NL8100249A - Sierbevestiging voor ritssluitingschuiven. - Google Patents
Sierbevestiging voor ritssluitingschuiven. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8100249A NL8100249A NL8100249A NL8100249A NL8100249A NL 8100249 A NL8100249 A NL 8100249A NL 8100249 A NL8100249 A NL 8100249A NL 8100249 A NL8100249 A NL 8100249A NL 8100249 A NL8100249 A NL 8100249A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- trigger
- slot
- decorative
- flaps
- pair
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A44—HABERDASHERY; JEWELLERY
- A44B—BUTTONS, PINS, BUCKLES, SLIDE FASTENERS, OR THE LIKE
- A44B19/00—Slide fasteners
- A44B19/24—Details
- A44B19/26—Sliders
- A44B19/262—Pull members; Ornamental attachments for sliders
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T24/00—Buckles, buttons, clasps, etc.
- Y10T24/25—Zipper or required component thereof
- Y10T24/2561—Slider having specific configuration, construction, adaptation, or material
- Y10T24/2589—Slider having specific configuration, construction, adaptation, or material with ornamental slider
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T24/00—Buckles, buttons, clasps, etc.
- Y10T24/50—Readily interlocking, two-part fastener requiring either destructive or tool disengagement
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T403/00—Joints and connections
- Y10T403/70—Interfitted members
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T403/00—Joints and connections
- Y10T403/70—Interfitted members
- Y10T403/7016—Diametric end slot is joint component
Landscapes
- Slide Fasteners (AREA)
Description
- * "'x ____ _ 4::. ' 4.
CS- -
Sierbevestiging voor ritssluitingschuiven.
De uitvinding heeft betrekking op een sierbevestiging die kan worden gemonteerd op de trekker van een ritssluitingschuif.
Een aantal sierbevestigingen is reeds bekend, die kunnen worden bevestigd aan trekkers van een schuif teneinde daaraan een 5 aantrekkelijker ui terlijk te geven. Een goed voorbeeld van een dergelijke sierbevestiging is beschreven in het Amerikaanse octrooi-schrift 4.193.172 en bestaat uit een decoratief lichaam van veerkrachtig materiaal dat voorzien is van een gleuf waarin de trekker met kracht kan worden gestoken. De sierbevestiging bestaat uit een 10 uitsteeksel dat zich uitstrekt in de gleuf en dat kan worden geplaatst in een gat in de ingestoken trekker voor het vergrendelen van de bevestiging en de trekker aan elkaar. Deze bekende sierbevestiging heeft echter het nadeel dat enige spierkracht nodig is om de bevestiging met de trekker te verenigen, terwijl de bevestiging ook niet 15 past op trekkers van verschillende dikte, en het grendeluitsteeksel van de bevestiging heeft de neiging om te slijten of uit te buigen indien hij wordt onderworpen aan hoge belastingen die aldoor worden uitgeoefend wanneer de schuif wordt gehanteerd op een ritssluiting-ketting. De slijtage of het uitbuigen van het uitsteeksel leidt tot 20 het risico dat de sierbevestiging wordt toegestaan om los te raken van de trekker.
Een sierbevestiging voor een ritssluitingschuif heeft een paar van vrijdragende flappen die tesamen met een plaat een gleuf begrenzen voor het opnemen van een trekker van de schuif. De plaat 25 Cf de flappen hebben een nok die kan samenwerken met de trekker die is gestoken in de gleuf, om tot gevolg te hebben dat de trekker de flappen verplaatst of doet uitbuigen tegen de veerkrachtigheid daarvan totdat een zijdelings uitsteeksel op de trekker klikt in een gat dat grenst aan de flappen. Indien het zijdelingse uitsteeksel 30 in het gat is geplaatst, springen de flappen terug voor het vergrendelen van de trekker, "et deze veerkrachtige flappen kan de sierbevestiging worden bevestigd aan schuiftrekkers van verschillende dikte.
8100249
* Μ V
- 2 -
Het is een oogmerk van de uitvinding om een sierbevestiging voor ritsslaitingschuiven te leveren die gemakkelijk met één enkele handeling kan worden bevestigd aan schuiftrekkers.
