NL8101665A - Plaatvormige verwarmingsinrichting. - Google Patents

Plaatvormige verwarmingsinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL8101665A
NL8101665A NL8101665A NL8101665A NL8101665A NL 8101665 A NL8101665 A NL 8101665A NL 8101665 A NL8101665 A NL 8101665A NL 8101665 A NL8101665 A NL 8101665A NL 8101665 A NL8101665 A NL 8101665A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
plates
elevations
shaped
heating
plate
Prior art date
Application number
NL8101665A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Kabel Metallwerke Ghh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kabel Metallwerke Ghh filed Critical Kabel Metallwerke Ghh
Publication of NL8101665A publication Critical patent/NL8101665A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24DDOMESTIC- OR SPACE-HEATING SYSTEMS, e.g. CENTRAL HEATING SYSTEMS; DOMESTIC HOT-WATER SUPPLY SYSTEMS; ELEMENTS OR COMPONENTS THEREFOR
    • F24D3/00Hot-water central heating systems
    • F24D3/12Tube and panel arrangements for ceiling, wall, or underfloor heating
    • F24D3/14Tube and panel arrangements for ceiling, wall, or underfloor heating incorporated in a ceiling, wall or floor
    • F24D3/141Tube mountings specially adapted therefor
    • F24D3/142Tube mountings specially adapted therefor integrated in prefab construction elements
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02BCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO BUILDINGS, e.g. HOUSING, HOUSE APPLIANCES OR RELATED END-USER APPLICATIONS
    • Y02B30/00Energy efficient heating, ventilation or air conditioning [HVAC]

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Steam Or Hot-Water Central Heating Systems (AREA)
  • Surface Heating Bodies (AREA)

