de verbrandingslucht-afvoergasgang door de haard van de ingang van de verbrandingsluchtgang 117 tot de plaats van de trekbegrenzingsklep 120 zo groot is, dat gedurende de bedrijfsfasen bij geopende trekbegrenzingsklep 122 geen ‘ 35 hoofdzakelijke luchtdoortrek door de haard plaats· vindt, d.w.z. .
8101943 - 11 - de schoorsteenbeluchting in hoofdzaak via de trekbegrenzings-klep 122 plaats vindt.
De uitvoeringsvorm van figuur 5 correspondeert in .vergaande mate met die volgens figuur 4. Analoge delen zijn 5 met dezelfde verwijzingscijfers aangegeven als in figuur ^ tel kens vermeerderd met het getal 100.
Als verschil ten opzichte van figuur U wordt het hedieningsapparaat door een drukdoos 127 gevormd, die met een tem-peratuurtaster 239 verbonden is. De t emperatuurtast er 239 is in 10 de afvoergasgang binnen het afvoergasbuisstuk 210 aangebracht.
Het overdrachtsmechanisme van de drukdoos naar de trekbegrenzings-klep 220 is hetzelfde als in figuur k.
In figuur 6 is het stangenstelselgedeelte 233 met een hefboom 2U1 verbonden, die vast met de trekbegrenzingsklep 15 220 verbonden is. Met stippellijnen is ook aangegeven, hoe de drukdoos 227 vervormt, wanneer de haard buiten bedrijf gaat. Daarbij treedt een opening van de trekbegrenzingsklep 220 op.
8101943

Claims (23)

1. Haard met een op de afvoergasgang in de stro-mingsrichting achter de haard aangesloten beluchtingsopening met een beluchtingsklep, welke 'in periodieke samenhang met de 5 buitenbedrijfstelling van de haard te openen en in periodieke samenhang met de . inbedrijf stelling van de haard te sluiten is, en voorts met een op de afvoergasgang in de stromingsrichting ’ achter de haard aangesloten trekbegrenzingsopening met een trek- · begrenzingsklep, waarbij deze trekbegrenzingsklep in de richting 10 naar een sluitstand toe voorgespannen is en door een daarop uitgeoefend drukverschil p1 - p2 (schoorsteentrek) tussen de druk p2 in de afvoergasgang en de in het gegeven geval hogere druk p1 op de buitenzijde daarvan te openen is, zodanig, dat bij het overschrijden van een nominale waarde van dit drukverschil de 15 trekbegrenzingsklep in toenemende mate opent in de zin van het bewaren van een bepaald drukverschil, gekenmerkt doordat de beluchtingsopening door de trekbegrenzingsopening (l6) en de beluch-tingsklep door de trekbegrenzingsklep (20) gevormd is, waarbij de trekbegrenzingsklep (20) gedurende een bedrijfspauze van dé haard 20 onafhankelijk van het op de trekbegrenzingsklep (20) optredende drukverschil (p1 - p2) in een open stand gehouden wordt.
2. Haard volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat bij aanbrenging van een afvoergasklep in de afvoergasgang, welke r " ** '· ·* · ‘ in periodieke samenhang met de 'inbedrijfstelling van de haard 25 geopend wordt en in periodieke samenhang met de buitenbedrijf- stelling van de haard gesloten wordt, de trekbegrenzingsklep (20) met de afvoergasklep (12) zodanig gekoppeld is, dat de trekbegrenzingsklep (20) bij gesloten afvoergasklep (12) onafhankelijk van het op de trekbegrenzingsklep (20) optredende drukverschil 30 (p1 - p2) in een open stand gehouden wordt.
3. Haard volgens conclusie 2, gekenmerkt doordat de afvoergasklep (12) en de trekbegrenzingsopening (16) met trekbegrenzingsklep (20) tot een constructie-eenheid samengevat zijn.. Haard volgens conclusie 2 of 3,'gekenmerkt 35 doordat de trekbegrenzingsopening (16) met trekbegrenzingsklep 81019 43 - 13 - (20) aan een afroergastuisstuk (10) aangebracht is, dat in de afvoergasweg tussen de haard en de schoorsteen ligt en dat ook de afvoergasklep (12) opneemt.
5. Haard volgens conclusie 4, gekenmerkt doordat 5 de trekbegrenzingsklep (20) in een van het afvoergasbuisstuk (10) in hoofdzaak loodrecht op de as daarvan afstaande zijbuis (16) aangebracht is.
6. Haard volgens conclusie 5» gekenmerkt doordat de trekbegrenzingsklep (20) in een huis (18) aangebracht wordt, 10 dat in een zijbuis (16) op te nemen is.
7· Haard volgens een der conclusies 1 tot en met 6, gekenmerkt doordat aan de afvoergasklep (12) een meenemer (26) aangebracht is, welke in de open stand van de afvoergasklep (12) buiten verbinding met de trekbegrenzingsklep (20) staat en 15 bij het sluiten van de afvoergasklep (12) met de trekbegrenzingsklep (20) in ingrijping komt en deze in de open stand daarvan meeneemt.
8. Haard volgens conclusie 7» gekenmerkt doordat bij zwenkbare legering van de afvoergasklep (12) en van de trek- 20 begrenzingsklep (20) om onderling evenwijdige zwenkassen (ïk, 22. de meenemer van de afvoergasklep (12) door een meeneemarm (26) gevormd is, welke zich in hoofdzaak loodrecht op het vlak van de afvoergasklep (12) uitstrekt en met zijn einde (30) een van de zwenkas (22) van de trekbegrenzingsklep (20) verwijderd 25 randgedeelte (28) van de trekbegrenzingsklep (20) aangrijpt, wanneer de afvoergasklep (12) uit de open stand in de richting naar de afsluitstand toe beweegt.
9. Haard volgens een der conclusies 2 tot en met 8, gekenmerkt doordat de afvoergasklep (12) motorisch bediend 30 wordt, bijvoorbeeld door een onder spanning continu tot de stilstand ai te remmen electromotor (32).
10. Haard volgens conclusie 9s gekenmerkt doordat een aandrijfaggregaat (32) voor de afvoergasklep (12) aangebracht is aan een afvoergasbuisstuk (10), waarin de afvoergasklep (12) 35 opgenomen is. 8101943 s - 1U - ν'
11. Haard volgens een der conclusies 1 tot en met 10, gekenmerkt doordat deze met . een aan j aagbrander uitgerust is.
12. Haard volgens een der conclusies 2 tot en 5 met 9, gekenmerkt doordat deze en de afvoergasgang voor de afvoer- gasklep (12) geen stromingsverzekering hebben.
13. Haard volgens een der conclusies 1 tot en ' met 12, gekenmerkt doordat deze met vloeibare of gasvormige brand stof werken kan. 10 1U. Haard volgens een der conclusies 2 tot en met 13. gekenmerkt doordat de afvoergasklep (12) in afhankelijkheid van de bedrijfstoestand van de haard zodanig bediend wordt, dat deze voor de ontsteking van de brander opent.
15· Haard volgens een der conclusies 2 tot en met 15 1U, gekenmerkt doordat de afvoergasklep (12) in afhankelijkheid van de bedrijfstoestand van de haard zodanig bediend wordt, dat deze na het afschakelen van de brander met vertraging sluit.
16. Haard volgens een der conclusies 2 tot en met 15, gekenmerkt doordat de afvoergasklep (12) in de gesloten 20 stand van de afvoergasgang in hoofdzaak dicht sluit.
17· Haard volgens een der conclusies 2 tot en met 16, gekenmerkt doordat de afvoergasklep (12) in tenminste één tussenstand tussen de afsluitstand en de open stand in te stellen ' ' -1 ! ψ-τ ·' is,'waarbij in deze tussenstand'de trekbegrenzingsklep (20) 25 mechanisch niet beïnvloed wordt door de afvoergasklep (12).
18. Haard volgens een der conclusies 2 tot en met 8 of 11 tot en met 17, gekenmerkt doordat de afvoergasklep (12) in afhankelijkheid van de temperatuur in de afvoergasgang in die zin te verstellen is, dat deze bij toenemende temperatuur in de 30 richting naar de open stand toe te verstellen is.
19. Haard volgens conclusie t, 11 of 13, gekenmerkt doordat de trekbegrenzingsklep (120) met een bedienings-apparaat (127) gekoppeld is, dat in afhankelijkheid van de bedrijf stoestand. van de haard (111, 113) bediend wordt, zodanig, dat 35 de trekbegrenzingsklep (120) gedurende een bedrijfspauze van de 8101943 * - 15 - haard onafhankelijk van het op de trekbegrenzingsklep (120) optredende drukverschil (p1 - p2) in een open stand gehouden wordt.
20. Haard volgens conclusie 19, gekenmerkt doordat het bedieningsapparaat (127) door een stuurinrichting (121) 5 van de brander (113) bestuurd wordt.
21. Haard volgens conclusie 19 of 20, gekenmerkt doordat het bedieningsapparaat (127) uit een electromotor bestaat, bij.voorkeur een onder spanning continu tot de stilstand af te rammen electromotor. 10 · 22. Haard volgens conclusie 19, gekenmerkt doordat het bedieningsapparaat (227) door een temperatuurtaster (229) bestuurd wordt, welke aan de temperatuur binnen de haard (211) of binnen de afvoergasgang (223) blootgesteld is.
23. Haard volgens conclusie 22, gekenmerkt door-15 dat het bedieningsapparaat (227) uit een drukdoos bestaat, waar van de binnendruk door de temperatuurtaster (239) bestuurd wordt. 2h. Haard volgens een der conclusies 9 tot en met 23, gekenmerkt doordat het bedieningsapparaat (227) door tussenkomst van een door een dodestand te bewegen drijfwerk (225) 20 met de trekbegrenzingsklep (220) verbonden is.
25. Haard volgens een der conclusies 9 tot en met 2k, gekenmerkt doordat de haard (111, 113) geen afvoergasklep heeft. ’26. Haard volgens conclusie 25, gekenmerkt doordat 25 in de aanzuiggang (117) van de brander (113) van de haard (111) een verbrandingsluchtklep (119) aangebracht is, welke gedurende de bedrijfspauze van de haard gesloten is en in periodieke samenhang met de inbedrijfstelling van de haard opent.
27. Haard volgens conclusie 25, gekenmerkt door-30 dat bij kleploze uitvoering van de verbrandingslucht-afvoergas- gang (117, 113, 111, 123) door de haard (111) naar de schoorsteen (137) de stromingsweerstand van de trekbegrenzingsklep (120) in de gedurende bedrijfspauzen automatisch optredende open stand hoofdzakelijk kleiner is dan de stromingsweerstand van deze ver-35 brandingslucht-afvoergasgang tot de plaats van de trekbegrenzings- 8101943 - 16 - klep (120).
28. Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekeningen. 8101943
NLAANVRAGE8101943,A 1980-04-22 1981-04-21 Gasafvoerinrichting voor een haard. NL188915C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3015472A DE3015472C2 (de) 1980-04-22 1980-04-22 Zugbegrenzer- und Belüftungsanordnung an einer Feuerstätte
DE3015472 1980-04-22

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8101943A true NL8101943A (nl) 1981-11-16
NL188915B NL188915B (nl) 1992-06-01
NL188915C NL188915C (nl) 1992-11-02

Family

ID=6100659

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8101943,A NL188915C (nl) 1980-04-22 1981-04-21 Gasafvoerinrichting voor een haard.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US4404956A (nl)
AT (1) AT389753B (nl)
CH (1) CH658711A5 (nl)
DE (1) DE3015472C2 (nl)
FR (1) FR2480908B1 (nl)
NL (1) NL188915C (nl)

Families Citing this family (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4461274A (en) * 1982-03-25 1984-07-24 Cauffman Eugene W Outdoor furnace
DE3234009C2 (de) * 1982-09-14 1990-08-23 Joh. Vaillant Gmbh U. Co, 5630 Remscheid Abgasabführeinrichtung mit einer Steuerung für eine brennstoffbeheizte Wärmequelle
DE3429247A1 (de) * 1984-08-08 1986-02-20 Luitpold Dipl.-Ing. 8000 München Kutzner Feuerungsanlage mit kaminbelueftungsklappe
HU200226B (en) * 1987-11-23 1990-04-28 Borsod Abauj Zemplen Megyei Ta Method and apparatus for securing condensationless operating state of gas flue offtake systems
DE3943192C2 (de) * 1989-12-28 1999-07-01 Kutzner & Weber Gmbh Kaminbelüftungseinrichtung
DE4309146C1 (de) * 1993-03-22 1994-09-15 Kutzner & Weber Gmbh Nebenluft - Einlaßvorrichtung am Abgaskanal einer Feuerstätte
DE10225082B4 (de) * 2002-06-05 2007-04-26 Hitachi Power Europe Gmbh Absperreinrichtung an Kohlenstaubbrennern einer Kohlenstaubfeuerung
US7351198B2 (en) * 2004-06-02 2008-04-01 Ethicon Endo-Surgery, Inc. Implantable adjustable sphincter system
US8122580B2 (en) * 2008-06-26 2012-02-28 American Railcar Industries, Inc. Methods for manufacturing an axle
US8939141B2 (en) 2010-06-22 2015-01-27 Gregory Krueger Air intake modulator and method of using
US9638428B1 (en) * 2011-07-21 2017-05-02 Field Controls, Llc Oven structure
DE102014002276A1 (de) * 2014-02-19 2015-08-20 Karl Stefan Riener Rauchgasklappeneinrichtung
CN112728588B (zh) * 2021-01-05 2023-01-06 内蒙古正能化工集团有限公司 一种节能环保型兰炭采暖炉

Family Cites Families (18)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1721089A (en) * 1929-07-16 Damper frame
US440229A (en) * 1890-11-11 keith
DE91786C (nl) *
US208800A (en) * 1878-10-08 Improvement in stove-pipe dampers
US85931A (en) * 1869-01-19 Theophilus hessenbruch
US2011103A (en) * 1935-08-13 Furnace damper
US656895A (en) * 1899-12-20 1900-08-28 Frederick L King Combined damper-regulator and ventilator.
US1562584A (en) * 1924-10-20 1925-11-24 William J Pfeifer Damper mechanism or draft regulator
US1943342A (en) * 1931-03-16 1934-01-16 Emco Mfg Company Draft regulator
US1963640A (en) * 1932-01-27 1934-06-19 Morris S Alexander Damper means and draft regulating means for furnaces
US2009782A (en) * 1934-07-07 1935-07-30 Fred J Maurer Damper and gas control means
FR790292A (fr) * 1935-05-20 1935-11-16 Régulateur nouveau ou perfectionné pour régler le tirage dans un carneau
US2401553A (en) * 1943-06-30 1946-06-04 Hotstream Heater Co Control means for draft regulators
US2508885A (en) * 1944-03-15 1950-05-23 Ted J Mackay Draft controlling stack damper mechanism for conserving heat in furnaces
US2612319A (en) * 1949-06-03 1952-09-30 Fuel Reduction Engineers Inc Draft control
US3236228A (en) * 1963-03-20 1966-02-22 Hodgins Comb Devices Ltd Smoke pipe and damper therefor
BE795467A (fr) * 1972-02-18 1973-05-29 Poubelle Robert J Appareil pour stabiliser automatiquement une pression ou une depression
DE2728897A1 (de) * 1977-06-27 1979-01-11 Heinz Huesch Verfahren und vorrichtung zur steuerung der abluft von heizkesseln

Also Published As

Publication number Publication date
US4404956A (en) 1983-09-20
ATA162481A (de) 1989-06-15
DE3015472A1 (de) 1981-10-29
FR2480908B1 (fr) 1987-03-06
FR2480908A1 (fr) 1981-10-23
AT389753B (de) 1990-01-25
NL188915C (nl) 1992-11-02
CH658711A5 (de) 1986-11-28
DE3015472C2 (de) 1985-08-01
NL188915B (nl) 1992-06-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8101943A (nl) Haard met trekbegrenzing en beluchting.
FR2461200A1 (fr) Systeme de chauffage a cheminee d&#39;echappement
US2546714A (en) Motor operated flue damper carrying a pressure operated auxiliary damper
US3861855A (en) Automatic combustion control
BE1006319A3 (nl) Inrichting voor het regelen van de schoorsteenkracht in verwarmingsapparaten.
US3965886A (en) Home fireplace heating
US6378516B1 (en) Damper-controlled gas supply system
US4155699A (en) Heat saving device for space heating furnace
US1963640A (en) Damper means and draft regulating means for furnaces
US218596A (en) Improvement in automatic dampers
CA1102901A (en) Energy saving flue damper
BE1022829B1 (fr) Foyer avec dispositif de compensation d&#39;air
FR2525740A3 (fr) Dispositif de chauffage utilisant des combustibles solides
EP0400757A2 (en) Gas-fired heating apparatus
US2086671A (en) Spark eliminator and smoke consumer
WO1981003057A1 (en) Arrangement for firing solid fuels
US682826A (en) Open fireplace.
US623353A (en) Smoke-consumer
US1954125A (en) Damper control
US840520A (en) Draft-regulator for furnaces.
US1956297A (en) Furnace regulator
GB334088A (nl)
US660085A (en) Automatic smokeless furnace.
US1139350A (en) Means for preserving boiler-flues.
FR2519117A1 (fr) Dispositif pour commander automatiquement la fermeture du volet d&#39;obturation du conduit d&#39;evacuation des fumees sur une cheminee

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: KUTZNER + WEBER GMBH

V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Free format text: 20010421