Een ander oogmerk van de uitvinding is het leveren voor een 5 sierbevestiging die, indien hij aan een schuiftrekker is bevestigd, op betrouwbare wijze en stabiel op zijn plaats wordt gehouden en niet gaat slingeren.
Een ander oogmerk van de uitvinding is het leveren van een sierbevestiging voor ritssluitingschuiven die kan worden bevestigd 10 aan schuift rekkers met verschillende dikten.
De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin de wijze van voorbeeld een aantal uitvoeringsvormen van een sierbevestiging volgens de uitvinding is weergegeven. In de tekening toont: 15 fig. 1 in perspectief een sierbevestiging die is bevestigd aan een ritssluitingschuif, fig. 2 in perspectief op grotere schaal de sierbevestiging terwijl deze wordt geplaatst op een schuiftrekker, fig. 3 in perspectief op grotere schaal en gedeeltelijk door-20 gesneden een sierbevestiging terwijl deze past op de schuiftrekker, fig. 4 in bovenaanzicht, gedeeltelijk weggesneden een sierbevestiging waarin de schuiftrekker is gestoken, de figuren 5-7 verticale dwarsdoorsneden van progressieve stappen van het plaatsen van de sierbevestiging op de trekker, 25 de figuren 8-10 op grotere schaal doorsneden volgens de lij nen VIII-VIII, IX-IX, en X-X van de figuren 5, 6 en 7, fig. 11 hetzelfde als in fig. 4 doch thans van een vertikale dwarsdoorsnede van een sierbevestiging terwijl deze wordt geplaatst over een andere schuiftrekker, 30 fig. 12 hetzelfde als in fig. 4 doch thans een grotere dwars doorsnede van de sierbevestiging waarbij de trekker van fig. 11 wordt ingestoken, fig. 13 in perspectief een sierbevestiging volgens een andere uitvoeringsvorm terwijl deze aan een ritssluitingschuif wordt beves-35 tigd, 8100249 * Λ - 3 - fig. 14 een bovenaanzicht van de sierbevestiging van fig. 13 terwijl deze op een schuiftrekker wordt geplaatst, fig. 15 een bovenaanzicht van de sierbevestiging van fig. 13 terwijl deze is geplaatst op de schuiftrekker, 5 de fig. 16-18 dwarsdoorsneden van progressieve stappen van het plaatsen van de sierbevestiging.van fig. 14 op de trekker, en fig. 19 een dwarsdoorsnede van een gewijzigde sierbevestiging. Zoals in fig. 1 is weergegeven wordt een sierbevestiging 15 volgens de uitvinding geplaatst op een trekker 16 van een rits slui ting-10 schuif 17, waarbij de trekker 16 een in het midden geplaatst zijdelings uitsteeksel 18 (fig. 2) heeft aan een uiteinde daarvan. Het zijdelingse uitsteeksel 18 verdubbelt als een hulp bij het samenstellên van de schuif 17 en zowel als een vastgrijphulp indien de schuif 17 alleen wordt gebruikt zonder de sierbevestiging 15, of een grendelhulp in 15 conbinatie met de sierbevestiging 15.
De sierbevestiging 15 is bij voorkeur gemaakt van kunsthars zoals nylon, doch kan ook van ander veerkrachtig materiaal zijn gemaakt.
De sierbevestiging 15 omvat een langwerpig lichaam 19 met. een gleuf 20 (fig. 5 en 8) die zich daarin uitstrekt in de lengterichting vanaf een 20 einde van het lichaam 19 naar een punt in hoofdzaak in het midden van het lichaam 19. Hoewel dat niet is weergegeven kan het lichaam 19 geschilderd zijn of iijn gegrafeerd met een decoratief patroon indien dat gewenst is. De gleuf 20 wordt he grens d door een bodemplaat 21, een paar van vrij dragende flappen 22 en 23 die op afstand van elkaar liggen 25 tegenover de bodenplaat 21 en een paar van respectieve punteinden 24 en 125 hebben die zijn gericht naar elkaar en gezamenlijk een in lengte richting lopende spleet 26-begrenzen, een paar zijwanden 27 en 28 die zich uitstrekken tussen de bodenplaat 21 en de flappen 22 en 23 en de laatste ondersteunen, en een eindwand 29 die zich in hoofdzaak in het 30 midden van het lichaam 19 bevindt. Het lichaam 19 heeft ook een gat 30 dat wordt begrensd tussen einden van de flappen 22 en 23 en de eindwand 29 en in verbinding wordt gehouden met de gleuf 20. De gleuf 20 heeft een opening 31 (fig. 4) die zich bevindt aan het ene einde van het lichaam 19 in lengterichting in tegenoverliggend verband met de 35 eindwand 29.