Description

N/30.110-St/lb ‘ ~ *
Plaatvormige verwarmingsinrichting.
De uitvinding betreft een plaatvormige verwarmings-inrichting gevormd door een aantal met een gemeenschappelijk verwarmingsoppervlak op elkaar aansluitende platen, die althans aan hun werkzame zijde resp. bovenzijde een laag 5 van een de warmte goed geleidend materiaal hebben en die zijn verdeeld in middenplaten en ter weerszijden tegen de einden daarvan aansluitende onderling gelijke kopplaten, waarbij in de warmte-geleidende laag van de middenplaten op regelmatige afstanden van elkaar liggende, rechte even-10 wijdige groeven zijn gevormd voor het opnemen van secties van een daarin passende verwarmingsbuis, die zich tussen een toevoeraansluiting en een retouraansluiting voor een stromend warmte-overdragend medium door een aantal middenplaten uitstrekt en die daartoe in de kopplaten telkens over 180° is 15 omgebogen, waarbij bij voorkeur de kopplaten ter plaatse van de buisbochten geen groeven hebben en de verwarmingsbuis om uit het oppervlak van de kopplaten omhoogstekende verhogingen is gelegd.
Uit het Duitse "Offenlegungsschrift" 2.847.902 is 20 een plaatvormige verwarmingsinrichting bekend, die uit een aantal warmte-geleidende platen bestaat, die althans aan de bovenzijde resp. aan de werkzame zijde een laag van een de warmte goed geleidend materiaal met daarin gevormde leigroeven voor verwarmingsbuizen heeft.
25 Voor koperen buizen, die ter vermijding van knik niet met een kromtestraal van kleiner dan 100 mm mogen worden gebogen, is deze bekende constructie niet geschikt, als men ter vergroting van het warmtedebiet de montageafstand tussen de buizen kleiner dan 200 mm wil kiezen.
30 De uitvinding beoogt de verwarmingsinrichting van de in de aanhef genoemde soort zodanig te verbeteren, dat de inrichting met montage-afstanden van 100-300 mm van met kunststof bemantelde of blanke koperen buizen kan worden uitgevoerd, dus de inrichting zo uit te voeren, dat montage-35 afstanden van bijvoorbeeld 100 mm, 200 mm, 300 mm en meer met het zelfde platensysteem kunnen worden toegepast.
De plaatvormige verwarmingsinrichting volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk, dat de kopplaten 8101665 i % - 2 - aan de ene zijde van de middenplaten over een afstand gelijk aan de kleinste gewenste montage-afstand tussen de rechte buissecties, bij voorkeur gelijk aan de afstand tussen de middens van de leigroeven in de middenplaten, ten opzichte 5 van de aan de andere zijde van de middenplaten liggende kop-plaat versprongen zijn geplaatst. Wezenlijk voor de uitvin-is, dat ten minste bij montage-afstanden, die kleiner zijn dan twee maal de kleinst toelaatbare kromtestraal van de koperbuis, de ombuiglussen van de verwarmingsbuis ter 10 plaatse van hun grootste zijdelingse afmeting versprongen ten opzichte van elkaar liggen.
Bij een uitvoering, waarbij de kopplaten bij hun tegen elkaar aansluitende zijkanten van verhogingen zijn voorzien en voorts op een afstand ter grootte van ongeveer 15 de buisdiameter daarvan af liggende eilandvormige verhogingen hebben, is het volgens de uitvinding gunstig gebleken, als, gezien in bovenaanzicht, de kopplaten in het midden een verhoging met lusvormige omtrek en ter weerszijden daarvan tandvormige, van de stootvoeg met de midden-20 ' platen uitgaande verhogingen hebben, die zich tot naast de eilandvormige verhogingen uitstrekken, op een afstand ter grootte van ongeveer de diameter van de verwarmingsbuis van de lusvormige en de eilandvormige verhogingen verwijderd liggen, en waarvan het uiteinde in de richting naar de 25 naastliggende eilandvormige verhoging toe afgebogen is.
Deze uitvoering maakt op zeer eenvoudige wijze een variatie van de montage-afstand mogelijk zonder dat een kleinere kromtestraal dan de toelaatbare kromtestraal van de koperbuis optreedt.
30 Omdat bij het leggen van de koperbuis in de leigroeven wordt uitgegaan van een koperbuis in rolvorm waarin derhalve spanningen optreden, heeft de koperbuis de neiging om bij de plaatsen, waar de montagerichting niet met de buiging van de buis in de rol overeenstemt, uit de 35 leigroeven te treden. Ter oplossing van dit probleem zijn bij voorkeur volgens de uitvinding voor het vasthouden van de verwarmingsbuis ten minste enkele van de verhogingen, waartegen de buis aanligt, van uitspringende nokken voorzien. Een andere mogelijkheid bestaat volgens de uitvinding 40 daaruit, dat de door de verhogingen van verschillende aard 81016 6 5 * *' - 3 - gevormde leigroeven voor het vasthouden van de verwarmingsbuis op bepaalde plaatsen met een losneembare opsluitstrip zijn afgedekt.
Volgens een gunstige uitvoeringsvorm van de uit-5 vinding bedraagt de breedte van de middenplaten ca. 500 mm, de breedte van de kopplaten ca. 400 mm en de afstand tussen de leigroeven in de middenplaten 100 mm. Ook andere uitvoeringen zijn echter denkbaar. Bij voorkeur is daarbij de kromtestraal van de omtrek van de lusvormige verhoging op 10 de plaats, waar de verwarmingsbuis daar tegenaan ligt, ten minste gelijk aan maar bij voorkeur groter dan de kleinst mogelijke kromtestraal van deze buis.
Het is gunstig om bij het leggen van de verwarmingsbuis een buigtoestel toe te passen. Dit buigtoe-15 stel bestaat uit een schijf met een straal, die correspondeert met de kleinst mogelijke buigstraal van de verwarmingsbuis, waarbij de schijf op zijn ondervlak geleidingsribben heeft, die voor het vastzetten van de schijf in de groeven worden gestoken. Dit buigtoestel wordt op een kopplaat 20 gelegd en de verwarmingsbuis wordt om de schijf gebogen en in de leigroeven geplaatst resp. om de verhogingen gelegd. Hierna wordt het hulptoestel weer verwijderd.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.
25 Fig. 1 is een bovenaanzicht van een vloer, die van een plaatvormige verwarmingsinrichting volgens de uitvinding is voorzien; fig. 2 is op grotere schaal een dwarsdoorsnede door een verbreed leigroefdeel resp. door een tussen twee 30 verhogingen liggende verdieping; en fig. 3 is een dergelijke doorsnede als fig. 2 van een variant.
