NL8100125A - Condensaatafscheider. - Google Patents

Description

. - 1 - i4

Condensaatafscheider

De uitvinding betreft een condensaatafscheider voorzien van een steunorgaan, dat een aan de voordrukzijde aangebracht bimetalen orgaan en een door de voordruk in openingszin belast sluitdeel bezit, waarbij het timet alen orgaan met zijn ene eind gelegerd is op een steun - en met zijn ander eind het sluitdeel bedient, alsook voorzien van een klepzitting voor het sluitdeel.

Bij een dergelijke afscheider is een intermeterende werking gewenst, dat wil zeggen een met één slag verder openen en een eveneens met één slag volledig sluiten. Voor een groot doorstroom vermogen is 10 het hiertoe bijvoorbeeld bekend op het sluitdeel stroomafwaarts een grootfdrukbelastingsvlak aan te brengen, waarover het condensaat weg-stroomt en een extra openingskracht op het sluitdeel kan uitoefenen en hierdoor een verder openen kan bewerkstelligen. Deze extra openingskracht ontstaat evenwel pas na ..een bepaalde openingsslag van het 15 sluitdeel, wanneer dus reeds het condensaat stroomt. Bij kleine aankomende condensaat hoeveelheden ontstaat reeds bij een gering openen een evenwichtstoestand tussen de sluitkrachten van het bimetalen orgaan en de door de druk bepaalde openingskrachten op het sluitdeel. Dit laatste blijft dan in een smoorstand, die nadelig is vanwege de slij-20 tage als gevolg van de stroming en vuilafzettingen, en snapt niet naar de ver|geopende stand.

De onderhavige uitvinding beoogt daarom een afscheider van het voorgenoemde type te verschaffen, waarvan het sluitdeel ook bij kleine aankomende condensaathoeveelheden uit de sluitstand steeds snapt naar 25 een verfgeopende stand en na het afvoeren van het condensaat wederom volledig dicht snapt.

Om dit doel te kunnen bereiken wordt daarom overeenkomstig de uitvinding een condensaatafscheider voorgesteld, die gekenmerkt wordt door tenminste één snapveer, die af steunt op een steun en in de rich-30 ting van de hefas van het sluitdeel inwerkt op het stuurorgaan, waarbij de veerconstante van de snapveer quantitatief groter is dan de veerconstante van het bimetalen orgaan.

Zoals bekend bezit een snapveer de eigenschap dat deze bij het 8100125 -2- overschrijden, resp. bij het gaan onder een grenswaarde van de belas-tingskracht sprongvormig een slag uitvoert. Wanneer nu het bimetalen orgaan in de afscheider afkoelt op de bepaalde openingstemperatuur, neemt de werkzame sluitkracht van het bimetalen orgaan af en komt onder 5 de grenskracht van de tevens werkzame snapveer. Terwijl tegelijkertijd het bimetalen orgaan wordt samengedrukt springt deze dan in de openings-richting door. Omdat alsgevolg van de verschillende veerccnstanten de van de slag afhankelijke verandering van de krachten bij de snapveer groter is dan bij het bimetalen orgaan,>snapt dientengevolge het 10 sluitdeel direct uit de sluitstand in een verhopende stand en later na het afvoeren van het condensaat wederom terug in de sluitstand.

Voorts wordt de onderhavige uitvinding gekenmerkt door de opeen stelling van tenminste'monostabiele snapveer, die in de openingsrich-ting van het sluitdeel inwerkt op het stuurorgaan. Hierdoor wordt de 15 mogelijkheid gegeven tussen de snapveer en het sluitdeel een qua vorm krachtige verbinding slechts in één hefrichting te verwezenlijken. Hierdoor kan indien nodig bijvoorbeeld voor een bijzonder groot door-stroomvermogen van koudbondensaat de maximale slag van het sluitdeel groter gekozen worden dan die van de snapveer. Voorts oefent de mono-20 stabiele snapveer integenstelling tot de bi-stabiele snapveer geen sluitkracht uit op het sluitdeel, zodat bij een koude drukloze afscheider het sluitdeel automatisch steeds zijn openingsstand inneemt.

Om constructief en fabricage technisch bijzonder gunstige uitvoeringsvormen van de uitvinding te verwezenlijken is de snapveer 25 tussen de klepzitting en het bimetalen orgaan aangebracht en is een vaste steun voor de snapveer alsook voor het bimetalen orgaan aanwezig, terwijl voorts het sluitdeel gelegen tussen de klepzitting en de snapveer een meenemer-aanslag voor deze laatste bezit.

Om voorts een bijzonder grote snapslag mogelijk te maken zijn 30 meerdere gelijk gerichte snapveren in lagen op elkaar geplaatst, waarbij de veerconstante van het totale pakket van snapveren groter is dan de veerconstante van het bimetalen orgaan.

Een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de beschrijving en bijgevoegde teke-35 ningen, waarbij: 8100125 - 3 - .

fig. 1 in doorsnede een afscheider in de volledig geopende stand weergeeft; fig. 2 een doorsnede is over de afscheider in een vexjgeopende stand; 5 fig. 3 een doorsnede is over de afscheider in zijn sluitstand.

Een scheidingswand 1 tussen de hoge en lagedruk zijde van een niet weergegeven afscheiderhuis bezit een boring 2 en draagt daar een klepzittinglichaam 3 met een klepzitting 4. Voorts is voorzien inneen stuurorgaan, dat een met de klepzitting 4 samenwerkend >door de hoge* jO druk in openingszin belast sluitdeel 5 alsook een aan de hogedruk zijde aangebracht bimetalen orgaan 6, dat het sluitdeel bedient/ omvat. Het bimetalen orgaan bestaat uit meerdere afwisselend gerichte in lagen op elkaar geplaatste bimetalen schijven. Tussen het bimetalen orgaan 6 en de klepzitting 4 is een monostabiele schotelvormige snapveer 7 15 aangebracht/ waarvan de veer«-constante quantitatief groter is dan die van het bimetalen orgaan 6. Het bijzondere kenmerk van een snapveer bestaat zoals bekend hierin dat tenminste over een gedeelte van de slag van de veer met een slagbeweging in de richting van de veerHbelasting een verkleining van de veerkracht samengaat. Bij een monostabiliteit 20 blijft bovendien de richting van de werkzame veerkracht over de slag van de veer steeds gelijk. Er treedt bijvoorbeeld geen omkering van de druk in de trekkracht op. Met zijn buitenrandzone komt de snapveer 7 aan te liggen op een ringvormige vaste steun 8 op het klepzittinglichaam 3. Deze steun 8 dient bovendien indirect als een vaste steun 25 voor het bimetalen lichaam 6. Tenslotte bezit het sluitdeel 5 tussen de snapveer 7 en de klepzitting 4 op zijn schacht een meenemer>aanslag 9.

Bij een koude afscheider zijn de schijven van het bimetalen orgaan 6 niet gewelfd en bevindt de snapveer 7 zich in zijn stabiele 30 naar de klepzitting 4 gerichte convex door-gebogen eindstand. Het sluitdeel 5 neemt hierbij zijn volledig geopende stand in (fig. 1), zodat grote hoeveelheden koud condensaat kunnen worden afgevoerd.

Bij verwarming treedt een door-'buiging van de schijven van het bimetalen orgaan 6 op. Het sluitdeel 5 wordt hierdoor opgetild en 35 tegelijk wordt via de meenemer-aanslag 9 de snapveer 7 gespannen. De 8100125 - 4 - γ *· in de openingsrichting van het sluitdeel zich vormende veerkracht neemt allereerst continu toe totdat bij het bereiken van de bepaalde sluit-temperatuur, bijvoorbeeld ongeveer de temperatuur van verzadigde'damp, de slag van de veer terechtkomt in de neergaande lijn van de veerkromme, 5 waar bij een verder samendrukken van de snapveer 7 de openingskracht hiervan afneemt. Daar voorts de verandering van de kracht per eenheid van de slag bij de snapveer 7 groter is dan bij het bimetaleri orgaan 6, snapt het sluitdeel 5 vanuit de vej^geopende stand (fig. 2) direct naar de sluitstand (fig. 3). Bij daling van de temperatuur in de af-10 scheider neemt de sluitkracht van het bimetalen orgaan 6 wederom af. Tenslotte overheersen de openingskradhten van de hoge druk en van de snapveer 7. Omdat in overeenstemming met de veerconstante de van de slag afhankelijke kracht-·toename bij de snapveer 7 groter is dan bij het bimetalen orgaan 6, snapt het sluitdeel 5 onder samendrukking van 15 het bimetalen orgaan 6 wederom naar een veï£feopende stand (fig. 2) .

Pas daar ortetaat wederom een evenwicht tussen de werkzame openings-en sluitkrachten.

Dit snappen naar een verfje opende stand en ook het dicht snappen treedt onafhankelijk van de hoeveelheid van het af te voeren conden-20 saat op. Ongewenste sraoorstanden worden aldus steeds vermeden.

Een bijzonder grote snapslag bij een relatief kleine diameter van de veer kan verkregen worden door meerdere dunne snapveren gelijk gericht in lagen op elkaar te plaatsen in plaats van een dikkere snapveer. Voor extreem grote doorstroomvermogens bestaat bovendien de 25 mogelijkheid het sluitdeel zoals tot nu toe gebruikelijk stroomafwaarts te voorzien van een groot drukbelastingsvlak, eventueel in een tussen-drukkamer, zodat via de verhopende stand nog een verdere openingsslag optreedt.

8100125

Claims (6)

1. Condensaatafscheider voorzien van een stuur orgaan, dat een aan de voordrukzijde aangebracht bimetalen orgaan en een door de voordruk in openingszin belast sluitdeel bezit, waarbij het biir.etalenorgaan met zijn ene eind gelegerd is op een steun en met zijn ander eind het 5 sluitdeel bedient, alsook voorzien van een klepzitting voor het sluitdeel, gekenmerkt door tenminste één snapveer (7), die afsteunt op een steun (8) en in de richting van de hefas van het sluitdeel inwerkt op het stuurorgaan (5, 6), waarbij de veerconstante van de snapveer (7) quantitatief groter is dan de veerconstante van het bimetalen orgaan 10 (6).

2. Condensaatafscheider volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat tenminste één monostabiele snapveer (7) is aangebracht, die in de openingsrichting van het sluitdeel inwerkt op het stuurorgaan (5, 6).

3. Condensaatafscheider volgens een der voorgaande conclusies 15 met het kenmerk, dat de snapveer (7) is aangebracht tussen de klepzitting (4) en het bimetalen orgaan (6) en dat een vaste steun (8) voor de snapveer (7) alsook voor het bimetalenorgaan (6) aanwezig is.

4. Condensaatafscheider volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat het sluitdeel (5), gelegen tussen de klepzitting 20 (4) en de snapveer (7) , een meenemer^aanslag (9) voor de snapveer bezit.

5. Condensaatafscheider volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk.,: dat meerdere gelijk gerichte snapveren in lagen op elkaar zijn geplaatst, waarbij de veer-constante van het totale 25 pakket van snapveren groter is dan de veerconstante van het bimetalen orgaan.

6. Condensaatafscheider in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekeningen. 8100 12 5