NL8007052A - Beproevingen betreffende multi-toonfrequentieresponsie en omhullendelooptijdvervorming. - Google Patents

Beproevingen betreffende multi-toonfrequentieresponsie en omhullendelooptijdvervorming. Download PDF

Info

Publication number
NL8007052A
NL8007052A NL8007052A NL8007052A NL8007052A NL 8007052 A NL8007052 A NL 8007052A NL 8007052 A NL8007052 A NL 8007052A NL 8007052 A NL8007052 A NL 8007052A NL 8007052 A NL8007052 A NL 8007052A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
test
signal
frequency
distortion
envelope
Prior art date
Application number
NL8007052A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Western Electric Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Western Electric Co filed Critical Western Electric Co
Publication of NL8007052A publication Critical patent/NL8007052A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01RMEASURING ELECTRIC VARIABLES; MEASURING MAGNETIC VARIABLES
    • G01R27/00Arrangements for measuring resistance, reactance, impedance, or electric characteristics derived therefrom
    • G01R27/28Measuring attenuation, gain, phase shift or derived characteristics of electric four pole networks, i.e. two-port networks; Measuring transient response

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Monitoring And Testing Of Transmission In General (AREA)
  • Measurement Of Resistance Or Impedance (AREA)
  • Measurement Of Mechanical Vibrations Or Ultrasonic Waves (AREA)