De plaatvormige vloerverwarmingsinrichting van fig. 1 is samengesteld uit middenplaten 1 en kopplaten 2a 35 en 2b, die ter weerszijden tegen de eindranden van de middenplaten 1 aansluiten. De middenplaten 1 hebben rechte evenwijdig lopende leigroeven 3, die op onderlinge afstanden van 100 mm van elkaar liggen. In het getekende uitvoeringsvoorbeeld heeft elke middenplaat vijf van zulke 40 leigroeven 3. De kopplaten 2a en 2b zijn onderling gelijk 8101665 - 4 - uitgevoerd en hebben elk in het midden een verhoging 4 met een lusvormige omtreksvorm, twee ter weerszijden daarvan liggende eilandvormige verhogingen 5 en twee tandvormige verhogingen 6, die zich vanaf de stootvoeg van de kopplaat 5 met de middenplaten 1 over enige afstand tussen de verhogingen 4 en 5 uitstrekken. Langs de lange randen van de kopplaten 2a en 2b zijn voorts nog in hoofdzaak rechthoekvormige verhogingen 7 en 8 gevormd.
De kopplaten 2b zijn over een afstand gelijk aan 10 de rastermaat, dus de afstand tussen de middens van twee naast elkaar liggende leigroeven 3 in de middenplaten l, ten opzichte van de kopplaten 2a versprongen geplaatst. Hierdoor is het mogelijk om de montage-afstand tussen de in de leigroeven 3 te plaatsen secties van de verwarmingsbuis 15 te variëren en wel vanaf een minimum gelijk aan deze rastermaat tot een veelvoud daarvan, waardoor ook het warmte-debiet gevarieerd kan worden.
In fig. 1 is door een onderbroken lijn het mon-tageschema van een verwarmingsbuis met verschillende 20 montage-afstanden aangegeven. De verwarmingsbuis komt van een niet getekende verdeler (rechts onder in fig. 1) en wordt bij een gewenste montage-afstand van bijvoorbeeld 100 mm eerst tussen een eilandvormige verhoging 5 en de naastliggende randverhoging 7 doorgevoerd en bereikt dan de daarop aan-25 sluitende leigroef 3 van een middenplaat 1. Vanuit deze leigroef wordt de buis tussen de tandvormige verhoging 6 en de lusvormige verhoging 4 van de tegenover liggende kop-* plaat 2a gevoerd en om deze lusvormige verhoging 4 gebogen, waarna de buis op de getekende wijze zigzagsgewijs door 30 de middenplaten 1 en de kopplaten 2a en 2b verder loopt. Essentieel is daarbij, dat bij een montage-afstand van bijvoorbeeld 100 mm de verwarmingsbuis telkens tussen twee naast elkaar liggende lange lussen om twee lusvormige verhogingen 4 in een kortere lus tussen een tandvormige 35 verhoging 6 en de naastliggende eilandvormige verhoging 5, vervolgens tussen de aangrenzende verhogingen 8 en 7 en dan weer aan de andere zijde daarvan tussen een eilandvormige verhoging 5 en de naastliggende tandvormige verhoging 6 is doorgevoerd. In de tekening is duidelijk te zien, dat 40 de kromtestraal van de verwarmingsbuis ter plaatse van de 8101665 - * - 5 - kopplaten 2a en 2b ondanks de kleine montage-afstand van slechts 100 mm in de middenplaten 1 niet kleiner is dan de minimaal toelaatbare buigstraal van de buis. Dit is mogelijk, omdat de lusvormige ombuigingen van de verwar-5 mingsbuis in de kopplaten 2a en 2b op de getekende wijze versprongen ten opzichte van elkaar liggen. Tussen de smalle delen van de lange lussen ligt daarbij telkens het brede deel van een korte lus.
De tandvormige verhogingen 6 hebben een zodanige 10 vorm, dat zij op geen enkele plaats, waar de verwarmingsbuis daar tegenaan ligt, de buis zodanig vervormen, dat de kromtestraal daarvan kleiner is, dan de kleinst mogelijke buigstraal.
In het middelste deel van fig. 1 is het symmetrische 15 verloop van de verwarmingsbuis aangegeven bij een montage-afstand van 200 mm tussen de door de middenplaten 1 lopende buissecties.
Bij het leggen van de verwarmingsbuis met een montage-afstand van 300 mm, als aangegeven in het linker 20 gedeelte van fig. 1, wordt de buis eerst om een lusvormige verhoging 4 van een kopplaat 2a gelegd, op de tegenover liggende kopplaat 2b tussen een tandvormige verhoging 6 en de betrokken lusvormige verhoging 4 doorgevoerd, dan tussen de verhogingen 7 en 8 naar de naastliggende kopplaat 25 2b doorgeleid en vandaar op dezelfde wijze weer naar de betrokken middenplaat 1 gevoerd.
Tenslotte wordt de verwarmingsbuis op de getekende wijze weer naar de verdeler teruggevoerd.
In fig. 2 is een doorsnede door een tussen twee 30 verhogingen van een kopplaat liggend leigroefdeel. Zowel de middenplaten 1 als de kopplaten 2a, 2b bestaan uit een onderste laag 9 van een warmte-isolerend materiaal, bijvoorbeeld polystyreen, en een met deze laag 9 vast verbonden laag 10 van een warmte-geleidend keramisch mate-35 riaal. Dit materiaal bestaat in hoofdzaak uit een sterk verdicht keramisch mineraalmateriaal, waaraan stoffen van een hoger warmte-geleidend vermogen zijn toegevoegd ten- -einde de warmte-geleidbaarheid en de sterkte van het plaatmateriaal te vergroten. In de laag 10 zijn de 40 leigroeven 3 en de telkens tussen twee verhogingen liggende 81 01 665 - 6 - kanalen of groeven gevormd. De in deze groeven en kanalen liggende verwarmingsbuis 11 bestaat uit een dunwandige getrokken koperbuis 12, die met een geextrudeerde kunst-stofmantel 13 op basis van polyvinylchloride is bekleed.
5 De kunststofmantel 13 is op niet getekende wijze van naar het oppervlak van de koperbuis 12 gerichte driehoekige ribben voorzien, opdat de mantel 13 zich bij de bedrijfs-temperatuur als gevolg van de uitzetting van de koperbuis 12 beter naar de leigroeven 3 voegt.
10 Daar de verwarmingsbuis 11 in de vorm van een buigzame, tot een ringvormige rol opgewikkelde buis bij de bouwplaats wordt afgeleverd, treden in de verwarmingsbuis als gevolg van het opwikkelen daarvan mechanische spanningen op. Deze mechanische spanningen kunnen ertoe 15 leiden, dat de verwarmingsbuis 11 uit het montagevlak omhoog wil bewegen. Om dit verhinderen zijn op bepaalde plaatsen opsluitstrippen 15 aangebracht, die om een pen 14 draaibaar zijn en die na het inplaatsen van de verwarmingsbuis 11 in het betrokken kanaal over dit kanaal 20 worden gedraaid.
Een andere mogelijkheid om het uittreden van de verwarmingsbuis te verhinderen is in fig. 3 getekend.
Hier heeft de laag 10 uitstekende nokken 16, die het kanaal 3 ten dele overdekken. De verwarmingsbuis 11 wordt 25 ter plaatse van de nokken 16 van bovenaf schuin in het kanaal naar binnen gevoerd. De beschreven opsluitstrippen 15 of nokken 16 moeten op bepaalde plaatsen van de middenplaten 1 en de kopplaten 2a en 2b worden aangebracht, zodanig, dat het leggen van de verwarmingsbuis 11 in een 30 plat vlak zonder grote moeilijkheden mogelijk is. In fig.
1 is een aantal van deze plaatsen met een kruis aangeduid.
Na het plaatsen van de verwarmingsbuis 11 in de kanalen worden de platen met een folie afgedekt, waarna op conventionele wijze estrich wordt opgebracht. Daardoor 35 worden een ononderbroken goed loopvlak, een effectieve bescherming van de verwarmingsbuis en voldoende ruimte voor het opnemen van warmte-uitzettingen verkregen.
8101665

