NL8006755A - Ritssluitingdraagband. - Google Patents

Description

. ^ *

Ritssluitingdraagband.

De uitvinding heeft betrekking op ritssluitingen en betreft meer in het bijzonder verbeteringen van een ritssluitingdraagband die een afzonderlijke formatie van sluitelementen of lussen hébben die 5 cp een draagband zijn gemonteerd. Eén reeks van dergelijke lussen wordt gevormd cp da band door spuitgieten of door extrusie van een kunststof.

Tot nu toe is voorgesteld cm kunstharsen te gébruiken als het materiaal voor het vormen van s luitelementen cm redenen van aan-10 passing aan de mode en een prettig gevoel die niet kunnen worden bereikt bij toepassing van metalen. Bepaalde typen van kunststof, zoals bijvoorbeeld polyacetal, hebben ook de voorkeur gehad vanwege de sterkte die vergelijkbaar is met metalen. Polyacetal heeft echter een betrekkelijk slechte weerstand tegen schokken en sluitelementen 15 die daaruit zijn vervaardigd, zijn gebleken bros te zijn indien zij worden toegepast cp ritssluitingen voor tassen, tenten en andere voorwerpen die cp een nogal ruwe manier worden behandeld. Nylon is voorgesteld voor het vervangen van polyacetal, omdat het veel sterker is cp het gebied van schokweerstand. Tengevolge van zijn zachtheid, 20 zijn uit nylon vervaardigde sluitelementen echter niet helemaal tevredenstellend voor wat betreft de sterkte waarmede zij worden bevestigd aan de draagband, en hébben vaak de neiging cm van elkaar te scheiden in de beengedeelten indien de draagband wordt, bevochtigd en daardoor cp zwelt. Teneinde dit probleem op te heffen zijn maatregel-25 en in beschouwing genarren an de twee tegenover elkaar cpgestelde benen van het element te verbinden door een geschikte verbindings-strip die is aangébracht in een opening van de band, welke cpening wordt gevormd door het drevelen, het snijden of het doorboren net een pen. Tengevolge van de beperking die wordt opgelegd door de af-30 meting van een dergelijke cpening en dus van de afmeting van de verbindingsstrip, zijn de sluitelerrenten echter toch geneigd cm van elkaar te spreiden langs de boven elkaar gelegen benen of op andere wijze te bewegen uit het vlak indien de draagband nat wordt gemaakt en zwelt, hetgeen leidt tot een trage of anderszins onwerkzame 8006755 2 hantering van de schuif. Deze neiging wordt nog veregerd indien de zoem cp de rand van de band een grotere afmeting heeft voor het verbenen van de weerstand tegen zijdelingse trekkracht.

Het is daarom een oogmerk van de uitvinding cm een rits-5 sluiting te leveren die de hierboven genoemde nadelen niet heeft.

Een neer specifiek oogmerk van de uitvinding is het leveren van een ritssluitingdraagband die een van nylon, polypropyleen of andere kunsthars van relatief hoge schdkweerstand vervaardigd stelsel van afzonderlijke sluitelementen heeft, welk sluitelemant 10 is verankerd aan de draagband net hogere sterkte en stabiliteit voor het waarborgen van het handhaven van zijn korrekte stand en houding ten opzichte van de band onder alle denkbare ruwe gebruiksemdandig-heden.

Volgens de uitvinding wordt een ritssluitingdraagband ge-15 leverd, omvattende een paar van banden die in hoofdzaak zijn gemaakt van thermoplastische vezels en een zoem hebben die zich in de lengterichting daarvan uitstrekt, een reeks van afzonderlijke kcppellussen die zijn gemaakt van een kunsthars, waarbij elk van de lussen een kcppelzocm hééft, een bovenbeen en een onderbeen,welke band een 20 in lengterichting lopend randgedeelte heeft dat de zoem bevat en een gebied begrenst voor het monteren van ds lussen, en een daarin gevormde opening en zich uitstrekkende dicht langs de langsrand van de lus-benen, en een veibindingsstrip die is cpgenanen in de opening en de boven- en onderbenen verbindt, welke zoom een breedte heeft in het 25 gebied van 1/3 tot 1/5 van de dwars lengte van de lusbenen.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een aantal uitvoeringsvormen van een draagband volgens de uitvinding is weergegeven. In de tekening toont: 30 fig. 1 een bovenaanzicht van een gedeelte van een rits sluiting, fig. 2 cp grotere schaal een bovenaanzicht van een gedeelte van een ritss lui tingdraagband, fig. 3 een schematisch gedeeltelijk bovenaanzicht cp nog 35 verder vergrote schaal van een gedeelte van de draagband, en fig. 4 cp grotere schaal een doorsnede volgens de lijn IV- 8 00 6 75 5 * 3 IV van fig. 2.

In fig. 1 is een ritssluiting 10 weergegeven die bestaat uit een paar van draagbanden 11 en 12 waarop een reeks van afzonderlijke sluitelementen of -lussen E is gemonteerd. De draagbanden 11 en 12 5 worden in en buiten samenwerking met elkaar gébracht door een schuif S terwijl deze heen en weer beweegt voor het in en buiten samenwerking brengen van de tegenover elkaar gelegen reeksen van lussen E cp bekende wijze.

De band 11 (12) is uit thermoplastische harsvezels vervaar-10 digd, zoals van polyester of een mengsel van dergelijke kunststof-vezels en natuurlijke vezels. Hij heeft een langsrandgedeelte 11' (12') die een zoon 13 omvatten en een gebied begrenzen voor het monteren van de lussen E. De weergegeven lussen E van nylon zijn elk voorzien van een bovenste beengedeelte Ea en een onderste beengedeelte 15 Eb die schrijlings cp de band 11 (12) zijn gemonteerd cp de van elkaar gekeerde oppervlakken van het in lengterichting lcpende randgedeelte 11' (12') en met een koppelkopgedeelte Ec dat integraal is met de beengedeelten en uitsteékt van de zoem 13 voor koppelende samenwerking methet corresponderende kcpgedeelte Ec cp de tegenovergelegen bijge-20 horende band. Aan een einde van de lus E tegenover of af gekeerd van het koppelkopgedeelte Ec is een staartgedeelte Ed aangébracht voor gerede schuivende samenwerking met de schuif S. Terwijl het staartgedeelte Ed achterwege kan worden gelaten, is zijn aanwezigheid doelmatig doordat een later te beschrijven opening cp deze wijze veel gro-25 ter kan worden gemaakt.

Zoals in de fig. 2 en 3 is weergegeven is de band 11 (12) voorzien van een opening 14 die dicht grenst aan de zoem 13 voor het erin cpnemen van een verbindingss trip 15 die de bovenste en onderste beengedeelten Ea en Eb onderling verbindt door thermisch smelten in-30 dien de lussen E aan de band 11 (12) worden verankerd door middel van cp békende wijze spuitgieten of door extrusie. De opening 14 kan worden gevormd door supersoon verwerken dat bijvoorbeeld teweeg wordt gébracht door een roterend van tanden voorzien aambeeld dat samenwerkt met een supersone hoorn, in welk geval de opening 14 wordt begrenst 35 door een langsrand 14' die versterkt is door polyestervezels die de band vormen en die stevig aan elkaar worden gesmolten. Bij het punt 16 8 0 0 6 75 5 4 in fig. 4 een q? een flens gelijkende nok weergegeven die het gevolg is van het smelten van de bandvezels in aanraking met het van tanr-den voorziene aanbeeld.

De opening 14 is in hoofdzaak complementair gedimensioneerd 5 in verhouding tot de beengedeelten Ea en Eb van de lussen E en hoe groter hoe beter voor het laten toenemen van de verankeringssterkte van de lussen E ten opzichte van de band 11 (12).

Volgens een belangrijk aspekt van de uitvinding wordt de breedte W van de zoon 13 of de diameter daarvan geneten in dwars-10 richting van de band 11 (12) gekozen in het gebied van 1/3 tot 2/5 van de dwars lengte L van het beengedeelte Ea (Eb) van de lus E. Deze opstelling maakt het mogelijk cm de totale dikte van de lus E zo minimaal mogelijk te maken aande ene kant en het oppervlak voor de opening 14 maximal te maken aan de andere kant.

15 Het is nu ook gebleken dat de dimensieverhouding tussen de zoem 13 en de lusbenen Ea (Eb) bijdraagt aan het verminderen tot een absoluut minimum van de mate waarin de zoem 13 uitzet indien de draagt band nat wordt gemaakt en zwelt, en de mate waarin de. band wordt gestrekt onder de invloed van uitwendige krachten voor het verder hard-20 haven van de lussen E op nauwkeurige plaatsing cp da. band tegen zijdelingse kracht. Een kleinere breedte W van de zoon 13 dan 1/3 van da lengte L van de lusbenen Ea (Eb) zal leiden tot het niet bereiken van de bovengenoemde voordelen en leidt tot een verstoorde lus-tot-lus steek en een slecht werkende ritssluiting. Een grotere breedte 25 W van de zoem 13 dan 2/5 van de beenlengte L zal een onevenredige toename vereisen van de hoogte van de lus E en het oppervlak van de opening 14 dat kan worden geleverd, verminderen.

Aangezien de opening 14 volgens de uitvinding voldoende groot is indien hij zich uitstrekt dicht langs de langs randen van de 30 lusbenen Ea (Eb), is het letterlijk gencmen mogelijk cm een karres-ponderend grote verbindingsstrip 15 aan te brengen die is geplaatst in en bevestigd aan de opening 14 voor het verbinden van de beven- en cnderlusbenen Ea (Eb) cp stevige wijze aan elkaar.

Terwijl de opening 14 wordt gevormd door supers one bewerking, 35 wordt zijn langsrand 14* verstevigd na het smelten van de afzonderlijke bandvezels. Dit zal bijdragen tot het versterken van het integrale 8006755 ï*» k.

5 draagbandstelsel, inbegrepen de lussen E en de bandrand 11' (12') en zal ook dienen voor het vergemakkelijken van de plaatsing van dfe lussen E cp het moment van vormen.

Binnen het kader van de conclusies vallen ock uitvoerings-5 vormen die niet in de tekening zijn weergegeven.

8 00 6 75 5

Claims (3)

1. Bitssluitingdraagband, omvattende een paar van banden die in hoofdzaak zijn gemaakt van thermoplastische vezels en die een zoem hebben die zich uitstrekt inde lengterichting daarlangs, een 5 reeks van afzonderlijke kqppellussen die zijn gemaakt van een kunsthars, waarbij elk van de lussen een koppelzocm heeft, een bovenbeen en een onderbeen, waarbij de band een in lengterichting lcpend randgedeelte heeft dat de zoem bevat en een gebied begrenst voor het monteren van de lussen en een opening die daarin is gevormd, en een 10 verbindingsstrip die is cpgenemen in de opening en de boven- en onderbenen verbind, met het kenmerk, dat de zoom (13) een breedte heeft in het gebied van 1/3 tot 2/5 van de dwars lengte van de lusbenen (Ea, Eb), en dat de opening (14) zich los uitstrekt langs de langsranden van de lusbenen (Ea, Eb).

2. Ritssluitingdraagband volgens conclusie 1, met het ken merk, dat de opening (14) wordt begrensd door een stijve rand (14') die wordt gevormd door gesmolten bandvezels.

3. Ritssluitingdraagband zoals weergegeven in de tekening en/of bespreken aan de hand daarvan. 8 0 0 6 75 5