8 1 0 0 2 4 9 ' * r - 4 -
De schuiftrekker 16 omvat een paar van tegenover elkaar opgestelde zijranden 32 en 33 die convergerend of taps zijn naar een punteinde 34 van de trekker 16.
Zoals het duidelijkst is weergegeven in de fig. 3 en 4, omvat-5 ten de zijwanden 27 en 28 een paar van zijdelingse geleidingsoppervlakken 35 en 36 die naar elkaar zijn gericht in de gleuf 20 en divergerend zijn naar het openeinde 31 van de gleuf 20 in complementaire verhouding tot de trekker 16. Een paar schouders 37 en 38 is opgesteld op de bodemplaat 21 en strekt zich uit langs de zijdelingse geleidings-10 oppervlakken 35 en 36 van de respectieve zijwanden 27 en 28, vanaf het openeinde 31 over de gehele lengte naar de eindwand 29. De schouders 37 en 38 hebben een paar respectieve hellingen 39 en 40 die zich daartussen uitstrekken en naar beneden hellen in de richting van een bovenvlak 41 van de bodemplaat 21.
15 De flappen 22 en 23 hebben een paar nokruggen 42 en 43 (fig.
8-10) die in de gleuf steken in de richting van de bodemplaat 21 en zich uitstrekken langs de puntranden 24 en 25 van de. respectieve flappen 22 en 23. Elke rug 42, 43 steekt in hoofdzaak progressief in de gleuf 20 in-een richting van het openeinde 31 naar de eindwand 29, 20 en omvat een tussengelegen stap 44 (duidelijkst zichtbaar in fig. 5- 7) en een neus 45 die grenzend is geplaatst aan het gat 30 en verder uitsteekt naar de bodemplaat 21 voorbijt de tussengelegen stap 44, ' die samenvalt met de neus 45 voor het leveren van een geleidelijk hellend overgangsoppervlak. Dg ruggen 42 en 43 zijn in hoofdzaak in 25 het midden geplaatst van de breedte van het lichaam 19 op gelijke afstanden van de respectieve zijwanden 27 en 28, zodat het zijdelingse uitsteeksel 18 van de trekker 16 in één lijn zal liggen met de ruggen wordt 42 en 43 indien de trekker 16 in de <jleuf 20 / gestoken.
Het lichaam 19 van de sierbevestiging 15 heeft een uitsparing 30 46 die het de gebruiker makkelijk maakt om de sierbevestiging 15 stevig vast te grijpen indien de schuif 17 wordt gehanteerd.
De sierbevestiging 15 zal op <È volgende wijze aan de trekker 16 kurmen worden bevestigd. De trekker 16 waarover de sierbevestiging 15 moet worden geplaatst, wordt gevormd door het indrukken en uit-35 drukken van een metaalstrook, en heeft een maximumbreedte (aan het 8100249 t Λ - 5 - uitsteeksel 18) dat bij voorkeur in hoofdzaak gelijk of iets kleiner of groter kan zijn dan de hoogte van de opening 31 van de gleuf 20 in het bevestigingslichaam 19. De sierbevestiging 15 wordt bewogen naar de trekker 16 teneinde de laatste toe te staan progressief te worden 5 gestoken in de gleuf 20 met het uitsteeksel 18 het meeste naar voren, zoals is weergegeven in fig. 5. Juist nadat de trekker 16 is begonnen met te komen in de gleuf 20, wordt de trekker 16 op het bovenoppervlak 41 van de bodemplaat 21 geplaatst (fig. 5 en 8). Terwijl de sierbeves-tiging 15 doorgaat voorwaarts te bewegen, beginnen de zijranden 32 en *•0 33 van de trekker 16 te bewegen over de hellingen 39 en 40. Doorgaande voortbeweging van de sierbevestiging 15 heeft tot gevolg dat de trekker 16 volledig over de schouders 37 en 38 beweegt -langs de respectieve hellingen 39 en 40, waarna het uitsteeksel 18 van de trekker 16 in samenwerking komt met de tussengelegen stappen 44 van de ruggen 42 en 43 en deze naar boven drukt, hetgeen totgevolg heeft dat de flappen 22 en 23 met kracht naar boven worden gedrukt weg van de bodemplaat 21. Terwijl de sierbevestiging 15 verder wordt bewogen, komen de neuzen 45 van de ruggen 42 en 43 in samenwerking met het uitsteeksel 18 van de trekker 16 en worden naar boven verplaatst, zoals is weergegeven in de figuren 6 en 9. Indien de rugneuzen 45 voorbij het uitsteeksel 18 bewegen, veren de flappen 22 en 23 terug onder de veerkrachtigheid daarvan naar beneden in de richting van de bodemplaat 21, waarna het uitsteeksel 18 in het gat 30 klikt, zoals is weergegeven in fig. 7.
De trekker 16 die op deze wijze is vergrendeld en gesloten in 25 de gleuf 20, wordt nu geperst door de flappen 22 en 23 naar beneden tegen de schouders 37 en 38, en de zijranden 32 en 33 van de trekker 16 worden stevig tegen de geleidingsoppervlakken 35 en 36 van de resp.
zijwanden 27 en 28 gehouden. De sierbevestiging 15 wordt dus stabiel vastgehouden op de trekker 16 tegen schommelende beweging. Het uit-30 steeksel 18 van de trekker 16 is gevangen en werkt samen met de einden van de flappen 22 en 23 die tendele het gat 30 begrenzen, teneinde te voorkomen dat de sierbevestiging met kracht wordt losgemaakt van de trekker 16, omdat de krachten die de neiging hebben om de sierbevestiging 15 van de trekker 16 te scheiden, bijvoorbeeld bij het hanteren van de schuif 17, in zijdelingse richting door de flappen 22 en 23 8100249 * - 6 - worden afgeleid. De flappen 22 en 23 hebben een mechanische sterkte die voldoende groot is in lengterichting om beschadigingen te voorkomen tengevolge van belastingen die worden uitgeoefend gedurende gebruik en het gevolg zijn van ferquent gebruik van de schuif 17. Verder kan 5 de sierbevestiging 15 gemakkelijk aan de trekker 16 worden bevestigd met een enkele handeling, eenvoudig door het plaatsen van de bevestiging 15 op de trekker 16 in één enkele slag.
De figuren 11 en 12 tonen de wijze Waarop de sierbevestiging 15 wordt bevestigd aan een schuiftrekker 47 die door spuitgieten is 10 gevormd en relatief dik is, waarbij de trekker 47 een zijdelings uitsteeksel heeft aan een punteinde daarvan. De sierbevestiging 15 kan op de trekker 47 worden geplaatst in in hoofdzaak dezelfde wijze zoals indien hij wordt bevestigd aan de trekker 16, behalve dat de flappen 22 en 23 zullen worden gedwongen uit te buigen over een grotere hoek 15 indien het uitsteeksel 48 samenwerkt met de ruggen 42 en 43, zoals in fig. 12 is weergegeven.
De sierbevestiging 15 kan dus worden bevestigd aan schuif-trekkers met verschillende dikten.
Zoals in fig. 13 is weergegeven is een sierbevestiging 50 20 volgens een andere uitvoeringsvorm cirkelvormig van uiterlijk en bevestigd aan een trekker 51 van een ritssluitingschuif 52, welke trekker 51 een zijdelingsuitsteeksel 53 heeft (fig. 14 en 18).