Claims (5)

  1. 3. Verwarmingsinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat voor het vasthouden van 5 de verwarmingsbuis (11) ten minste enkele van de verhogingen (4, 5, 6, 7, 8), waartegen de buis (11) aanligt van uitspringende nokken (16) zijn voorzien.
  2. 4. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, m e t het kenmerk, dat de door de verhogingen (4, 5, 6, 7, 10 8) van verschillende aard gevormde leigroeven voor het vasthouden van de verwarmingsbuis (11) daarin op bepaalde plaatsen met een verwijderbare opsluitstrip (15) zijn afgedekt .
  3. 5. Verwarmingsinrichting volgens één der voor- 15. afgaande conclusies, met het kenmerk, dat de breedte van de middenplaten (1) ongeveer 500 mm, de breedte van de kopplaten (2a, 2b) ongeveer 400 mm en de afstand tussen de leigroeven (3) in de middenplaten (1) 100 mm bedraagt.
  4. 6. Inrichting volgens één der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kromtestraal van de omtrek van de lusvormige verhogingen (4) op de plaats, waar de verwarmingsbuis (11) daar tegenaan ligt, ten minste gelijk is aan, maar bij voorkeur groter 25 is dan de kleinst mogelijke kromtestraal van de buis.
  5. 7. Verwarmingsinrichting volgens één der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de leigroeven (3) in de middenplaten (1) aan beiden einden trechtervormig wijder worden. 8101 665
NL8101665A 1980-07-19 1981-04-03 Plaatvormige verwarmingsinrichting. NL8101665A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE19803027430 DE3027430A1 (de) 1980-07-19 1980-07-19 Plattenheizung
DE3027430 1980-07-19

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8101665A true NL8101665A (nl) 1982-02-16

Family

ID=6107610

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8101665A NL8101665A (nl) 1980-07-19 1981-04-03 Plaatvormige verwarmingsinrichting.

