NL8100319A - Verstelinrichting voor rugsteunen en rugleuningen van zetels en dergelijke. - Google Patents

Description

-1- ^ -

Verstelinrichting voor rugsteunen en rugleuningen van zetels en diergelijke

De uitvinding heeft betrekking qp een verstelin-richting voor rugsteunen aan rugleuningen van zetels en der gelijke, in het bijzonder van bureaustoelen, autostoelen en dergelijke, waarbij een beweegbaar en een veerdeel bevestigd plaatvormig vorm-5 deel in de richting loodrecht op het leuningvlak en in verticale richting verstelbaar is.

Uit het Duitse octrooischrift 1 404 666 zijn zetels met verstelbare rugsteunen bekend, waarbij het veerdeel door middel van een schroefbout en een handvat, een handwiel of dergelijk 10 constructiedeel versteld kan worden en het veerdeel in een langs-sleuf in een framedeel verschuifbaar is. Hierbij is het handwiel met een schroefbus, die met de schroefbout in aangrijping is zonder ten opzichte daarvan te kunnen draaien, en axiaal verschuifbaar ten opzichte van de schroefbout aangebracht. Door indrukken van 15 het handwiel vindt een koppeling daarvan met de schroefbus plaats, waardoor een verticale verstelling van de inrichting aan de rugleuning mogelijk gemaakt wordt. Bij teruggetrokken stand van het handwiel kan een verstelling van het veerdeel loodrecht op het leuningvlak uitgevoerd worden. Bij de bekende inrichting kan de verstelling 20 van de rugsteun alleen direct aan de verstelinrichting uitgevoerd worden, waarbij het mee ver schuivende handwiel voor de bediening ten opzichte van de achterwand van de rugleuning vooruitsteken moet. Bovendien moet hierbij de achterwand een langssleuf hebben, waardoor het gevaar bestaat, dat het verstelmechanisme vervuilen, kan.

25 Bovendien is het mechanisme zelf nog te bewerkelijk.

De uitvinding beoogt een verstelinrichting van het in het voorgaande vermelde type te verschaffen, waarbij het veerdeel door middel van een met een schroefbus in aangrijping verkerende schroefbout en een handvat in dwarsrichting ten opzichte 30 van de leuning instelbaar en in een langssleuf in een framedeel verschuifbaar is, en waarbij het handvat voor de verstelling van het vormdeel op een willekeurige plaats op de rugleuning aangebracht 8100319 i' «i -2- en de achterwand van de rugleuning gesloten uitgevoerd kan worden. Het verstelmechanisme is volgens de uitvinding gekenmerkt doordat een met zijn hartlijn evenwijdig aan het leuningvlak verschuifbaar gelegerde stelas aangebracht is, die door tussen-5 komst van drij fwerkorganen direct of indirect met de schroefbus van de schroefbout of met een loodrecht op het framedeel verlopende tandstang gekoppeld kan worden. Bij voorkeur is de as met een handwiel verbonden, waarbij tussen de as en het handwiel een buigzaam bedieningsorgaan, bijvoorbeeld een trekkabel of 10 dergelijke, aangébracht kan zijn.

Door een dergelijke uitvoering van de verstelin-richting wordt het mogelijk gemaakt, het hanteringsdeel voor de verschillende soorten van bediening van de verstelinrichting op een willekeurige plaats op de rugleuning te kunnen aanbrengen, 15 bij voorkeur op het zijvlak daarvan. Door de evenwijdig aan het leuningvlak. liggende stelas is het verstelmechanisme uiterst plat geconstrueerd. Het kan· derhalve op de rugkant van de rugleuning gemakkelijk. verdekt aangebracht worden. Vooruitstekende delen zijn niet meer aanwezig en niet zichtbaar. Daardoor wordt het 20 gevaar voor een verwonding van personen per ongeluk ondervangen. Verder zijn open sleuven of openingen op de rugwand van de rugleuning niet nodig, zodat het gevaar voor een vervuiling van een verstelmechanisme ondervangen wordt. De instelinrichting is gemakkelijk te hanteren.

