NL8005493A - Werkwijze en inrichting voor het automatisch van mate- riaalstangen afscheiden van de voorste en achterste einden. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het automatisch van mate- riaalstangen afscheiden van de voorste en achterste einden. Download PDF

Info

Publication number
NL8005493A
NL8005493A NL8005493A NL8005493A NL8005493A NL 8005493 A NL8005493 A NL 8005493A NL 8005493 A NL8005493 A NL 8005493A NL 8005493 A NL8005493 A NL 8005493A NL 8005493 A NL8005493 A NL 8005493A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
rod
microprocessor
roller pair
distance
retracting
Prior art date
Application number
NL8005493A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Hatebur Umformmaschinen Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hatebur Umformmaschinen Ag filed Critical Hatebur Umformmaschinen Ag
Publication of NL8005493A publication Critical patent/NL8005493A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B23MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23DPLANING; SLOTTING; SHEARING; BROACHING; SAWING; FILING; SCRAPING; LIKE OPERATIONS FOR WORKING METAL BY REMOVING MATERIAL, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23D33/00Accessories for shearing machines or shearing devices
    • B23D33/006Accessories for shearing machines or shearing devices for obtaining pieces of a predetermined length, e.g. control arrangements
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B21MECHANICAL METAL-WORKING WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
    • B21KMAKING FORGED OR PRESSED METAL PRODUCTS, e.g. HORSE-SHOES, RIVETS, BOLTS OR WHEELS
    • B21K27/00Handling devices, e.g. for feeding, aligning, discharging, Cutting-off means; Arrangement thereof
    • B21K27/06Cutting-off means; Arrangements thereof
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B26HAND CUTTING TOOLS; CUTTING; SEVERING
    • B26DCUTTING; DETAILS COMMON TO MACHINES FOR PERFORATING, PUNCHING, CUTTING-OUT, STAMPING-OUT OR SEVERING
    • B26D5/00Arrangements for operating and controlling machines or devices for cutting, cutting-out, stamping-out, punching, perforating, or severing by means other than cutting
    • B26D5/38Arrangements for operating and controlling machines or devices for cutting, cutting-out, stamping-out, punching, perforating, or severing by means other than cutting with means operable by the moving work to initiate the cutting action
    • B26D5/40Arrangements for operating and controlling machines or devices for cutting, cutting-out, stamping-out, punching, perforating, or severing by means other than cutting with means operable by the moving work to initiate the cutting action including a metering device
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T83/00Cutting
    • Y10T83/04Processes
    • Y10T83/0448With subsequent handling [i.e., of product]
    • Y10T83/0467By separating products from each other
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T83/00Cutting
    • Y10T83/04Processes
    • Y10T83/0524Plural cutting steps
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T83/00Cutting
    • Y10T83/162With control means responsive to replaceable or selectable information program
    • Y10T83/173Arithmetically determined program
    • Y10T83/175With condition sensor
    • Y10T83/178Responsive to work
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T83/00Cutting
    • Y10T83/202With product handling means
    • Y10T83/2022Initiated by means responsive to product or work
    • Y10T83/2024Responsive to work
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T83/00Cutting
    • Y10T83/444Tool engages work during dwell of intermittent workfeed
    • Y10T83/4463Work-sensing means to initiate tool feed
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T83/00Cutting
    • Y10T83/525Operation controlled by detector means responsive to work
    • Y10T83/531With plural work-sensing means

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Forests & Forestry (AREA)
  • Control Of Conveyors (AREA)
  • Accessories And Tools For Shearing Machines (AREA)
  • Attitude Control For Articles On Conveyors (AREA)
  • Wire Processing (AREA)