Country Status (8)

Country Link
AT (1) AT379885B (nl)
BE (1) BE887661A (nl)
CH (1) CH652193A5 (nl)
DE (1) DE3027430A1 (nl)
DK (1) DK86781A (nl)
FR (1) FR2487050A1 (nl)
IT (1) IT1137571B (nl)
NL (1) NL8101665A (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SE501933C2 (sv) * 1993-12-22 1995-06-26 Erroell Ab Golvvärmesystem samt sätt vid förläggning av ett golvvärmesystem på bärande bjälkar
DE202008004383U1 (de) * 2008-03-28 2009-04-30 Mero-Tsk International Gmbh & Co Kg Flächentemperierungsaufbau

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2248228C3 (de) * 1972-10-02 1980-12-18 Hans Dr.-Ing. 7410 Reutlingen Lutz Flüssigkeitsflächenheizung für Fußböden
DE2641245C3 (de) * 1976-09-14 1979-03-08 Gerhard 5952 Attendorn Rosenberg Rechteckige Platte aus Hartschaum mit einem zur Aufnahme einer flexiblen Rohrleitung, insbesondere für eine Fußbodenheizung dienenden Rillensystem
DE7729992U1 (de) * 1977-09-28 1978-01-05 Felix Schuh + Co Gmbh, 4300 Essen Daemmplatte fuer schwimmende fussboeden mit fussbodenheizung
DE2805070C2 (de) * 1978-02-07 1982-04-29 Dier, geb.Neurohr, Irmgard, 6680 Neunkirchen Grundplatte für eine Heiz- und/oder Kühleinheit
DE7934557U1 (de) * 1979-12-08 1980-03-27 Steinruecke, Elmar, 4600 Dortmund Formplatte fuer warmwasser-fussbodenheizung

Also Published As

Publication number Publication date
FR2487050B1 (nl) 1983-07-29
CH652193A5 (en) 1985-10-31
BE887661A (fr) 1981-06-15
DE3027430A1 (de) 1982-02-25
ATA60381A (de) 1985-07-15
FR2487050A1 (fr) 1982-01-22
IT1137571B (it) 1986-09-10
IT8121608A0 (it) 1981-05-08
DK86781A (da) 1982-01-20
AT379885B (de) 1986-03-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4326366A (en) Support plate for guiding heating pipes of a floor or wall heating system
CA2158302C (en) Hydronic radiant heat distribution panel and system
DE3005752C2 (de) Wärmetauschermatte aus elastomerem Material, insbesondere für Fußboden-oder Wandheizungen
RU2256040C2 (ru) Установочный элемент для установки по существу прямых, параллельных частей теплопередающего проводника и способ его изготовления
EP2056024A1 (de) Flächenheizung, insbesondere Fußbodenheizung
EP0113477A1 (de) Flüssigkeitsflächenheizung für Fussböden
IT1068099B (it) Impianto di riscaldamento con acqua calda nel pavimento
NL8101665A (nl) Plaatvormige verwarmingsinrichting.
DE69700061D1 (de) Thermische Übertragungsschicht für das Erzeugen von Bildern mit metallischem Glanz
NL7900711A (nl) Vloereenheid.
DE2535522A1 (de) Fussbodenheizung
CZ283171B6 (cs) Způsob výroby plošného topného nebo chladicího tělesa a deska pro vytvoření obkladu stěny
ITMO20070105A1 (it) Apparato riscaldante
DE3325180C2 (de) Heizkörper für eine mit Wasser gespeiste Fußbodenheizung
US3637975A (en) Areal heating element
EP0003541B1 (de) Grundplatte für eine Heiz- und/oder Kühleinheit
DE2915975C2 (de) Vorgefertigtes Einbauelement für Flüssigkeitsflächenheizungen
DK146365B (da) Taginddaekningsplade
SE501933C2 (sv) Golvvärmesystem samt sätt vid förläggning av ett golvvärmesystem på bärande bjälkar
JP3431702B2 (ja) 暖房配管用基材
NL8120188A (nl) Dak met schubvormig aangebrachte dakbedekkingselementen.
JP3810317B2 (ja) 床暖房パネル
JPH0332694B2 (nl)
NL8304189A (nl) Met warm water werkende vloerverwarming.
JPH11114734A (ja) パイプ整列シート

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed