NL8006799A - Toevoerinrichting. - Google Patents

Toevoerinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL8006799A
NL8006799A NL8006799A NL8006799A NL8006799A NL 8006799 A NL8006799 A NL 8006799A NL 8006799 A NL8006799 A NL 8006799A NL 8006799 A NL8006799 A NL 8006799A NL 8006799 A NL8006799 A NL 8006799A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
vessel
conveyor
trough
feed device
chain
Prior art date
Application number
NL8006799A
Other languages
English (en)
Other versions
NL185277B (nl
Original Assignee
Redler Conveyors Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Redler Conveyors Ltd filed Critical Redler Conveyors Ltd
Publication of NL8006799A publication Critical patent/NL8006799A/nl
Publication of NL185277B publication Critical patent/NL185277B/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G65/00Loading or unloading
    • B65G65/30Methods or devices for filling or emptying bunkers, hoppers, tanks, or like containers, of interest apart from their use in particular chemical or physical processes or their application in particular machines, e.g. not covered by a single other subclass
    • B65G65/34Emptying devices
    • B65G65/40Devices for emptying otherwise than from the top
    • B65G65/42Devices for emptying otherwise than from the top using belt or chain conveyors

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Filling Or Emptying Of Bunkers, Hoppers, And Tanks (AREA)
  • Pusher Or Impeller Conveyors (AREA)
  • Structure Of Belt Conveyors (AREA)