25 Volgens een verder aspect van de uitvinding is de schroefbus bij voorkeur als wormwiel uitgevoerd, waarmee een los op de as gelegerde worm in aangrijping verkeren kan. De as zelf kan door middel van een .„pai of dergelijke aan de worm vastgemaakt worden. Door de toepassing van een worm en wormwiel wordt een zelf-30 remmjng van het drijfwerk bereikt, zodat de instelling in elke stand gearreteerd wordt. Door losmaken van de aspen van de worm kan telkens de hoogteverstelling uitgevoerd worden.

De hoogteverstelling van het vormdeel is te bewerkstelligen doordat de as tenminste één ten opzichte daarvan 35 niet draabaar daarmee verbonden en met de tandstang samenwerkend 8 1 0 0 3 1 9 -3- tandwiel heeft, waarbij het tandwiel alleen dan met de tandstang sanenwerkt, wanneer de as axiaal verschoven is, zodat bij bediening van een en hetzelfde handwiel een verandering aan de instelling van het vormdeel in de richting loodrecht op 5 het leuningvlak niet mogelijk is. Bij voorkeur staat de verschuifbare as axiaal onder veerdruk, zodat de ene soort instelling, namelijk, ten opzichte van de dieptestand van het vormdeel met betrekking tot het leuningvlak door middel van het handwiel steeds mogelijk is. De verschuifbaarheid van 10 de as is gemakkelijk door middel van een verstelbare nok of dergelijke uit te voeren.

Volgens de uitvinding is er voorts in voorzien, dat de as, die het voerdeel draagt, achter de geleiding van het framedeel grijpt. Dit verschaft een eenvoudige en be-15 trouwbare legering van het veerdeel, dat het vormdeel draagt.

Bij voorkeur is het vormdeel van een aantal aanbrengplaatsen voor het veerdeel voorzien, zodat het vormdeel met betrekking tot het veerdeel in verschillende hoogtestanden aangebracht kan worden. Het handvat voor de draaiing van de as kan ook uit 20 een inrichting net ratelwerking bestaan.

De uitvinding wordt in het volgende nader toegelicht aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoerings-voorbeeld daarvan.

Fig. 1 toont een uitvoeringsvoorbeeld van de 25 verstelinrichting volgens de uitvinding in zijaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede en in schema bij een zwenkbare rugleuning voor een automobiel of dergelijke.

Fig. 2 stelt een aanzicht in de richting van de pijl II in fig. 1 op de verstelinrichting met de hanterings-30 delen in schema voor.

Fig. 3 t/m 10 tonen aanwij sinrichtingen in samenhang met de beschreven verstelinrichting.

Fig. 3 toont een uitvoeringsvorm van de aanwijs-inrichting op de rugkant van de verstelinrichting in langs-35 doorsnede.

8100319 * "Λ.

-4-

Fig. 4 is een doorsnede volgens IV-IV in fig. 3.

Fig. 5 en 6 tonen in langsdoorsnede en in doorsnede volgens VI-VT in fig. 5 de aanbrenging van de aanwijsinrichting bij indirecte bedieningsmogelij kheid van de verstelinrichting met 5 de hand.

Fig. 7 geeft schematisch de aanbrenging van de aanwijsinrichting op enige afstand van de verstelinrichting in doorsnede weer.

Fig. 8, 9 en 10 tonen schematisch in aanzicht, 10 in doorsnede en sin bovenaanzicht een verdere uitvoeringsvorm van de aanwijsinrichting.

De rugleuning 1,- die om een dwarsas 1 zwenkbaar gelegerd kan zijn, heeft op de rugkant een frame 3, waaraan een als rugsteun dienend vormdeel 4 in hoogte en dwars op de hoogte-15 richting versteld aangebracht is. Het vorjndeel 4 wordt gedragen door een veerdeel 5, dat door middel van een pen 6 met het vormdeel 4 verbanden is. De verdere boringen 7 dienen voor het omsteken van de pen 6 voor een aanbrenging van het veerdeel 5 op een andere hoogte van het vormdeel 4, Aan het boveneinde is het veer-20 deel 5 beweegbaar verbonden aan een as 8, die achter de geleiding van het framedeel 3 grijpt. Aan de voorkant van het vormdeel 4 kunnen leibanden of draden voor de begrenzing van de uitslag van het vormdeel 4 als steunplaat aangebracht zijn.

In een schijf 11, die in een langssleuf 12 in 25 het framedeel 3 verschuifbaar gelegerd is, bevindt zich een schroef- 14 bus 13, waarin een schroefbout met een schroef deel 15 aangebracht is. De schroefbout 14 is aan het buiteneinde in aangrijping met het veerdeel 5 op een zodanige wijze dat de axiale verstelling van de schroefbout 14 door middel van de schroefbus 13 het veerdeel 5 30 meer of minder ver uitgezwehkt gehouden wordt. De schijf 11 is met een of meer bladveren 16 verbonden, die tegen het framedeel 3 aanliggen en met daarop verdeeld aangebrachte rustplaatsen samenwerken.

Met de schroefbuis 13 is een wormwiel 17 is ten opzichte daarvan niet draaibaar verbonden, dat in aangrijping 35 verkeert met een worm 18, die los op een as 19 gelegerd is.

8 1 0 0 3 1 S

*· -5-

De as 19 is van radiaal verlopende pennen 20 voorzien, die met open groeven of sleuven 21 in het wormdeel 18 in ingrijping kunnen kernen. De worm 18 is met zijn schacht 18a stationair opgencmen in een leger 22. Met de as 19 zijn tandwielen 23 ten opzichte 5 daarvan niet draaibaar verbonden, bijvoorbeeld door middel van de pennen 24, waarbij de tandwielen 23 bestond zijn on in aan-grijping te kanen met de stationaire tandstangen 25. De as 19 staat in de asrichting onder inwerking van een vering 26, waardoor de tandwielen 23 buiten ingrijping met de tandstangen 25 gehouden 10 worden en de pennen in de groeven 21 in het Wormdeel 18 ingrijpen.

Een handwiel 28, dat bijvoorbeeld op een zijdeel 29 van het framedeel 3 aangebracht kan zijn, dient voor het draaien van de as 19 voor tussenkomst van een buigzaam overbrengingsorgaan 30, bijvoorbeeld door tussenkomst van een buigzame as of een 15 trekkabel of dergelijke, waarbij het buigzame overbrengingsorgaan 30 door een hulsel 31 omgeven is. Door draaien van de as 19 door middel van het handwiel 28 en van het buigzame overbrengingsorgaan 30 wordt de schroefbout 14 in de asrichting verschoven en zodoende het vormdeel 4 als steunplaat van de afsteuning van de 20 wervelkolom, van de zich op de zetel bevindende persoon meer of minder uitgezwenkt.

Wanneer het handwiel in de asrichting iets uitgetrokken wordt, wordt de as 19 door tussenkomst van het buigzame overbrengingsorgaan 30 - in het vlak van tekening van fig. 2 -25 naar links verschoven. Hierbij kanen de tandwielen 23 met de tandstangen 25 in ingrijping. Tegelijk treden de pennen 20 uit de groeven 21 of dergelijke. Bij het draaien van het uitgetrokken handwiel 28 wordt de gehele verstelinrichting 13 t/m 18 voor het veerdeel 5 'en de steunplaat 4 langs de sleuf 12 in hoogterichting 30 verschoven of neergelaten. Een verandering van de zwenkstand van het veerdeel 5 vindt hierbij niet plaats. Wanneer de hoogtever-stelling beëindigd is, wordt het handwiel 28 weer ingedrukt, zodat de as 19 onder inwerking van de veer 26 - in het vlak van tekening beschouwd - naar rechts vejzwenkt wordt. Hierbij kan bij draaien van de - 35 as 19 door middel van het handwiel 28 de pen 20 weer in de bijbehorende 8 1 00 3 1 9 * A.

-6- groef 21 inspringen, zodat een draaien aan het handwiel 28 nu een verstellen van het veerwiel 5 net het vormdeel 4 bewerkstelligt.

De as 19 is hierbij in een sponning 32 geleid.

De verschuiving van de as 19 in de asrichting kan 5 ook langs mechanische weg uitgevoerd worden. Hiertoe kan een stelhefboom 33 aangebracht zijn, die met een excentrisch uitgevoerde bus 34 verbonden is, die op zijn beurt in vaste verbinding staat met een nokdeel 35. Het nokdeel heeft een als oploop uitgevoerd vlak 36, waardoor bewerkstelligd wordt, dat bij draaien 10 van de stelhefboom 33 cm de as van het overbrengingsorgaan 30, het handwiel 28 zo ver naar buiten verschoven kan worden, dat bij het verschuiven van de as 19 de tandwielen 23 met de tandstangen 25 in ingrijping kanen. Bij het terugdraaien van de stelhefboom 33 wordt de as 19 tegelijk onder inwerking van de veer 26 in 15 tegengestelde richting verschoven. Met 37 is een koppelingdeel en met een 38 een legerbok aangegeven.

Voor de hantering van de verstelinrichting resp. voor de controle van de stand van het vormdeel 4, dat de rugsteun vormt, is het van bijzonder belang, telkens de ingestelde stand 20 van het rugsteunvormdeel te kunnen controleren. Voor de individuele instelling van de verstelinrichting en ook voor het geval, dat verschillende standen van het rugsteunvormdeel aan een en dezelfde zetel gewisseld moeten worden, bijvoorbeeld dan wanneer de automobiel door verschillende bestuurders bestuurd wordt, is het van 25 belang, dat de telkens ingestelde stand door een schaal cmvat kan worden, om na te gaan, welke instelling het rugsteunvormdeel heeft en cm bij tussentijdse verstelling de gewone stand van het vormdeel weer te kunnen herstellen. De standen van het vormdeel hangen namelijk telkens van de rugvorm van de betreffende 30 persoon af, bijvoorbeeld of het om een hol kruis (lordose) of om een ronde rug (kyphose) gaat.

Hiertoe dient een aanwij sinrichting 40, die indirect of direct met desdroefbus 13 gekoppeld kan worden. De aanwij sinrichting 40 heeft een schaalplaat 41 en een wijzer 42.

35 Bij voorkeur is de schaalplaat 41 niet draaibaar ten opzichte daar- 8100319 -7- % van, bijvoorbeeld door middel van een tweekant 43 of meerkant, met de draaibare schroefbus 13 verbonden, terwijl de stationair in de schroefbus 13 aangebrachte bout 4 een wijzer 42hee£fc, waarbij de schaalplaat 41 een schaalindeling cp het vlak 41a hébben kan.

5 De wijzer 42 is net de vast aangébrachte schroefbout 14 ten opzichte daarvan niet draaibaar verbonden. Dit kan op zodanige wijze geschieden, dat de wijzers 42 met de in doorsnede onrond gehouden schacht 42a in een corresponderende uitsparing 14a in de schroefbout 14 ingestoken is, waarbij tegelijk een axiale 10 verschuifbaarheid van de wijzer 42 gewaarborgd is. Doordat de schroefbout 14 door het ingrijpen van het veerdeel 5 in het vorkdeel 14b tegen verdraaien geborgd is, wordt namelijk bij verdraaien van de schroefbus 13 de schroefbout 14 meer of minder in de asrichting verschoven, waardoor het rugsteunvormdeel 4 een 15 meer of minder grote uitslag inneemt. Het is ook mogelijk, de schaalplaat 41 aan een niet draaibaar aangébrachte schroefbout 14 aan te brengen en de wijzer 42 met de draaibare schroefbus 13 te verbinden. De wijzer 42 wijst bij verdraaien van de schaalplaat 41 op de schaal de graad van de verstelling van het rugsteun-20 vormdeel 4 aan.

Fig. 5 en 6 tonen een in zoverre gewijzigde uitvoeringsvorm dat de schaalplaat 41 door middel van klemmen 44 met vertandingen 45 met de schroefbus 13 in aangrijping verkeert, zodat de schroefbus 13 door middel van de schaalplaat 41 voor een 25 handverstelling verdraaid kan worden, waarbij de afstandverstelling door de as 19 vervallen kan. De bladveer 16 kan door eigen voor-spanning zo tegen het framedeel 3 aanliggen, dat de telkens optredende hoogteinstelling van de schijf 11 alleen door wrijving bewaard wordt. Bij voorkeur is de bladveer 16 in een ringgroef 30 11a in de schijf 11 gelegerd en kan net een bajonetsluiting in deze ringgroef gébracht worden.

Bij de uitvoeringsvorm van fig. 7 is de aanwijs-inrichting 41, 42 aan het vrije einde van de as 19 aangebracht, waarbij de aanwij sinrichting door middel van een buigzame as 47 35 van de verstelinrichting verwijderd aangébracht kan zijn, bijvoor*- 8100319 -8- beeld op het instrumentenbord van een automobiel of dergelijke.

In dit geval is de schaalplaat 41 ten opzichte daarvan niet draaibaar verbonden met een ondersteuning 48, die aan het frame 3 geschroefd kan zijn, terwijl de wijzer 42 door middel van een 5 koppelingingreep 49 met de draaibare as 19 verbonden is. Wanneer de as 19 door de hoogteverstelling van de gehele verstelinrichting axiaal in de pijlrichting verschoven wordt, zodat het rondsel 23 met de tandstang 25 in ingrijping kont, komen de tegenoverstaande einddelen van de as 19 en 47 automatisch los, zodat de aanwijs-10 inrichting bij hoogteverstelling van de gehele inrichting niet bediend wordt, maar alleen bij verstelling van het rugsteunvorm-deel 4.

Fig. 8 t/m 10 tonen een andere uitvoeringsvorm 40a van de aanwijsinrichting. Hierbij is een wijze: 50 als vork 15 uitgevoerd, waarbij in de door de vork gevormde langssleuf 51 een als aanwijsinrichting dienende slede 52 aangebracht is. Deze slede 52 is in aangrijping met een spiraalvormig verlopend ge-leidingsdeel 53 van een schaalplaat 54. Dit kan aldus geschieden, dat een pen 52a in het geleidingsdeel 53 als spiraalvormig 20 uitgevoerde groef ingrijpt. Bij verdraaiing van de schaalplaat 54 glijdt de slede als aanwijsdeel in radiale richting op en neer, zodat de telkens optredende radiale stand van de slede 52 de uitslag van het rugsteunvormdeel 4 als een schaal aangeeft.

In plaats van de spiraalgroef 53 kan ook een spiraalribbe aange-25 bracht worden, die door een als vork uitgévoerd pendeel van de slede 52 omvat wordt.

8100319

Claims (15)

1. Verstelinrichting voor rugsteunen aan rugleuningen van zetels en dergelijke, in het bijzonder bureaustoelen, autostoelen en dergelijke, waarbij een beweegbaar aan een veerdeel bevestigd plaatvormig vormdeel in de richting loodrecht op het leu-5 ningvlak en in verticale richting verstelbaar is, waarbij het veerdeel door middel van een met een schroefbus in aangrijping verkerende schroefbout en een handvat in dwarsrichting ten opzichte van de leuning instelbaar en in een langssleuf in een framedeel verschuifbaar is, gekenmerkt doordat een met zijn 10 hartlijn evenwijdig aan het leuningvlak verschuifbaar gelegerde stelas (19) aangebracht is, die door tussenkomst van drijf-werkorganen (18, 17) direct of indirect met de schroefbus (13) of met een loodrecht op het framedeel (3) verlopende tand-stang (25) fcoppelbaar is.

2. Verstelinrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de schroefbus (13) met een wormwiel (17) ten opzichte daarvan niet draaibaar verbonden is, waarmee een los op de as (19) gelegerde worm (18) in aangrijping verkeert, en waarbij de as (19) door middel van pennen (20) of dergelijke 20 aan de worm (18) vastgemaakt is.

3. Verstelinrichting volgens conclusie 1 of 2, gekenmarkt doordat de as (19) tenminste één ten opzichte daarvan niet draaibaar verbonden en met de tandstang (25) samenwerkend - tandwiel (23) heeft.

4. Verstelinrichting volgens een der conclusies 1 t/m 3, gekenmerkt doordat de as (19) door middel van een verstelbare nok (35) of dergelijke axiaal verschuifbaar is, en waarbij de as (19) axiaal onder veerwerking (26) staat.

5. Verstelinrichting volgens een der conclusies 30. t/m 4, gekenmerkt doordat de as (19) met een handwiel (28) in verbinding staat, en waarbij tussen de as (19) en het handwiel (28) een buigzaam overbrengingsorgaan (30), bijvoorbeeld een trekkabel of dergelijke, aangébracht is.

6. Verstelinrichting volgens een der conclusies 8100319 -ιοί t/m 5/ gekenmerkt doordat de as (8), die het veerdeel (5) draagt, achter de geleiding van het franedeel (3) grijpt.

7. Verstelinrichting volgens een der conclusies 1 t/m 6, gekenmerkt doordat het vormdeel (4) een aantal aanbrengplaat- 5 sen (7) voor het veerdeel (5) heeft.

8. Verstelinrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat een aanwijsinrichting (40, 40a) voor de stand van het rugsteunvormdeel (4) met betrekking tot het framedeel (3), d.w.z. het leuningvlak, indirect of direct met de schroefbus 10 (15) gekoppeld is.

9. Verstelinrichting volgens conclusie 8, gekenmerkt doordat met de schroefbus' (13) een schaalplaat (41) ten opzichte daarvan niet draaibaar, bijvoorbeeld door middel van een tweekant, meerkant of door middel van klemmen (44), verbonden is, en waait»!j 15 de stationair in de schroefbus (13) aangebrachte schroefbout (14) een wijzer (42) heeft.

10. Verstelinrichting volgens conclusie 8 of 9, gekenmerkt doordat de wijzer (42) met de schroefbout (14) ten opzichte daarvan niet draaibaar en tegelijk axiaal verschuifbaar 20 (42a, 14al verbonden is.

11. Verstelinrichting volgens conclusie 8, gekenmerkt doordat de met de schroefbus (13) in aangrijping verkerende stelas. (191’ van een deel van de aanwijsinrichting, bijvoorbeeld de wijzer (421, voorzien is en het andere deel van 25 de aanwijsinrichting, bijvoorbeeld de schaalplaat (41), met een ondersteuning (481 verbonden is..

12. Verstelinrichting volgens conclusie 8 of 11, gekenmerkt doordat tussen het einde van de stelas (19) en de aanwijsinrichting (41, 42) een buigzame as (47) tussengeschakeld 30 is.

13. Verstelinrichting volgens conclusie 8, 11 of 12, gekenmerkt doordat de stelas (19) onderbroken is, waarbij de tegenoverstaande einddelen van de stelas en de buigzame as (47) als. een koppeling (49). met elkaar in aangrijping konen.

14. Verstelinrichting volgens een der conclusies 8100319 -ΐ- ·* -11- 8 t/m 13, gekenmerkt doordat de wijzer (15) als vork (51) uitgèvoerd en in de vork een slede (52) aangebracht is, en waarbij de slede (52) net een spiraalvormig verlopend geleidingsdeel (53) van de schaalplaat (54) in aangrijping verkeert.

15. Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekeningen. 8100319