Description

Μ * t VO 1229
Beproevingen betreffende multi-toonfrequentieresponsie en omhullende- looptijdvervorming.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het meten van transmissieparameters, en meer in het bijzonder op een werkwijze en inrichting voor het meten van de fref quentieresponsie en omhullende-looptijdvervorming van netwerken 5 of voorzieningen.
Ten behoeve van een adequaat onderhoud van netwerken of eom-municatiestelsels, zoals b.v. telefoontransmissievoorzieningen of soortgelijke voorzieningen, worden talrijke metingen uitgevoerd met betrekking tot eigenschappen van het netwerk en het systeem.
10 Hierbij zijn van belang metingen betreffende frequentieresponsie en omhullende-looptijdvervorming. Daartoe wordt hetgeen in de regel wordt betiteld met omhuliende-looptijd gemeten over het frequentie-gebied van de desbetreffende te onderzoeken voorziening. Omhullende looptijd is gedefinieerd als de helling van de fase versus frequen-13 tiekarakteristiek van de desbetreffende- transmissievoorziening. In een ideaal communicatiestelsel is over de desbetreffende frequen-tieband de omhuliende-looptijd constant. Bij in de praktijk voorkomende stelsels bestaan echter over de frequentieband afwijkingen van de omhuliende-looptijd. Uitgaande van een arbitrair gekozen re-20 ferentie worden deze afwijkingen gedefinieerd als de omhullende- looptijdvervorming van de desbetreffende voorziening.
Volgens bekende technieken zijn omhullende-looptijdmetingen uitgevoerd door toepassing van een draagfrequentiesignaal dat in amplitude is gemoduleerd door een stabiel "laagfrequent” referentie-25 signaal. De draagfrequentie, alsook boven- en onderzijbanden wor den door de desbetreffende voorziening overgedragen en ondervinden daarbij een vertraging die afhankelijk is van hun positie in de frequentieband. Dergelijke signalen worden gedetecteerd aan de uitgang van de voorziening waaraan het onderzoek wordt verricht. Ver- 8007052 - 2 - volgens wordt sen meting van de omhullende-looptijd bij de draag-frequentle verkregen door het vertragingsinterval tussen de gedetecteerde signalen en het laagfrequentè referentiesignaal nauwkeurig te meten. Hierna wordt de draagfrequentie stapsgewijs of zwaais-5 gewljs over de frequentieband verschaven teneinde met betrekking tot de van belang zijnde frequentieband een totaalmeting van de omhullende-looptijdvervorming te verkrijgen. Een dergelijk meetsysteem is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 3.271.666.
Bij meer moderne omhullende-looptijdmetingen is getracht om 10 gebruik te maken van een beproevingssignaal dat een aantal van to nen of toonparen die op afstand voorkomen bij vooraf bepaalde frequenties in de frequentieband die van belang is, toe te passen teneinde een gelijktijdige meting te verkrijgen van de omhullende-looptijd over de gehele frequentieband van de onderzochte voorzie-15 ning,. een en ander zoals beschreven in het Amerikaanse octrooi schrift 3.573.611.
De bekende meetinrichtingen hebben als gemeenschappelijk probleem dat fouten ontstaan bij en de metingen moeten worden herhaald betreffende omhullende-looptijdvertraging voorzieningen waar-20 bij ruis, frequentieverschuivingen, niet-lineariteiten of andere storingen aanwezig zijn. Het is bovendien van belang een nauwkeurige en betrouwbare meting te kunnen uitvoeren bij aanwezigheid van subtiele veranderingen ten aanzien van de grootte van intermodula-tievervorming die in de onderzochte voorzieningen voorkomen.
25 Data.die zijn verzameld in verband met omhullende-looptijd metingen worden tevens gebruikt om de frequentieresponsie van de desbetreffende voorziening te berekenen.
Oe problemen betreffende nauwkeurigheid, reproduceerbaarheid en betrouwbaarheid van de metingen alsook andere problemen 30 van bekende meetapparatuur, worden opgeheven wanneer de frequentie- responsie of de omhullende-looptijdvervorming van een netwerk of voorziening wordt gemeten onder toepassing van een stel beproevings-signalen, waarbij elk beproevingssignaal een aantal tonen bevat waarbij elke toon een frequentie, amplitude en fasecomponentwaarde 35 heeft, die is bepaald en daaraan is toegewezen op basis van voorge- 8007052 ft t - 3 - schreven Kriteria. Een ensemble van metingen wordt uitgevoerd terwijl het stel van beproevingssignalen wordt gezonden over het netwerk of de voorziening die wordt onderzocht. Op zijn beurt wordt het ensemble van metingen gebruikt ter verkrijging van waarden 5 voor de frequentieresponsie en/of omhullende-looptijdvervorming.
Volgens een aspect van de uitvinding bevat het stel van beproevingssignalen tenminste één beproevingssignaal met een aantal tonen waarbij het ensemble tenminste één stel van in opeenvolging verkregen metingen bevat die worden gemiddeld.
10 Volgens een ander aspect van de uitvinding omvat het ensemble een aantal opeenvolgend verkregen stellen van meetresultaten. Het aantal van de metingen in een stel en het aantal van de opeenvolgend verkregen stellen van meetresultaten worden gekozen in afhankelijkheid van andere eigenschappen van het netwerk of de 15 . voorziening, zoals b.v. ruis, frequentieverschuiving, niet-lineari- teit en soortgelijke zaken.
Volgens nog een ander aspect van de uitvinding wordt het aantal beproevingssignalen in het stel van beproevingssignalen tevens gekozen in afhankelijkheid van andere eigenschappen van het 20 netwerk of de desbetreffende voorziening.
Volgens een verder aspect van de uitvinding worden de fase-componentwaarden van de beproevingssignaaltonen bepaald volgens een vooraf vastgestelderelatie in afhankelijkheid van het aantal tonen dat in het beproevingssignaal voorkomt waarna toewijzing 25 plaats vindt op basis van een-op-een aan de tonen en wel volgens een vooraf vastgestelde procedure. Een voorbeeld van de vooraf vastgestalde kiesprocedure houdt in, dat willekeurige keuze wordt gemaakt. De willekeurige keuze is van belang zodat het beproevingssignaal een betrekkelijk lage contourfactor heeft (verhouding tus-30 sen topwaarde en effectieve waarde] soortgelijk aan die van een als witte-ruis te kwalificeren signaal.
Volgens een ander aspect van de uitvinding worden metingen uitgevoerd onder gebruikmaking van een stel van beproevingssignalen die een aantal beproevingssignalen bevatten elk met een aantal 35 tonen en fasecomponentwaarden die in eerste aanleg op een willekeu- 8007052 - 4 - rige basis zijn toegewezen aan de tonen, waarbij de aan de afzonderlijke tonen toegewezen fasewaarden opnieuw worden toegewezen volgens de voorgeschreven kriteria. Bij een uitvoeringsvoorbeeld wordt een aantal beproevingssignalen uitgezonden en de fasewaarden x 5 worden voor een aantal malen dat gelijk is aan het aantal van tonen die in afzonderlijke testsignalen voorkomen, opnieuw toegewezen.
M.a.w. de hertoewijzing van de fasewaarden wordt herhaald tot al de tonen al de fasecomponentwaarden hebben aangenomen.. Bij een specifiek uitvoeringsvoorbeeld waartoe de uitvinding rfat beperkt is; wor-10 den de afzonderlijke fasecomponentwaarden telkens opnieuw toegewe zen volgens een tegen de uurwerkdraairichting in rondgaande configuratie waarbij een specifieke toon de fase van de naastliggende hogere frequentietoon aanneemt en de toon met de hoogste frequentie de fase aanneemt van de toon met de laagste frequentie. Gedu-15 rende de transmissie van elk beproevingssignaal wordt een stel meet resultaten verkregen waarna over de tijd wordt uitgemiddeld, waarbij een ensemble van naar de tijd uitgemiddelde stellen van meetresultaten wordt gebruikt ter verkrijging van de gewensts meetresultaten betreffende frequentieresponsie en omhullende-looptijdver-20 vorming.
i
Bij een meetprocedure waarbij gebruik wordt gemaakt, van het stel van beproevingssignalen volgens de uitvinding worden eerst metingen verricht ter bepaling van waarden van vooraf bepaalde eigenschappen van de onderzochte voorzieningen, zoals b.v. frequen-25 tieverschuiving en derde-orde intermodulatievervorming. Vervolgens worden in afhankelijkheid daarvan of de waarden van frequentiever-schuiving en derde-orde intermodulatievervorming zich bevinden binnen tenminste- eerste, tweede of derde vooraf bepaalde grenzen, tenminste resp. 8erste, tweede of derde vooraf bepaalde beproevingspro-30 cedures uitgevoerd ter verkrijging van da gewenste meetresultaten betreffende de frequentieresponsie en/of omhullende-looptijdvervor-ming. Meer in het bijzonder geldt dat indien de waarden van de fre-quentieverschuiving en de derde-orde intermodulatievervormingproduk-ten zich binnen eerste grenzen bevinden, een eerste beproevingspro-35 cedure wordt uitgevoerd onder gebruikmaking van een stel van beproe- 80 070 5 2 * > - 5 - vingssignalen mat tenminste één beproevingssignaal dat een aantal tonen alsook willekeurig toegewezen fasecomponentwaarden bezit, waarbij een eerste stel meetresultaten wordt verkregen dat naar de tijd- wordt gemiddeld, en waarbij een eerste vooraf bepaald ensemble 5 van'naar de tijd gemiddelde stellen van meetresultaten wordt ge bruikt am. de gewenste meetresultaten te verkrijgen. Indien de fre-quentieverschuiving ep derde-orde intermodulatievervormingswaarden ' zich binnen tweede vooraf bepaalde grenzen bevinden, wordt een’ tweede beproevingsprocedure uitgevoerd onder gebruikmaking van een stel ld van beproevingssignalen welke tweede beproevingsprocedure identiek is met de eerste beproevingsprocedure, en waarbij een tweede stel meetresultaten wordt verkregen dat naar de tijd wordt gemiddeld, en een tweede vooraf bepaald ensemble van naar de tijd gemiddelde stellerr. van meetresultaten wordt gebruikt om gewenste meetresulta-15- ten te verkrijgen. Indien de frequentieverschuiving en derde-orde intermodulatievervormingswaarden zich binnen derde vooraf bepaalde grenzen bevinden, wordt een derde beproevingsprocedure verricht onder gebruikmaking van een stel van signalen met een aantal beproevingssignalen die elk het aantal tonen bevatten. De fasewaarden wor-20 den in eerste.aanleg;op basis van willek.er.ar toegewezen aan de to nen. Na elke uitzending van een beproevingssignaal worden de fasecomponentwaarden volgens een voorgeschreven kriterium hertoegewezen aan de tonen. Bij dit voorbeeld worden de fasecomponentwaarden op de in het voorafgaande reeds beschreven wijze op basis van een-op-25 sen volgens een tegen de draairichting van het uurwerk rondgaande richting hertoegewezen aan de tonen, totdat elke toon elke fasecom-ponentwaarde heeft aangenomen. Gedurende afzonderlijke beproevings-signaaluitzendingen wordt een vooraf bepaald stel van meetresultaten verkregen waarbij naar de tijd wordt gemiddeld. Hierna wordt 30 het ensemble van naar de tijd gemiddelde stallen van meetresulta ten gebruikt ter verkrijging van de gewenste meetresultaten betreffende omhullende-looptijdvervorming en/of frequentieresponsie.
Wanneer het ensemble van naar de tijd gemiddelde stellen van meetresultaten van de beproevingssignalen eenmaal is samengesteld, 35 wordt elk naar de tijd gemiddeld stel in het ensemble door een 8007052 - 6 -
Fourier-transformatie getransformeerd naar het frequentiedomein, waarbij het resulterende spectrum volgens vooraf bepaalde procedures wordt gebruikt om de gewenste omhullende-looptijdvervorming of fre-quentieresponsie-meetrasultaten te verkrijgen.
5 Γη een uitvoeringsvorm van de uitvinding worden zich op af stand bevindende beproevingseenhbden, die elk omvatten een data-acquisitie-eenheid, gebruikt in combinatie met een centrale besturingseenheid teneinde beproevingsmetingen uit te voeren. Elke data-acquisitie-eenheid omvat voorzieningen voor het omzetten van 10 in digitale vorm opgaslagen beproevingssignalen, in analoge vorm, alsook voor het -over een netwerk of communicatievoorziening die wordt onderzocht, uitzenden van de analoge beproevingssignalen riaar een andere zich op afstand bevindende beproevingseenheid. Bovendien omvat elke eenheid inrichtingen voor het omzetten van de ontvangen 15 analoge signalen in digitale vorm, alsook voor het overdragen van de digitale signalen naar de centrale besturingseenheid voor verdere verwerking. In de centrale besturingseenheid worden de ontvangen be-proevingssignaaldata door Fourier-transformatie getransformeerd naar het frequentiedomein en het resulterende spectrum wordt onder ge-20 bruikmaking van voorgeschreven procedures gebruikt voor het uitvoe ren van een meting van omhullende-looptijdvervorming of frequentie-responsie.
De uitvinding zal in het onderstaande nader wórden toegelicht met verwijzing naar de tekening. In de tekening is: 25 Fig.l een vereenvoudigd blokschema van een uitvoeringsvorm "" van de uitvinding bevattende inrichting voor het uitvoeren van metingen volgens een aspect van de uitvinding;
Fig.2 een vereenvoudigd blokschema met details van een data-acquisitie-eenheid zoals gebruikt in de beproevingseenheden volgens 30 fig.l;
Fig.3 een vereenvoudigd blokschema met details van een besturingseenheid zoals gebruikt in de data-acquisitie-eenheid volgens fig.2;
Fig.4 een stramingsdiagram van een procedure met stappen 35 zoals toegepast in een uitvoeringsvorm van de uitvinding en diénen- 8007052
* I
- 7 - de voor het uitvoeren van metingen betreffende frequentieresponsie en omhullende-looptijdvervorming van een te onderzoeken voorziening;
Fig.5 een stromingsdiagram van een programmaroutine ter il-5 lustratie van een reeks van stappen die in een uitvoeringsvorm van de uitvinding worden toegepast ter' verkrijging van data in het stelsel volgens fig.l teneinde een meting uit te voeren betreffende fre-quentieverschuiving van de onderzochte voorziening en onder gebruikmaking van de in fig.4 geïllustreerde procedure; IQ Fig.S, 7 en 8 stromingsdiagrammen van programmaroutines ter illustratie van de reeksen van stappen die worden uitgevoerd ter verkrijging, van beproevingsdata te gebruiken in de routine zoals ^ geïllustreerd in fig.4 en toe te passen bij het uitvoeren van resp. beproevings 1-, beproevings 2- en beproevings 3-metingen betreffende.
• 15 frequentieresponsie en omhullende-looptijdvervorming;
Fig»9 een stromingsdiagram van een programmaroutine ter illustratie van een reeks van stappen die worden toegepast bij het uitvoeren van een meting betreffende frequentieverschuiving en onder gebruikmaking van de data zoals verkregen met behulp van de in fig.5 20 geïllustreerde procedure;
Fig.10 een stromingsdiagram van een programmaroutine die wordt toegepast om de waarde van de frequentieverschuiving bij de routine volgens fig.9 te berekenen;
Fig.ll en 12 wanneer deze tegen elkaar zijn aangelegd vol-25 gens fig.13, een stromingsdiagram van programmaroutines ter illustra tie van de reeksen van stappen die worden uitgevoerd bij het gebruiken van de beproevingsdata zoals verkregen door toepassing van de routines volgens ds fig.6, 7 of 8, ter verkrijging van resp. de beproe-vings 1-, beproevings 2- of beproevings 3-metingen betreffende fre-30 quentieresponsie en omhullende-looptijdvervorming; en
Fig.14 en 15 wanneer deze tegen elkaar zijn aangelegd, vólgens fig.16, een stromingsdiagram van een programmasubroutine ter illustratie van een reeks van stappen die worden uitgevoerd bij het berekenen van de waarden van de omhullende-looptijdvervorming bij de 35 routine volgens de fig.ll en 12.
8007052 - a -
Fig.l geeft een vereenvoudigd blokschema van een systeemconfiguratie dia met voordeel kan worden gebruikt voor het volgens de uitvoeringsvorm van de uitvinding uitvoeren van metingen betreffende frequentieresponsie en/of omhullende-looptijdvervorming. Het weerge-5 geven stelsel omvat een centrale besturing 101, een eerste zich op afstand bevindende beproevingseenheid 102, een tweede zich op afstand bevindende beproevingseenheid 103, een controle-elnd- en uit-gangseenheid 104, en een te onderzoeken voorziening 105. De beproe-vingseenheden 102 en 103 zijn ingericht om te worden verbonden met 10 de te onderzoeken voorziening 105, alsook met de centrale besturing 101. Qe voorziening 105 kan een communicatieschakel zijn, zoals b.v. een spraakfrequente telefoonlijn, of een soortgelijk medium.
Sij deze uitvoeringsvorm omvat de centrale besturing 101 een computer 110, een datatoestel 111 voor het resp, uitzenden en 15 ontvangen van informatie in digitale vorm, een beproevingseenheid 102, een datatoestel 112 voor het rasp. uitzenden en ontvangen van informatie in digitale vorm, een beproevingseenheid 103 en een datatoestel 113 voor het resp. uitzenden en ontvangen van informatie in digitale vorm een en ander met betrekking tot de controle-eind.-20 aansluiting 104.
De computer 110 kan een willekeurige zijn van bekende voor algemene doeleinden bedoelde computers en omvat bijbehorende kernen schijfgeheugeneenheden. De computer 110 bevat bij voorkeur een Hewlett-Packard computer van het type 2100S die in een geheugen be-25 vat een 5451B Fourier Analyzer Software System dat door Hewlett-
Packard in de handel beschikbaar wordt gesteld. De werking van de Hewlett-Packard computer van het type 2100 is beschreven in Hewlett-Packard Computer Reference Manual No.02100-90001, van 1 december 1971, en tevens in Hewlett-Packard Installation and Maintenance 30 . Manual, Na.02100-30002 van april 1973. De schijfgeheugeneenheid, die bij dit voorbeeld een Hewlett-Packard 790GA (niet weergegeven!) is, is beschreven in de Hewlett-Packard Disc 790QA Disc Drive Operating and Service Manual No.07900-9002. De 5451B programmatuur is eveneens beschreven en wel in Fourier Analyzer System 5451B Manual No.05451-35 90199 van augustus 1974 met supplementen No.05451-90268 van maart 8007052 r ^ 4 - 9 - 1975 en No.05451-90411 van mei 1976. Voor de subroutines die beschikbaar zijn in het 5451B-systeem en het gebruik daarvan, wordt tevens verwezen naar Hewlett-Packard Fourier Analyzer Training Manual-Application Note 140-0, en de Fourier Analyzer 5451B Keyboard • 5 Command Manual, van oktober 1973.
De datatoestallen 111 én 112 zijn identiek. In dit voorbeeld zijn dit datatoestellen van het type 202C die kunnen uitzenden en-ontvangen bij een snelheid van 1200 baud en die door Western Electric Company in de handel worden gebracht. Het datatoestel 113 10 is in dit voorbeeld een datatoestel van het type 103 dat kan zenden en ontvangen met een snelheid van 300 baud. In dit voorbeeld is de controle-eind- en uitgangseenheid 104 een Texas Instruments Model 745 Terminal. 0e afzonderlijke programmaroutines in het 5451B Fourier Analyzer Software System worden geïnitieerd door commando's 15 die via het toetsenbord van de eindeenheid 104 worden ingevoerd zo als beschreven in het bovengenoemde Keyboard Command Manual, of volgens een alternatieve methode voor programma’s die zijn opgeborgen in het schijfgeheugen en die worden uitgevoerd onder het bestuur van een systeemoperatieprogramma.
20 Zoals is weergegeven is de centrale besturing 101 derhalve ingericht om via de cammunicatievoorzieningen 115 en 116 te worden verbonden met resp. de beproevingseenheden 102 en 103. De voorzieningen 115 en 116 kunnen b.v. zijn Direct Distance Dialing (DDD) cammunicatievoorzieningen.
25 De beproevingseenheden 102 en 103 zijn identiek en beide om vatten een koppelaar 120 en een data-acquisitie-eenheid 121. De koppelaar 12Q is een acoustisch gekoppelde modem. De functies van de * centrale besturing 101 kunnen zijn geïncorporeerd in de zich op afstand bevindende beproevingseenheden 102 en 103.
30 Fig.2 geeft een vereenvoudigd blokschema met details van da data-acquisitie-eenheid 121. Hierbij is een.besturingseenheid 2Q1 weergegeven die is gevormd door een miorocomputersysteem als weergegeven in fig.3 en zoals in het onderstaande nader is beschreven. De besturingseenheid 201 wordt gebruikt voor het besturen van de confi-35 guratie en werking van de data-acquisitie-eenheid 121 bij het uit- 8007052 - 10 - zenden van informatie naar an het ontvangen van informatie vanaf resp.. de ts onderzoeken voorziening 105 en de centrale besturing 101.
Da data-acquisitia-esnheid is voorzien van aan ingang dia 5 is ingericht om ta worden verbonden met aen netwerk of voorziening 105 die moet worden onderzocht, en een uitgang die eveneens is ingericht om te worden verbonden met de voorziening 105, waarbij deze beide verbindingen onder het bestuur- van de besturingseenheid 201 en in responsie op commando’s vanaf de centrale besturing 101 war-10 den gevormd.
Een ingangs- of ontvangsectie van de data-acquisitie-eenheid 121 omvat een eindconfiguratie-eenhaid 202, een ingangsverzwakker 203, lijnfilter 204, een laagdoorlatend filter 205, een steekproef-name-houdeenheid 206 en een analoog-digitaalomzetter- 207 .
15 Een uitgangs- of zendsectie van de eenheid 122 omvat op soortgelijke wijze een digitaal-analoogomzetter 20Θ, een laagdoorla-. tend filter 209, een uitgangsverzwakker 210 en een lijnconfiguratie eenheid 211.
Signalen afkomstig van en gericht naar eenheid 121 worden 20 via een universele asynchrone ontvanger-zender 212 en een koppelaar - 120 resp. naar en vanaf de centrale basturing 101 overgedragen.
Een oscillator 213 genereert in samenwerking met een deler 214 een eerste tijdsignaal dat wordt aangelegd aan de tijdbesturing 215 en een adresregister 216. Bij dit voorbeeld is het eerste tijd- 25 signaal gegeven door de digitale steekproefnamesnelheid en dit sig naal heeft een frequentie van 8 kHz. Op soortgelijke wijze genereert de oscillator 213 in samenwerking met een deler 217 een tweede tijdsignaal, in dit voorbeeld met een frequentie van 19,1 kHz, voor het aandrijven van de ontvanger-zender 212.
30 De tijdbesturing 215 omvat een aantal tijdsignaalketens, b.v. monostabiele ketens die in tandem zijn verbonden, en die zijn ingericht om een gewenste reeks van pulssignalen te genereren voor het besturen van de steekproefname- en—houdeenheid 206, de analoog-digitaalomzetter 207 en de digitaal-analoogomzetter 208. Bij dit 35 voorbeeld worden van een binnenkomend analoog beproevingssignaal 8007052 * - 11 - stasKproeven genomen voordat dit wordt omgezet, in digitale vorm.
De lijnconfiguratie-eenheden 202 en 211 zijn identiek en zijn onder het bestuur van de eenheid 201 werkzaam om ingangs- en uitgangsimpe-dantiewaarden te kiezen die in dit voorbeeld resp. de grootte heb-5 ben van 6Q0. Qhm of 9Θ0. Ohm.
□e. ingangsverzwakker 203 omvat een aantal programmeerbare verzwakkers die zijn ingericht om onder het bestuur van de eenheid 201 verzwakking volgens voorgeschreven stappen in het ingangskanaal van de data-acquisitie-eenheid 121 te introduceren. Bij een aan de IQ experimentele, praktijk ontleend voorbeeld worden stappen met een verzwakking van 3 dB toegepast.
De uitgangsverzwakkar 210 is in beginsel identiek met de ingangsverzwakker 203* echter met die uitzondering* dat de verzwak-ker in dit voorbeeld wordt ingesteld met stappen van 1 dB.
15 Onder het bestuur van de besturingseenheid 201 wordt het lijnfilter 204 gekozen in afhankelijkheid van het specifieke type van de beproeving die wordt uitgevoerd; in dit voorbeeld is het filter 204 van een type met een vlakke amplitude versus frequentiekarak-teristiek over de spraakfrequentband, b.v. vanaf 0 t/m 3600 Hz.
20 De laagdoorlatende filters 205 en 209 zijn identiek en zijn actieve weerstand-condensatorfilters die een acht-polige laagdoor-laatfilterconfiguratie vormen van een type zoals beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.919.658.
De steekproefname- en -houdeenheid 206 wordt gebruikt om 25 van een ontvangen analoog signaal op een bestuurbare wijze steekproe ven te nemen.
De signaalsieekproef als opgeborgen in de steekproefname-en -houdeenheid 206* wordt via de analoog-digitaalomzetter 207 omgezet in digitale vorm. In dit voorbeeld wordt de analoge signaalsteek-30 proef omgezet in een 12 bits bevattend digitaal signaal.
Zoals in het voorafgaande werd vermeld genereert de tijdbe-sturing 215 signalen met een frequentie van 8 kHz die werkzaam zijn om de steekproefname- en -houdeenheid 206 te bedienen voordat in de analoog-digitaalomzetter 207 de omzetting in digitale vorm plaats 35 vindt.
8007052 - 12 -
De digitaal-analoogomzetter 208 is een 12 bits-digitaal-analoogomzetter die is ingericht om 12 bits bevattende digitale signalen zoals afkomstig van de beproevingssignaalopslag en de kiesketen 220*. om te zetten in een analoog beproevingssignaal.
5 De beproevingssignaalopslag- en kiesketen 220 omvat een adresregister 216* een signaalkiesketen 221* programmeerbare* uitsluitend afleesbare geheugens 222, 223 en 224, en een lees-schrijf-geheugen, dat in het algemeen wordt aangeduid als een geheugen 225 met vrije toegankelijkheid. Verwacht wordt dat voor gebruik de pro-10 grammeerbare en uitsluitend afleesbare geheugens kunnen worden ver vangen door uitsluitend afleesbare geheugens en dat extra geheugen-eenheden kunnen worden taegepast in afhankelijkheid van de soort . en het aantal van beproevingssignalen die moeten worden gegenereerd* Alhoewel weergegeven als enkelvoudige eenheden omvat elk van de 15 programmeerbare en uitsluitend afleesbare geheugens 222 t/m 224 tweei8 bits programmeerbare en uitsluitend afleesbare geheugeneenhe-den, die elk worden gebruikt voor het opslaan van 6 bits bevattende woorden, zodat 12 bits geheugeneenheden worden gevormd. Op soortgelijke wijze is ook het geheugen 225 met vrije toegankelijkheid een 20 12 bits opslaginrichting. Het geheugen 225 met vrije toegankelijk heid is bedoeld voor het opslaan van elk willekeurig beproevingssignaal dat vanaf de centrale besturing 101 (fig.l) wordt toegevoerd.
In responsie op het tweede tijdsignaal (8 kHz) dat afkomstig is van de deler 214, genereert het adresregister 216 continu een 25 reeks van adressen die corresponderen met de adressen zoals aanwezig in de buffertrappen van de programmeerbare uitsluitend afleesbare geheugens 222, 223 en 224 en het geheugen 225 met vrije toegankelijkheid, een en ander volgens algemeen bekende technieken. De buffertrappen van een gekozen programmeerbaar uitsluitend afleesbaar ge-30 heugen of een geheugen met vrije toegankelijkheid, worden continu doorlopen.
De signaalkieseenheld 221 omvat een (niet weergegeven) deco-deereenheid waarmee een gecodeerde decimale waarde kan worden omgezet in een decimale waarde, en welke eenheid onder het bestuur van 35 de besturingseenheid 201 een bepaald exemplaar kiest van de program- 8007052 - 13 - meerbare uitsluitend afleesbare geheugens 222, 223, of 224, of het geheugen 225 met vrije toegankelijkheid, dat moet worden gebruikt voor het genereren van een specifiek beproevingssignaal. (Digitale uitgangssignalen afkomstig van de programmeerbare uitsluitend af-5 leesbare geheugens 222, 223 en 224 en het geheugen 225 met vrije toegankelijkheid, worden toegevoerd aan de digitaal-analoogomzetter 208 teneinde te worden omgezet in een analoog beproevingssignaal.
Bij dit voorbeeld worden de programmeerbare uitsluitend af-* leesbare geheugens 222 en 223 gebruikt voor het opslaan van 'digita- 10 le representaties van beproevingssignalen die moeten worden ge bruikt voor het verkrijgen van een maat van de intermodulatievervor-ming van de desbetreffende voorziening 105.
' Daartoe worden in het programmeerbare uitsluitend afleesbare- geheugen. 222 digitale representaties van signaalamplitudes op-15 geslagen teneinde In samenwerking met de digitaal-analoogomzetter 208 en het laagdoorlatend filter 209, een analoog een enkele frequentie bevattend beproevingssignaal te genereren. Dit een enkele frequentie bevattend signaal wordt zoals in het onderstaande nader zal worden behandeld, bij. deze uitvoeringsvorm van de uitvinding 20 gebruikt om eerr maat te. verkrijgen voor de frequentieverschuiving.
Bovendien wordt dit een enkele frequentie bevattend signaal gebruikt voor het meten van ruis die bij de intaimodulatievervormingsmeting wordt geïntroduceerd ter verkrijging van een compensatie. Volgens een aan de experimentele praktijk ontleend voorbeeld wordt voor dit 25 doel gebruik gemaakt van een beproevingsfrequentie van 1015,825 Hz corresponderende met kanaal 65. In het volgende zal dit signaal worden betiteld als 1016 Hz. Bij het onderhavige voorbeeld is de fre-quentie-afstand tussen kanalen 15,625 Hz, De gebruikelijke 1000 Hz beproevingstoon die in het.algemeen bij telefaonstelsels wordt toe-30 gepast, kan voor de ruis- en frequentieverschuivingbeproevingen niet worden gebruikt aangezien deze frequentie een sub-harmonische is van de steekproefnamefrequentie van de T-draaggolf.
Het programmeerbare uitsluitend afleesbare geheugen 223 slaat digitale representaties op van signaalamplitudes teneinde in 35 samenwerking met de digitaal-analoogomzetter 208 en het laagdoorla- η η n 7 n «5 ? - 14 - tend filter 209 een beproevingssignaal te genereren met drie tonen die worden gebruikt ter verkrijging van een maat betreffende de in-termodulatievervorming. Oe intermodulatievervormingsmeting kan echter ook worden uitgevoerd door gebruik te maken van andere bekende 5 apparatuur, b.v. een inrichting zoals bekend uit het Amerikaanse oc trooi 3.862.360«
Het unieke, stel van beproevingssignalen bevat tenminste één beproevingssignaal met een aantal vooraf bepaalde tonen, elk met een vooraf bepaalde amplitude, frequentie en fase dia zoals volgens 10 een aspect van de uitvinding zijn bepaald door voorgeschreven krite- ria, teneinde de invloed van vervorming en niat-lineariteiten op de werkelijke frequentieresponsie- en omhullende-looptijdvervormings-metingen tot een minimum terug- te. brengen. Het aantal van de tonen, de afzonderlijke toonfrequenties en de corresponderende fasewaarden 15 zijn gekozen in verband met een gewenste nauwkeurigheid en betrouw baarheid van de metingen bij aanwezigheid van ruis, frequentiever-schuiving en niet-lineariteit, aan het netwerk of aan de voorziening die moet worden onderzocht. Meer in het bijzonder hangt het aantal gebruikte tanen af van de signaal-ruis-verhouding, de frequentieres-20 ponsieresolutie, het verschil in frequentie tussen naburige tonen voor een omhüllende-looptijdvervormingdefinitie (rimpeleigenschap), toonfrequenties en toonfrequentie-afstand in een. situatie waarbij frequentieverschuivingen plaats vinden.
Volgens een aan de experimentele praktijk ontleend voorbeeld 25 wordt een beproevingssignaal met N = 21 tonen gebruikt. Bij andere • toepassingen kan echter een groter of kleiner aantal tonen even zo goed worden gebruikt. De fasecomponentwaarden die moeten worden toegewezen aan de tonen, kunnen bovendien worden gekozen uit elke willekeurige gewenste waarschijnlijkheidsdichtheidsfunctie. In dit voor-30 beeld worden de afzonderlijke fasewaarden (ei3 bepaald door dn = (360/N).in), waarbij in dit voorbeeld N * 21 en n het ranggetal van de afzonderlijke tonen voorstelt nl. 1 t/m 21. Alhoewel de fasewaarden kunnen worden toegewezen volgens elke willekeurige consistente methode, verdient het de voorkeur om de afzonderlijke fasewaarden 35 dn aan de afzonderlijke tonen in eerste aanleg toe te wijzen op basis 8007052
-* V
- 15 - van een-op-een en volgens een voorgeschreven kriterium, waarbij een kiesprocedure op basis van willekeur wordt toegepast. Dit is van belang in verband mst de overweging dat een beproevingssignaal een rela-/. tief lage contourfactor (verhouding piekwaarde - effectieve waarde) 5 soortgelijk aan dia van een witte-ruissignaal moet hebben. Bij een aart de experimentele praktijk ontleend voorbeeld dat niet limitatief is voor de onderhavige uitvinding, hebben de toonfrequenties een bereik vanaf 203,125 Hz tot 3328,125 Hz met een onderlinge afstand van 156,25 Hz. Aldus geldt dat' T1 = 203,125 Hz, T2 » 359,375 Hz enz.
IQ tot. aan T21 * 3328,125 Hz. Door een voordelige keuze van de toonfre quenties kan een enkel stel van beproevingssignalen worden gebruikt voor een meting van zowel de frequentieresponsie alswel de omhullen-de-looptijdvervorming, Bovendien leidt de keuze waarbij 21 tonen worden gebruikt in vergelijking tot 20 paren van tonen, tot een aan-. 15 zienlijk betere signaal-ruis-verhouding en derhalve zijn minder data- registraties vereist om bij aanwezigheid van ruis in het netwerk of de desbetreffende voorziening 105 nauwkeurige meetresultaten te verkrijgen. Door de keuze van de frequenties kan tevens worden bereikt, dat de beproevingsresultaten immuun zijn voor storingen tussen steek-20 proeven van de T-draaggolf en tevens voor storingen veroorzaakt door tweede-orde intermodulatievervorming van de desbetreffende voorziening 105, Er zij opgemerkt, dat aannemende dat de bovenvermelde voorwaarden betreffende de signaal-ruis-verhouding bestaan, ' wanneer het beproevingssignaal in het netwerk of de onderzochte voor-25 ziening een frequentieverschuiving ondergaat, het ontvangen beproe vingssignaal niet langer periodiek is met betrekking tot het steek-proefname-interval. Wegens dit gemis aan periodiciteit zal zulks een resultaat nul opleveren wanneer een gemiddelde over een lang interval zal worden genomen. Het aantal van data-registraties in een stel dat 30 bij aanwezigheid van frequentieverschuiving, naar de tijd kan worden gemiddeld, is derhalve beperkt door de meetnauwkeurigheid die gewenst is. Het is echter gewenst om een groot aantal dataregistraties te nemen teneinde spreiding van de beproevingsresultaten als gevolg van in het beproevingssignaal aanwezige ruis, te beperken. Zoals in 35 het voorafgaande werd vermeld wordt aan het aantal dataregistraties 8007052 - 16 - ’ een grans· gesteld door frequentievsrsohuiving. Er bestaat een - - zekere compromis ten aanzien van het aantal dataregistraties dat per stel kan worden gemiddeld over de tijd* bij aanwezigheid van frequentieverschuiving. Teneinde de invloed van ruis tot een mini-5 mum terug te brengen wordt het aantal opeenvolgend verkregen stellen in een ensemble derhalve ingesteld op een wijze die. correspondeert met de instelling van het aantal metingen in een stel. In het ideale ^ geval zal het totale aantal van dataregistraties voor een ensemble constant dienen te zijn; bij in de praktijk gerealiseerde stelsels 10 komen echter afwijkingen- van deze ideale toestand voor.
Volgens de in deze aanvrage neergelegde voorstellen wordt gebruik gemaakt van één van een aantal van beproevingsprocedures ter verkrijging van meetresultaten betreffende frequentieresponsie en/of omhullende-looptijdvervorming, in afhankelijkheid van de mate 15 van frequentieverschuiving en derde-orde intermodulatievervormings- produkten in de desbetreffende voorziening 105, een en ander volgens het onderstaande schema:
Beproeving Frequentieverschuiving CFV] Derde-orde intermodulatie vervorming (30IV)
20 I /FV/ <0,15 Hz 30IV ^-46dB
2 /FV/ <1,0 Hz 30IV ^-46dB
3 /FV/ .<1,0 Hz 30IV ^-28dB
Bij de beproevingen 1 en 2 wordt bij dit voorbeeld gebruik gemaakt van een stel van beproevingssignalen met tenminste een enkel 25 beproevingssignaal met 21 gelijke-amplitude tonen bij frequenties die in het bovenstaande zijn aangegeven en met fasen die zijn gekozen volgens het boven omschreven op basis van willekeurig optredende kriterium. De stellen van beproevingssignalen zoals gebruikt bij de beproevingen 1 en 2 zijn identiek en worden naar wens voor verder . 30 gebruik opgeslagen in het programmeerbare uitsluitend afleesbare geheugen 224. Bij een alternatieve opzet worden de stellen van signalen voor de beproevingen 1 en 2 vanaf de centrale besturing 101 toegevoerd,voor verder gebruik opgeslagen in het geheugen 225 met vrije toegankelijkheid. Tijdens hèt uitvoeren van een beproeving 35 wordt het desbetreffende stel van beproevingssignalen continu door 8007052 - 17 - de beproevingseenheid 102 gegenereerd en toegevoerd aan het desbetreffende netwerk of voorziening 105.
Wegens een gering frequentieverschuiving en geringe derde-orde intarmodulatievervorming kan de beproeving.1 met voordeel wor-5 den toegepast. Bij de beproeving 1 wordt een stel van 16 dataregi- straties. [metingen] van het binnenkomende beproevings 1-signaal genomen en in de beproevingseenheid 103 naar de tijd gemiddeld, waarbij een ensemble, van slechts 6 opeenvolgende, naar de tijd gemiddelde stellen van dataregistraties [metingen) worden uitgezonden naar 10 de centrale besturing 101. Zelfs bij signaal-ruis-verhoudingen mat een geringe waarde zoals 24 dB wordt de nauwkeurigheid van de. meetresultaten gehandhaafd. Door deze unieke procedure toe te passen ontstaat een aanzienlijke tijdbesparing aangezien het'naar de tijd middelen van de dataregistraties. in de. beproevingseenheid 103 voor ' 15" een grootte-orde van msec per dataregistratie zorgt, terwijl de overdracht van een naar de tijd gemiddeld stel van dataregistraties naar de centrale besturing 101 een grootte-orde van seconden per naar de tijd gemiddeld stel heeft. Het biedt derhalve voordeel om in een stel meer dataregistraties die naar de tijd moeten worden ge-20 middeld, te nemen en minder naar de tijd gemiddelde stellen van da taregistraties uit te zenden.
Wegens een sterkere mate van frequentieverschuiving en geringe derde-orde intermodulatievervorming biedt het voordeel om de beproeving 2 toe te passen. Bij de beproeving 2 wordt een stel van 25 slechts drie dataregistraties van het binnenkomende beproevings’ 2- signaal genomen en naar de. tijd gemiddeld, terwijl een ensemble van 21 naar de tijd gemiddelde stellen van dataregistraties voor verdere • verwerking wordt uitgezonden naar de centrale besturing 101. Hierdoor wordt in vergelijking met de beproeving 1 een aanzienlijk lan-30 gere verwerkingstijd verkregen,· wanneer in de desbetreffende voor ziening 105 een grotere frequentieverschuiving aanwezig is, is echter het ensemble van 21 naar de tijd gemiddelde stellen van dataregistraties nodig om de gewenste nauwkeurigheid van de beproevingsresul-taten te handhaven.
35 De beproeving 3, waarbij gebruik wordt gemaakt van een stel 8007052 - ia - beproevingssignalen met een vooraf bepaald aantal van beproevings-signalen,wordt met voordeel toegepast wanneer de gewenste nauwkeurigheid moet worden bereikt bij aanwezigheid van een sterke mate van frequerrtieverschuiving en een grote derde-orde intermodulatievervor-5 mlng. Het stel van beproevingssignalen omvat signalen met 21 galijke- - amplitudetonen met frequenties, een en ander zoals in het voorafgaande is beschreven. De fase-waarden zijn aan het beginexemplaar van de beproevingssignalen in het stel op basis van willekeurig toegewezen. Wanneer eenmaal de fasewaarden zijn toegewezen Is het beproe-10 vingssignaal volledig bepaald, d.w.z. dit signaal kan met deze be kende informatie aan de ontvangzijde worden verwerkt. Nadat alk be-proevingssignaal in het stel is uitgezonden worden volgens een aspect van de uitvinding de fasewaarden opnieuw toegewezen onder gebruikmaking van een voorgeschreven kriterium, teneinde eventueel 15 voorkomende derde-orde intermodulatievervormingsprodukten bij een willekeurige van de toonfrequenties, doeltreffend uit te middelen. Aangezien zo lang als elke toon is toegewezen aan elke fasewaarde en elke willekeurige toewijzingsprocedure kan worden uitgevoerd, verdient het de voorkeur om na de aanvankelijke toewijzing op basis 20 van willekeur de fasewaarden in een vooraf bepaalde volgorde te ro teren. Bij een voorbeeld worden de fasewaarden zodanig geroteerd, dat een gegeven toon wordt toegewezen aan de fase van de naastliggende hogere toon, en de hoogste toon (213 de fase aanneemt van de toon (13 met de laagste frequentie totdat de fase van elke toon 21-25 maal is veranderd. H.a.w. worden de fasewaarden na elke uitzending van het beproevingsslgnaal in een tegen de draairichting van het uurwerk rondgaande richting geroteerd totdat elke toon al de fasewaarden, d.i. totdat 21 verschillende beproevingssignalen zijn uitgezonden, heeft aangenomen. Bij dit voorbeeld wordt elk van de 21 30 beproevingssignalen in het stel van beproevingssignalen bij de be proeving 3, vanaf de centrale besturing 101 uitgezonden naar de be-proevingseenheid 102 en opgeslagen In het geheugen 225 met vrije toegankelijkheid, om te worden gebruikt voor het genereren van het gewenste beproevingsslgnaal dat via het netwerk of de desbetreffende 35 voorziening 105 moet worden uitgezonden.
8007052 - 19 -
Bij de beproeving 3 wordt voor elk binnenkomend beproevings-signaal een stel van- drie dataregistraties genomen waarbij middeling naar de tijd plaats vindt» Aldus wordt een ensemble van 21 opeenvolgende naar de tijd gemiddelde stellen van dataregistraties naar de 5 centrale besturing 101 uitgezonden voor verdere verwerking.
De mogelijkheid bestaat dat in apparatuur waarin geen gebruik wordt gemaakt van een centrale besturingseenheid, het stel van 21 beproevingssignalen voor de beproeving 3 kan worden opgesla -gen in een uitsluitend afleesbaar geheugen teneinde naar wens te wor-10 .den gebruikt. Willekeurige of alle van de beproevingssignalen kunnen inderdaad warden opgeslagen hetzij als tijdsignalen, hetzij als hun equivalenten uitgedrukt in frequentiedomeinwaarden, die naar het tijddomein worden getransformeerd wanneer zulks vereist is. Er zij opgemerkt dat het stel van 21 beproevingssignalen zoals toegepasi 15 bij de beproeving 3 even zo goed kan worden gebruikt voor het ver krijgen van meetresultaten onder de voorwaarden waarbij de beproevingen 1 en 2 Worden uitgevoerd. Het biedt echter voordeel om de signalen als aangegeven voor de beproeving 3 toe te passen, wanneer het erom gaat de zogenaamde "slechtste-geval” omhullende-looptijdvervor-2Q ming- en frequentieresponsiemeetresultaten te verkrijgen. Bij een t aan de experimentele praktijk ontleend voorbeeld worden de omhullende-looptijd.vervormingsmetingen uitgevoerd met een nauwkeurigheid van 10 msec en die voor de frequent!eresponsie met een nauwkeurigheid van 0,1 dB, bij aanwezigheid van derde-orde intermodulatievervorming tot 25 een grootte·van 28 dB. Zoals in het voorafgaande is aangegeven is het 21 tonen bevattende spectrum gekozen in verband met immuniteit voor tweede-orde intermodulatievervormingsprodukten.
Digitale representaties van het een enkele toon bevattende beproevingssignaal, het drie tonen bevattende beproevingssignaal en 30 een 21-toons beproevingssignaal worden volgens op zichzelf bekende technieken gegenereerd en zijn bedoeld voor opslag in resp.; programmeerbare en uitsluitend afleesbare geheugens 222, 223 en 224. Digitale representaties van de 21-toons signalen die moeten worden uitgezonden naar hetgeheugen 225 met vrije toegankelijkheid, worden even-35 eens volgens op zichzelf bekende technieken gegenereerd. Bij dit 8007052 - 20 - voorbeeld zijn de digitale signaalrepresentaties die zijn opgeslagen in een programmeerbaar en uitsluitend afleesbaar geheugen en/of in een geheugen met vrije toegankelijkheid, geoptimaliseerd voor de specifieke eenheid die voor de dlgitaal-analoogomzetter 208 wordt 5 gebruikt. Verder wordt gebruik gemaakt van een steekproefnamefrequen- tie van 8 kHz · mr.e. t" 512 12-bits. steekproeven per “registratie". Hierdoor is het mogelijk tijdsignalen te genereren die een of meer frequenties bevatten in de band van 15,625 Hz tot 4 kHz en met in-crementen van 15,625 Hz. 12-bits steekproeven worden teweeggebracht 10. welke zijn gescheiden in twee gedeelten, nl. 6 minst significante bits en 6 meest significante bits. Elk beproevingssignaal is genormeerd met betrekking tot een referentiesignaal dat een enkele toon bevat, teneinde het ultgangsvermogen vanaf de digitaal-analoogomzet-ter 208 te maximeren, en tegelijkertijd verschilt dit signaal ten 15 opzichte van het referentiesignaalvermogen met een bedrag gegeven door een geheel getal voor te stellen dB-waarde. De uitgangsverzwak-ker 210 geeft dan een correctie voor de verschillende vermogens-niveaus en legt gespecificeerde vermogensniveaus voor uitzending in stappen gegeven door gehele getallen, b.v. stappen van 1 dB, 20 vast. Digitale representaties corresponderende met signaalamplitude- steekproeven die moetsn worden opgeslagen,-kunnen op eenvoudige wijze warden verkregen ervan uitgaande, dat bekend zijn: Cl) het aantal tonen Cl - 256) dat in het signaal voorkomtj C2) het kanaalnummer van de referentiefrequentiej en (3) de piekamplitude CVolt), het 25 frequentiekanaal, en de fase Cgraden) voor elke toon. In dit voor-: beeld is een kanaalnummer van een tooa Cl - 256) gelijk aan de frequentie uitgedrukt in Hertz, gedeeld door de frequentieresalutie C15,625 Hz). Het uitgangsvermogen voor een signaal dat slechts een referentiefrequentie bevat, is maximaal wanneer rekening wordt gehou-30 den met de apertuurvervorming van de nulde-orde in da digitaal-ana- loogomzetter 208 aanwezige informatie.
De voor de tonen gekwanticserde waarden worden vervolgens afgerond tot het dichtstbij zijnde 4-cijfers bevattende gehele getal en omgezet in een 4-oijferig octaal woord dat vervolgens wordt 35 gescheiden in twee delen nl. één deel dat representatief is voor de 8007052 Λ - 21 - zes minst significante bits: en het andere deel dat representatief ia voor de zes meest significante bits van elk 12 bits bevattende woord. De resulterende 12 bits bevattende woorden worden opgeslagen in buffers van een corresponderend exemplaar van de programmeerbare 5 en uitsluitend afleesbare geheugens 222 - 224 of het geheugen 225 met vrije toegankelijkheid voor later gebruik bij het genereren van gewenste beproevingssignalen.
Fig.3 geeft een vereenvoudigd blokschema van details van de besturingseenheid 201. Meer in het bijzonder zijn in deze figuren 10 weergegeven een klok 301, een centrale verwerkingseenheid 302, een lees-schrijfgeheugen 303, gewoonlijk aangeduid als geheugen met vrije toegankelijkheids een programmeerbaar uitsluitend afleesbaar geheugen 304> en een ingangs/uitgangseenheid 305. De klok 301 genereert tijdsignalen voor de centrale verwerkingseenheid 302 volgens.
15 een op zichzelf bekende wijze. De processor 302, het geheugen met vrije toegankelijkheid 303, het programmeerbare en uitsluitend afleesbare geheugen 304 en de ingangs/uitgangseenheid 305 zijn met elkaar verbonden via een busleiding 306 zo dat eenmicrocomputerstelsel is gevormd. Voor de centrale processoreenheid 302 kan elke willekeu-20 riga van een diversiteit van bekende computerinrichtingen worden ge kozen. Bij dit voorbeeld wordt gebruik gemaakt van een Intel 8080A-eenheid met bijbehorende compatibele ketenelementen. 0e werking en programmering van een dergelijke 8080A-eenheid zijn beschreven in "Intel 8080 Microcomputer Systems Users Manual", van september 1975. 25 Er zij opgemerkt, dat microcomputerinrichtingen met de gewenste con figuratie van de besturingseenheid 201, verkrijgbaar zijn in de vorm van een enkele eenheid, b.v. de Intel 8741.
In het programmeerbare en uitsluitend afleesbare geheugen 304 van de besturingseenheid 201 is een programma opgeslagen voor 30 het besturen van de werking van de data-acquisitie-eenheid 121 zodat de beproevingseenheden 102 of 103 in responsie op commando's afkomstig van de centrale besturing 101 worden bestuurd. De besturingseenheid 201 accepteert derhalve commando's die vanaf de centrale besturing 101 worden toegevoerd via de koppelaar 120 en de universele a-35 synchrone ontvanger/zender 212, en decodeert deze commando’s en brengt 8007052 - 22 - ze ten uitvo8r. In het onderstaande ie een lijst van voorksurscomman-do’s gegeven. De specifieke procedure voor het decoderen en ten uitvoer brengen van de commando’s zal voor de gemiddelde vakman op dit gebied duidelijk zijn.
5 Wanneer ofwel de beproevingseenheid 102 ofwel de eenheid 103 als ontvanger werkzaam is, komt een en ander in het kort gezegd op het volgende neer: de besturingseenheid 201 is in responsie op geschikte commando’s werkzaam om de ingangspoort van de data-acqui-sitie-eenheid 121 te verbinden met de desbetreffende voorziening 105, 10 de lijnconfiguratie 202 in te stellen op een passende impedantie of afsluiting, de ingangsverzwakker 203 in te stellen op een gewenste -of specifieks waarde, het lijnfilter 204 te schakelen in een specifieke filterconfiguratie en 512 12-bits digitale representaties die zijn aangewezen als een registratie van een ontvangen beproevings-15 signaal op te bergen in het geheugen 303 Cfig.3) met vrije toeganke lijkheid. Het lopende gemiddelde van Y dataregistraties wordt opgeslagen in het geheugen 303 met vrije toegankelijkheid, waarbij hst aantal Y afhankelijk is van de in uitvoering zijnde beproeving.
De afzonderlijke registraties worden hierna via de universele asyn-20 chrone ontvanger/zender 212 en d8 koppelaar 120 {fig.U uitgezonden naar de centrale besturing 1Θ1 om te worden gebruikt bij het verkrijgen van een beproevingsresultaat, een en ander zoals in het onderstaande nader zal worden beschreven. Zo geldt dat wanneer ofwel de beproevingseenheid 102 ofwel de eenheid 103 werkzaam is als een zen-25 der, dat de besturingseenheid 201 in responsie op geëigends comman do’s vanaf de centrale besturing 101 werkzaam is om de uitgangspoort van de data-acquisitie-eenheid 121 te verbinden met de desbetreffende voorziening 105, de lijnconfiguratie 211 in te stellen op een gewenste impedantie of afsluiting, de uitgangsverzwakker 210 in te 30 stellen op een gewenste waarde en 512 12-bits beproevingssignaal- steekproeven sequentieel toe te voeren vanaf de keten. 220 Cbeproe-vingssignaalopslag en keuze) naar de digitaal-analoogomzetter 208 voor het genereren van een corresponderend analoog beproevingssig-naal. In afhankelijkheid van de desbetreffende beproeving die ten 35 uitvoer wordt gebracht, kan elke beproevingseenheid werkzaam zijn 8007052 - 23 - ofwel als. een ontvanger ofwel als een zender. Een lijst van typerende commando’s voor de beproevingseenheden 102 en 103 met bijbehorende symbolen, is in het onderstaande weergegeven. Een "x* geplaatst naast het desbetreffende commando is indicatief voor de soort van 5 commando, d.i. rechtstreeks of reeksgewijsj en het aantal van symbo len, d.i. 1 of 2. Ih dit voorbeeld zijn de commando’s uitgedrukt in de ASCII-code. Meer in· het bijzonder is gebruik gemaakt van een S-bits verkorte ASCII, waarbij slechts die symbolen zijn opgenomen, in de zogenaamde "dichte* ASCÏI-code.
10 COMMANDO’S
Commando Commandosoort Symbolen Symbolen .. . . in commando recht- reeks- streeks gewijs 12 le 2e VERZWAKKING x x 0 15 ZELF BEPROEVEN x X 1 ZENDSTEEKPROEVEN x x 2 STOP GENERATOR x x 3
ZEND OPNIEUW UIT
STATUS x X 4 ' 20 EINDE I/U x x 5 LAAD ZENOBUFFER x x S binaire 0 binaire 1 START REEKS x x 7 binaire 1 t/m 10 25 LEID REEKS IN x x 8 binaire 0 t/m 9 START I/U x x @ binaire 0 t/m 9
ADO GEBIED x x A
30 VERTRAAG x x 0 binaire 1 t/m S3
EINDE REEKS χ x E
FILTER x x F binaire 0 of 1 GENEREER x x G binaire 0 35 t/m 63 8007052 - 24 - INGANGSVERZW. x χ I binaire 0 t/m 15 LIJNCONFIGURATIE x x L S-bit byte UITGANGSVERZW. x x Q binaire 0 5 t/m 50 STEEKPROEF x x S binaire 1 t/m 16 KEUZE GOLFVORM x x W binaire 0 binaire 1 10 binaire 2 v
De gewenste golfvorm wordt gekozen door een twee symbolen bevattend commando dat de beproevingseenheid 102 of 103 instrueert om een van vier verschillende golfvormen te kiezen volgens de waards van het tweede symbool dat representatief is voor een 6-bits byte 15 met een waarde binaire 0, 1, 2 of 3, nl. het signaal in het geheugen 225 met vrije toegankelijkheid, resp. 1016 Hz, 3-toons,. of 21-toons.
Verscheidene beproevingsmodi zijn mogelijk bij en tussen de beproevingseenheden 102 en 103, nl. recht uitgaande metingen vanaf de ene beproevingseenheid naar de andere, metingen bij geluste be-20 proevingseenheden, waarbij de zend- en ontvangketens van een eenheid met elkaar zijn verbonden via een (niet weergegeven] keten in de data-acquisitie-eenheid 121, terugkoppellusmetingen waarbij de zandpoort en ontvangpoort van een enkele beproevingseenheid zijn verbonden via een extern netwerk, en luslijnmetingen, waarbij b.'/. een· 25 4-draadsvoorzien't ng bij het verre uiteinde is gelust door een (niet weereegeven) keten die zich bevindt in de bij het verre uiteinde bevindende beproevinorseenheid.
Fig.3 geeft een stromingsdiagram ter illustrati» va" een in *e aanvrage voorgestelde unieke beproevingsprocedure waarbij via 30 de beproevingseenheden 102 en 103 onder het bestuur van de centrale besturing 101 data worden verkregen voor het uitvoeren van gewenste metingen betreffende frequentieresponsie en omhullende-looptijdver-vorming van de desbetreffende voorziening 105. In deze figuur zijn drie verschillende symbolen aangegeven: ovale symbolen aan het begin 35 en eind van een desbetreffende routine; rechthoekige symbolen, in de regel aangeduid als operationele blokken, bevattend de beschrijving 8007052 - 25 - e' van sen desbetreffende operatiestapj en ruitvormigsymbolen in de regel aangeduid als geconditioneerde vertakkingspunten, bevattend een beschrijving van een. uitgevoerde beproeving en bepalen!de volgende operatie die moet worden uitgevoerd.
5 Oe bepraevingsprocedure wordt ingeleid via het symbool 40Q.
Vervolgens bewerkstelligt de operatie van het blok 401 dat het stelsel volgens fig.l een meting uitvoert betreffende derde-orde inter-modulatiavervormingsprodukterr ten aanzien van de voorziening 105. Oeze meting van intermodulatievervorming zal in de regel als een af-10 zonderlijke beproeving worden uitgevoerd. In de praktijk zal derhal ve de waarde van de derde-orde intermodulatievervorming C30IV] zich leads irr een geheugen bevinden.
Volgens de operatie- van het blok 402 wordt het stelsel volgens fig.l zodanig bestuurd dat ten aanzien van de voorziening 105 15 frequentieverschuiving wordt gemeten op een wijze die in het onder staande nader zal worden beschreven.
In het geconditioneerde vertakkingspunt 403 worden de waarden van de frequentieverschuiving /FV/ en 30IV onderzocht teneinde te. bepalen of zij zich binnen eerste vooraf vastgestelde grenzen be-20 vinden, in dit voorbeeld /FV/^£ * 0,15 Hz en 3-QIV is = -46 dB.
Indien het resultaat van dit onderzoek "ja" is, wordt de besturing overgedragen naar het blok 404 waarbij een subroutine, beproeving 1 betreffende frequentieresponsie en omhullende-looptijdvertraging wordt opgevraagd. Deze subroutinebeproeving 1 wordt in het onder-25 staande nader beschreven. Indien het resultaat van dit onderzoek "neen" is, wordt de besturing overgedragen naar 'het geconditioneerde vertakkingspunt 405. Bij dit geconditioneerde vertakkingspunt 405 worden de waarden van /FV/ en 3-OIV onderzocht teneinde te bepalen of deze zich binnen tweede vooraf bepaalde grenzen bevinden, in dit 30 voorbeeld /FV/^ * 1,0 Hz en 3-OIV és - -46 dB. Indien het resultaat van dit onderzoek "ja" is, wordt de besturing overgedragen naar het blok 406 en een subroutinebeproeving 2 wordt opgevraagd. De subroutinebeproeving 2 wordt in het onderstaande nader beschreven. Indien het resultaat van het onderzoek "neen" is, wordt de besturing over-35 gedragen naar het geconditioneerde aftakkingspunt 407.
8007052 - 26 - \
Bij het geconditioneerde vertakkingspunt 4Q7 worden de waarden van /FV/ en 3^(DIV onderzocht teneinde te bepalen of zij zich binnen derde vooraf bepaalde grenswaarden bevinden; in dit voorbeeld is /FV/ * 1,0 Hz en 3-OIV * -28 dB» Indien het resultaat van dit 5 onderzoek "ja" is, wordt de besturing overgedragen naar het operatio nele blok 408 en de subroutinebeproeving 3 wordt opgevraagd. De sub-routinefieproeving 3 wordt in het onderstaande nader beschreven. Indien het resultaat van het onderzoek "neen" is wordt de besturing overgedragen naar het ovale symbool 409 en de routine wordt beëin-10 digd. Indien echter het resultaat van het onderzoek "neen" is, kan de beproeving 3 nog steeds verder gaan en' de beproevingsresultaten worden verkregen met een diagnostische markering aangevende dat aan de systeemvereisten niet wordt voldaan en dat de beproevingsresultaten niet betrouwbaar kunnen zijn.
15 Bij wijze van voorbeeld worden de volgende commando's vanaf de centrale besturing 101 gezonden naar de beproevingseenheden 102 en 10-3 teneinde de voorziening 105 rechtstreeks te beproeven met be·** trekking tot de frequentiaverschuiving, frequentieresponsie en om-hullende^-looptij dvervornjing, Opnieuw wordt opgernerkt dat hetzelfde 20 beproevingssignaal wordt gebruikt voor zowel metingen betreffende frequentieresponsie alswel metingen betreffende omhullende-looptijd-vervorming,
De beproevingsresultaten worden zoals in het onderstaande is beschreven, gebruikt voor het verkrijgen van metingen betreffende 25 frequentieresponsie en omhullendeTlooptijdvervorming., Elk van de be·^ proevingseenheden 102 of 103 kan worden gebruikt als een zender of een ontvanger.
Commando’s voor het verkrijgen van frequentieverschuivings-data en een verklaring zijn als volgt;
30 · COMMANDO1S VERKLARING
© START I/U
XR ’ BEPROEVINGSEENHEID 103 ADRES
7A ZEND PROGRAMMA UIT
1 LX
35 F & PROGRAMMA A
8007052 < τ.
- 27 - ΙΟ
Ε - EINDE REEKS
BA VOER PROGRAMMA AIDIT
7B ZEND PROGRAMMA B
5 A PROGRAMMA B
E EINDE REEKS
7C ZEND PROGRAMMA C UIT
SA PROGRAMMA C
E EINDE REEKS
10 0 START I/U
XT BEPROEVINGSEENHEIO' 102. ADRES
7D ZEND PROGRAMMA O
LX
OX PROGRAMMA D
IE WA
G- 9
E EINDE REEKS
80 VOER PROGRAMMA D UIT
® START r/u
20 XR BEPROEVINGSEENHEID 103 ADRES
*
8B VOER PROGRAMMA B UIT
X8C VOER PROGRAMMA C UIT
*2 ZEND REGISTRATIE UIT
0 START I/U
25 XT BEPROEVINGSEENHEID 102 ADRES
3 STOP ZENDER
Stappen die tussen stertekens zijn geplaatst worden voor elke extra dataregistratie die is opgezameld, herhaald.
Commando's voor frequentieresponsie en omhullende-looptijd-30 vervorming, en uitgaande van de veronderstelling dat frequentiever- schuiving en derde-orde-intermodulatievervorming zich bevinden binnen het eerste stel van voorgeschreven begrenzingen, en een verklaring zijn als volgt [beproeving 1): 8007052 - 28 -
COHMANDO * S VERKLARING
0 START I/U
.. XR .. BEPROEVINGSEENHEID 103 ADRES
7A ZEND PROGRAMMA A UIT
5 LX
F 3 PROGRAMMA A
• ' 10
E . EINDE. REEKS
BA VOER PROGRAMMA A UIT
10 7B ZEND PROGRAMMA B UIT
A PROGRAMMA B
E EINDE REEKS
7E ZEND PROGRAMMA E UIT
SP PROGRAMMA E
15 E ' EINDE REEKS
0 START Ï/U
XT BEPROEVINGSEENHEID 102 ADRES
7F ZEND PROGRAMMA F
LX
20 OX PROGRAMMA F
WC G 3
E EINDE REEKS
8F VOER PROGRAMMA F UIT
25 © START I/’J
XR BEPROEVINGSEENHEID 103 ADRES
8B VOER PROGRAMMA B UIT
x8E VOER PROGRAMMA E UIT
*2 ZEND REGISTRATIE UIT
30 START I/U
XT . BEPROEVINGSEENHEID 102 ADRES
3 STOP ZENDER
Stappen die tussen stertekens voorkomen worden voor elke extra dataregistratie die is opgezameld, herhaald.
35 Commando's voor frequentieresponsie en omhullende-looptijd- 8007052 - 29 - vervorming, uitgaande van de veronderstelling dat frequentieverschui-ving en derde-orde intsrmodulatievervarming zich binnen het tweede stel van grenswaarden bevinden, en een verklaring, zijn als volgt [beproeving 2):
5 COMMANDO * S VERKLARING
Φ START I/U
XR BEPROEVINGSEENHEID 103 ADRES
7A ZENO PROGRAMMA A UIT
LX
IQ F £& PROGRAMMA A
10
E EINDE REEKS
8A VOER PROGRAMMA A UIT
7B ZEND PROGRAMMA S UIT
. 15, A PROGRAMMA B
E EINDE REEKS
7G ZEND'PROGRAMMA G UIT
SC PROGRAMMA G
E EINDE REEKS
20 © START I/u
XT BEPROEVINGSEENHEID 102 ADRES
7F ZEND PROGRAMMA F “
LX
OX PROGRAMMA F
25 WB
G 3
E EINDE REEKS
8F VOER PROGRAMMA F UIT
© START I/U
30 XR BEPROEVINGSEENHEID 103 ADRES
8B VOER PROGRAMMA B UIT
*8G VOER PROGRAMMA G UIT
*2 ZEND REGISTRATIE UIT
® START I/U
35 XT BEPROEVINGSEENHEID 102 ADRES
3 STOP ZENDER
8007052 - 30 -
Stappen die tussen stertsKens zijn geplaatst, worden herhaald voor elke extra datarsgistratie die is opgezameld.
Commando's voor frequentieresponsie en omhullende-looptijd-vervormingsbeproevingen,. uitgaande van de veronderstelling dat fre-quentieverschuiving en derde-orde intermodulatievervorming zich bevinden binnen het derde stel van voorgeschreven grenswaarden, d.i.
. het slechtst mogelijke geval, en een verklaring zijn als volgt . (beproeving 3]:
COMMANDO'S VERKLARING
. φ START I/U
XR BEPRQEVINGSEENHEID 3 ADRES
7A ZEND PROGRAMMA A UIT
LX
PROGRAMMA A
10
E EINOE REEKS
SA VOER PROGRAMMA A UIT
7H ZENO PROGRAMMA H UIT
A
PROGRAMMA Ή SC
E EINDE REEKS
® START I/U
XT BEPROEVINGSEENHEID 102 ADRES
71 ZEND PROGRAMMA I
LX
PROGRAMMA I OX
E EINDE REEKS
81 VOER PROGRAMMA I UIT
7J ZEND PROGRAMMA J
vi d PROGRAMMA J GÖ)
E EINDE REEKS
8007052 - 31 -
X® START I/U
XT BEPROEVINGSEENHEID 102 ADRES
S& LAAD RA-GEHEUGEN 225 VANAF MODEM
3J VOER PROGRAMMA J UIT
5. (A) START I/U
XR · BEPROEVINGSEENHEID 103 ADRES
BH VOER PROGRAMMA H UIT
*Z ZEND REGISTRATIE UIT
φ START I/U
10 XT BEPROEVINGSEENHEID 102 ADRES
3 STOP- ZENDER
Stappen tussen stertekens worden Herhaald voor elke extra dataregistratie dia is opgezameld.· s Het zal voor de gemiddelde vakman op dit gebied duidelijk 15 zijn dat elk van ds beproevingseenheden 102 en 103, ontvangen waarde- vo-lle commando's, alsook zijn statusinformatie,overdraagt naar de centrale besturing 101.
De fig.5 t/m 8 zijn stromingsdiagrammen van programmarouti-nes die stappen bevatten die worden uitgevoerd voor het verzamelen 20 van data dia moeten worden gebruikt ter verkrijging van metingen be treffende frequentieverschuiving onder gebruikmaking van een sen-toons signaal en betreffende frequentieresponsie en omhullende-loop-tijdvervorming onder gebruikmaking van een 21-toons signaal. De programma's zijn in beginsel de commando's dia in het voorafgaande 25 zijn aangegeven en die zijn opgeslagen in het geheugen 303 met vrije toegankelijkheid van de besturingseenheid 201 in de beproevingseen-heid 102 of in de beproevingseenheid 103. De beproevingseenheden 102 en 103 zijn derhalve geconfigureerd tot zend- en ontvangeenheden die bij het uitvoeren van de gewenste metingen werkzaam zijn.
30 De stromingsdiagrammen bevatten drie verschillende symbolen: ovale symbolen geven aan het begin en het einde van een routine: -rechthoekige symbolen gewoonlijk aangeduid als operationele blokken, bevattende beschrijving van een desbetreffende operationele stap: en ruitvormige symbolen, gewoonlijk aangeduid als geconditioneerde af-35 takpunten, bevatten een beschrijving van een door de besturingseen- 8007052 i - 32 - heid 201 uitgevoerde beproeving waardoor het mogelijk is om de direct. volgende operatie die moet worden uitgevoerd, te ballen.
Zoals weergegeven in fig.5 wordt de'frequentieverschuiving-..........
beproeving data-acqtiisitie-pracsdure routine ingevoerd bij het 5. ovale symbool 500. Via het operationele blok 501 wordt bewerkstel- . ligd dat de centrale besturingseenheid 101 het programma A zoals boven vermeld, uitzendt naar de beproevingseenheid 103. Zoals in het voorafgaande is aangegeven omvat het programma A een reeks van -commando’s voor het instellen van de lijnconfiguratie-eenheid 202 10 op een gewenste impedantie, d.i. 600 Ohm o-F 900 Ohm; de ingangsver- zwakker 203 op een voorgeschreven middengebiedwaarde; en het lijnfilter 204 op. een specifieke filterconfiguratie zoals in het voorafgaande is aangegeven.. Het operationele blok 502 bewerkstelligt dat de centrale besturingseenheid 101 een commando uitzendt naar de 15 beproevingseenheid 103 en waardoor deze wordt geïnstrueerd om het programma A ten uitvoer te brengen. Aldus worden de ingangseigen-schappen van de ontvanger ingesteld.
Het operationele blok 503 bewerkstelligt dat de centrale besturing 101 het programma B, zoals in het voorafgaande is aangege-20 ven, uitzendt naar de beproevingseenheid 103. Het programma B be stuurt het automatisch instellen van de ingangsverzwakker 203 teneinde het niveau van het binnenkomende signaal in te stellen op een optimale waarde d.w.z. het niveau dat maximaal toelaatbaar is zonder de analoog-digitaalomzetter 207 over te belasten.
* 25 Het operationele blok 504 bewerkstelligt dat de centrale be sturing 101 het programma C, zoals in het voorafgaande is vermeld, zendt naar de beproevingseenheid 103. Het programma C bestuurt de analoog-digitaalomzetter 207 zodanig, dat 512 12-bits steekproeven worden genomen, d.i. een registratie van het ontvangen signaal.
30 Het operationele blok 505 bewerkstelligt dat de centrale be sturing 101 het programma D, zoals in het voorafgaande aangegeven, uitzendt naar de beproevingseenheid 102. Het programma D bestuurt het instellen van de lijnconfiguratie-eenheid 211 zodanig, dat deze wordt ingesteld op een specifieke impedantie een en ander soortge-35 lijk aan de werking van de lijnconfiguratie-eenheid 202; tevens 8007052 - 33 - wordt door dit programma de uitgangsverzwakker 210 ingesteld op een specifieke waarde; wordt in da eenheid 220 een 1-toons signaal uit-' gekozen; een 1016 Hz-signaal in digitale vorm opgeslagen in het programmeerbare en uitsluitend afleesbare geheugen 222; en de digi-5 taal-analoogomzetter 208 wordt bestuurd voor het continu genereren van het 1-toons, 1016 Hz-signaal afkomstig van de digitale informatie die is opgeslagen in het programmeerbare en uitsluitend afleesbare geheugen 222.
Het operationele blok 506 bewerkstelligt dat de centrale be-10 sturing 101 commando uitzendt naar de beproevingseenheid 102 waar door" deze wordt geïnstrueerd om het programma D uit te voeren, waarna het 1-toons beproevingssignaal via de uitgangspoort van de data-acquisltie-eenheid 121 wordt toegevoerd aan de voorziening 105.
Het operationele blok 507 bewerkstelligt dat de centrale be-15 sturing 101"een commando uitzendt naar de beproevingseenheid 103 waardoor deze wordt geïnstrueerd om het programma B uit te voeren.
Het operationele blok 508 bewerkstelligt dat de centrale besturing 101 een commando uitzendt naar de beproevingseenheid 103, waardoor deze wordt geïnstrueerd om het programma Q ten uitvoer te 20 brengen. De beproevingseenheid. 103 ontvangt derhalve een stel van opeenvolgende dataregistraties Cmetingen3 van het ontvangen 1-toons beproevingssignaal, d.w.z. bij dit voorbeeld is het aantal CY) van registraties gelijk aan 1.
Het operationele blok 509 bewerkstelligt dat de centrale be~ 25 sturing 101 een commando uitzendt naar de beproevingseenheid 103 waardoor deze wordt geïnstrueerd om een FV dataregistratie uit te zenden naar de centrale besturing 101.
In het geconditioneerde aftakkingspunt 510 wordt bepaald of een ensemble van N FV dataregistraties is uitgezonden. Het ensemble 30 aantal CN) van registraties dat wordt gebruikt bij een desbetreffen de beproeving,, wordt zodanig gekozen, dat een gewenste over het geheel genomen meetnauwkeurigheid wordt verkregen tussen opeenvolgende meetresultaten; in dit aan de experimentele praktijk ontleende voorbeeld is het gewenst om voor alle systeemfouten een maximum variatie 35 te hebben van _+0,05 Hz. In dit voorbeeld is bij de FV beproeving N=*6.
8007052 - 34 -
Indien het resultaat van de beproeving "ja" is, wordt de besturing overgedragen, naar het operationele blok 511. Indien echter het resultaat van de beproeving "neen" is, wordt de besturing overgedragen naar het operationele blok 508 en de operaties van de-blokken 5 508 en 509 warden herhaald totdat in het geconditioneerde aftak- kingspunt 510 een "ja"-luidend beproevingsresultaat wordt verkregen.
Het operationele blok 511 bewerkstelligt dat de centrale besturing 101 een commando uitzendt naar de beproevingseenheid 102, waardoor deze wordt geïnstrueerd om het programma D te beëindigen, 10 d.w.z. dat het uitzenden van het 1-toons signaal wordt gestopt.
Hierna wordt de besturing overgedragen naar het operationele blok 512 en de routine is beëindigde
Fig.6 toont een stromingsdiagram van stappen die worden uitgevoerd voor het verkrijgen van· data of frequentieresponsie en om-15 hullende-looptijdvervormingbeproevlng 1. Zoals in het voorafgaande
is aangegeven wordt de beproeving 1 uitgevoerd wanneer metingen betreffende frequentieverschuiving en derde-orde intermodulatievervor-ming zich binnen eerste vooraf bepaalde grenzen bevinden. De in fig.6 aangegeven stappen 600 t/m 612 zijn identiek met de stappen 20 500 t/m 512 volgens fig.5, met die uitzondering dat het programma E
dat volgens het operationele blok 604 wordt uitgezonden naar de beproevingseenheid 103 een commando bevat waardoor wordt bewerkstelligd dat wanneer het programma E in het operationele blok 608 ten uitvoer wordt gebracht een stel met een vooraf bepaald aantal CYD
25 van opeenvolgende beproeving 1 dataregistraties, wordt uitgenomen \ en naar de tijd wordt gemiddeld. In dit voorbeeld is het aantal (Y) van beproeving 1 dataregistraties dat wordt uitgenomen en naar de tijd wordt gemiddeld, gelijk aan 16. Bovendien bevat het programma F dat in het operationele blok 605 wordt uitgezonden naar de beproe-30 vingseenheid 102 een commando waardoor de besturing 201 wordt geïn strueerd om het programmeerbare en uitsluitend afleesbare geheugen 224 te kiezen teneinde het volgens deze aanvrage unieke 21-toons be-proevingssignaal zoals toegepast bij de beproeving 1, bij de ten uitvoerbrenging in'blok 606, te genereren. In dit voorbeeld is het 35 aantal (N) „van opeenvolgend verkregen, naar de tijd gemiddelde stel- 8007052 - 35 - Ιβη van beproeving 1 dataregistraties in een ensemble dat moet wor-dën uitgezonden naar de centrale, besturing 101, en zoals bepaald in het geconditioneerde aftakkingspunt 610, gelijk aan 6. Zoals in het voorafgaande is aangegeven wordt de beproevingseenheid 103 der-5 halve bestuurd om 16 dataregistraties per stel uit te nemen die naar de tijd worden gemiddeld, alsook om een ensemble van 6 stellen van . de naar de tijd gemiddelde dataregistraties uit te zenden naar de centrale besturing 101. In dit voorbeeld worden derhalve door de beproevingseenheid 103,6 x 16 » 96 dataregistraties genomen van het 10. béproevings I signaal dat vanaf de beproevingseenheid 102 over de voorziening 105 is uitgezonden.
Fig.7 toont een stromingsdiagram van de stappen die worden uitgevoerd bij het verkrijgen van data voor frequentieresponsie en omhullende-looptijdvervorming beproeving 2. Zoals in het voorafgaan-15 de is aangegeven wordt de beproeving 2 toegepast wanneer de·metin gen betreffende frequentieverschuiving en derde-orde intermodulatie-vervorming zich bevinden binnen tweede vooraf bepaalde grenswaarden.
De in fig.7 weergegeven stappen 700 t/m 712 zijn in beginsel identiek met de stappen 600 t/m 612 die zijn weergegeven in fig.6, met 20 uitzondering daarvan dat het programma G in het operationele blok 704· een instructie bevat waardoor wordt bewerkstelligd dat wanneer het programma G in het operationele blok 708 ten uitvoer wordt gebracht, een stel met. een vooraf bepaald aantal (Y) van beproeving 2 dataregistraties, wordt genomen en naar de tijd wordt gemiddeld.
25 In dit voorbeeld is het aantal CY) van beproeving 2 datare gistraties dat per stel wordt genomen en naar de tijd wordt gemiddeld, gelijk aan 3. Bovendien is het aantal (N] van stellen van naar de tijd gemiddelde dataregistraties in een ensemble dat moet worden uitgezonden naar de centrale besturing 101, en zoals bepaald in het 30 geconditioneerde aftakkingspunt 710, gelijk aan 21. Zoals in het ^ voorafgaande is aangegeven, wordt de beproevingseenheid 103 derhalve via de besturing 201 zodanig bestuurd, dat drie dataregistraties worden genomen die per stel naar de tijd worden gemiddeld, terwijl een ensemble van 21 opeenvolgend verkregen stellen van naar de tijd 35 gemiddelde dataregistraties naar de centrale besturing 101 worden 8007052 i - 36 - uitgezonden * In· dit voorbeeld worden derhalve door de beproevings-eenheid 103 bij het verzamelen van data voor de beproeving 2, 3 x 21 - 63 dataregistraties genomen.
Fig.8 toont een stromingsdiagram van stappen die worden uit-5 -gevoerd, bij het verkrijgen van data voor frequentieresponsie en om- hullende-looptijdvervorming beproeving 3. Zoals in het voorafgaande is aangegeven wordt de beproeving 3 toegepast wanneer de metingen .van frequentieverschuiving en derde-orde lntsrrnodulatievervorming zich bevinden binnen derde vooraf bepaalde grenswaarden. Bij de be-10 proeving 3 wordt volgens de voorstellen van deze aanvrage gebruik gemaakt van een unieke beproevingsprocedus.waarbij in dit voorbeeld, 21 beproevingssignalen, dia elk 21 tonen bevatten met faserelaties die zijn bepaald volgens voorgeschreven kriteria, en zoals in het voorafgaande beschreven, aanwezig zijn. De stappen 800 - 802 zijn 15 identiek met de stappen 500 - 502. die in het voorafgaande in ver band met fig.5 zijn beschreven.
Het operationele blok 803 bewerkstelligt dat de centrale besturing 101 het programma H dat in het voorafgaande is genoemd, uitzendt naar de beproevingseenheid 103.. Het programma H bestuurt het 20 automatisch- instellen van de ingangsverzwakker 203 zodanig, dat het niveau van het binnenkomende signaal op een optimale waarde wordt ingesteld, d.w.z. het niveau dat maximaal toelaatbaar is zonder de analoog-digitaalomzetter 207 over te belasten. Bovendien wordt door het programma H bewerkstelligt, dat de besturingseenheid 201 drie 25 opeenvolgende dataregistraties van het binnenkomende beproeving 3 signaal neemt en deze naar de tijd middelt. D.w.z. het aantal Y van dataregistraties die naar de tijd moeten worden gemiddeld, is in dit voorbeeld gelijk aan 3.
Het operationele blok 804 bewerkstelligt, dat de centrale 30 besturing 101 het programma I dat in het voorafgaande is genoemd, uitzendt naar de beproevingseenheid 102. Het programma I bestuurt het instellen van de lijnconfiguratie-eenheid 211 op een specifieke impedantie, en wel op soortgelijke wijze als dat voor de lijnconfiguratie-eenheid 202 het geval was.
35 Het operationele blok 805 bewerkstelligt, dat de centrale 8007052 - 37 - besturing 101 een commando uitzendt naar de beproevingseenheid 102, waardoor deze wordt geïnstrueerd om het programma I ten uitvoer te brengen.
Het operationele blok 806 bewerkstelligt, dat de centrale 5 besturing 101 het programma J zoals in het voorafgaande genoemd, -uitzendt naar de. beproevingseenheid 102. Het programma J bestuurt 'de keuze v.an een beproevingssignaal dat is opgeslagen in het geheugen 225 met vrije toegankelijkheid, en bestuurt de digitaal-analoog-omzetter 208 om dat signaal continu te genereren.
10 Het operationele blok 807 bewerkstelligt, dat de centrale besturing 101 zoals in het voorafgaande is beschreven, het in deze aanvrage voorgestelde unieke 21-toons beproevingssignaal uitzendt naar de beproevingseenheid 102 en de digitale representaties van dat signaal worden opgeslagen in het geheugen 225 met vrije toegankelijk-15 heid.
Het operationele blok 808 bewerkstelligt dat de centrale besturing 101 een commando uitzendt naar de beproevingseenheid 102 waardoor deze wordt geïnstrueerd om het programma J ten uitvoer te brengen waarna- het 21-toons beproevingssignaal, dat is opgeslagen 20 in het geheugen 225 met vrije toegankelijkheid, via de digitaal- analoogomzetter 208, het laagdoorlatend filter 209, de uitgangsver-zwakker 210, de: lijnconfiguratie-eenheid 211 en de uitgangspoort van de data-acquisitie-eenheid 121 wordt toegevoerd aan de onderzochte voorziening 105.
25 Het operationele blok 809 bewerkstelligt dat de centrale be sturing 101 een commando uitzendt naar de beproevingseenheid 103 waardoor deze wordt geïnstrueerd het programma H ten uitvoer te brengen, waardoor een stel van drie opeenvolgende 512 12-bits dataregi-straties van het binnenkomende beproeving 3 signaal worden verkregen 30 welke dataregistraties naar de tijd worden gemiddeld.
Het operationele blok 810 bewerkstelligt dat de centrale besturing 101 een commando uitzendt naar de beproevingseenheid 103 waardoor deze wordt geïnstrueerd om een naar de tijd gemiddelde beproeving 3 dataregistratie uit te zenden naar de centrale besturing 35 101.
8007052 - 38 -
In het geconditioneerde aftakkingspunt 811 wordt bepaald of N beproeving 3 signalen zijn uitgezonden naar de beproevingseenheid 102. In dit voorbeeld is N * 21. Indien het beproevingsresultaat "ja" is, wordt de besturing overgedragen naar het operationele blok 5 813. Indien echter het beproevingsresultaat "neen" is, wordt de be- - sturing overgedragen naar het operationele blok 812 waardoor wordt bewerkstelligd dat de fasewaarden die zijn toegewezen aan de afzonderlijke tonen in het beproeving 3 signaal op in het bovenstaande beschreven wijze in een tegen de draairichting van het uurwerk rond-10 gaande richting worden geroteerd. Daarna wordt de besturing overge dragen naar het operationele blok 807 en da stappen van de operationele blokken 807 t/m 810, bet geconditioneerde aftakkingspunt 811 en het operationele blok 812 worden herhaald totdat de beproeving in het geconditioneerde aftakkingspunt 811 een resultaat "ja” oplevert. 15 D.w.z. een ensemble van 21 naar de tijd gemiddelde dataregistraties corresponderend met de 21 beproevingssignalen in beproeving 3, worden uitgezonden naar de centrale besturing 101.
Het operationele blok 813 bewerkstelligt dat de centrale besturing 101 een commando uitzandt naar een beproevingseenheid 102 20 teneinde het programma J te beëindigen, d.w.z. het uitzenden van be proevingssignalen te stoppen. Daarna wordt via het ovale symbool 814 de beproeving 3 datasubroutine beëindigd.
Wanneer eenmaal metingen van derde-ards intarmodulatievervor-ming en frequentieverschuiving FV, en beproeving 1, beproeving 2 of 25 beproeving .3 dataregistraties die zijn verkregen op de in het boven staande beschreven wijze, zijn opgeslagen in het schijvengeheugen in de computer 110, worden deze gebruikt voor het verkrijgen van een meting omtrent frequentieresponsie en omhullende-looptijdvervor-ming. De frequentieverschuiving FV meting en de derde-orde intermo-30 dulatievervormingswaarden worden gebruikt om vast te stellen welke van de frequentieresponsie- en omhullende-looptijdvervormingsbeproe-vingen moet worden gebruikt om de gewenste metingen te verkrijgen.
Het frequentisverschuivingsprogramma zal nader worden toegelicht met verwijzing naar het in fig.9 weergegeven stromingsdiagram. 35 Volgens deze figuur wordt de programmaroutine via het ovale symbool 8007052 - 39 - 90Q ingevoerd; daarna wordt de besturing overgedragen naar het operationele blok 901.
Het operationele blok 901 is werkzaam om het blok 1 in het kerngeheugen van de computer 110 vrij te maken.
5 Het operationele blok 902 bewerkstelligt dat de computer 110 een van de FV dataregistraties zoals afkomstig van het schijvengeheugen, invoert in het blok ύ van het kerngeheugen.
Het operationele blok 903 bewerkstelligt dat de in het blók 6 het kerngeheugen aanwezige data aan een Hana-operatie vor-10 den onderworpen. Zoals algemeen bekend is, correspondeert een derge lijke Hann-operatie met een tijd-gewogen functie die. wordt toegepast. om de verschijnselen van zogenaamde ’’lek" in de data tot een minimum terug te brengen. Het zal duidelijk zijn dat wanneer een dat a-ingangssignaal geen periodiek karakter heeft met betrekking tot 15 het steekproefname-interval, zogenaamde lek kan optreden.
Het operationele blok 904- bewerkstelligt dat de computer 110 de in het blok ύ aanwezige data vanaf het tijddomein transformeert naar het frequentiedomein, m.a.w. dat een FourLer-transforma-tie wordt uitgevoerd.
20 Het operationele blok 905 bewerkstelligt dat de in het blok é aanwezige frequentiedomeindata worden getransformeerd vanuit de rechthoekige naar polaire coördinaten.
Het operationele blok 906 bewerkstelligt dat de data in het blok 1 worden opgeteld bij de data in het blok é en de resultaten 25 worden opgeslagen in het blok 1. Hierdoor ontstaat een lopende me ting van de frequentieverschuiving.
In het geconditioneerde aftakkingspunt 907 wordt een beproeving uitgevoerd waardoor wordt vastgesteld of een andere FV data-registratie is opgeslagen in het schijfgeheugen. Indien het beproe-30 vingsresultaat "neen” is, wordt de besturing overgedragen naar het operationele blok 90Θ; indien het beproevingsresultaat ”ja" is, wordt de besturing opnieuw overgedragen naar het operationele blok 902 en de stappen 902 t/m 907 worden herhaald totdat een resultaat "neen" wordt verkregen.
35 Het operationele blok 908 bewerkstelligt dat de lopende meet- 8007052 - 40 - waards zoals, opgsslagen in hst blok 1« wordt gsdssld door hst aantal (N) van FV dataregistraties, welk aantal in dit voorbeeld gelijk is aan 6, waarbij het'resultaat voor later gebruik wordt opgeslagen. Door deze operatie worden de gemiddelde spanningscomponentsn verkre-5 gen die worden gebruikt bij het berekenen van de frequentieverschui- vlng.
Het operationele blok 909 bewerkstelligt dat de frequentie-verschuivingswaarde wordt berekend volgens de FV berekeningsroutine Y1822 zoals geïllustreerd in de corresponderende programmalijst die 10 is opgenomen in de appendix en die in het onderstaande nader is be schreven..
Het frequentieverschuivingsberekeningsprogramma zal nader worden toegelicht met verwijzing naar het in flg.10 weergegeven stromingsdiagram. Volgens deze figuur wordt de frequentieverschui-15 vingberekeningsroutine Y1822 via het ovale symbool 1000 ingevoerd.
Daarna wordt de besturing overgedragen naar het operationele blok 1001 teneinde de routine te doen aanvangen.