Description

w «
-A
-1- 21672/CV/tl
Aanvrager: Redler Conveyors Limited te Stroud, Gloucestershire
Groot-Brittannië.
Korte Aanduiding: Toevoerinrichting.
5
De uitvinding heeft betrekking op een toevoerinrichting welke in het bijzonder bestemd is voor gebruik met deeltjesmateriaal,in het bijzonder een toevoerinrichting voor kolen voor het transporteren van kolen uit hoger gelegen bunkers naar kolenmolens bij krachtstations.
10 Een dergelijke voedingsinrichting moet kunnen werken met een in wendige druk,die boven de atmosferische druk is gelegen,terwijl in de inrichting ook de druk moet kunnen worden opgenomen veroorzaakt door een explosie in het systeem van de kolenmolen.
In een toevoerinrichting voor kolen kan het bijvoorbeeld vereist 15 zijn dat deze onder een druk van tenminste 0,34 N/mm staat.
Volgens de uitvinding is voorzien in een toevoerinrichting voorzien van in combinatie een vat met een althans nagenoeg cirkelvormige dwarsdoorsnede ,dat een en-masse transporteur omvat,welke is gedwongen te bewegen door een op afstand van de binnenwand van het vat gelegen 20 trog,zodat materiaal dat vanaf een inlaat in het vat naar een uitlaat in het vat wordt getransporteerd met behulp van de transporteur niet in wrijvend contact komt met deze wand.
Het vat is bij voorkeur een rechte cilinder met een cirkelvormige dwarsdoorsnede,welke doelmatig kan worden uitgevoerd voor het weerstaan 25 van een inwendige druk van 0,034 N/mm .
En-masse transporteurs zijn algemeen bekend ,waarbij in een dergelijke transporteur open bewegende vleugels worden toegepast en de dwang die bepalend is voor dynamischen of voor beperking van de beweging van een lichaam tot een zekere baan,dat wil zeggen langs een vaste lijn of 30 kromme.
De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van enige in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeelden.
Fig. 1 toont een zijaanzicht van een toevoerinrichting voor het transporteren van kolen naar een maalinrichting.
35 Fig. 2 toont een zijaanzicht op fig.l.
Fig. 3 toont een doorsnede over een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een toevoerinrichting volgens de uitvinding.
Q Π n fi 79 9 -2- 21672/CV/tl
Fig. 4 toont een doorsnede over fig.3 gezien volgens de lijn IV- IV.
Fig. 5 toont een doorsnede over fig.3,gezien volgens de lijn V - V.
5 Fig· 6 toont een doorsnede over een verdere uitvoeringsvorm van een toevoerinrichting.
Fig. 6A toont op grotere schaal een detail van een rechte^voedings-plaat van de in fig.6 weergegeven inrichting.
Bij de in fig.l en 2 weergegeven uitvoeringsvorm vormt een cilin-10 drische buis 10 welke een cirkelvormige dwarsdoorsnede heeft, met einddelen 12^ en 14 ^ een robuust enkel vat met cirkelvormige dwarsdoorsnede, welk vat een en-masse transporteur opneemt voor het bewegen van uit deeltjes bestaande kolen met behulp van de niet weergegeven ondergedompelde vleugels van een transporteurketting 11,welke aan te drijven is met 15 behulp van een aandrijfkettingwiel 12,dat is bevestigd aan een as 13,die met behulp van niet nader weergegeven legers in het eindgedeelte 12^ is gelegerd en via niet nader weergegeven vertragingsoverbrengingen kan worden aangedreven met behulp van een eveneens niet aangegeven .krachtbron, in het algemeen een electromotor. De ketting 11 is eindloos en werkt sa-20 men met een spanwiel 14,dat met behulp van niet nader weergegeven legers is gelegerd in een eindgedeelte 14^, waarbij het wiel 14 heen en weer kan worden verplaatst langs de lijn XX, iret behulp van schematisch weergegeven spanmiddelen 15.
De twee einden 11^ en 1^ van de ketting bevinden zich geheel bin- 25 nen het robuuste vat ,dat in staat is om iedere hoge druk op te nemen, welke in het vat wordt opgewekt of in het systeem waarmede het vat is verbonden in het geval dat een explosie optreed,welke in de praktijk 2 een drukstijging tot aan 0,034 N/mm kan veroorzaken. De kolen treden het vat 10 binnen bij de inlaat 10^ en een nooduitlaat is aangebracht bij IO2. 30 Een uiteindelijke uitlaat 1^2 is 'aangebracht in het eindgedeelte 14^.
Binnen het vat 10 bevinden zich twee troggen 16^ en 16^, de een boven de ander en ondersteund door een geschikte constructie 17,zodat het inwendige wandoppervlak van het vat 10 niet wordt afgesleten ten gevolge van de doorgang van de kolen aangezien de kolen niet in wrijvend 35 contact met de wand van het vat komen .
Beide troggen 16^ en I62 zijn gemakkelijk vervangbaar. De trog 16^ 8006799 #> s -3- 21672/CV/tl overlapt de trog 16^ bij 16A,zodat kolen,die gezien in de figuur naar rechts bewegen door de vleugels van het bovenste part van de ketting van de trog 16 in de trog 16^ vallen bij het punt 16A en dan gezien in de figuur naar links worden bewogen met behulp van.de vleugels van het 5 onderste part van de ketting naar de uiteindelijke uitlaat 142* De trog I62 heeft bij de uitlaat 142 een a^v0er^0^er I63· Beide einden van het vat 10 zijn uitgerust met scharnierende deuren 18^ , I82, 18^ op geeigende eindplaten.
Het zal duidelijk zijn,dat het assamenstel voor het kettingwiel 12, 10 dat samenwerkt met de ketting in het desbetreffende uiteinde kan worden ingebracht via van flenzen voorziene steunen en dat de legers en afdichtingen op doelmatige wijze in van flenzen voorziene pluggen kunnen zijn geplaatst.
De sterkte van het robuste cilindrische vat wordt in aanzienlijke 15 mate veroorzaakt door de cirkelvormige vorm,maar daar waar invoer of af-voeropeningen in het vat zijn gesneden wordt de sterkte daarvan gehandhaafd met behulp van flenzen en verstijvingsorganen of andere geschikte organen.
Het kan noodzakelijk zijn om de lose ruimte tussen de troggen 16^ 20 en I62 en hS: vat 10 voor zoveel mogelijk te vermijden ter voorkoming van opeenhopingen van stof. Dit kan worden verkregen door het opvullen van de ruimte met een vlamvertragend schuim, dat wordt ingebracht nadat de toevoerinrichting op de beoogde werkplaats is geïnstalleerd. Een eigenschap van het schuim is,dat het gemakkelijk zal vervormen bij drukken,die 25 aanzienlijk hoger zijn dan de normale bedrijfdruk, zodat het vat 10 gelijkmatig zal worden belast in het geval van een explosie in het aangesloten systeem.
In de fig. 3 , 4 en 5 is een met de in de fig.l en 2 weergegeven toevoerinrichting overeenkomende toevoerinrichting afgeheeld. Een rechte 30 cilindrische buis 100, welke een cirkelvormige dwarsdoorsnede heeft en is voorzien van einddelen 101j en 102^ vormt een robuust enkel vat van cirkelvormige dwarsdoorsnede,dat :een en-masse transporteur opneemt voor het bewegen van kooldeeltjes via ondergedompelde vleugels,zoals de vleugels 103^ en 103^ van een transportketting 104, welke aan te drijven is 35 met behulp van een aandrijfkettingwiel 105,dat is bevestigd op een as' 106, die met behulp van legers B^, B2 (fig.5) is gelegerd in een eindge- 8006799 -4- 21672/CV/tl deelte 102 en aan te drijven is met behulp van een niet weergegeven aan-drijfbron,in het algemeen een electromotor,via niet weergegeven vertra-gingsoverbrengingen. De transportketting 104 is eindloos en werkt samen met een nalopend spanwiel 107,dat met behulp van niet nader weergegeven 5 legers is gelegerd in het eindgedeelte 101 en kan worden heen en weer bewogen met behulp van een spansamenstel 108,dat is voorzien van twee verticale zijplaten,die op afstand van elkaar worden gehouden met behulp van dwarsverlopende organen,waarbij een orgaan 109 een trogvormige dwarsdoorsnede heeft met een gekromd einde ,dat is gevormd om samen te vallen 10 met de doorgang van de ketting 104 en de vleugels 103 om het spanwiel 107 en het andere einde 110 van de trog de trog 109 overlapt ten einde een terugvoerbaan te verkrijgen voor materiaal,dat niet van de ketting valt indien deze over de uitlaat 111 beweegt.
Het spansamenstel 108 wordt ondersteund door vaste organen binnen 15 het vat waarbij de verticale zijplaten rusten op cirkelvormige pennen P^, P2 etc. die uitsteken van de vaste organen. Opwaartse beweging van het spansamenstel wordt voorkomen door cirkelvormige pennen aan de bovenzijden van de verticale zijplaten V^, welke dicht bij de onderrand van de vaste organen zijn. Deze constructie elimineert de problemen,die samenhan-20 gen met de gebruikelijke steunvormen,,welke kunnen vullen met materiaal en horizontale beweging voorkomen.
Althans een van de dwarsorganen is met behulp van een schakel 112 verbonden met het spanorgaan,waarbij de opstelling zodanig is,dat indien de eindafdekking verwijderd is de schakel kan worden uitgenomen en het 25 spansamenstel van het eindgedeelte kan worden teruggetrokken ,zodat onderhoud doelmatig kan worden uitgevoerd.
Het spanorgaan is bevestigd aan de zijkant van het vat 100,waarbij een as S welke aan zijn uiteinden is voorzien van overeenkomende armen en zich uitstrekt in het vat door een huis,waarbij de arm in het 30 vat met behulp van de schakel 102 is verbonden aan het spansamenstel T, terwijl de buiten het vat gelegen hefboom is verbonden met een spanorgaan. Op deze wijze is inwendige toegang tot het eindgedeelte mogelijk terwijl de spanningsmiddelen werkzaam zijn.
De einden 104^ en 1042 Van ketting 104 zijn geheel linnen het 35 robuuste vat 100 opgenomen,welk vat in staat is hogere drukken op te nemen dan daarin cf in het systeem waaraan het vat is bevestigd,zullen 8 00 6 79 9 * ».
.-5- 2X672/CV /tl worden opgewekt bij het optreden van een explosie waarbij de druk in de praktijk kan oplopen tot 0,034 N/mm . De kolen komen in het vat 100 bij een inlaat 100_ en een nooduitgang is aangebracht bij 100 . Een verdere uitlaat 103 is op de weergegeven wijze aangebracht. De inlaat 100^ kan 5 een zodanig gevormd benedenstrooms einde bezitten, dat hiertoe de diepte van de door de en-masse transporteur verplaatste kolen wordt geregeld zodat de snelheid waarmede de kolen worden getransporteerd wordt geregeld.
Binnen het vat 100 zijn twee troggen 113^ en 113^ boven elkaar op-10 gesteld en ondersteund door een geschikte constructie,zodat het inwendige wandoppervlak van het vat niet wordt afgesleten door de doorgang van de kolen daar de kolen niet in wrijvend contact komen met de wand van het vat. Beide troggen zijn gemakkelijk vervangbaar.
In fig.5 stelt het gearceerde gebied een volume voor,dat is gevuld 15 met vlamvertragend schuim. Scharnierende deuren 114^ , 1142 zijn aan ieder einde van de toevoerinrichting aangebracht en verder zijn ook,waar nodig geschikte pakkingen aangebracht.
Bij de in fig.6 en 6A afgebeelde constructie is een flap 115 opgesteld bij een einde van een scharnierende arm 116,terwijl het andere 20 einde van de arm is uitgevoerd als een bedieningsorgaan voor een schice-laar 117 van het nabijheidstype. Indien de kolen vanuit een bunker door de inlaat 100^ stromen en met de juiste diepte door de ketting 104 worden getransporteerd rust de flap 115 op het bovenoppervlak van de kolen en houdt daarbij het bedieningsorgaan op afstand van de schakelaar.
25 Een vermindering of onderbreking van de kolenstroom zal het moge lijk maken,dat het bedieningsorgaan beweegt naar de schakelaar 116,waardoor een signaal wordt gegeven,om aan te geven,dat een wijziging is opgetreden.
De rechter eindplaat 121 van de inlaat 100£ geeft een gevormd opper-30 vlak aan het door de ketting 104 verplaatste materiaal. De vorm is een omgekeerde V verkregen door een rand 122,die bij het midden hoger is dan bij de uiteinden. Het materiaal boven de ketting wordt dus in het gebied van de inlaat geregeld door de eindplaat 121 en voor een bepaald materiaal kan dit worden berekend om overeen te komen met de storthoek in de 35 bovenste trog 119.
Een andere verfijning bestaat in de vorming van de trog 120,welke 8 0 0 6 79 9 -6- 21672/CV/tl zich naar achteren (naar rechts) uitstrekt ήπ het gebogen einde over de bovenste trog 119 over een afstand aangeduid met de pijlen 118 vanaf het gebogen einde naar het einde 121. Deze trog 120 is vastgezet tussen de verticale platen van het spansamenstel zodanig dat deze zich ongeveer 5 12 mm boven de trog 119 bevindt.
De trog 120 is in de middenstand getrokken en kan vanuit deze stand bewegen onder de invloed van het spanmechanisme naar de stand van maximale afstand tussen de kettinggeleidingen indien de kettingschakels en de verbindingspen slijten. Een of meer schakels zal vanuit de ketting worden 10 genomen en het samenstel weer naar een nieuwe stand worden gebracht. De beweging is ongeveer χςπ mm totaal en ten alle tijde zal het einde van de • trog 120 zich boven de trog 119 bevinden,zodat kolen,die worden bewogen om het gebogen einde van het einde in de trog 119 zullen vallen.
Uit bovenstaande zal het duidelijk zijn,dat de toevoerinrichting 15 de mogelijkheid heeft om een rondvoeren .op te vangen aangezien de bovenste trog zo gevormd ia,dat een terugvoerbaan wordt verkregen voor het niet door de uitlaat vallende korrelvormige materiaal.
20 8006799

Claims (12)

1. Toevoerinrichting voorzien van een een althans nagenoeg cirkelvormige dwarsdoorsnede bezittend vat,welke een en-masse transporteur opneemt, welke transporteur gedwongen is te bewegen door en trog,welke op af-étand is gelegen van de binnenwand van het vat ,zodat door de transpor- 5 teur van een inlaat in het vat naar een uitlaat in het vat getransporteerd materiaal niet in wrijvend contact met de wand komt.
2. Toevoerinrichting volgens conclusie l,met het kenmerk,dat er twee troggen boven elkaar zijn opgesteld zodanig dat de bovenste trog nabij de inlaat en de onderste trog tabij de uitlaat is gelegen.
3. Toevoerinrichting volgens conclusie 2,met het kenmerk,dat het een cirkelvormige dwarsdoorsnede bezittende vat wordt gevormd door een rechte cilindrische buis,welke aan zijn uiteinden is voorzien van scharnierende deuren.
4. Toevoerinrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het 15 kenmerk, dat bewegende delen,die het vat binnentreden of verlaten zich uitstrekken door afdichtpakkingen.
5. Toevoerinrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat het vat een inwendige druk van tenminste 0,34 N/mm kan weerstaan (- 50 */sq*inch).
6. Toevoerinrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de en-masse transporteur wordt gevormd door een ketting en vleugeltransporteur.
7. Toevoerinrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de en-masse transporteur te spannen is met behulp van 25 een asschakel en hefboomsamenstel,dat in werking te stellen is voor het vergroten van de lengte tussen de uiteinden van de transporteur.
8. Toevoerinrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de bovenste trog zodanig is gevormd,dat asn terugvoerbaan wordt verkregen voor materiaal,dat niet van de ketting valt indien deze 30 over de uitlaat beweegt.
9. Toevoerinrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de inlaat zodanig is gevormd,dat de hoogte van het materiaal boven het bovenpart van de transporteurketting daar wordt geregeld.
10. Toevoerinrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk,dat de in-35 laat is voorzien van een uitlaatplaat,die zodanig is gevormd,dat aan het materiaal een vooraf bepaalde V-vorm wordt gegeven om althans nage- 800 6 79 9 -6- 21672/CV/tl noeg met de rusthoek van het materiaal in overeenstemming te zijn.
11. Toevoerinrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat een mechanisme is aangebracht voor het afgeven van een sig-naai indien^onderbreking plaatsvindt in de materiaalstroom vanaf de 5 inlaat.
12. Toevoerinrichting volgens conclusie 11,met het kenmerk,dat het mechanisme een scharnierende flap omvat, welke flap samenwerkt met het bovenoppervlak van het materiaal en een electrische nabijheidsschakelaar. 10 8006799
NLAANVRAGE8006799,A 1979-12-21 1980-12-16 Toevoerinrichting. NL185277B (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
GB7944290 1979-12-21
GB7944290 1979-12-21

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL8006799A true NL8006799A (nl) 1981-07-16
NL185277B NL185277B (nl) 1989-10-02

Family

ID=10510036

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8006799,A NL185277B (nl) 1979-12-21 1980-12-16 Toevoerinrichting.

Country Status (10)

Country Link
US (1) US4426185A (nl)
BE (1) BE886638A (nl)
DE (1) DE3047508A1 (nl)
FR (1) FR2471934A1 (nl)
IN (1) IN154743B (nl)
IT (1) IT1129471B (nl)
LU (1) LU83023A1 (nl)
NL (1) NL185277B (nl)
SE (1) SE8008974L (nl)
ZA (1) ZA807588B (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4783171A (en) * 1986-05-23 1988-11-08 Zimmerman Harold M Loading conveyor for concrete mixer
US4781466A (en) * 1986-05-23 1988-11-01 Zimmerman Harold M Method and apparatus for producing concrete
DE3620816C2 (de) * 1986-06-21 1998-07-23 Werner Dipl Ing Garternicht Späneförderer für Werkzeugmaschinen
DE4210747A1 (de) * 1992-04-01 1993-10-07 Remmer Schrage Rohrkettenförderer
US5226526A (en) * 1992-07-16 1993-07-13 O'brien Systems Detachable flights for bulk material conveyors
DE4229483A1 (de) * 1992-09-03 1994-03-10 Kloeckner Humboldt Deutz Ag Druckbehälter, insbesondere Druckfilter
DE10020021A1 (de) * 2000-04-22 2001-10-25 Rag Ag Kettenkratzerförderer für den untertätigen Bergbaueinsatz
CN106628969B (zh) * 2016-12-30 2023-10-20 莱歇研磨机械制造(上海)有限公司 一种辊式磨机皮带物料输送系统的磨机基座
CN108840113B (zh) * 2018-07-13 2023-10-31 安徽云龙粮机有限公司 一种卸粮用双通道扒粮机

Family Cites Families (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB169262A (en) * 1920-06-21 1921-09-21 Arnold Redler Improvements in or relating to conveyors for substances in a fine or loose state of division
DE662323C (de) * 1936-02-18 1938-07-11 Maschb Akt Ges Endloser Schleppfoerderer mit uebereinander befindlichen Trumen zur Verteilung getrockneter Braunkohle auf Pressenruempfe
US2279070A (en) * 1939-08-12 1942-04-07 Redler Conveyor Co Conveyer
DE830925C (de) * 1948-03-17 1952-02-07 Henry Waldemar Hapman Foerderer, insbesondere Schleppkettenfoerderer
DE940635C (de) * 1954-05-16 1956-03-22 Kloeckner Humboldt Deutz Ag Trogfoerderer
CH362362A (de) * 1957-06-12 1962-05-31 Buehler Ag Geb Verfahren und Trogförderer für den kontinuierlichen Rohzuckertransport
GB870472A (en) * 1958-08-22 1961-06-14 Babcock & Wilcox Ltd Improvements in stokers
GB896029A (en) * 1959-11-27 1962-05-09 Babcock & Wilcox Ltd Improvements relating to endless conveyors
US3111217A (en) * 1962-10-09 1963-11-19 Screw Conveyor Corp Conveyor chain hold-down means
FR1539862A (fr) * 1967-08-07 1968-09-20 Tripette & Renaud Appareil de transport pour matière pulvérulente ou granuleuse
US3474579A (en) * 1967-11-30 1969-10-28 Gen Electric Reelable structure
FR1586143A (nl) * 1968-07-24 1970-02-13
DE2038125C3 (de) * 1970-07-31 1979-05-10 Mannesmannroehren-Werke Ag, 4000 Duesseldorf Als biege- und torsionssteifer Rohrbalken ausgebildeter Bahnkörper
AT317077B (de) * 1970-11-20 1974-08-12 Richard Henne K G Maschinenfab Transportvorrichtung, insbesondere für Gußasphalt
CH587169A5 (nl) * 1975-06-13 1977-04-29 Alusuisse
CH598094A5 (nl) * 1976-06-30 1978-04-28 Paul Von Arx

Also Published As

Publication number Publication date
LU83023A1 (fr) 1981-03-27
DE3047508C2 (nl) 1989-01-26
FR2471934A1 (fr) 1981-06-26
SE8008974L (sv) 1981-06-22
NL185277B (nl) 1989-10-02
IT8068959A0 (it) 1980-12-19
DE3047508A1 (de) 1981-09-17
IT1129471B (it) 1986-06-04
ZA807588B (en) 1981-10-28
US4426185A (en) 1984-01-17
BE886638A (fr) 1981-04-01
IN154743B (nl) 1984-12-15
FR2471934B1 (nl) 1985-02-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8006799A (nl) Toevoerinrichting.
US2665795A (en) Skirt plate and skirt seal construction for conveyer belts
US5143203A (en) Granular material transfer apparatus
US5913404A (en) Pressure arm for floating skirt in conveyor
CN109436677A (zh) 用于洗选煤厂的中重型配仓刮板输送机
NL8401329A (nl) Bandtransporteur voor het verticaal of steil transporteren van stortgoed.
KR101550059B1 (ko) 이중화 슈트 사이드 스커트 실링 장치
US5816388A (en) Pressure arm for floating skirt in conveyor
CN205060731U (zh) 螺旋输送机及物料输送系统
US4580677A (en) Belt conveyor for steep or vertical conveyance
CN209522180U (zh) 用于洗选煤厂的中重型配仓刮板输送机
US5152391A (en) Hopper feed elevator
GB2104026A (en) Cover member associated with conveyor deplection roller
CN113443349B (zh) 采矿用无底链刮板输送机
US4062474A (en) Apparatus for metered feeding of poorly flowable materials
US5122028A (en) Skip
US2245073A (en) Conveyer-elevator
US2635734A (en) Continuous flow flight conveyer
US3195775A (en) Bridge breaker for hopper valve
GB2065586A (en) Feeder for particulate material
US5161671A (en) Transfer station for transferring material between conveyors in a mine working
US396197A (en) Chain conveyer for unloading cars
US658657A (en) Loading mechanism for conveyers.
US3468410A (en) Conveyor
US2072009A (en) Loading machine for mines

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
DNT Communications of changes of names of applicants whose applications have been laid open to public inspection

Free format text: REDLER LIMITED

BC A request for examination has been filed
R1B Notice of opposition during period of laying open
R2W Refused after publication