De sierbevestiging 50 heeft een cirkelvonnig schijfvormig-lichaam 54 (fig. 14) met een gLeuf 55, zoals is weergegeven in fig. 16. 25 De gleuf 55 wordt begrensd door een bodemplaat 56, een paar van vrij-dragende flappen 57 en 58 (fig. 14 en 15) met een paar puntranden 59 respectievelijk 60, met een spleet 61 daartussen, een paar zijopper-vlakken 62 en 63 die tegenover elkaar liggen, en een eindwand 64. Het bevestigingslichaam 54 heefteen rechthoekig gat 65 dat zich uitstrekt 30 over de spleet 61 en in verbinding staat met de g'leuf 55. De gleuf 55 heeft een openeinde 66 dat is afgekeerd van de eindwand 64, zoals is weergegeven in fig. 16.
De trekker 51 heeft een paar van tegenover elkaar gelegen zijranden 67 en 68 die convergerend of tap zijn naar een punteinde 69 35 van de trekker 51 waar zich het uitsteeksel 53 bevindt. De zijopper- 8 1 0 0 2 4 9 - 7 - vlakken 62 en 63 zijn divergerend naar het openeinde 66 van de gleuf 55 voor het complementair samenwerken met de zijranden 67 resp. 68.
Zoals het duidelijkst is weergegeven in fig. 16 is een nok-land 70 opgesteld op de bodemplaat 56 en strekt zich over de gleuf 55 5 uit. Het land 70 bevat een helling 71 die progressief naar beneden loopt in de richting van het openeinde 66 van de gleuf 55 en overgaat in een bovenoppervlak 72 van de bodemplaat 56. Het land 70 heeft ook een steunoppervlak 73 dat zich bevindt onder het gat 65 in in hoofdzaak samenvallende verhouding daartoe.
10 Indien de sierbevestiging 50 en de trekker 51 samen worden gebracht teneinde de laatste in de gleuf 55 te steken, wordt eerst de trekker 51 op de bodemplaat .56 geplaatst. Voortgaande beweging van de trekker 51 in de gleuf 55 heeft tot gevolg dat de trekker 51 begint te bewegen over de helling 71, en op hetzelfde moment veroorzaakt het 15 uitsteeksel 53 dat het drukken van de flappen 57 en 58 naar boven begint weg van de bodemplaat 56, zoals is weergegeven, in fig. 17. Indien de trekker 51 verder wordt ingestohen totdat het punteinde 69 tegen de eindwand 64 slaat, laat het uitsteeksel 53 de flappen 57 en 58 vrij en klikt in het gat 65, en gelijkertijd veren de flappen 57 20 en 58 naar beneden terug tengevolge van de eigen veerkracht zoals is weergegeven in fig. 18. De trekker 51 wordt dus vergrendelend in de sierbevestiging 50 vastgehouden indien deze eenmaal met elkaar zijn verbonden.
Fig. 19 toont een gewijzigde sierbevestiging 75 met een land 25 76 in de gleuf 77 die een schuift rekker 81 kan opnamen. Het land 76 bevat een helling 78 die stijler is dan de helling 71 {fig. 16-18) en die kan samenwerken met een tand 49 aan een punteinde 80 van de trekker 81, waarop een zijdelings uitsteeksel 82 is aangebracht. Indien de trekker 81 in de gleuf 77 wordt gestoken, slaat de tand 79 30 tegen de helling 78 en beweegt daarover naar het land 76, en de trekker 81 wordt in de sierbevestiging 75 vergrendeld indien het uitsteeksel 81 is geklikt in een gat 83. Met de gewijzigde sierbevestiging 75 kan het land 76 een relatief groot bovensteunoppervlak 84 leveren voor aanraking met de trekker 81, zodat de trekker 81 in dien hij is 35 ingestoken, stabièler in zijn stand op de sierbevestiging 75 kan worden 8 1 00 2 4 9 y <
** U
- 8 - gehouden.
Binnen het kader van de conclusies vallen ook andere uitvoeringsvormen dan in de tekening zijn weergegeven.
8100249
Claims (9)
1. Sierbevestiging voor een ritssluitingschuif met een trekker die voorzien is van een zijdelings uitsteeksel, met het kenmerk, dat hij bestaat uit: a) een lichaam met een plaat en een paar vrij dragende flappen 5 die tegenover de plaat liggen en punteinden hebben die naar elkaar toe zijn gericht, b) welke plaat en welk paar van vrij dragende flappen gezamenlijk een gleuf begrenzen voor het opnemen van de trekker, c) welk lichaam een gat heeft dat in verbinding staat met de gleuf 10 en is opgesteld grenzend aan de flappen, en d) een nok die uitsteekt in de gleuf om tot gevolg te hebben dat de trekker bij samenwerking daarmee de flappen verplaatst tegen veerkrachtige tegenwerking daarvan indien de trekker wordt gestoken in de gleuf, totdat het zijdelingse uitsteeksel van de trekkerrin 15 het gat is geklikt.
2. Sierbevestiging volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de gleuf open en gesloten einden heeft, terwijl de nok op pre — gressieve wijze uitsteekf in de gleuf in een richting vanaf het openeinde naar het gesloten einde.
3. Sierbevestiging volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de nok eindigt bij het gat.
4. Sierbevestiging volgens conclusie 1, roet het kenmerk, dat de nok een paar van evenwijdige ruggen bezit die zich bevinden op en langs de puntranden van de flappen naar de plaat.
5. Sierbevestiging volgens conclusie 4, roet het kenmerk, dat elk van het paar van ruggen een nokoppervlak heeft dat hellend is ten opzichte van de plaat.
6. Sierbevestiging volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het lichaam een paar van op afstand van elkaar gelegen zijwan- 30 den heeft die in zijdelingse richting daartussen de gleuf begrenzen en de respectieve vrijdragende flappen ondersteunen, welke zijwanden een paar van tegenover elkaar gelegen geleidingsoppervlakken hebben binnen de gleuf voor het geleiden van de schuif in dien de laatste in de gleuf wordt gestoken. 8 1 00 24 S - 10 -
7. Sierbevestiging volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de nok een land bezit dat zich bevindt op de plaat binnen de gleuf en een nokoppervlak dat hellend is ten opzichte van de plaat.
8. Sierbevestiging volgens conclusie 7,met het kenmerk, 5 dat het land zich uitstrekt over de gleuf en een steunoppervlak bezit dat zichtbevindt aan het gat in hoofdzaak in samenvallende verhouding daarmede.
9. Sierbevestiging zoals weergegeven in de tekening en/of besproken aan de hand daarvan. 8 1 00 2 4 9
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
JP1072680 | 1980-01-31 | ||
JP1980010726U JPS5937063Y2 (ja) | 1980-01-31 | 1980-01-31 | スライドフアスナ−用スライダ−の引手装飾体 |
JP8839380U JPS5941689Y2 (ja) | 1980-06-24 | 1980-06-24 | スライドフアスナ−用スライダ−の引手装飾体 |
JP8839380 | 1980-06-24 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8100249A true NL8100249A (nl) | 1981-09-01 |
NL183698B NL183698B (nl) | 1988-08-01 |
NL183698C NL183698C (nl) | 1989-01-02 |
Family
ID=26346043
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NLAANVRAGE8100249,A NL183698C (nl) | 1980-01-31 | 1981-01-20 | Sieraanhangsel voor een ritssluitingschuif. |
Country Status (10)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4368562A (nl) |
AU (1) | AU522466B2 (nl) |
BR (1) | BR8100574A (nl) |
CA (1) | CA1159232A (nl) |
DE (1) | DE3103208C2 (nl) |
ES (2) | ES255718Y (nl) |
FR (1) | FR2474836A1 (nl) |
GB (1) | GB2069317B (nl) |
IT (2) | IT8152846V0 (nl) |
NL (1) | NL183698C (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN109846148A (zh) * | 2017-11-30 | 2019-06-07 | 吉田拉链(深圳)有限公司 | 用于拉链的拉片、拉链、服装和收纳件 |
Families Citing this family (28)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4541219A (en) * | 1983-07-22 | 1985-09-17 | Parker Alvin S | Clip for attaching sheets of wall material to columns and other structural members |
US4700828A (en) * | 1986-07-18 | 1987-10-20 | Dana Corporation | Multi-clevis cable connector |
DE3637317A1 (de) * | 1986-11-03 | 1988-05-11 | Siegenia Frank Kg | Ueberlappungsverbindung |
JPH0510654Y2 (nl) * | 1987-04-13 | 1993-03-16 | ||
JPH0189006U (nl) * | 1987-08-12 | 1989-06-12 | ||
US4873750A (en) * | 1988-01-13 | 1989-10-17 | Tracy Richard J | Attachment for slide fastener slider pull tab |
JPH0271313U (nl) * | 1988-11-17 | 1990-05-30 | ||
JPH0727849Y2 (ja) * | 1990-06-07 | 1995-06-28 | ワイケイケイ株式会社 | スライドファスナー用スライダーの引手 |
JP2508547Y2 (ja) * | 1991-03-06 | 1996-08-28 | ワイケイケイ株式会社 | スライドファスナ―用スライダ―の引手 |
USD379162S (en) * | 1996-02-09 | 1997-05-13 | Outer Circle Products, Ltd. | Zipper pull |
US6026546A (en) * | 1997-03-28 | 2000-02-22 | Lund & Company | Figurines attached to a zipper |
US5788400A (en) * | 1997-05-27 | 1998-08-04 | The Torrington Company | Quick connecting bayonet style linkage |
USD406251S (en) * | 1998-04-13 | 1999-03-02 | Shinagawa Shoko Co., Ltd. | Zipper slider |
US6494512B1 (en) | 2000-07-12 | 2002-12-17 | Antony D. Cada | Zipper pulling device |
JP3733311B2 (ja) * | 2001-10-25 | 2006-01-11 | Ykk株式会社 | スライドファスナー用スライダーの引手 |
US6701584B2 (en) * | 2002-03-21 | 2004-03-09 | The Coleman Company, Inc. | Zipper guard |
US7293334B2 (en) * | 2002-03-21 | 2007-11-13 | The Coleman Company, Inc. | Integral zipper slide and guard |
JP4043424B2 (ja) * | 2003-09-04 | 2008-02-06 | Ykk株式会社 | スライドファスナー用スライダーの引手 |
US20060242804A1 (en) * | 2005-04-28 | 2006-11-02 | Griffiths John M | Zipper pull tab attachment |
US8132433B2 (en) * | 2006-08-21 | 2012-03-13 | Joan Andersen | Protective device for concealing a zipper pull |
US8375528B2 (en) | 2009-12-01 | 2013-02-19 | Ykk Corporation | Water repellent slider cap for zippers |
US8453301B1 (en) * | 2010-07-22 | 2013-06-04 | Patty McCoy | Zipper pull tab retention device |
US8677574B1 (en) | 2011-07-20 | 2014-03-25 | Ken Thiessen | Zipper pull extender |
EP2717747B1 (en) * | 2011-06-13 | 2018-09-12 | CleanBrands, LLC | Protective barrier for a zipper assembly |
DE102012215916B3 (de) * | 2012-09-07 | 2013-08-14 | Doreen Martens | Betätigungshilfsmittel für einen Reißverschlussschieber |
US20140082895A1 (en) * | 2012-09-27 | 2014-03-27 | Jennifer E. Gold | Zipper cover and method |
CN109310186B (zh) | 2016-04-14 | 2021-09-07 | 科林博兰兹有限责任公司 | 用于拉链的保护性围封件 |
CN109898117A (zh) * | 2017-12-08 | 2019-06-18 | 石狮市八九机械设备有限公司 | 一种夹持装置 |
Family Cites Families (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE7101830U (nl) * | 1900-01-01 | Opti Holding Ag | ||
US2232756A (en) * | 1940-06-28 | 1941-02-25 | Tabby Ltd | Ornamental attachment for multiple operated separable fasteners |
AU516651B2 (en) * | 1977-05-12 | 1981-06-18 | Yoshida Kogyo K.K. | Ornamental attachment for slide fastener |
JPS5758966Y2 (nl) * | 1978-02-23 | 1982-12-16 | ||
IT7921209V0 (it) * | 1979-03-29 | 1979-03-29 | Unisto Italiana S R L | Pendaglio applicabile al cursore di una chiusura lampo. |
FR2453614A1 (fr) * | 1979-04-11 | 1980-11-07 | Eclair Ind | Curseur pour fermeture a glissiere |
FR2457083A1 (fr) * | 1979-05-23 | 1980-12-19 | Eclair Prestil Sa | Curseur pour fermeture a glissiere, dont la tirette comporte un organe rapporte |
-
1981
- 1981-01-16 GB GB8101319A patent/GB2069317B/en not_active Expired
- 1981-01-20 AU AU66342/81A patent/AU522466B2/en not_active Ceased
- 1981-01-20 NL NLAANVRAGE8100249,A patent/NL183698C/nl not_active IP Right Cessation
- 1981-01-22 US US06/227,525 patent/US4368562A/en not_active Expired - Lifetime
- 1981-01-22 ES ES1981255718U patent/ES255718Y/es not_active Expired
- 1981-01-27 IT IT8152846U patent/IT8152846V0/it unknown
- 1981-01-27 IT IT8167099A patent/IT8167099A0/it unknown
- 1981-01-29 FR FR8101699A patent/FR2474836A1/fr active Granted
- 1981-01-29 BR BR8100574A patent/BR8100574A/pt not_active IP Right Cessation
- 1981-01-30 CA CA000369760A patent/CA1159232A/en not_active Expired
- 1981-01-30 DE DE3103208A patent/DE3103208C2/de not_active Expired
- 1981-06-12 ES ES1981258954U patent/ES258954Y/es not_active Expired
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN109846148A (zh) * | 2017-11-30 | 2019-06-07 | 吉田拉链(深圳)有限公司 | 用于拉链的拉片、拉链、服装和收纳件 |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
CA1159232A (en) | 1983-12-27 |
GB2069317B (en) | 1983-04-07 |
AU6634281A (en) | 1981-08-06 |
GB2069317A (en) | 1981-08-26 |
ES258954U (es) | 1982-01-01 |
NL183698C (nl) | 1989-01-02 |
IT8167099A0 (it) | 1981-01-27 |
DE3103208A1 (de) | 1981-12-17 |
IT8152846V0 (it) | 1981-01-27 |
ES255718Y (es) | 1982-04-16 |
FR2474836A1 (fr) | 1981-08-07 |
ES258954Y (es) | 1982-06-16 |
BR8100574A (pt) | 1981-08-18 |
NL183698B (nl) | 1988-08-01 |
FR2474836B1 (nl) | 1985-04-12 |
DE3103208C2 (de) | 1985-07-04 |
US4368562A (en) | 1983-01-18 |
AU522466B2 (en) | 1982-06-10 |
ES255718U (es) | 1981-10-16 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8100249A (nl) | Sierbevestiging voor ritssluitingschuiven. | |
US4389758A (en) | Ornamental attachment for slide fastener sliders | |
CA1079933A (en) | Ornamental attachement for slide fastener sliders | |
US4727630A (en) | Plastic buckle | |
US6041983A (en) | Garment hanger with locking information clip | |
US5683018A (en) | Garment hanger with locking information clip | |
US5621954A (en) | Slider for slide fastener | |
RU2002122571A (ru) | Ручка бритвы (варианты) и стержень ручки бритвы | |
JPS63145605A (ja) | 停止装置付きスライダーを有するスライドファスナー | |
US6061872A (en) | Cabinet hinge | |
US6332249B1 (en) | Slider for slide fastener with locking mechanism | |
US5272795A (en) | Jewelry clasp | |
US5901420A (en) | Auto-lock slide fastener slider | |
NL8100911A (nl) | Automatische grendelschuif voor ritssluitingen. | |
US5924174A (en) | Slider of slide fastener with automatic locking mechanism | |
US5606777A (en) | Clip | |
EP1295542A2 (en) | Slider for slide fastener | |
CN1063621C (zh) | 带子搭扣 | |
US5119553A (en) | Spring clip and driver therefor | |
US5136768A (en) | Clip driver | |
JPS6241608Y2 (nl) | ||
KR830002983Y1 (ko) | 슬라이드 파스너용 슬라이더의 손잡이 장식체 | |
KR940003867Y1 (ko) | 판상물등의 결착구 | |
JPS5941689Y2 (ja) | スライドフアスナ−用スライダ−の引手装飾体 | |
US4323318A (en) | Slide compression mechanism for flexible post binder |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 19950801 |