Het operationele blok 1002 bewerkstelligt dat de computer 110 spanningsspectraalcomponenten A1, A2. en A3 in resp. de kanalen 20' - ICH-1, ICH en ICH+1 van blok J in het kemgeheugen, verkrijgt. Dit zijn de gemiddelde amplitudewaarden van de frequentiecomponenten van het 1016 Hz-beproevingssignaal dat via de voorziening 105 wordt uitgezonden.
Het geconditioneerde aftakkingspunt 1003 voert een beproe-25 ving uit teneinde vast te stellen of de amplitudecomponent A3 gelijk is aan of groter is dan de amplitudecomponent A1. Deze beproeving bepaalt of de amplitudecomponent in een hoger naastliggend kanaal met betrekking tot de uitgezonden beproavingssignaalfrequentie, gelijk is aan of groter is dan de amplitudecomponent in het lagere 30 naastliggende frequentiekanaal met betrekking tot de uitgezonden be- proevingssignaalfrequentie. Indien het beproevingsresultaat "ja” is, d.w.z. A3 is gelijk aan of groter dan A1, wordt de besturing overgedragen naar het operationele blok 1004. Indien het beproevingsresultaat echter "neen" is, m.a.w. A3 is kleiner dan A1, wordt de bestu- . 35 ring overgedragen naar het operationele blok 1005, 8007052 . - 41 -
Via het operationele bloR 1004 wordt bewerkstelligd, dat een ^ frequentie CDELF) wordt berekend volgens DELF = C 2A3-A2)/1A2+A3)
Hierna wordi? de besturing overgedragen naar het operationele blok 5 1006.
Via het operationele blok 1005 wordt bewerkstelligt dat de computer 110 de ^ frequentie CDELF) berekent volgens DELF * -C2A1-A2)/CA2+A1)
Via het operationele blok 1006 wordt bewerkstelligd, dat het 10 blok J in het kerngeheugen wordt vrijgegeven met betrekking tot de kanalen 1 t/m 256.-
Via het operationele blok 1007 wordt bewerkstelligd, dat de volgens het bovenstaande berekende DELF-waarde wordt ingevoerd in het kanaal ó van het blok J. Aldus- is de DELF-waarde in het hoofd-15 programma apgeslagen om te worden gebruikt voor het berekenen van de frequentieverschuiving, en wel doordat de waarde DELF wordt vermenigvuldigd met de apertuurfrequentie van 15,625 Hz.
De besturing wordt via het ovale symbool 1006 teruggegeven aan het hoofdprogramma voor de frequentieverschuiving. De program- 20 ma’s voor frequentieresponsie en omhullende-looptijdvervorming. en___ derhalve voor de werking van de computer 110 bij het uitvoeren van metingen betreffende frequentieresponsie en omhullende-looptijdvervorming, worden nader toegelioht met verwijzing naar in de fig.ll en 12 wanneer deze tegen-elkaar zijn aangelegd volgens fig.13, weergege-25 ven stromingsdiagrammen.
Er zij opgemerkt, dat de stappen voor het berekenen van de frequentieresponsie en omhullende-looptijdvervorming in hoofdzaak identiek zijn voor de beproevingen 1, 2 en 3i de bij elk van deze procedures gebruikte data zijn echter zoals in het voorafgaande is 30 beschreven, verschillend. De jorogrammaroutine wordt ingevoerd via het. ovale symbool 1100. Vervolgens wordt de besturing avergedragen naar het operationele blok 1101.
Via het operationele blok 1101 worden de blokken 2 en 3 in het kerngeheugen van de computer 110 vrijgegeven.
35 Via het operationele blok 1102 wordt bewerkstelligd, dat de 8007052 - 42 - computer 110 een dataregistratie, d.w.z. ofwel een beproeving 1, beproeving 2 of Beproeving 3 dataregistratie invoert in het blok i/ in het kerngeheugen.
Vla het operationele blok 1103 wordt bewerkstelligd, dat de 5 computer de in het Blok 3 van het kerngehaugen aanwezige data onder- ' werpt aan een Hann-operatie, Zoals in het voorafgaande werd opgemerkt worden door deze functie de effecten van zogenaamde lek in de data tot een minimum teruggebracht.
Via het operationele blok 1104 wordt bewerkstelligd, dat de 10 computer da data. in het blok é transformeert vanaf het tijddomein naar het .frequentiedomein, m.a.w. deze data worden aan- een Fourier-transformatie onderworpen.>
Via het operationele blok 1105 wordt bewerkstelligd, dat elke toon in het frequentiedomeindata wordt vermenigvuldigd met de 15 complexe geconjugeerde van de toon bij een referent!efrequentie A
CF REF.Alr, In dit voorbeeld correspondeert· de referentiefrequentie A met het kanaal 123 ofwel met 1921,875 Hz.
Via het operationele blok 1106 wordt bewerkstelligd, dat de in het blok é aanwezige data worden vermenigvuldigd met een kamfil-20 terfunctie teneinde allesbehalve de afzonderlijke beproevingsfrequen- tiescomponenten te filteren.
Via het operationele Blok 11Q7 wordt bewerkstelligd, dat de resulterende dataregistratie wordt opgeborgen in- de blokken ó an 1 van het kerngeheugen.
25 Via het operationele Blok 1108 wordt bewerkstelligd, dat de in het blok d aanwezige data worden vermenigvuldigd met de complex geconjugeerde daarvan teneinde een vermogensspectrum te verkrijgen voor de frequentieresponsie..
Via het operationele blok 11091 wordt bewerkstelligd, dat de 30 in het blok 2 aanwezige data worden opgetsld bij de in het blok ó aanwezige data en het resultaat wordt opgeborgen in het hlok 2.
(Dit is een lopende waarde van het frequentieresponsiespectrum.l
Via het operationele Blok 1110 wordt bewerkstelligd, dat de fasewaarden van het uitgezonden beproevingssignaal worden afgetrok-35 ken van de tonen zoals voorgesteld door de data die zijn opgeborgen 8007052 - 43 - \ in het bloK 1. Er zij opgemerkt, dat bij de beproevingen 1 en 2 de fasewaarden voor elke herhaling van de beproevingsprocedur8 vast zijn. Bij beproeving 3 veranderen de fasewaarden echter voor elke herhaling op dezelfde wijze als het uitgezonden signaal, d.w.z. de 5 fasewaarden van de tonen worden bij dit voorbeeld dat. niet beperkend is voor de beschermingsomvang van de uitvinding, opnieuw toegewezen . volgens een tegen de draairichting van het uurwerk rondgaande richting- bij elke herhaling, totdat al de fasewaarden zijn toegewezen aan elke toon die bij het beproeving 3 signaal wordt gebruikt.
10 Via het operationele blok 1111 wordt bewerkstelligd, dat de computer 110 de faseverschilwaarden berekent van naburige tonen van het beproevingssignaal, d.w.z.- het verschil tussen T1 err T2, T2 en T3 ...... TCN-13-TN, waarbij in dit voorbeeld N * 21. Aldus worden 20 faseverschilwaarden berekend.
15 Via het operationele blok 1112 wordt bewerkstelligd, dat de computer 110 de faseverschilwaarden die volgenshet bovenstaande zijn berekend, refereert aan de faseverschilwaarden bij de referentie-frequentie B (F REF.B3. Bij dit voorbeeld is de referentiefrequentie B het kanaal 116 ofwel 1843,75 Hz. Er zij opgemerkt, dat deze waar-20 den gemakshalve zijn gekozen en dat de omhullende-looptijdvervorming ' die moet worden berekend uit de faseverschilwaarden, kan worden gerefereerd aan elke. gewenste frequentie. In de praktijk wordt echter gerefereerd aan de frequentie'-waarbij blijkt dat de omhullende-looptijdvervorming minimaal is. Hierdoor is verzekerd dat al de volgende 25 metingen positieve waarden opleveren.
Via het operationele blok 1113 wordt bewerkstelligd, dat de in rechthoekige coördinaten uitgedrukte waarden worden omgezet in polaire coördinaten. Zulks is van belang om zowel de grootte- alswel de fasewaarden van de faseverschilwaarden te verkrijgen. De grootte-30 waarden worden niet gebruikt; de fasewaarden zijn echter representa tief voor de genormaliseerde faseverschilwaarden die nodig zijn om de omhullende-looptijdvervcrming te berekenen.
Via het operationele blok 1114 wordt bewerkstelligd, dat de computer 110 een waarde berekent voor de omhullende^looptijdvervor-35 ming en wel door het oproepen van de subroutine Y1879. De berekende 8007052 - 44 - waarden worden vervolgens in de juiste Kanalen in het blok i opgeborgen .
Via het operationele blok 1115 wordt bewerkstelligd, dat de in het blok 3 aanwezige data worden opgeteld bij het blok d en hetr 5 resultaat wordt opgeborgen in het blok 3. Dit is ds lopende waarde ... . van de omhullende-looptijdvervorming.
Via het geconditioneerde aftakking^punt 1116 wordt een beproeving uitgevoerd teneinde vast te stellen of N beproevingsdata-registraties zijn verwerkt· Zoals in het voorafgaande werd beschre-10 ven is in dit voorbeeld het aantal CN) voor beproeving 1 gelijk aan S* terwijl hèt. aantal (NJvoor de beproevingen 2 en 3 in dit voor- 4 beeld gelijk ia aan 21*
Via het operationele blok 1117 wordt bewerkstelligd, dat de in het blok 2 aanwezige data worden gedeeld door N, d.i. bij beproe-15 ving 1 N = 6,* bij beproeving 2 en 3 geldt dat N * 21, teneinde de gemiddelde frequentieresponsiewaarde te verkrijgen.
Via het operationele blok 111S wordt bewerkstelligd, dat de computer 110 de zogenaamde rug-aan-rug frequentieresponsie van de bepraevingseenheid aftrekt van de gemiddelde frequentieresponsie 20 zoals in het voorafgaande is bepaald. De rug-aan-rug frequentieres ponsie wordt voor elke beproevingseenheid verkregen door eenvoudigweg de zend- en ontvangkanalen in de data-acquisitie-eenheid 121 (fig.2) door Cniet weergegeven1 ketenvoorziehingen aan*te sluiten ter verkrijging van een waarde van de frequentieresponsie van de 25 data-acquisitie-eenheid. M.a.w. wordt de uitgang van de data-acqui- sitie-eenheid 121 verbonden met zijn ingang en de frequentieresponsie wordt zoals in het voorafgaande werd beschreven, gemeten.
Door een dergelijke operatie wordt slechts van de voorziening 105 een waarde van de frequentieresponsie verkregen, d.w.z. de frequen-30 tieresponsiecomponent behorende bij de zend- en ontvangbanen van de data-acquisitie-eenheden wordt afgetrokken van de gemeten waarde.
Via het operationele blok 1119 wordt bewerkstelligd, dat de computer 110 de frequentieresponsie van de voorziening 105 refereert aan da referentiefrequentie C CF REF.C], die in dit voorbeeld is gegeven 35 door het signaal in het kanaal S3 ofwel 984,375 Hz.
8 0 07 0 5 2 - 45 -
Via het operationelè blok 112Q wordt bewerkstelligd, dat de in blok 3 aanwezige data worden gedeeld door N, d.w.z. bij beproeving 1 is. N * 8 en in de beproevingen 2 en 3 is N = 21,. teneinde een gemiddelde omhullende-laoptijdvervormingswaarde te verkrijgen.
5 Vla het. operationele blok 1121 wordt bewerkstelligd, dat de computer 110 de zogenaamde rug-aan-rug omhullende-looptijdvervormingswaarde van de beproevingseenheden aftrekt van de gemeten waarden, ter ver-. krijging van een waarde van omhullende-looptijdvervorming voor de voorziening 105.. Ook hier wordt de rug-aan-rug omhullende-laoptijd-10 · vervorming van de beproevlngseenheid verkregen door de uitgang van de data-acquisitie-eenheid te verbinden met zijn ingang en de omhullende-looptijdvervorming op de in het voorafgaande beschreven wijze; te meten.
□e. frequentieresponsie en omhullende-looptijdvervormingrou-15 tine wordt beëindigd via het ovale symbool 1122.
Het programma Y187S brengt de computer 110 in een configuratie waarbij onder gebruikmaking van de 20 faseverschilwaarden een waarde uitgedrukt in msec, wordt berekend voor de omhullende-loop-tijdvervorming. In het kort gezegd komt de werking van het pragramma-20 Y1879 erop neer dat overgangen die ontstaan uit de Fourier-analyse- routines voor het: normaliseren van de faseverschilwaarden over het gebied van -180 tot +180°, worden gecorrigeerd. Aangezien de Fourier-analyseroutines zijn beperkt tot dit faseverschilgebied, en aangezien de omhullende-looptijdvervorming groter kan zijn dan 360°, 25 wordt telkens wanneer de omhullende-looptijdvervormingswaarde komt buiten het gebied van -180 tot +180° een overgang veroorzaakt die moet worden gecorrigeerd teneinde van waarde tot waarde een geleidelijke overgang te verkrijgen. De correcties zijn waardevol zo lang als de omhullende-looptijdvervormingswaarden tussen naburige toon-30 frequenties niet meer dan een vooraf bepaalde vertragingswaarde, in dit voorbeeld 3200 msec, of 180° faseverschil, verschillen. De faseverschilcorrectieprocedure van het computerprogramma Y1879 en derhalve de werking van de computer,110 ter verkrijging van een gecorrigeerde waarde uitgedrukt in msec van de omhullende-looptijdver-35 vorming, zal nader worden toegelicht met verwijzing naar de in de 8007052 .- .46 - fig.14 en 15,. wanneer deze met elkaar zijn verbonden zoals is aangegeven in fig.16, weergegeven stromingsdiagrammen. De subroutine Y1879 wordt ingevoerd via het ovale' symbool 1400. Daarna wórdt de besturing overgedragen naar het operationele blok 1401.
5 Via het operationele blok 1401 wordt bewerkstelligd, dat de routine begint bij een vooraf bepaald kanaal, in dit voorbeeld het kanaal 13, ter verkrijging van een eerste faseverschilwaarde, en ter verkrijging van een instelling voor een index, d.i. K, * 1.
s
Via het operationele blok 1402 wordt bewerkstelligd, dat een 10 fasewaarde CDI) in het eerste kanaal van het blok L in het kem- geheugen wordt verkregen.
— Via, het operationele blok 1403 wordt een waarde, berekend voor de omhullende-looptijdvervorming volgBns . EDDCKJ = 0I/£ 0X
15 waarin EDDCIO de omh.ullende-looptijdvervormingswaarde, Dl de ^ fasewaarde in het desbetreffende toonkanaal en het frequentiever schil tussen naburige, toonfrequenties omgerekend in graden per seconde, in dit voorbeeld gelijk aan 56,25Qa/sec, voorstellen.
Via het operationele blok 1404 wordt bewerkstelligd, dat de 20 index wordt bijgewerkt, d.w.z. K. = K+1.
Vla het operationele blok 1405 wordt bewerkstelligd, dat het kanaal wordt bijgewerkt, waarin een faseverschilwaarde moet worden verkregen, d.w.z. ICH * ICH+10. Een indexering van 10 kanalen wordt gebruikt aangezien de faseverschilwaarden in dit voorbeeld voor elk 25 tiende kanaal op afstand zijn geplaatst. De kanaalindexering wordt gekozen teneinde te voldoen aan in de industrie vastgestelde standaarden, in dit voorbeeld equivalent met een apertuurfrequentie van 156,25 Hz.
Via het geconditioneerde aftakkingspunt 1406 wordt vastge-30 steld af de kanaalwaarde groter is dan een vooraf bepaald kanaalnum- mer W, waarbij W in dit voorbeeld het hoogste kanaal voorstelt waarvan kan worden verwacht dat een faseverschilwaarde kan worden verkregen, nl. het kanaal 203. Indien het beproevingsresultaat "ja" is, wordt de besturing overgedragen naar het operationele blok 1407. In-35 dien het beproevingsresultaat "neen" is, wordt de besturing terugge- 8007052 .-4 7 - voerd naar het operationele blok 14Q2 en de stappen volgens de blokken 1402 t/m 1406 worderr herhaald totdat een resultaat "ja" is verkregen. M.a.w- de omhullende-looptijdvervormingswaarden worden berekend voor elk kanaal met een faseverschilwaarde.
5 Via het operationele blók 1407 wordt de index K op een voor af bepaalde waarde ingesteld in dit voorbeeld op 11. Deze waards is de faseverschilwaarde waarop al de faseverschilwaarden voordien zijn genormaliseerd.
Via het operationele blok 1408 wordt bewerkstelligd, dat een 10 omhullende-looptijdvervormingsverschil CDIFF] wordt verkregen tus sen een vooraf bepaalde waarde van de 20. waarden die in dit voorbeeld zijn gebruikt, en de naastliggende lagere omhullende-looptijd-vervormingswaarde, in dit voorbeeld te beginnen met de omhullende-looptijdvervormingswaarde corresponderende met K * 11.
15 Via het- geconditioneerde aftakkingspunt 1409 wordt vastge steld of de omhullende-looptijdvervormingsverschilwaarde CDIFF] groter is dan een voorafbepaalde waarde X, waarin X in dit voorbeeld, de waarde van de omhullende-looptijdvervorming voorstelt die tussen naburige toonfrequenties maximaal toelaatbaar is en welke waarde 20 gelijk is aan 3200 msec. Indian het beproevingsresultaat "neen" is, wordt de besturing overgedragen naar het geconditioneerde aftakkingspunt 1410. Het beproevingsresultaat "neen" in het geconditioneerde aftakkingspunt 1409 geeft aan dat in het normalisatieproces geen overgang aanwezig was. Indien echter het beproevingsresultaat "ja” 25 is, wordt de besturing overgedragen naar het operationele blok 1411.
Wanneer het beproevingsresultaat "ja" ontstaat, is zulks een teken dat in het Fourier-analysenormalisatieproces een negatieve overgang van ofwel 360°, of,.:6400 msec van omhullende-looptijd aanwezig was.
Via het operationele blok 1411 wordt de negatieve overgang 30 gecorrigeerd door bij de omhullende vertragingswaarde- CK-1) CZ3 op te tellen, d.w.z. 360° of 6400 msec omhullendevertraging. Daarna wordt de besturing overgedragen naar het operationele blok 1413.
Via het geconditioneerde aftakkingspunt 1410 wordt bepaald of het omhullende-looptijdvervormingsverschil CDIFF] gelijk is aan 35 of groter is dan -X, waarin X het omhullende-looptijdvervormingsver- 8 0 07 0 5 2 - 48 - schil tussen naburige toonfrequenties, d.i. eveneens 3200 msec, voorstelt dat maximaal toelaatbaar is- Een beproevingsresultaat "ja* geeft aan dat in het.normalisatieproces geen overgang aanwezig was ...........
en de besturing wordt overgedragen naar het operationele blok 1413.
5 Indien echter het· beproevingsresultaat "neen* is wordt hierdoor aan gegeven dat het verschil in de normalisatieprocedure groter is dan het maximaal toelaatbare en dat! een positieve overgang aanwezig was-die moet worden gecorrigeerd, waarbij de besturing wordt overgedragen naar het operationele blok 1412.
10 Via. het operationele blok 1412 wordt bewerkstelligd, dat de omhullende-looptijdvervormingswaarda (K-1) wordt gecorrigeerd en wel doordat van die waarde CZ], in dit voorbeeld 360° of 6400 msec,· wordt afgetrokken.
Via het operationele blok 1413 wordt de index K. met 1 vermin-. 15 derd, d.w.z» K » K-1.
Via het geconditioneerde aftakkingspunt 1414 wordt vastgesteld of K kleiner is dan 2, teneinde te bepalen of de omhullende-looptijdvervormingswaarden vanaf K * 11 t/m K * 1 zijn gebruikt.
Indien het beproevingsresultaat "ja* is, wordt de besturing overge-20 dragen naar het operationele blok 1415. Indien echter het beproe vingsresultaat "neen" is, wordt de besturing teruggevoerd naar het operationele blok 1408 en de stappen 1408 t/m 1414 worden herhaald totdat de laagst mogelijke omhullende-looptijdvervormingswaarde is bereikt, d.w.z. K * 1.
25 Via de stappen 1407 t/m 1414 worden de omhullende-looptijd- vervormingswaarden vanaf de middenwaarde, nl.’ K * 11 t/m de laagste waarde, K = 1, gecorrigeerd met betrekking tot overgangen in het Fourier-analysenormalisatieproces. De stappen 1415 t/m 1422 veroorzaken dezelfde correctie voor de omhullende-loopti^dvervormingswaar-30 den vanaf K * 11 t/m K * 20, en derhalve zal een gedetailleerde be schrijving verder achterwege worden gelaten. Wanneer eenmaal de hoogste omhullende-looptijdvervormingswaarde, d.i. K * 20, is gecorrigeerd, en hetgeen wordt gecontroleerd via het geconditioneerde aftakkingspunt 1422, wordt de besturing overgedragen naar het opera-35 tionele blok 1423.
8007052 - 49 -
Via de operationele blokken 1423 t/m 1425 wordt slechts verzekerd, dat de berekende omhullende-looptijdvervormingswaarden in het geheugenblok L worden aangeboden binnen het +10.000 msec volle-schaalwaardebereik'ïan de Fourier-analyseweergeefeenheid..
5 Via het operationele blok 1426 wordt het systeem opnieuw in de begintoestand gebracht met de eerdere beginvoorwaarden, d.w.z.
K = 1 en ICH = 13.
Via het operationele blok 1427 wordt bereikt, dat de gecorrigeerde omhullende-looptijdvervormingswaarden, d.w.z. de omhullende-10 laoptij dvervorming CK) waarin K 5 1 t/m 20, wordt ingevoerd in de geschikte kanalen van het blok L en wel in de. vorm van reële waarden.
Via het operationele blok 1428 wordt het omhullende-looptijd- * vervormingsgetal verhoogd, d.w.z. K * K+1.
Via het operationele blok 1429 wordt het kanaalnummer ver-15 hoogd, d.w.z. ICH * ICH+10.
Via het geconditioneerde aftakkingspunt 1430 wordt vastge-• steld of al de omhullende-looptijdvervormingswaarden zijn ingevoerd irr hun geschikte kanalen, nl. door vast te stellen of K groter is dan 20. Indien het beproevingsresultaat "neen" is, wordt de bestu-20 ring teruggevoerd naar het operationele blok 1427 en de stappen 1427 t/m 1430 worden herhaald totdat een beproevingsresultaat "ja” is verkregen. Wanneer het beproevingsresultaat "ja* is, wordt de besturing via het 'ovale symbool 1431 teruggevoerd naar het beproevingsprogramma.
Alhoewel het voorbeeld dat bij de in het voorafgaande be-25 schreven inrichtingen betrekking heeft op de spraakfrequentband, is de uitvinding even zo goed toepasbaar voor elke willekeurige andere van belang zijnde frequentieband.
8007052

Claims (10)

1. Werkwijze voor het met betrekking tot een netwerk of te on- . derzoeken voorziening uitvoeren van een meting betreffende omhullen-de-looptijdvervorming an/of frequentleresponsie, gekenmerkt door het genereren van een stel van beproevingssignalen waarbij elk beproe-5 vingssignaal een aantal tonen bevat en elke toon een vooraf bepaalde amplitude, frequentie- en fasecomponentwaarden heeft die zijn bepaald volgens een voorgeschreven kriterium, het uitzenden vanzulk een stel van beproevingssignalen met tenminste een van genoemde beproevingssignalen, over het genoemde netwerk of de te onderzoeken 10 voorziening, het uitvoereh van een stel van opeenvolgende metingen met betrekking tot 'elk beproevingssignaal van zulk een stel, het middelen van elk van genoemde stellen van metingen, het vormen van een ensemble van opeenvolgend verkregen gemiddelde stellen van metingen, en het gebruiken van zulk een ensemble voor het genereren 15 van de meetresultaten betreffende omhullende-loopt!jdvervorming en/ of- frequentleresponsie.
2. Inrichting voor het ten uitvoer brengen van de werkwijze volgens conclusie 1, waarbij een beproevingssignaal met een aantal tonen wordt gegenereerd en over het netwerk of te onderzoeken voor- 20 ziening wordt uitgezonden, en gebruik wordt gemaakt van eigenschap pen van het uitgezonden beproevingssignaal, ter verkrijging van een meting betreffende omhullende-looptljdvervorming en/of frequentieresponsie, gekenmerkt door middelen (101 en 102, of 103) voor het genereren van het beproevingssignaal met het aantal tonen, waarbij elke 25 toon em vooraf bepaalde frequentie en een verschillende fasecompo- nentwaarde heeft zoals bepaald volgens voorgeschreven kriteria.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat genoemde voorgeschreven kriteria inhouden het toewijzen van genoemde fasecomponentwaarden aan genoemd aantal van tonen en wel in eerste aan- 30 leg op basis van willekeur en een-op-een.
4. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat genoemde voorgeschreven kriteria inhouden het verkrijgen van genoemde fa- 8007052 \ \ - 51 - * secomponentwaarden volgens een vooraf bepaalde relatie en in afhankelijkheid van het aantal tonerr dat in het genoemde heproevingssignaal voorkomt.
5„ Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat genoem-5 de vooraf bepaalde relatie voor het bepalen van genoemde fasecompo- nentwaarden is gegeven door , ‘'36Q(nl on - —jq-graden waarin {in de fasecomponentwaarde, N het aantal in het beproeyings-10 signaal voorkomende tonen, en n de desbetreffende, fasecomponent voorstellen.
6. Inrichting volgens conclusie 3, verder gekenmerkt door middelen die zijn ingericht om het genoemde heproevingssignaal een aantal malen uit te zenden, en door middelen voor het opnieuw op basis 15 van een-op-een-toewijze'n van genoemde fasecomponentwaarden aan ge noemde tonen bij elke volgende uitzending van het genoemde beproe-vingssignaal en volgens een voorgeschreven kriterium.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het her-toewijzingskriterium voor genoemds fasecomponentwaarden inhoudt het 20 bij elk volgende uitzenden van het genoemds heproevingssignaal op nieuw- toewijzen van genoemde fasecomponentwaarden aan genoemde tonen volgens een tegen de draairichting van het uurwerk in rondgaande wijze.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het ge- 25 noemde heproevingssignaal een vooraf bepaald aantal malen zoals be paald in relatie tot het aantal tonen dat in het genoemde beproevings-signaal voorkomt, wordt uitgezonden.
9. Inrichting volgens conclusie 2, verder gekenmerkt, door middelen voor het verkrijgen van esi stel -meetresultaten betreffende het 30 genoemde uitgezonden heproevingssignaal, middelen voor het verkrij gen van een gemiddelde van het genoemde stel van meetresultaten, middelen voor het verkrijgen van een ensemble van opeenvolgend verkregen exemplaren van genoemde gemiddelde stellen van meetresultaten, en middelen voor het gebruiken van genoemd ensemble teneinde het meet-35 resultaat betreffende omhullende-looptijdvervorming of frequentieres- 8007052 - 52 - * % ponsie ts genereren.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het Kenmerk, dat het genoemde stel van meetresultaten inhoudt een vooraf bepaald aantal van opeenvolgende meetresultaten en het genoemde ensemble inhoudt 5 een vooraf bepaald aantal van genoemde gemiddelde stellen van meet resultaten . 8007052
NL8007052A 1979-12-28 1980-12-24 Beproevingen betreffende multi-toonfrequentieresponsie en omhullendelooptijdvervorming. NL8007052A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/107,787 US4301536A (en) 1979-12-28 1979-12-28 Multitone frequency response and envelope delay distortion tests
US10778779 1979-12-28

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8007052A true NL8007052A (nl) 1981-07-16

Family

ID=22318470

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8007052A NL8007052A (nl) 1979-12-28 1980-12-24 Beproevingen betreffende multi-toonfrequentieresponsie en omhullendelooptijdvervorming.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US4301536A (nl)
JP (1) JPS56146339A (nl)
BE (1) BE886822A (nl)
CA (1) CA1157133A (nl)
DE (1) DE3048831A1 (nl)
FR (1) FR2472756A1 (nl)
GB (1) GB2066486B (nl)
NL (1) NL8007052A (nl)
SE (1) SE8008852L (nl)

Families Citing this family (26)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2074738B (en) * 1980-03-29 1984-03-07 Shibasoku Co Ltd Apparatus for measuring distortion factor
US4403297A (en) * 1981-01-02 1983-09-06 Loveland Controls Company Process control system prover
US4417337A (en) * 1981-06-29 1983-11-22 Bell Telephone Laboratories, Incorporated, Adaptive multitone transmission parameter test arrangement
DE3224080A1 (de) * 1982-06-28 1983-12-29 Siemens AG, 1000 Berlin und 8000 München Verfahren zur ermittlung der daempfungsverzerrung und der gruppenlaufzeitverzerrung eines messobjekts, insbesondere einer datenuebertragungsstrecke
US4633411A (en) * 1982-12-27 1986-12-30 Rockwell International Corporation Link quality analyzer
DE3445915C2 (de) * 1984-01-09 1994-09-29 Hewlett Packard Co Hochfrequenz-Netzwerkanalysator
DE3416575A1 (de) * 1984-05-04 1985-11-07 Ruhrkohle Ag, 4300 Essen Vorrichtung fuer den untertagebergbau zur pruefung und zum abgleich von messwertgebern
US4677674A (en) * 1985-04-03 1987-06-30 Seth Snyder Apparatus and method for reestablishing previously established settings on the controls of an audio mixer
EP0240833B1 (de) * 1986-04-11 1991-09-11 Siemens Aktiengesellschaft Überwachungsvorrichtung zur Überwachung des Betriebzustandes von Übertragungseinrichtungen der Nachrichtenübertragungstechnik
US4768203A (en) * 1987-09-18 1988-08-30 Bell Communications Research, Inc. Signal-to-noise ratio testing in adaptive differential pulse code modulation
US5317439A (en) * 1992-07-17 1994-05-31 At&T Bell Laboratories Automatic on-line monitoring and optimization of optical network switching nodes
US5399976A (en) * 1993-02-05 1995-03-21 Hewlett-Packard Company Group delay estimate system using least square fit to phase response ramp
DE19522613C1 (de) * 1995-06-22 1996-10-10 Rohde & Schwarz Netzwerkanalysator
US5672974A (en) * 1996-01-18 1997-09-30 Convex Corporation Returned reference compatible, straightaway envelope delay measurement instrument and method
US5870429A (en) * 1996-06-17 1999-02-09 Motorola, Inc. Apparatus method, and software modem for utilizing envelope delay distortion characteristics to determine a symbol rate and a carrier frequency for data transfer
BE1011195A3 (nl) * 1997-06-05 1999-06-01 Siemens Atea Naamloze Vennoots Werkwijze en inrichting voor het karakteriseren van een netwerk.
EP1033022A2 (en) * 1997-09-02 2000-09-06 Ameritec Corporation Apparatus and methods for automated testing of wireless communications systems
US6058162A (en) * 1997-12-05 2000-05-02 Harris Corporation Testing of digital subscriber loops using multi-tone power ratio (MTPR) waveform
US6556223B1 (en) * 1999-08-12 2003-04-29 Ttc, A Division Of Dynatech, Llc Communication test set with a graphical user interface that can simultaneously present and update test results of a communication signal at multiple levels
DE19944054B4 (de) * 1999-09-14 2004-11-18 Infineon Technologies Ag Anordnung zum Analysieren der nichtlinearen Eigenschaften eines Kommunikationskanals
US6798830B1 (en) * 2000-07-11 2004-09-28 Teradyne, Inc. Methods and apparatus for generating a test signal for xDSL devices
US6766290B2 (en) * 2001-03-30 2004-07-20 Intel Corporation Voice responsive audio system
DE102005002207A1 (de) * 2004-11-26 2006-06-01 Rohde & Schwarz Gmbh & Co. Kg Verfahren und System zur Ermittlung der Amplitude und/oder Phase des Ausgangssignals eines Übertragungsgliedes in Abhängigkeit der Amplitude des Eingangsignals
US7783260B2 (en) * 2006-04-27 2010-08-24 Crestcom, Inc. Method and apparatus for adaptively controlling signals
US8737573B2 (en) 2011-05-09 2014-05-27 Intelligent Decisions, Inc. Systems, methods, and devices for testing communication lines
US9350470B1 (en) 2015-02-27 2016-05-24 Keysight Technologies, Inc. Phase slope reference adapted for use in wideband phase spectrum measurements

Family Cites Families (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3271666A (en) * 1964-12-21 1966-09-06 Bell Telephone Labor Inc Apparatus for measuring envelope delay distortion wherein selected impulses of a high frequency standard are gated to one input of a bistable phase comparator
US3573611A (en) * 1969-01-23 1971-04-06 Collins Radio Co Simultaneous delay measurement between selected signal frequency channels and reference frequency channel
US3842247A (en) * 1972-10-18 1974-10-15 Bell Telephone Labor Inc Apparatus and method for measuring envelope delay utilizing {90 -point technique
DE2327115C3 (de) * 1973-05-28 1981-08-20 Licentia Patent-Verwaltungs-Gmbh, 6000 Frankfurt Meß- und Prüfverfahren für Filter der Nachrichtentechnik
GB1429617A (en) * 1974-06-03 1976-03-24 Hewlett Packard Ltd Method and apparatus for measuring the group delay character istics of a transmission path
US3973112A (en) * 1974-07-29 1976-08-03 Time/Data Corporation System for determining transfer function
US4001559A (en) * 1974-12-16 1977-01-04 Northern Telecom, Inc. Programmable measuring
US3988667A (en) * 1975-03-06 1976-10-26 Hewlett-Packard Company Noise source for transfer function testing
JPS581607B2 (ja) * 1975-06-26 1983-01-12 株式会社クボタ チンサカキヨセキ
US3968427A (en) * 1975-08-11 1976-07-06 Hewlett-Packard Company Group delay measurement apparatus and method
US4023098A (en) * 1975-08-27 1977-05-10 Hewlett-Packard Company Noise burst source for transfer function testing
DE2602601C3 (de) * 1976-01-24 1979-03-29 Deutsche Welle Gemeinnuetzige Anstalt Des Oeffentlichen Rechts, 5000 Koeln Verfahren zur betriebsmäßigen Überprüfung von Frequenzgang und Pegel von Magnettongeräten
US4039769A (en) * 1976-04-22 1977-08-02 Bradley Telcom Corporation Instrument and method for measuring envelope delay in a transmission channel
DE2724991B2 (de) * 1977-06-02 1979-08-09 Siemens Ag, 1000 Berlin Und 8000 Muenchen Meßverfahren und Schaltungsanordnung zur Ermittlung der Dämpfungsverzerrung und der Gruppenlaufzeitverzerrung eines Meßobjekts
DE2849119A1 (de) * 1978-11-13 1980-05-14 Siemens Ag Verfahren und schaltungsanordnung zur daempfungsmessung, insbesondere zur ermittlung der daempfungs- und/oder gruppenlaufzeitverzerrung eines messobjektes

Also Published As

Publication number Publication date
FR2472756A1 (fr) 1981-07-03
JPS56146339A (en) 1981-11-13
DE3048831A1 (de) 1981-09-24
GB2066486B (en) 1983-11-23
GB2066486A (en) 1981-07-08
SE8008852L (sv) 1981-06-29
US4301536A (en) 1981-11-17
CA1157133A (en) 1983-11-15
BE886822A (fr) 1981-04-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8007052A (nl) Beproevingen betreffende multi-toonfrequentieresponsie en omhullendelooptijdvervorming.
RU2101870C1 (ru) Способ передачи модулированных волн, передающее устройство и приемное устройство
JP3510473B2 (ja) 伝送特性測定装置
US5640422A (en) Digital communications modulation method and apparatus
US4001559A (en) Programmable measuring
US8841923B1 (en) Device and method for performing remote frequency response measurements
US5517528A (en) Modulation method and apparatus for digital communications
US4273970A (en) Intermodulation distortion test
US5515398A (en) Modem line probing signal techniques
CN101702018A (zh) 一种大调制带宽线性调频信号频响校准方法
CN103913633A (zh) 基于多频正弦信号的高频谱分辨率相位谱测量装置及方法
US4417337A (en) Adaptive multitone transmission parameter test arrangement
JP2016032296A (ja) 被測定デバイスからの変調出力信号のフルスペクトルを測定するシステム及び方法
US6259258B1 (en) Method and test unit for far end crosstalk measurements
US4246608A (en) Method for measuring crossview between two channels in a wired television broadcasting system
US4112263A (en) Modified duobinary regenerative repeater testing arrangement
US4768203A (en) Signal-to-noise ratio testing in adaptive differential pulse code modulation
CN103297073A (zh) 宽带接收器
US4290010A (en) Method and apparatus for measuring transmission characteristic of a test object
US6122323A (en) Apparatus and method for digital information transfer
Nader et al. Harmonic sampling and reconstruction of wideband undersampled waveforms: Breaking the code
US4449231A (en) Test signal generator for simulated speech
US4264859A (en) Method and apparatus for measurement of attenuation and distortion by a test object
US3639703A (en) Method and means for measuring weighted noise in a communication link
JP2003194873A (ja) Rf入力及び出力を収集し、被測定装置の信号データにバイアスをかけるための方法及び装置

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
BB A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed