NL8006058A - Inrichting voor het opschuiven van in magazijnen opgenomen onderdelen. - Google Patents

Description

Sr^ »· * PHN 9884 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven "Inrichting voor het opschuiven van in magazijnen opgenomen onderdelen".

De uitvinding betreft een inrichting voor het opschuiven van een aantal stapels elektrische en/of elektronische onderdelen, welke stapels elk zijn opgenomen in een buisvormig magazijn en waarbij elk van de magazijnen is geplaatst in althans één rooster dat is voorzien 5 van een matrix van openingen voor het opnemen van de magazijnen volgens een patroon waarop de onderdelen op een printplaat moeten worden geplaatst.

Inrichtingen van de soort waarop de onderhavige uitvinding betrekking heeft zijn op zichzelf bekend en vormen onderdeel van inrich-10 tingen voor het op de juiste wijze plaatsen van elektrische en/of elektronische onderdelen op gedrukte bedradingspanelen. Hierbij gaat het om onderdelen met een prismatische vorm van zeer geringe afmetingen en zonder aansluitdraden ook wel genoemd onderdelen van het "chip"-type. De- μ ¢- ze onderdelen worden verpakt in buisvormige magazijnen met een binnen- 15 dwarsdoorsnede die overeenkomt met de vorm van de onderdelen. Een aantal van dit soort magazijnen worden in één of meer roosters geplaatst, zodanig dat hun plaats overeenkomt met de plaatsen waarop de onderdelen op een gedrukt bedradingspaneel moeten worden geplaatst. Daarna worden de stapels onderdelen in de magazijnen allen geljlktijdig omhoog geduwd 20 totdat de bovenste onderdelen in een positie zijn gekomen, waarin deze door daartoe geschikte gr ij pmechanismen kunnen worden overgenomen en verder worden uitgericht en getransporteerd naar het gedrukte bedradingspaneel.

Een nadeel van een uit het DE-OS 27 16 330 bekende inrichting 25 van de hiervoor aangeduide soort is dat onderdelen van verschillende dikte niet gelijktijdig verwerkt kunnen worden omdat de bovenkanten van de magazijnen alle in één vlak liggen en het opschuiven van de stapels onderdelen met ongeveer gelijke staphoogte plaatsvindt. Dit betekent dat praktisch alleen onderdelen met een dikte gelijk aan de staphoogte gelijk-30 tijdig verwerkt kunnen worden.

Teneinde dit nadeel te ondervangen is ook reeds voorgesteld om de stapels onderdelen in de magazijnen omhoog te bewegen met behulp van hydraulische zuigers, welke de stapels onafhankelijk van de dikte van de 8005058 r\ ^ PHN 9884 2 onderdelen zover opschuiven tot alle onderdelen met hun bovenzijde aanliggen tegen een aanslag zodat de bovenzijdes van de onderdelen op een gedetineerd niveau liggen en overname met daartoe geeigende middelen mogelijk is. Een nadeel van deze inrichting is zijn gecompliceerde en 5 daardoor dure en storingsgevoelige constructie.

De uitvinding beoogt een inrichting te verschaffen van een eenvoudige constructie waarmee het mogelijk is stapels onderdelen van eventueel verschillende dikte storingsvrij op te schuiven tot deze tegen bepaalde aanslagen liggen.

10 De inrichting volgens de uitvinding vertoont het kenmerk, dat onder het rooster een in de richting van het rooster beweegbare houder is opgesteld, welke is voorzien van een met de matrix van openingen in het rooster overeenkomende matrix van geleidingen waarin pennen zijn opgenomen waarbij de wrijving van de pennen in hun geleidingen instelbaar 15 is.

Met deze inrichting is het mogelijk om in eerste instantie de pennen zeer weinig wrijving te geven in hun geleidingen. De houder met pennen wordt dan omhoog bewogen, waarbij de pennen die samenwerken met een stapel onderdelen deze stapels omhoog duwen tot deze tegen met hun 20 bovenste onderdeel tegen een aanslag aanliggen., Bij nog verder omhoog bewegen van de houder glijden de pennen van stapels die reeds tegen hun aanslag aanliggen gemakkelijk in hun geleiding. Door nu de staphoogte van de houder iets groter te nemen dan de dikte van het onderdeel met de grootste dikte kan met zekerheid gesteld worden dat na het uitvoeren 25 van die stap alle onderdelen tegen hun bijbehorende aanslag aanliggen.

Daarna kan de wrijving tussen de pennen en hun geleiding zeer groot worden gemaakt, zodat de pennen als het ware star met de houder zijn verbonden. Door nu de houder op en neer te bewegen kunnen alle stapels tegelijk over een bepaalde gewenste afstand op- of neer worden bewogen, 30 waarbij de onderlinge stand van de stapels niet meer veranderd.

Volgens een verdere gunstige uitvoeringsvorm is de inrichting gekenmerkt, doordat tussen alle rijen pennen van de matrix delen liggen van een slang, zodanig dat elk van de pennen op althans twee diametraal tegenover elkaar gelegen plaatsen in contact is met een slang-35 deel waarbij de slangdelen zijn vervaardigd van een elastisch materiaal en de wrijving tussen de slangdelen en de pennen instelbaar is door het aanbrengen van een drukmedium in de slangdelen.

Hoewel het mogelijk is tussen de verschillende pennenrijen 8006058 PHN 9884 3 I 2 .....aparte slangdelen aan te brengen is het volgens de uitvinding van voorrc- deel om de slangdelen alle deel te laten zijn van êên slang, welke meandervormig tussen de pennenrijen ligt.

Het is gebleken, dat de slang zo kan worden gedimensioneerd, 5 dat bij geen of weinig inwendige druk de wrijving die de pennen ondervinden zeer gering kan zijn en voor alle pennen praktisch hetzelfde.

Bij het toelaten van drukmedium in de slangdelen zetten deze uit zodat de contactdruk tussen slang en pennen toeneemt. Bij deze zeer eenvoudige constructie blijkt de wrijving van elk der pennen met de slang of slang-10 delen heel nauwkeurig dezelfde te zijn wat voor een goede werking van de inrichting van het grootste belang is.

De slang respektievelijk slangdelen kan vervaardigd zijn van elk geschikt elastisch materiaal. Gebleken is dat silicon-rubber als slangmateriaal bijzonder voordelig is mede omdat bij toepassing van dit 15 materiaal praktisch geen zg. "stick-slip" tussen slang en pennen optreedt.

Teneinde er voor te zorgen dat ook de buitenste pennenrijen aan hun beide zijden tegen een slangdeel aanliggen moet de houder aan zijn omtrek zijn voorzien van ofwel een rij vaststaande pennen ofwel 20 een opstaande rand waartegen de buitenste slangdelen zich kunnen afsteunen.

De pennenhouder is volgens een verdere uitvoeringsvorm gevormd door twee op afstand gelegen platen met gaten als geleidingen voor de pennen, waarbij de slang respektievelijk slangdelen tussen die twee 25 platen is respektievelijk zijn aangebracht.

Aan de hand van de tekening zal de uitvinding nader worden toegelicht.

Figuur 1 toont schematisch een inrichting met een rooster met enkele magazijnen waarin zich stapels onderdelen bevinden en daaronder 30 een houder met pennen voor het opdrukken van de stapels.

Figuur 2 toont een doorsnede volgens de lijn II-II door de pennenhouder van de inrichting volgens figuur 1.

Figuur 3 toont een doorsnede volgens de lijn III-III van de inrichting volgens figuur 2.

35 In figuur 1 duidt het verwijzingscijfer 1 een rooster aan met een matrix van openingen 2 waarin magazijnen 3 kunnen worden geplaatst.

In de magazijnen 3 bevinden zich stapels elektrische onderdelen (zie figuur 3). De magazijnen 3 zijn daarbij zo in het rooster 1 geplaatst 8006058 PHN 9884 4 -V- ...... dat de plaats overeenkomt met de plaatsen waarop de betreffende onderdelen op een gedrukt bedradingspaneel moeten worden geplaatst.

Onder het rooster 1 bevindt zich een pennenhouder 5 welke in hoofdzaak is gevormd door twee parallelle platen 6 en .7 waarin zich een 5 matrix van geleidingen bevindt overeenkomend met de matrix van het rooster. De geleidingen zijn daarbij elk gevormd door een gat 8 in de plaat 6 en een daarmee corresponderend gat 9 in de plaat 7. In elk van de geleidingen is een pen 10 opgenomen. De pennen 10 zijn op deze manier zo uitgericht dat de hartlijn van elk van die pennen nagenoeg sa-10 menvalt met de hartlijn van een opening 2 van het rooster 1. Op die plaatsen waar zich in het rooster 1 een magazijn 3 bevindt, zal nu de bovenzijde van de betreffende pen 10 samenwerken met de onderzijde van de stapel onderdelen 4.

Zoals in figuur 2 duidelijk te.zien is, vormen de pennen een 15 aantal rijen. Tussen elk van die rijenpennen is een slang 12 meanderend · geslagen. Elk van de pennen 10 is op deze wijze op twee diametraal tegenover elkaar gelegen plaatsen in contact met de slang 12. De slang 12 is in dit geval vervaardigd van een silicon-rubber, welke elastisch is. Het uiteinde 13 van de slang 12 is voorzien van een afsluitdop 14, 20 welke zodanig is uitgevoerd dat deze tevens kan dienen als aansluiting aan een drukmediumbrcn. Hiermee kan een medium onder druk in de slang 12 worden toegelaten. Op deze wijze kan de contactdruk en dus de wrijving tussen de pennen 10 en de slang 12 nauwkeurig worden ingesteld. Gebleken is, dat met deze zeer eenvoudige voorziening de wrijving 25 die elk van de pennen 10 ondervindt praktisch dezelfde is. Dit is van groot belang voor een storingsvrije werking van de inrichting.

De pennenhouder 5 kan met behulp van niet nader aangeduide middelen omhoog worden bewogen. Wanneer de pennen 10 de onderzijde van de stapels onderdelen 9 hebben bereikt, gebeurt het omhoog bewegen van 30 de pennenhouder 5 steeds met een stapgrcotte gelijk aan of iets groter dan de dikte van de dikste van de betreffende onderdelen. De stapels worden dan met hun bovenste onderdeel tot tegen een uitgetekende aanslag gedrukt. Hierbij zullen de dunnere onderdelen eerder de aanslag treffen dan de dikkere onderdelen. Dit kan bij een inrichting volgens de uitvin-35 ding zeer goed, omdat de pennen 10 heel gemakkelijk in hun geleidingen glijden, totdat alle onderdelen tegen hun aanslag aanliggen. Daarna kunnen de onderdelen waarvan de positie dan nauwkeurig bekend is gemakkelijk door een gr ij pmechanisme (mechanisch of met vacuum) worden opgenomen en verder worden getransporteerd.

8006058

Claims (4)

1. 2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tussen alle rijen pennen van de matrix delen liggen van een slang, zodanig dat elk van de pennen op althans twee diametraal tegenover elkaar liggende plaatsen in contact is met een slangdeel waarbij de slangdelen zijn 15 vervaardigd van een elastisch materiaal en de wrijving tussen de slangdelen en de pennen instelbaar is door het aanbrengen van een drukmedium in de slangdelen.
2. 3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de slangdelen allen deel uitmaken van één slang welke meandervormig tussen de 20 pennenrijen ligt.
3. 4. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de slangdelen zijn vervaardigd van een siliconen-rubber.
4. 5. Inrichting volgens conclusie 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat de pennenhouder is gevormd door twee op afstand gelegen platen met gaten 25 als geleidingen voor de pennen en waarbij de slang respektievelijk slangdelen tussen die twee platen is respektievelijk zijn aangebracht. 30 35 8005058