Description

* VO 0991
Titel : Werkwijze en inrichting voor het automatisch van materiaalstangen afscheiden van de voorste en achterste einden.___
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het automatisch van materiaalstangen met een eindige lengte, die voor een verdere bewerking op persen in gedeelten met gelijke lengte moeten worden verdeeld, afscheiden van de voorste en achterste einden, waarbij de materiaal-5 stangen op een rechtlijnige transportbaan eerst onafgebroken worden bewogen en vervolgens door een met tussenpozen vooruitbewegen tegen een aanslag worden toegevoerd aan een schaarmes, in het gebied waarvan althans het voorste en het achterste einde van elke materiaalstang wordt afgescheiden. Hierbij is aan de transportbaan van. de materiaalstangen al-10 thans een met een telwerk verbonden taster aangebracht.
Automatische dwarstransportpersen, die bij produktieritmen tot een aantal, honderden stuks per minuut stangenmateriaal zonder verspaning vervormen, worden onafgebroken gevoed met- de materiaalstangen, die voor het vervormen veelal worden verwarmd. Kort voor het vervormen worden de 15 stangen in gedeelten met gelijke lengte verdeeld, welke gedeelten moeten voldoen aan betrekkelijk nauwe volumetoleranties. Teneinde het vereiste volume van elk gedeelte te verzekeren, worden de begin- en eindstukken van de stangen, welke stukken veelal onregelmatigheden vertonen, afgescheiden.
20 ^ In het Duitse octrooischrift 1.301.690 is een werkwijze beschre ven, volgens welke een telwerk onder invloed van een taster bij het passeren van het achterste stangeinde wordt geactiveerd, zodat de afscheidingen worden geteld, waarna het telwerk vervolgens wordt overgeschakeld op een tweede telwaarde, tijdens de afloop waarvan de afgescheiden stang-25 gedeelten uit de verdere bewerking worden afgescheiden. Deze werkwijze, wordt welliswaar toegepast bij de industriële vervaardiging, maar heeft het nadeel, dat het bedieningspersoneel bij elke willekeurige overschakeling, bijvoorbeeld op een nieuwe afsnijlengte, nieuwe waarden moet berekenen en daarmede rekening moet houden door nieuwe instellingen van 30 het toestel.
Bovendien moeten volgens deze bekende werkwijze in de meeste gevallen meer dan twee afsnijlengten per stangenovergang worden afgescheiden.
Het is derhalve de opgave van de uitvinding een werkwijze en 35 een inrichting voor het automatisch afscheiden van dergelijke materiaal- 8005493 2 stangeinden zodanig voor te stellen, dat aan de zijde van het bedieningspersoneel van de pers generlei "berekeningen en dienovereenkomstig ook generlei verstellingen van de stuureenheid meer worden verlangd. Verder moet de onderhavige werkwijze verzekeren, dat per stangenovergang of 5 per stang een, ten hoogste echter twee afsnijlengten moeten worden afgescheiden *
Dit wordt bereikt door de in de onafhankelijke conclusies cm-scbreven kenmerkcombinaties.
De het onderwerp van de werkwijze en van de voor het uitvoeren 10". daarvan dienende inrichting vormende uitvinding kan zowel worden toegepast bij het warm vervormen als bij het koud vervormen van stangen.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin : fig. 1 schematisch de stangendoorloop toont vanaf de stangenop-15" slag totaan het afknipstation; fig. 2 aan de hand van een diagram de verdeling toont van een stanggedeeltelengte; fig. 3 een vereenvoudigde ruimtelijke afbeelding is van de twee intrekrollenparen met de optilinrichting daarvan; 20 fig. ^ aan de hand van een vereenvoudigde doorsnede het in het afkni'pgebied voor het afscheiden van de onbruikbare stangdelen dienend mechanisme toont; en fig. 5 drie mogelijkheden toont voor het afscheiden van stangdelen in afhankelijkheid van de betreffende stand van de stangenovergang. 25 In fig. 1 zijn de stangendoorloop en de plaatsing van de voor begrip van de onderhavige uitvinding vereiste machinedelen schematisch -weergegeven. Een eenvoudigheidshalve met een streep-stippellijn aangeduide stang 1 komt van links uit een automatisch werkende stangenopslag 2, doorloopt aangedreven door de onafgebroken draaiende rollen 3 een eer-30 ste eenheid k van de verwarmingsinstallatie en wordt geregistreerd door een eerste liehtkast J. Vervolgens wordt een volgende eenheid 5 van de verwarmingsinstallatie doorlopen, alsmede aansluitend een tweede licht-kast 8. Ha het passeren van een laatste eenheid 6 van de verwarmingsinstallatie wordt de stang gegrepen door twee intrekrollenparen 9 en 35 10 en met tussenpozen met een verhoogde snelheid in de maat van de ma chine tegen een aanslag 12 vooruitgestoten, welke aanslag over de af te knippen afsnijlengte p achter het met SE aangeduide schaarvlak ligt.
80 05 49 3 " v » * 3
Hier worden de verder te bewerken stanggedeelten door schematisch aangeduide schaarmessen 11 afgeknipt en vervolgens toegevoerd aan het eerste station voor het vervormen.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvoorbeeld verloopt de onder-5 hevige werkwijze als- volgt.
Ha het klaarmaken van de machine en het elektronische toestel, alsmede.de lichtkasten 7 en 8, worden de in fig. 1 blijkende afstanden a, b, e en d. afgemeten en als vaste waarden in een microprocessor gevoerd. Sedetailleerd gaat het hierbij om de volgende afstanden : 10 Afstand a : Onderlinge afstand van de twee lichtkasten 7 en 8,
Afstand b ; Afstand van de tweede lichtkast 8 tot het eerste intrekrollenpaar 9,
Afstand c : Afstand van de tweede lichtkast 8 tot het twee de intrekrollenpaar 10, en 15 Afstand d ; Afstand van de tweede lichtkast 8 tot het schaar- vlak SE.
Bij het begin van de produktie moet de bedieningsman door het indrukken van een knop het eerste stanggedeelte laten vallen. Wanneer dan het stangeinde de lichtkast 7 passeert, ontstaat hieruit een donker-20 licht schakeling, welk signaal een teller in werking zet, die het aantal maten (tijdimpulsen) telt totdat het stangeinde de tweede lichtkast 8 passeert. Omdat de afstanden a, h, c en d zijn opgeslagen in de microprocessor, en deze laatste het aantal maatimpulsen voor de afstand a bi'j elke nieuw ingetrokken stang telt, zet hij het aantal maatimpulsen 25 voor de afstanden b, c en d om.
In plaats van de lichtkasten 7 en 8 kunnen ook andere, bijvoorbeeld mechanisch, of op de warmtestraling van de verwarmde stangen aansprekende tasters worden toegepast. Hierbij is het alleen van belang, dat de tasters het voorbijgaan van het stangeinde registreren en een 30 overeenkomstig signaal overbrengen naar de teller, die zodoende zijn maat— telling begint.
De volgende stang volgt de voorgaande met gelijke snelheid, die praktisch overeenkomt met de gemiddelde snelheid van het vooruitbewegen van de stang en wordt bepaald door het toerental van de aange-35 dreven transportrollen 3 van de verwarmingsinstallatie. Door dit onafgebroken volgen van de volgende stang ontstaat gezien het met tussenpozen vooruitbewegen van de intrekrolien 9, 10 altijd een hiaat tussen de 8005493 · ijstangen, welk hiaat "bij het opnieuw beginnen van elk intrekken praktisch is gesloten. Omdat de aanspreekbreedte van de lichtkasten 7 en 8 zich over een bepaalde, betrekkelijk kleine maat uitstrekt, wordt elke stang-evergang met zekerheid geregistreerd.
5 Door het samenverken van het onafgebroken met het met tussen pozen vooruitbewegen, alsmede door andere niet-registreerbare, storende invloeden kan het gebeuren, dat tussen de op elkaar volgende stangen ongewenste hiaten ontstaan, die met het oog op het betrouwbaar functio— neren van de te beschrijven werkwijze voortdurend moeten worden veref-10'. fend. Yoor dit doel dient de hierna beschreven inrichting.
Wanneer de stangovergang zich ongeveer op een stanggedeelte voor de eerste intrekrol 9 bevindt, zodat dus de teller de voor de afstand b uitgerekende, maat impuls (minus een stanggedeelte) heeft geteld, wordt de eerste bovenste intrekrol 9 opgetild. Dit optellen vindt plaats 15' gedurende de stilstand van het intrekken, waarbij de eerste bovenste intrekrol dan in de opgetilde toestand blijft gedurende de tijd van twee intrekkingen. Gedurende deze opgetilde toestand van de eerste intrekrol komt een in het gebied van de vervarmingsinstallatie aangebrachte, niet-weergegeven, toeneeminrichting voor de stangen in werking.
20 Dit betekent, dat bijvoorbeeld de aangedreven transportrollen 3, die zorgen voor het onafgebroken toevoeren van de nieuwe stang, de snelheid met een vooraf te bepalen maat verhogen, waardoor de eventueel ontstane tussenruimte tussen de twee stangen zich kan sluiten.
Dit toenemen duurt tot iets voorbij het tijdstip, waarop de 25 eerste intrekrol 9 weer naar beneden is bewogen. Het naar beneden bewegen van deze intrekrol vindt plaats direkt voor het opnieuw intrekken door de . machine, d.w.z. dus wanneer de intrekrollen zich net nog in rust bevinden. Na het naar beneden bewegen van de intrekrol worden zodoende beide stangen in het ritme van de machine ingetrokken, te weten zonder tussenruimte.
30 Het is derhalve met het oog op de doorloop van de stangovergang door de rollen 10 niet nodig een of meer gedeelten te laten vallen, omdat dergelijke tussenruimten voor het bereiken van het intrekrollenpaar met zekerheid wear kunnen worden vereffend. Er moeten dus alleen stanggedeelten worden laten vallen wanneer de stangovergang zich bevindt in het gebied 35 van het afknipvlak SE.
Wanneer dan om een of andere reden de nieuwe stang niet direkt aehter de oude volgt,maar op enige afstand daarvan, zodat de toename- 80 05 49 3 · * 4 5 inrichting -van de stangen het sluiten van het hiaat niet kan verzekeren, wordt de machine automatisch stilgezet. Dit vindt plaats op het tijdstip, dat het einde van de oude stang het tweede intrekrollenpaar 10 nog niet is gepasseerd. De oude stang moet derhalve nog door het tweede intrekrol-5 lenpaar zijn aangegrepen, omdat de verwarmde stangen na elke bedrijfs-onderbreking wegens de opgetreden afkoeling weer uit de machine moeten worden verwijderd, doordat de aangedreven transportrollen 3» alsmede de intrekrollen 9 en 10 in tegengestelde zin worden aangedreven.
De afstand, waarover de nieuwe stang de voorgaande volgt, wordt '10'. door de lichtkasten 7 en/of 8 vastgesteld, van welke kasten de impulsen door de donker-licht- en licht-donker-schakeling worden overgedragen aan de microprocessor, die dan de benodigde opdrachten geeft aan de machine.
Voor het stilzetten van de machine op grond van een door de 15 liehtkasten vastgesteld hiaat wordt op grond van een nog te beschrijven inrichting (afsnijhouder in het schaargebied) voorkomen, dat stangrest-stukken worden bewerkt.
Opdat hierbij zo weinig mogelijk stanggedeelten ten behoeve van de materiaalbesparing (verbeterde doel matigheid) moeten worden 20 laten vallen, wordt een omdraaiing van de machine (overeenkomstig een werkverloop) op de volgende wijze in maten verdeeld :
Intrekken ca. 1/3 omdraaiing : een bepaald aantal stappen
De rest van.de machine- : hetzelfde aantal stappen, omdraaiing 2^ Zodoende worden n impulsen verkregen per omdraaiing van de ma chine. Deze n impulsen worden als maatimpulsen per omdraaiing geteld.
Door deze verdeling van een omdraaiing van de machine kan de gedeelte-lengte willekeurig worden verdeeld om zodoende een voldoende nauwkeurig sturen te verzekeren voor het laten vallen van de af te scheiden gedeel-2q ten. Fig. 2 toont de verdeling van een stanggedeeltelengte.
De beschreven verdeling van een machine-omdraaiing in n maatimpulsen is op de volgende gronden uitgevoerd :
Bij de doorloop van het stangeinde bij de-liehtkasten 7 en 8 wordt de stand van de draaihoek van de machine vastgehouden. Daardoor wordt bereikt, dat het stanggedeelte over een breukdeel van zijn lengte wordt "gemeten”. Met deze nauwkeurigheid wordt ook verder gerekend.
Hierdoor is nauwkeurig bekend waar de stangovergang zich bevindt 80 05 49 3 6 wanneer hij het schaarvlak "bereikt.
Pig. 5 toont dit verschijnsel. Er zijn drie stanggedeelten A, B en C weergegeven. In het gehied van het gedeelte A bevindt zich de stang-overgang. Zodoende is het gedeelte B een deel van de nieuwe stang Sn, 5 waarbij het gedeelte C tot de oude stang Sa behoort.
Wanneer de overgang van de oude naar de nieuwe stang zich dan in het achterste eindgebied bevindt (gezien in de intrekrichting) van het gedeelte A (fig. 5 boven), dus in het gebieden , wordt het gedeelte C nog verder bewerkt, waarbij de gedeelten A en B vallen worden gelaten.
10 B wordt derhalve nog afgescheiden omdat de scheidingsplaats zich nabij het gedeelte B kan bevinden en zodoende de nauwkeurige rechthoekigheid niet langer aanwezig is.
Wanneer de overgang van de oude naar de nieuwe stang zich in het middengebied bevindt van het gedeelte A (gebied ƒ5 ), zoals in fig.
15 5 in het midden is weergegeven, wordt alleen het gedeelte A, dat het einde van de voorste en het begin van de achterste stang omvat, vallen gelaten, omdat het stangeinde hetzelfde gebrek kan hebben als het stang— begin.
Dit stuurverloop is vast geprogrammeerd in het rekentuig. Hier-20 uit blijkt ondubbelzinnig, dat in elk geval slechts êén, maximaal echter twee stanggedeelten worden laten vallen. In het geval van de bovenste afbeelding volgens fig. 5 gaat het om twee stanggedeeltelengten, die zich over drie af te scheiden delen uitstrekken, volgens fig. '5 in het midden wordt slechts een gedeeltelengte (twee delen) afgescheiden en volgens 25 fig. 5 onder zijn eveneens twee stanggedeeltelengten af te scheiden,die zich over drie af te scheiden delen uitstrekken.
Bij het niet aanspreken van een lichtkast 7 of 8, bijvoorbeeld als gevolg van schuine stangeinden of een te klein hiaat, is het toestel werkzaam met de voor de voorgaande stangovergang gemeten waarden, waar-30 bij uit veiligheidsoverwegingen aanvullende gedeelten worden uitgeworpen. Na een driemalig op elkaar volgend niet aanspreken van een lichtkast, schakelt het toestel de machine uit.
In de microprocessor is het tot nu toe beschreven verloop van de werkwijze zodanig opgeslagen, dat de als uitgangsmateriaal toege-35 voerde stangen korter kunnen zijn dan bij de bekende soortgelijke installaties. Bepalend voor de minimum lengte van de stangen is de afstand a + c (fig. 1), d.w.z. dat de stang althans door het tweede intrekroliën- 8005493 7 paar moet zijn aangegrepen, opdat "bij de kast T een vast stelbare tussenruimte tot de volgende stang wordt verkregen.
De microprocessor is verder zodanig geprogrammeerd, dat hij voor elke stangdoorgang de maatimpuls voor de afstand a (fig. 1) opnieuw 5 bepaalt en deze impuls op de afstanden b, c, d voor elke stangdoorgang qmrekent. Zodoende heeft de bedieningsman met deze bewakingsinstallatie gedurende de produktie niets te doen, zelfs niet wanneer zou blijken, dat de gedeeltelengte moet worden versteld. De microprocessor bewaakt zichzelf en de werking voortdurend.
10'. Fig. 3 toont op welke wijze de bovenste intrekrollen van de twee intrekrollenparen 9 en 10 kunnen worden opgetild. De bovenste, met 9a en 10a aangeduide intrekrollen worden niet aangedreven. Zij worden elk met een pneumatische cilinder 13 en 14 via een tuimelaar 15 en 16 tegen de onderste, aangedreven intrekrol 9b en 10b gedrukt.
15 De tuimelaars 15 en 16 zijn rond een gemeenschappelijke vaste as 17 draaibaar gelegerd. De op de niet-weergegeven stang uitgeoefende druk kan door verandering van de luchtdruk in de pneumatische cilinders 13' en 14 worden geregeld. De onderste intrekrollen 9b en 10b worden onderling synchroon aangedreven. Tijdens bedrijf wordt slechts de eerste 20 intrekrol 9a opgetild.
Fig. 4 toont schematisch het mechanisme voor het laten vallen van de afgescheiden stanggedeelten. In het machineraam 18 is in twee coaxiale legers 19 en 20 een schaarslede heen-en-weer beweegbaar gelegerd. Deze schaarslede 21 wordt door een tweevoudige geleiding 22 25 via een tweevoudige rollenhefboom 23 en 24 aangedreven. De rollen 23a en 24a van de tweevoudige rollenhefboom rollen tijdens bedrijf langs de omtrek van de tweevoudige geleiding 22. De tweevoudige rollenhefboom 23/24 is rond een vaste as 25 in de richting van de tweevoudige pijp draaibaar gelegerd. Een schaarsledehefbocm 26 is via een breekbout 44 30 verbonden met de rollenhefboom 23 en reikt met een tap 26a in een aan de sehaarslede 21 zich bevindend leger 21a. De schaarslede dient niet alleen voor het afknippen, maar tevens ook voor het aan het eerste station van de pers voor het vervormen toevoeren van het afgeknipte stang-gedeelte.
35 Aan het voorste vrije eindgedeelte van de sehaarselde 21 be vindt zich een op zichzelf bekend schaarmes 27, waardoor het stangge-deelte wordt afgescheiden. Een gedeeltehouder 28 heeft tot doel om na 8005493 8 liet "beëindigen van het intrekken en voor het afknippen het ontstane gedeelte naar het schaarmes 27 te drukken, totdat het gedeelte wordt aangegrepen door een niet-weergegeven vasthoudpen van de eerste trap voor het vervormen. 'Vervolgens wordt de gedeeltehouder 28 opgetild en pas 5 weer naar "beneden gedrukt wanneer het nieuwe stanggedeelte moet worden aangegrepen.
Het sturen van de gedeeltehouder 28 vindt plaats via een niet-weergegeven nokkendrijfverk en een verbindingsstang 29, die de zwaaibewe-ging van het nohkendrij fwerk in het ritme van de machine over draagt op 10 een veer hefboom 30, aan het ene eindgedeelte waarvan de stang door middel van een tap 31 zwaaibaar aangrijpt. De veerhefboam 30 is evenals een met 32 aangeduide naafhefhoam rond een gemeenschappelijke as 33 zwaaibaar gelegerd.,, en uit gevoerd als tuimelaar. De twee naar boven gerichte gedeelten 30a en 32a van.de twee hefbomen zijn via een trekveer 3^ met el-15' kaar verbonden. De naafhefboam 32 en de gedeeltehouder 28 zijn door een koppelstang 35 onderling gekoppeld. De gedeeltehouder 28 wordt dus onder veerdruk tegen, het met A aangeduide gedeelte geperst.
Bij het teruglopen van de schaarslede 21 wordt de verbindings-stang 11 via een niet-weergegeven, met de schaarslede-aandrijving ge-20 koppeld nokkendrukfwerk naar beneden getrokken en zwaait daarbij de veerhefboam 30 rechtsom rond de as 33. De veerhefboam drukt met een daaraan zich bevindende nok 36 op een meenemer 37 van de naafhefboam 32, zodat bij de genoemde zwaaiïng van de veerhefboom, de gedeeltehouder 28 wordt opgetild (pijp P2). .
25 Verder is aan de naafhefboam 32 vast een arreteernok 38 beves tigd, dieht waarbij een als tuimelaar uitgevoerde grendelhefboom 39 rond een as Uo zwaaibaar is aangebracht. Via een tap hl is de grendelhefboom 39 draaibaar gekoppeld met de bedieningsstang k2 van een hefmagneet ^3. Wanneer dan het tussen het schaarmes 27 en de gedeeltehouder 28 zich be-30 vindende gedeelte moet worden afgescheiden, wordt tijdens het door de schaarslede 21 uitvoeren van zijn teruggaande slag en de gedeeltehouder 28 dus is opgetild, de hefmagneet ^3 door de microprocessor bekrachtigd. Daardoor schuift de hefmagneet de grendelhefboom 19 onder de opgetilde arreteernok 38 van de naafhefboom 32, hetgeen een dalen van de gedeelte-35 houder voorkomt. Zodoende wordt het daarop volgende stanggedeelte niet langer door de gedeeltehouder 28 tegen het schaarmes 27 gehouden, en valt het naar beneden weg. De grendelhefboom 39 kan pas bij een volgend ept'iilen 80 05 49 3 · * 9 van de gedeeltehouder 28 worden ontgrendeld, d.w.z. pas bij bet volgende teruglopen van de schaarslede 21.
Alle beschreven besturingen, die de microprocessor overdraagt op de stuurorganen van de machine, bunnen ook door aan de schakellesse-5 naar aangebrachte schakelaars worden bediend door het bedieningspersoneel, hetgeen bijvoorbeeld bij het instellen van de machine nodig is.
De uitvindingsgedachte kan door een deskundige op velerlei wijzen worden veranderd. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk ara in plaats van de twee intrekrollenparen 9/10 slechts êên te gebruiken, en in 10' plaats van de vier in fig. 1 afgebeelde maten a, b, c, d alleen de maten a, b, d te registreren. Ook kunnen de maten b, c en d in plaats van op de taster 8 ook op de taster 7 worden betrokken, waarbij het tenslotte ook mogelijk is om de maat d niet op het schaarvlak SE, maar op het met AE aangeduide aanslagylak te betrekken.
15- De tijdspannen, die bij het doorlopen van de afstanden a, b, c en d verlopen, worden bij' voorkeur gemeten door maatimpulsen, die voor de afstand a bij elke stangingang opnieuw worden vastgesteld en omgerekend op de afstanden b, c en d. In plaats van maatimpulsen kan eventueel ook een andere methode worden gekozen, cm de doorlooptijd van 20 de afstand a te registreren, toe te voeren aan de microprocessor en ma te rekenen.
80 0 5 49 3

Claims (6)

1. Werkwijze voor het automatisch van materiaalstangen met een eindige lengte, die in gedeelten met gelijke lengten moeten worden verdeeld, afscheiden van de voorste en aehterste einden, waarbij de materiaalstangen op een rechtlijnige transportbaan eerst onafgebroken wor-5 den bewogen en vervolgens door een met tussenpozen vooruitschuiven tegen een aanslag worden gevoerd van een schaarmes, in het gebied waarvan althans het voorste en het aehterste einde van. elke mat er i aalst ang wordt afgescheiden, waarbij verder in het gebied van de transportbaan van de materiaalstangen althans êên met een telwerk verbonden taster is aan-10' gehraeht, die bij het passeren van de overgangsplaats tussen twee op elkaar volgende materiaalstangen een stuur impuls levert aan het telwerk, met het kenmerk, dat de afstand (a) van twee in het gebied van de transportbaan zich bevindende tasters (7, 8), alsmede althans de afstanden (b, dj van de ene taster (8) tot een intrekrollenpaar (9) en tot het 15' sehaarvlak (SEj of het aanslagvlak (AE) worden opgeslagen in een microprocessor, waarbij de spanne tijds, gedurende welke een stangeinde de afstand (aj tussen de twee tasters (7, 8) doorloopt, bij voorkeur door het tellen van maatimpulsen wordt geregistreerd, en de overige afstanden (b, dj eveneens worden ongerekend in spannentijds, en in het gebied van 20 de afknipinrichting in afhankelijkheid van de in de microprocessor opgeslagen en berekende stuurgegevens één, echter hoogstens twee gedeeltelengten per stangoyergang worden afgescheiden in afhankelijkheid van het feit of de stangovergang zich in het middengebied of in een van de twee eind-gebieden bevindt van de betreffende gedeeltelengte.
2. Werkwijze volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de afstanden (b, c, dj van de ene taster (8) tot een eerste intrekrollenpaar (9), tot een tweede intrekrollenpaar (10) en tot het sehaarvlak.(SE) of het aanslagvlak (AEj in de microprocessor worden opgeslagen.
3. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens· conclu- 30 sie 1 voorzien van een rechtlijnige transportbaan met onafgebroken, aangedreven transportrollen, welke baan uitmondt in althans een met tussenpozen aangedreven intrekrollenpaar, verder van althans één in het gebied van de transportbaan aangebrachte taster, die is verbonden met een teller, van een in de bewegingsrichting van de materiaalstangen achter het intrek-35 rollenpaar aangebracht schaarmes, en van een op de afstand van de gedeelte- 8005493 11 . lengte achter het schaarmes aangebrachte aanslag, gekenmerkt door twee op onderlinge afstand (a) in het gebied wan de transportbaan aangebrachte tasters (7, 8), verder door een microprocessor voor het opslaan van de genoemde afstand (a), alsmede althans de afstanden (b, d) tussen een 5 taster (8) en een intrekrollenpaar (9) en het schaarvlak (SE) of het aanslagvlak (AE.), door een inrichting voor het optillen van een rol van het intrekrollenpaar (9) in afhankelijkheid van de afstand van het betreffende stangeinde ten opzichte van het intrekrollenpaar, en door een inrichting voor het afscheiden van een, hoogstens echter twee stang-10' gedeeltelengten in het afknipgebied in afhankelijkheid van de in de microprocessor opgeslagen en berekende stuurgegevens. b, Inrichting volgens conclusie 3» voorzien van twee intrekrol- lenparen, met het kenmerk, dat althans de bovenste rol van het eerste intrekrollenpaar (9) via een tuimelaar (16) met een pneumatisch bedien-1? baar cilinder-zuigersamenstel (14) is verbonden.
5. Inrichting volgens conclusie 3 of U met het kenmerk, dat in het afknipgebied een veerkrachtig voorgespannen, met de aandrijving van een heen-en-weer beweegbare bediende schaarslede (21) via een nokkendrijfwerk en een stangenstelsel (29) gekoppelde gedeeltehouder (28) is aangebracht, 20 die in afhankelijkheid van de besturing door de microprocessor in zijn omhooggetrokken ruststand is geblokkeerd totdat de af te scheiden ge-deeltedelen zijn weggevallen.
8. Inrichting volgens conclusie 5 met het kenmerk, dat het genoem de stangenstelsel verder twee tuimelaars (30, 32) heeft, die door middel 25 van een trekveer (3^) onderling zijn gespannen, waarbij voor het optillen van de gedeeltehouder (28) bij het teruglopen van de schaarslede (21) de twee tuimelhefbomen (30, 32) twee met elkaar samenwerkende mee- neemorganen (38, 37) hebben, waarvan het ene (37) in het bewegingsgebied ligt van het andere (38).
7. Inrichting volgens conclusie 5 met het kenmerk, dat de ene (32) van de twee tuimelaars een arreteernok (38) heeft, die bij het teruglopen van de schaarslede (21) kan worden geblokkeerd door een door de microprocessor gestuurde grendelhefboom (39)· 80 05 49 3
NL8005493A 1979-10-05 1980-10-03 Werkwijze en inrichting voor het automatisch van mate- riaalstangen afscheiden van de voorste en achterste einden. NL8005493A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE2940375A DE2940375C2 (de) 1979-10-05 1979-10-05 Verfahren und Einrichtung zur automatischen Ausscheidung der vorderen und hinteren Enden von Materialstangen
DE2940375 1979-10-05

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8005493A true NL8005493A (nl) 1981-04-07

Family

ID=6082762

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8005493A NL8005493A (nl) 1979-10-05 1980-10-03 Werkwijze en inrichting voor het automatisch van mate- riaalstangen afscheiden van de voorste en achterste einden.

Country Status (10)

Country Link
US (1) US4328725A (nl)
JP (1) JPS5656328A (nl)
BE (1) BE885536A (nl)
CH (1) CH646627A5 (nl)
DE (1) DE2940375C2 (nl)
FR (1) FR2466300B1 (nl)
GB (1) GB2059325B (nl)
IT (1) IT1129287B (nl)
NL (1) NL8005493A (nl)
SE (1) SE447971B (nl)

Families Citing this family (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3215798C2 (de) * 1982-04-28 1984-02-16 Friedrich Wilhelm Dipl.-Ing. 7761 Moos Elhaus Verfahren und Vorrichtung zum Scheren von erwärmten Stangen aus Metall in Preßbarren
SE451554B (sv) * 1982-06-23 1987-10-19 Waco Jonsereds Ab Sett och anleggning vid bearbetning serskilt uppkapning av langstreckta foremal sasom trevirkeslengder
FR2621273B1 (fr) * 1987-10-05 1994-10-07 Clecim Sa Procede et installation de preparation de billettes de metal a filer
FR2682623B1 (fr) * 1991-10-22 1994-02-18 Ascometal Installation de forgeage a chaud de pieces a partir de barres.
US5365813A (en) * 1992-10-07 1994-11-22 Production Plus, Inc. System for making picture frames
US5406870A (en) * 1993-09-13 1995-04-18 The Vulcan Tool Company Method and apparatus for cutting tubing
DE19807159C1 (de) * 1998-02-20 1999-03-04 Skf Gmbh Verfahren und Vorrichtung zum automatischen Ausscheiden der vorderen und hinteren Enden von in Umformpressen verarbeiteten Materialstangen
US20040107809A1 (en) * 2002-12-04 2004-06-10 Borzym John J. Automatic feed system for tube shear device and position registration system for same
TWI294800B (en) * 2005-02-17 2008-03-21 Hatebur Umformmaschinen Ag Forming machine having a shearing device for shearing a bar
US20080289515A1 (en) * 2007-04-17 2008-11-27 Knorr Robert J Pepper de-stemming
US8511226B2 (en) * 2007-04-17 2013-08-20 Robert J. Knorr Pepper de-stemming methods and apparatus
CH719965A1 (de) * 2022-08-16 2024-02-29 Hatebur Umformmaschinen Ag Umformmaschine mit einer Schervorrichtung.

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3149520A (en) * 1960-12-29 1964-09-22 Nat Steel Corp Automatic cycling of shear control
BE656773A (nl) * 1963-12-07 1900-01-01
AT263502B (de) * 1963-12-07 1968-07-25 F B Hatebur Fa Verfahren und Vorrichtung zum Aufteilen durch Abscheren von Stangen in Einzelstücke bestimmter Länge unter Ausscheidung mindestens der Anfangs- und Endstücke der Stangen
GB1390021A (en) * 1971-02-09 1975-04-09 Wilkins & Mitchell Ltd Sub-dividing elongated members
DE2248177A1 (de) * 1972-09-30 1974-04-11 Schloemann Ag Verfahren zum abtrennen der restlaengen von den auf verkaufslaenge unterteilten walzstaeben
US3834260A (en) * 1973-07-02 1974-09-10 Morgan Construction Co Switching mechanism for cropping and sampling front and back ends of bar product delivered from mill
BE835207A (fr) * 1974-11-08 1976-03-01 Perfectionnements apportes aux machines de forgeage ou analogues
DE2631989C3 (de) * 1976-07-16 1980-02-21 Aeg-Elotherm Gmbh, 5630 Remscheid Schereinrichtung für stangenförmiges Material aus metallenem Werkstoff
DE2700461C2 (de) * 1977-01-07 1990-10-25 L. Schuler GmbH, 7320 Göppingen Einrichtung zum Herstellen volumenkonstanter Preßteile aus Draht od. dgl.
JPS5827051B2 (ja) * 1977-01-26 1983-06-07 浜中ナツト株式会社 長尺材料の連続加熱切断処理機

Also Published As

Publication number Publication date
GB2059325A (en) 1981-04-23
GB2059325B (en) 1984-07-25
SE8006838L (sv) 1981-04-06
IT8068530A0 (it) 1980-10-03
IT1129287B (it) 1986-06-04
CH646627A5 (de) 1984-12-14
BE885536A (fr) 1981-04-03
US4328725A (en) 1982-05-11
SE447971B (sv) 1987-01-12
FR2466300B1 (fr) 1985-12-13
DE2940375C2 (de) 1985-05-23
DE2940375A1 (de) 1981-04-09
JPS5656328A (en) 1981-05-18
FR2466300A1 (fr) 1981-04-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8005493A (nl) Werkwijze en inrichting voor het automatisch van mate- riaalstangen afscheiden van de voorste en achterste einden.
US4209957A (en) Arrangement and process for activating and arresting the operation of a heat-forming machine
DE2447835A1 (de) Vorrichtung zum wiegen und portionieren von scheibenfoermigem gut
US4040318A (en) Transfer machine for cutting rolled sheet metal
EP2580033B1 (de) Verfahren und vorrichtung zur schneidspalteinstellung einer aufschneidevorrichtung
EP3118575B1 (de) Vorrichtung zur ermittlung des schärfegrads einer messerschneide
EP2422940A1 (de) Verstellbarer Sichelmesserkopf
US3515021A (en) Wire straightening and cutoff machine
US3972211A (en) Bar end dropper for forging machines or the like
US3289508A (en) Device for the control of a machine tool
EP1647373B1 (de) Verfahren zum Beschneiden mehrerer Kanten eines Druckproduktes
DE2549546C2 (de) Vorrichtung zum elektrischen Steuern eines Greifers für von Stangenmaterial abgelängte Rohlinge
DE3010732A1 (de) Automatische spannzange und automatische produktzufuehrung unter verwendung einer solchen fuer eine schneidmaschine
US4168458A (en) Method and apparatus for detecting, signalling, and sorting inaccurately formed articles produced by a tool machine
NL9201913A (nl) Installatie voor de vervaardiging van producten uit draadvormig materiaal.
DE3026069A1 (de) Auswurfvorrichtung fuer stangenenden aus schmiedemaschinen o.dgl.
EP3386691A1 (de) Aufschneiden von lebensmittelprodukten
US4186580A (en) Apparatus for the discharge of waste ends of bars in the cross wedge rolling process
DE10135846B4 (de) Schneidmaschine
GB2047597A (en) Method and apparatus for cropping the leading and trailing sections of rolled wire
NL2014475A (nl) Riffelbank.
US3688621A (en) Apparatus for crop shearing with the use of flying shears
DE10059271A1 (de) Falzschwertsteuerung
DE19936213A1 (de) Schneidmaschine für laibförmige Produkte
RU2297903C1 (ru) Установка для резки полос проката на мерные заготовки различной длины

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed